
De Slag in de Javazee was een beslissende zeeslag in de Tweede Wereldoorlog die plaatsvond op 27 februari 1942. Deze slag markeerde het hoogtepunt van de Japanse aanval op Nederlands-Indië en was een cruciaal onderdeel van de Japanse strategie om Zuidoost-Azië te veroveren en te consolideren. Het conflict werd uitgevochten tussen een geallieerd eskader, bestaande uit Nederlandse, Amerikaanse, Britse en Australische schepen, en een superieur Japanse vlootverband. Het geallieerde verlies in deze slag betekende het einde van de georganiseerde zee verdediging van Nederlands-Indië en opende de weg voor de Japanse invasie van Java en andere delen van de Indonesische archipel.
Onder leiding van de Nederlandse schout-bij-nacht Karel Doorman probeerde een multinationale geallieerde vloot, bestaande uit Nederlandse, Britse, Amerikaanse en Australische schepen, de Japanse invasievloot tegen te houden die op weg was naar Java.
Inhouds opgave
Historische Context
Begin 1942 hadden de Japanners al een groot deel van Zuidoost-Azië veroverd, waaronder Maleisië, Singapore en delen van de Filippijnen. Hun strategische doel was om de natuurlijke hulpbronnen van Nederlands-Indië, met name olie en rubber, veilig te stellen. Om dit te bereiken moest de Geallieerde zeeverdediging worden uitgeschakeld.
De Geallieerden, verenigd in de zogenaamde ABDACOM (American-British-Dutch-Australian Command), probeerden gezamenlijk weerstand te bieden tegen de Japanse opmars. De samenwerking tussen de verschillende marines was echter problematisch vanwege taalbarrières, uiteenlopende doctrines en een gebrek aan voorbereiding. Dit gebrek aan coördinatie zou uiteindelijk bijdragen aan hun nederlaag.
Operationele doelstelling
De operationele doelstelling van schout-bij-nacht Karel Doorman tijdens de Slag in de Javazee was primair gericht op het onderscheppen en aanvallen van de Japanse invasievloot die op weg was naar Java. Doorman’s opdracht was om de Japanse troepentransporten en hun escorte te dwarsbomen voordat ze de kust van Java konden bereiken. Dit vormde een belangrijk onderdeel van de strategische inspanningen van het ABDA Commando om de Japanse opmars in Zuidoost-Azië te stoppen en de verdediging van Java te handhaven.
Twijfel Geschiktheid Karel Doorman als vlootcommandant
Schout-bij-nacht Karel Doorman en het merendeel van de Nederlandse officieren hadden onvoldoende opleiding en training in moderne zee strategieën en samenwerking in grote vlootverbanden. Hoewel ze ervaring hadden in koloniale wateren, waren ze minder voorbereid op grootschalige operaties zoals de Slag in de Javazee.
In tegenstelling daarmee hadden hun Amerikaanse en Britse collega’s een goede opleidingen gevolgd volgens moderne doctrines en al recente ervaring opgedaan in complexe, gezamenlijke operaties. Deze ervaring gaf hen een beter inzicht in tactieken en coördinatie binnen multinationale vloten, wat noodzakelijk was voor het succes in zeeslagen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Hogere Marine Krijgsschool, had beperkte toegang tot moderne doctrines en een focus op koloniale taken in plaats van multinationale samenwerking.
Ik vind ook hardnekkige suggesties op internet dat karel Doorman prive problemen had, m.b.t. relatieproblemen met zijn vrouw en zwaar drank gebruik. Veel van deze suggesties lijken gebaseerd op anekdotisch bewijs of speculaties die na de oorlog zijn ontstaan.
Verkeerde vlaggenschip
Schout-bij-nacht Karel Doorman, bevelhebber van de geallieerde zeestrijdkrachten tijdens de Slag in de Javazee, bevond zich aan boord van de lichte kruiser HR.MS De Ruyter. Hoewel dit schip diende als vlaggenschip, was het minder geschikt voor deze rol in een zeeslag van dergelijke omvang. De Amerikaanse zware kruiser USS Houston of de Britse zware kruiser HMS Exeter zouden een geschiktere keuze zijn geweest.
Hr.Ms. De Ruyter was ontworpen als een lichte kruiser met beperkte bewapening, uitrusting en bescherming. Het schip was bedoeld voor koloniale patrouilles en was niet geschikt voor het aanvoeren van een gecombineerde geallieerde vloot in een moderne zeeslag. Daarentegen waren de USS Houston en HMS Exeter ontworpen als zware kruisers met een sterker pantser, zwaardere bewapening en betere communicatie- en commandofaciliteiten. Deze eigenschappen maakten hen veel geschikter om als vlaggenschip te dienen in een complexe tactische situatie.
Daarnaast speelde de kwaliteit van de bemanning en doctrines een grote rol. De bemanning van de Nederlandse schepen, waaronder Hr.Ms. De Ruyter, waren niet opgeleid in moderne zee en tactieken. Ze misten ervaring met gezamenlijke operaties en de doctrines die essentieel waren voor effectieve moderne oorlogsvoering. Daarentegen hadden de bemanningen van de USS Houston en HMS Exeter uitgebreide training gehad en ervaringen hadden in dergelijke operaties. Ze werkten volgens bewezen tactieken die waren afgestemd op samenwerking in een multinationale vloot.
Het gebrek aan een goed uitgerust vlaggenschip en ervaren bemanning droeg bij aan de coördinatieproblemen en uiteindelijk de nederlaag in de Slag in de Javazee. Een sterker en beter uitgerust schip zoals de USS Houston of HMS Exeter had mogelijk betere kansen geboden om de geallieerde vloot effectiever te leiden en te coördineren in deze strijd.
Gemiste Kansen: Het Onbenutten van Technologische Voordelen tijdens de Slag in de Javazee
De Slag in de Javazee werd gekenmerkt door een gebrek aan effectief gebruik van de beschikbare technologie en middelen, wat een belangrijke rol speelde in de nederlaag van de Geallieerden. Schout-bij-nacht Karel Doorman maakte geen gebruik van de schepen die uitgerust waren met radar, hydrofoons (passieve sonar) en HF/DF (High-Frequency Direction Finding). Deze hulpmiddelen hadden cruciaal kunnen zijn om de positie van de vijand tijdig te detecteren en een beter gecoördineerde aanval op te zetten.
Daarnaast werden de beschikbare verkenningsvliegtuigen van de Marine Luchtvaartdienst (MLD) niet ingezet. Deze vliegtuigen konden de Japanse vloot vroegtijdig opsporen en waardevolle informatie leveren over hun bewegingen. Ook de boordvliegtuigen van Hr.Ms. De Ruyter, die speciaal bedoeld waren voor verkenning op zee, werden niet meegenomen op missie. Dit gebrek aan luchtverkenning liet de Geallieerden blind opereren tegen een superieure vijand die wél optimaal gebruik maakte van hun technologie.
De inefficiënte inzet van deze middelen benadrukt Doormans gebrek aan kennis van moderne technologie en zijn onvermogen om complexe zeeslagen effectief te leiden. Dit resulteerde niet alleen in een tactisch nadeel, maar droeg rechtstreeks bij aan de verwoestende nederlaag van de Geallieerde vloot in de Javazee.
De Context van de Slag
Opkomst van Japan als Militaire Grootmacht
De opkomst van Japan als militaire grootmacht in de jaren ’30 was het gevolg van verschillende factoren, waaronder intensieve militaire training, moderne schepen en tactieken. Japan investeerde aanzienlijk in militaire modernisering en ontwikkelde een sterke marinevloot, waaronder zware kruisers zoals de Nachi en Haguro, die deelnamen aan de Slag in de Javazee. Deze schepen waren uitgerust met superieure bewapening en vuurkracht, waardoor ze een duidelijk voordeel hadden ten opzichte van verouderde geallieerde schepen.
Japanse tactieken waren ook geavanceerd en goed gecoördineerd. Ze maakten effectief gebruik van luchtverkenning. Dit stelde Japan in staat om de geallieerde bewegingen te volgen en strategische voordelen te behalen.
De Japanse training en discipline waren indrukwekkend, wat resulteerde in een hoog niveau van efficiëntie en coördinatie in de strijd. Deze factoren, gecombineerd met de vastberadenheid van Japan om zijn invloedssfeer in Azië uit te breiden, maakten Japan tot een geduchte tegenstander en leidden tot de escalatie van conflicten in de Stille Oceaan, waaronder de Slag in de Javazee.
De Geallieerde Reactie
Tijdens de vroege stadia van de Tweede Wereldoorlog, toen Japan snel uitbreidde in de Stille Oceaan en Zuidoost-Azië, trachtten de geallieerden de Japanse opmars te stoppen en hun belangen in de regio te beschermen. Het ABDA Commando werd in januari 1942 opgericht met het hoofdkwartier in Batavia (nu Jakarta) in Nederlands-Indië en had als doel de coördinatie van geallieerde strijdkrachten in de regio. De bevelhebber was de Nederlandse luitenant-generaal Hein ter Poorten.
De Slag in de Javazee
De Strijdende Partijen
Aan de ene zijde stond de geallieerde Combined Striking Force, onder bevel van de Nederlandse schout-bij-nacht Karel Doorman. Deze geallieerde eenheid omvatte 14 schepen, waaronder Nederlandse, Amerikaanse, Britse en Australische marineschepen, variërend van kruisers tot torpedobootjagers.
Aan de andere kant bevond zich de Japanse Zuidelijke Aanvals Force onder vice-admiraal Takeo Takagi, met zware en lichte kruisers en torpedobootjagers.
Betrokken schepen
Bij de Slag in de Javazee waren verschillende schepen betrokken van zowel de geallieerde Combined Striking Force als de Japanse Zuidelijke Aanvals Force. Hier zijn enkele van de belangrijkste schepen aan beide zijden:
Geallieerde Combined Striking Force:
Het geallieerde eskader stond onder bevel van schout-bij-nacht Karel Doorman van de Koninklijke Marine. De vloot bestond uit:
- Hr. Ms. De Ruyter (Nederlandse lichte kruiser)
- Hr. Ms. Java (Nederlandse lichte kruiser)
- HMAS Perth (Australische lichte kruiser) Radar
- HMS Exeter (Britse zware kruiser) Radar
- HMS Electra (Britse torpedobootjager)
- HMS Encounter (Britse torpedobootjager)
- HMS Jupiter (Britse torpedobootjager)
- Hr. Ms. Kortenaer (Nederlandse torpedobootjager)
- Hr. Ms. Witte de With (Nederlandse torpedobootjager)
- USS Houston (Amerikaanse zware kruiser)
- USS Alden (Amerikaanse torpedobootjager)
- USS John D. Edwards (Amerikaanse torpedobootjager)
- USS John D. Ford (Amerikaanse torpedobootjager)
- USS Paul Jones (Amerikaanse torpedobootjager)
Japanse Zuidelijke Aanvals Force:
De Japanse strijdmacht werd geleid door admiraal Takeo Takagi en bestond uit twee zware kruisers, twee lichte kruisers en veertien torpedobootjagers. Bovendien werden de Japanners ondersteund door luchtoverwicht en hun superieure torpedotechnologie, met name de gevreesde “Long Lance”-torpedo’s, die krachtiger en efficiënter waren dan alles wat de Geallieerden tot hun beschikking hadden.
- Nachi (Japanse zware kruiser)
- Haguro (Japanse zware kruiser)
- Naka (Japanse lichte kruiser)
- Jintsu (Japanse lichte kruiser)
- Yūdachi (Japanse torpedobootjager)
- Samidare (Japanse torpedobootjager)
- Murasame (Japanse torpedobootjager)
- Harusame (Japanse torpedobootjager)
- Minegumo (Japanse torpedobootjager)
- Asagumo (Japanse torpedobootjager)
- Yukikaze (Japanse torpedobootjager)
- Tokitsukaze (Japanse torpedobootjager)
- Amatsukaze (Japanse torpedobootjager)
- Hatsukaze (Japanse torpedobootjager)
- Yamakaze (Japanse torpedobootjager)
- Kawakaze (Japanse torpedobootjager)
- Sazanami (Japanse torpedobootjager)
- Ushio (Japanse torpedobootjager)
De Japanse Benadering
De Japanse marine hanteerde een offensieve militaire filosofie, bekend als ‘Kantai Kessen’ (beslissende zeeslag). Deze filosofie benadrukte het belang van doortastendheid en het zoeken naar beslissende confrontaties met de vijand om snel te zegevieren.
In de Slag in de Javazee paste Japan deze filosofie toe door verrassingsaanvallen en coördinatie tussen lucht- en zee-eenheden. Deze tactische benadering gaf de Japanners de mogelijkheid om de geallieerde vloot te verrassen en te verzwakken, wat uiteindelijk leidde tot hun overwinning.
Japanse Long Lance torpedo
De Japanse Long Lance torpedo was een baanbrekend wapen dat het verschil maakte in de Slag in de Javazee. Deze torpedo’s hadden een uitzonderlijk lange reikwijdte en snelheid, waardoor ze een verwoestend effect hadden op de geallieerde schepen. Ze waren een van de geheimen van de Japanse marine, en de geallieerden waren niet op de hoogte van hun bestaan. De Long Lance torpedo’s werden gebruikt met dodelijke precisie en veroorzaakten ernstige schade aan geallieerde kruisers, waaronder Hr. Ms. De Ruyter en Hr. Ms. Java, die beide tot zinken werden gebracht tijdens de slag. De superioriteit van deze torpedo’s droeg aanzienlijk bij aan het Japanse succes en de uiteindelijke overwinning in de Slag in de Javazee.
De Geallieerde Strategie
Aan de andere kant hadden de geallieerden moeite om een samenhangende militaire filosofie te hanteren. Taalbarrières en gebrek aan coördinatie tussen de verschillende geallieerde naties belemmerden hun effectiviteit in de strijd.
De Slag in de Javazee onderstreepte het belang van een gemeenschappelijke strategie en effectieve communicatie in militaire operaties. Het gebrek hieraan was een kritische tekortkoming voor de geallieerden in deze confrontatie.
De Slag in de Javazee onthulde verder een tal van uitdagingen waarmee het geallieerde Combined Striking Force onder schout-bij-nacht Karel Doorman werd geconfronteerd. Een groot probleem was het verouderde karakter van veel geallieerde schepen in de vloot. Deze schepen waren niet opgewassen tegen de moderne Japanse marinevloot in termen van bewapening, vuurkracht en bepantsering. De kruiser Hr. Ms. Java en de meerheid van de torpedobootjagers waren bijvoorbeeld verouderd in vergelijking met hun Japanse tegenhangers.
Een ander ernstig nadeel was het ontbreken van luchtverkenning voor het geallieerde eskader. Doorman had zijn verkenningstoestellen achtergelaten, waardoor het geallieerde eskader geen adequaat beeld had van de Japanse vlootbewegingen. Bovendien maakten ze geen gebruik van de beschikbare radar, zoals de Type 279 early-warning radar op de HMS Exeter en Type 286 radar van de HMAS Perth die hen de mogelijkheid bood om vijandelijke bewegingen te detecteren en tactische voordelen te behalen.
Het lijkt erop dat schout-bij-nacht Karel Doorman niet over voldoende tactische kennis beschikte om het eskader effectief te leiden. Het gebrek aan coördinatie en het niet benutten van technologische voordelen, zoals radar, HF/DF wijst op een tekort aan effectief leiderschap en tactisch begrip.
In combinatie met de genoemde factoren leidde dit alles tot een zeer moeilijke situatie voor het geallieerde Combined Striking Force in de Slag in de Javazee, wat uiteindelijk resulteerde in een verpletterende nederlaag tegen de Japanse vloot.
Verloop van de slag in de Javazee
Voorbereidingen en Eerste Contact
In de ochtend van 27 februari 1942 werd de Geallieerde vloot geïnformeerd over een Japanse invasievloot die richting Java voer. Doorman besloot direct in te grijpen in een poging de Japanse landingen te verhinderen. De geallieerde schepen verlieten de haven van Surabaya en ontmoetten de vijand in de Javazee.
Het eerste contact tussen de twee vloten vond plaats in de middag. De Japanse schepen openden het vuur met hun langeafstandskanonnen en lanceerden torpedo’s. De Geallieerden probeerden de afstand te verkleinen om hun eigen wapens effectiever te maken, maar dit bracht hen in de gevarenzone van de Japanse torpedo’s.
Verlies van Hr.Ms. De Ruyter en Hr.Ms. Java
Tijdens het gevecht werden de Nederlandse kruisers Hr.Ms. De Ruyter en Hr.Ms. Java geraakt door Japanse torpedo’s en zonken binnen enkele minuten.
Chaos en Terugtrekking
De Geallieerde vloot werd verder uiteengedreven door de superieure tactieken en coördinatie van de Japanners. De HMS Exeter, die al beschadigd was tijdens een eerdere slag, werd opnieuw geraakt en moest zich terugtrekken naar Surabaya. Andere schepen, zoals de HMAS Perth en de USS Houston, probeerden naar de veiligheid van de Sunda Straat te ontsnappen, waar ze later in een hinderlaag liepen en eveneens tot zinken werden gebracht.
Gevolgen van de Slag
De Slag in de Javazee was een ramp voor de Geallieerden. De meeste schepen gingen verloren, evenals honderden zeelieden. De Japanners leden minimale verliezen en konden ongestoord doorgaan met hun invasie van Java. Binnen enkele weken capituleerden de Nederlandse troepen op Java, waarmee Nederlands-Indië effectief in Japanse handen kwam.
Het verlies benadrukte de tekortkomingen in Geallieerde samenwerking en strategie. De verschillende naties binnen ABDACOM hadden moeite om effectief te communiceren en hun inspanningen te coördineren. Bovendien was de geallieerde vloot technologisch en numeriek inferieur aan de Japanners, wat hun kansen op succes verder verkleinde.
De verliezen van de slag om de Javazee
De Slag in de Javazee, die plaatsvond op 27 februari 1942, veroorzaakte aanzienlijke verliezen aan beide zijden van het conflict. De geallieerde Combined Striking Force en de Japanse Zuidelijke Aanvals Force stonden tegenover elkaar in een hevig maritiem gevecht dat tragische gevolgen had.
Aan geallieerde zijde leden de Nederlandse, Amerikaanse, Britse en Australische marineschepen grote verliezen. Onder de geallieerde verliezen bevonden zich de Nederlandse kruisers Hr. Ms. De Ruyter en Hr. Ms. Java, evenals de Australische lichte kruiser HMAS Perth. Deze schepen werden tot zinken gebracht tijdens de strijd. Bovendien werden de Nederlandse torpedobootjager Hr. Ms. Kortenaer en de Britse torpedobootjager HMS Electra tot zinken gebracht in de beginfase van de slag.
Het menselijke verlies was ook aanzienlijk. Meer dan 900 bemanningsleden van de geallieerde schepen kwamen om het leven, waaronder schout-bij-nacht Karel Doorman, de bevelhebber van het geallieerde eskader. Dit betekende een aanzienlijke slag voor het ABDA Commando, dat verantwoordelijk was voor de coördinatie van de geallieerde strijdkrachten in de regio.
Aan de Japanse zijde waren de verliezen beduidend lager, met ongeveer tien slachtoffers. Deze onevenredige verliezen waren gedeeltelijk te wijten aan de superieure vuurkracht en bewapening van de Japanse schepen.
Kortom, de Slag in de Javazee resulteerde in aanzienlijke verliezen aan geallieerde zijde, zowel op het gebied van schepen als op het menselijke vlak. Het was een pijnlijke en tragische gebeurtenis die de verdere Japanse opmars in Zuidoost-Azië vergemakkelijkte en de geallieerden dwong om nieuwe strategieën te overwegen in hun strijd tegen Japan.
Analyse van de Slag
Historici hebben de Slag in de Javazee vaak aangehaald als een voorbeeld van moedige maar vergeefse weerstand tegen een superieure vijand. Schout-bij-nacht Karel Doorman wordt zowel geprezen om zijn vastberadenheid als bekritiseerd om zijn functioneren. Zijn keuze om herhaaldelijk frontale aanvallen uit te voeren, ondanks de duidelijke superioriteit van de Japanse vloot, wordt gezien als tactisch onverstandig. Daarnaast bleek dat Doorman onvoldoende voorbereid was op de uitdagingen van een moderne zeeslag en dat de communicatie en coördinatie binnen zijn vloot ernstig tekortschoten.
De Japanners, aan de andere kant, demonstreerden hun meesterschap in zeeslagen door gebruik te maken van hun geavanceerde technologie en goed getrainde bemanningen. Hun overwinning in de Javazee versterkte hun controle over Zuidoost-Azië en gaf hen toegang tot de waardevolle grondstoffen van Nederlands-Indië.
Gevolgen en Lessen
De Japanse overwinning in de Slag in de Javazee versterkte hun positie in de regio en vergrootte hun vermogen om verdere expansie voort te zetten. Dit had aanzienlijke gevolgen voor de verdere ontwikkeling van de oorlog in de Stille Oceaan, met name in Zuidoost-Azië.
Lessen voor Militaire Strategie
De Slag in de Javazee biedt verschillende belangrijke lessen voor militaire strategie:
- Capabele Leiders en Goed Getraind Personeel
De benoeming van competente leiders en de beschikbaarheid van goed opgeleid personeel is noodzakelijk. Een ervaren en strategisch ingestelde commandant had mogelijk effectievere beslissingen genomen in deze complexe situatie. Daarnaast misten veel geallieerde bemanningen training in moderne zee strategieën, wat hun vermogen om snel te handelen en gecoördineerd te vechten ondermijnde. - Coördinatie en Communicatie: Effectieve coördinatie en communicatie tussen strijdkrachten zijn essentieel voor succes op het slagveld. Het gebrek aan samenwerking hinderde de geallieerden.
- Flexibiliteit: Militaire strategieën moeten flexibel genoeg zijn om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden. De geallieerden hadden moeite met het aanpassen van hun strategie tijdens de slag.
- Offensieve versus Defensieve Strategieën: De nadruk op offensieve tactieken en het zoeken naar beslissende confrontaties kan effectief zijn, maar vereist gedegen planning en coördinatie.
Conclusie
De nederlaag in de Slag in de Javazee wordt vaak toegeschreven aan de Japanse overmacht, maar een grondige analyse toont aan dat strategische en persoonlijke keuzes binnen het geallieerde kamp eveneens een belangrijke rol speelden. De benoeming van Schout-bij-nacht Karel Doorman als vlootcommandant en de keuze voor het vlaggenschip waren naar onze mening niet adequaat gezien de eisen van de situatie.
De keuze voor HR.MS De Ruyter als vlaggenschip was eveneens een strategische fout. Deze lichte kruiser was niet ontworpen voor grootschalige zeeslagen en miste zowel de bewapening als de technologie die nodig waren voor effectieve commandovoering. Alternatieven zoals de Britse HMS Exeter of de Amerikaanse USS Houston, uitgerust met modernere wapens, betere communicatieapparatuur en ervaren bemanningen, hadden de coördinatie van de vloot aanzienlijk kunnen verbeteren.
De geallieerde reactie werd gekenmerkt door het ABDA Commando, een multinationale samenwerking die worstelde met coördinatie en communicatie. De Slag in de Javazee eindigde in een verpletterende nederlaag voor de geallieerden. Deze uitkomst werd versterkt door verouderde schepen, gebrek aan luchtverkenning, en het niet optimaal benutten van technologieën zoals radar.
De Slag in de Javazee benadrukt het belang van coördinatie, communicatie, flexibele strategieën en competent leiderschap in een complexe, multinationale context. Het lijkt erop dat de benoeming van Karel Doorman als commandant een onjuiste keuze was, wat een belangrijke les blijft in het selecteren van effectieve leiders in oorlogstijd.
Zaken om over na te denken
- Waarom had Doorman zijn eskader staf niet geplaatst op HMS Exeter of USS Houston, de beste uitgeruste schepen van het vlootverband?
- Waarom werden de beschikbare vliegtuigen en onderzeeboten niet ingezet voor de ondersteuning en onderscheppen van de transportvloot?
- De Slag in de Javazee is een historisch belangrijke gebeurtenis, maar blijft relatief onderbelicht in onderzoek. Hoewel de basisfeiten bekend zijn, zoals de geallieerde nederlaag tegen Japan op 27 februari 1942, ontbreekt vaak een diepgaande analyse van factoren zoals strategische keuzes, leiderschap en multinationale samenwerking. De nadruk ligt vaak op de technische aspecten van schepen en wapens, terwijl persoonlijke en operationele tekortkomingen minder aandacht krijgen. Bovendien zijn veel primaire bronnen beperkt toegankelijk of verloren gegaan. Dit heeft geleid tot hiaten in onze kennis, waardoor de slag niet altijd volledig wordt begrepen in de bredere context van de Tweede Wereldoorlog.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding Naval Historical Collection, Public domain, via Wikimedia Commons
- Java Sea Campaign Combat Narratives
- Morison, Samuel Eliot (2001) [1958]. The Rising Sun in the Pacific 1931 – April 1942, vol. 3 of History of United States Naval Operations in World War II. Castle Books. ISBN 0-7858-1304-7.
- Brown, David (1990). Warship Losses of World War Two. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 1-55750-914-X.
- D’Albas, Andrieu (1965). Death of a Navy: Japanese Naval Action in World War II. Devin-Adair Pub. ISBN 0-8159-5302-X.
- Dull, Paul S. (1978). A Battle History of the Imperial Japanese Navy, 1941–1945. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 0-87021-097-1.
- Grove, Eric (1993). Sea Battles in Close-Up: World War II, vol. 2. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 0-7110-2118-X.
- Hornfischer, James D. (2006). Ship of Ghosts: The Story of the USS Houston, FDR’s Legendary Lost Cruiser, and the Epic Saga of Her Survivors. Bantam. ISBN 0-553-80390-5.
- Kehn, Donald M. (2009). A Blue Sea of Blood: Deciphering the Mysterious Fate of the USS Edsall. Zenith Press. ISBN 978-0-7603-3353-2.
- Lacroix, Eric; Wells, Linton (1997). Japanese Cruisers of the Pacific War. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 0-87021-311-3.
- Winslow, Walter G. (1984). The Ghost that Died at Sunda Strait. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 0-87021-218-4.
- National Archives NextGen Catalog Slag in de Java Zee
- The Pacific War Online Encyclopedia: Doorman, Karel W.F.M. (1889-1942) (kgbudge.com)
- History of United States Naval Operations in World War II: The rising sun in … – Samuel Eliot Morison – Google Boeken
- The Battle of the Java Sea | Old Friends New Enemies: Volume 2: The Pacific War 1942-1945 | Oxford Academic (oup.com)
- Militaire Spectator Meningen van anderen artikel Karel Doorman.pdf
- Schout-bij-nacht Doorman en de Javazee-campagne | Militaire Spectator
- 27 febr 1942 Slag in de Javazee | Indisch4ever
- Whitley, M. J. (1995). Cruisers of World War Two: An International Encyclopedia. London: Cassell. ISBN 1-86019-874-0.
Zij vochten op de zeven zeeën (1954) door K.W.L. Bezemer ISBN 90-269-2040-7
- Bronnen Mei1940