De Haguro was een zware kruiser van de Myōkō-klasse van de Keizerlijke Japanse Marine, genoemd naar de berg Haguro in de prefectuur Yamagata. Het schip, in gebruik genomen in 1929, speelde een prominente rol tijdens de Tweede Wereldoorlog. Gedurende de oorlog nam Haguro deel aan negen grote zeegevechten tussen 1942 en 1945, waaronder in de Javazee, de wateren rond de Salomonseilanden en de Filipijnen. Haguro werd uiteindelijk in 1945 tot zinken gebracht tijdens een confrontatie met Britse torpedobootjagers in de Straat van Malakka, en was daarmee een van de laatste grote Japanse oorlogsschepen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in open water tot zinken werd gebracht. Het wrak werd in 2010 ontdekt.
Inhouds opgave
Ontwerp en specificaties van de Myōkō-klasse
De Haguro was het derde schip van de vier schepen tellende Myōkō-klasse zware kruisers, die soms ook wel de Nachi-klasse worden genoemd, naar het tweede schip dat werd voltooid. De andere schepen in deze klasse waren de Myōkō, Nachi en Ashigara. Deze kruisers hadden een waterverplaatsing van 13.300 ton, een lengte van 201 meter en konden snelheden bereiken tot 36 knopen (67 km/h). Dit maakte hen tot enkele van de snelste en best bewapende kruisers van hun tijd.
Bewapening en pantsering
Bij haar in gebruikname was Haguro uitgerust met tien 20 cm (7,9 inch) kanonnen, geplaatst in vijf dubbele geschutskoepels. Deze kanonnen waren verdeeld over drie koepels aan de voorzijde en twee aan de achterzijde van het schip, wat haar tot een van de krachtigste zware kruisers ter wereld maakte op dat moment. De secundaire batterij bestond uit zes 12 cm (4,7 inch) dubbeldoelkanonnen in enkele opstellingen, aangevuld met twee 13,2 mm machinegeweren en twaalf 61 cm (24 inch) torpedobuizen in vier driedubbele opstellingen aan weerszijden van het schip.
Midden jaren dertig werd de bewapening van Haguro aanzienlijk verbeterd. De 20 cm kanonnen werden vervangen door tien 203 mm (8 inch) kanonnen, die een hogere vuursnelheid en betere doorboringskracht boden. De 12 cm kanonnen werden vervangen door acht 127 mm/40 dubbeldoelkanonnen, geplaatst in vier dubbele torens, twee aan elke zijde van het schip. Daarnaast werden de driedubbele torpedobuizen vervangen door viervoudige opstellingen, wat het totale aantal torpedobuizen op zestien bracht. De luchtafweerbatterij van Haguro werd verder uitgebreid met verschillende 25 mm machinegeweren.
Sensoren en elektronische oorlogsvoering
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog waren de kruisers van de Myōkō-klasse, waaronder de Haguro, niet uitgerust met gespecialiseerde sensoren zoals hydrofoons of sonar. Dit kwam doordat hun primaire rol lag in oppervlaktegevechten, niet in onderzeebootbestrijding. Naarmate de oorlog vorderde, werd het echter noodzakelijk om deze schepen te moderniseren. Verschillende radarsystemen en elektronische ondersteuningsmaatregelen (ESM) werden toegevoegd, waaronder de Type 21 en Type 22 radars, die werden gebruikt voor zowel lucht- als oppervlakteverkenning. Deze upgrades verbeterden de mogelijkheden van Haguro om vijandelijke eenheden vroegtijdig te detecteren en erop te reageren, wat haar overlevingskansen op zee vergrootte.
De vroege geschiedenis en modernisering van Haguro
Bouw en ingebruikname
De bouw van de Haguro begon op 16 maart 1925 in de Mitsubishi-scheepswerf in Nagasaki. Het schip werd te water gelaten op 24 maart 1928 en officieel in dienst genomen op 25 april 1929. Kort na haar indienststelling speelde Haguro een bijzondere rol in de Japanse marinegeschiedenis door in oktober 1930 keizer Hirohito te vervoeren van Kobe naar het slagschip Kirishima. Deze ceremonie benadrukte de symbolische en strategische waarde van de zware kruisers binnen de keizerlijke marinevloot.
Commandanten en upgrades
Tussen 1931 en 1933 stond Haguro onder bevel van Nomura Naokuni, die later admiraal werd. In 1936 onderging Haguro haar eerste grote moderniseringen om haar slagkracht te vergroten. Deze upgrades waren onderdeel van een bredere strategie om de slagkracht van de Japanse marine te vergroten, en ze stelde Haguro in staat om effectiever te opereren in haar rol als zware kruiser.
Tijdens de Tweede Chinees-Japanse Oorlog vervulde Haguro voornamelijk ondersteunende taken, zoals het vervoeren van troepen en het escorteren van konvooien, zonder directe betrokkenheid bij gevechtsacties. Deze periode van relatieve rust stelde de bemanning van Haguro in staat om de nieuwe wapensystemen en technologieën die op het schip waren geïnstalleerd te perfectioneren.
Tweede Wereldoorlog: van de Filipijnen tot de Javazee
Uitbraak van de oorlog en vroege acties
Met de Japanse aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941 en de daaropvolgende oorlogsverklaring aan de Verenigde Staten en hun bondgenoten, bevond Haguro zich op weg naar de Filipijnen als onderdeel van een grote dekkingseenheid om Japanse landingen te ondersteunen. Slechts vier dagen na de aanval op Pearl Harbor voerde Haguro haar eerste gevechtsoperaties uit door bombardementen uit te voeren op Legaspi. Kort daarna nam ze deel aan bombardementen op Davao en Jolo om de Japanse invasies te ondersteunen.
In januari 1942 overleefde Haguro verschillende luchtaanvallen door B-17-bommenwerpers zonder schade op te lopen. Deze missies benadrukten de robuustheid en de gevechtscapaciteiten van Haguro, vooral in de context van de intense vroege campagne van Japan om haar invloedssfeer in Zuidoost-Azië uit te breiden.
Slag in de Javazee
Een van de meest gedenkwaardige gevechten van Haguro vond plaats tijdens de Slag in de Javazee op 27 februari 1942. Haguro en haar zusterschip Nachi onderschepten een geallieerde vloot bestaande uit twee zware kruisers, drie lichte kruisers en negen torpedobootjagers. Tijdens het gevecht richtte Haguro haar 8-inch (203 mm) kanonnen op de geallieerde vlaggenschip, de lichte kruiser HNLMS De Ruyter, en scoorde meerdere treffers die aanzienlijke schade veroorzaakten. Ze schakelde vervolgens de zware kruiser HMS Exeter uit met haar kanonnen, en een torpedo van Haguro vernietigde de torpedobootjager HNLMS Kortenaer, die onmiddellijk zonk.
Later die avond onderschepten Haguro en Nachi opnieuw de geallieerde vloot. Met een torpedoaanval op lange afstand slaagde Haguro erin de lichte kruiser HNLMS Java te vernietigen, terwijl een andere torpedo de De Ruyter trof en haar tot zinken bracht. Admiraal Karel Doorman, commandant van de geallieerde vloot, ging samen met zijn schip ten onder, wat een verwoestende klap betekende voor de geallieerden in de regio.
Verdere gevechten in 1942 en 1943
Na de Slag in de Javazee zette Haguro haar gevechtsoperaties voort in de Stille Oceaan. Op 7 mei 1942 nam ze deel aan de Slag in de Koraalzee en later dat jaar aan de Slag bij de Oostelijke Salomonseilanden op 24 augustus 1942. Aan het einde van januari 1943 ondersteunde Haguro de evacuatie van Guadalcanal, een operatie die de strategische terugtrekking van Japan markeerde uit een van de bloedigste theaters van de oorlog in de Stille Oceaan.
In november 1943 nam Haguro deel aan de Slag bij Empress Augusta Bay tegen Amerikaanse kruisers en torpedobootjagers. Hoewel Haguro slechts lichte schade opliep tijdens dit gevecht, keerde ze terug naar Rabaul voor reparaties en voorbereidingen voor toekomstige operaties.
Gevechten tijdens de Tweede Wereldoorlog (1944-1945)
Slag in de Filipijnenzee en de Golf van Leyte
In juni 1944 was Haguro een belangrijk onderdeel van de Japanse vloot tijdens de Slag in de Filipijnenzee. Deze slag, vaak aangeduid als de “The Great Mariana Turkey Shoot“, was een van de grootste vliegdekslaggevechten in de geschiedenis en resulteerde in een beslissende nederlaag voor de Japanse Keizerlijke Marine. Hoewel Haguro relatief onbeschadigd bleef tijdens dit gevecht, verloor de Japanse vloot een groot aantal vliegdekschepen en vliegtuigen, wat een significante verzwakking betekende voor haar luchtmachtcapaciteiten.
Enkele maanden later, tussen 22 en 26 oktober 1944, nam Haguro deel aan de Slag in de Golf van Leyte, een van de grootste zeeslagen uit de geschiedenis en een beslissend moment in de oorlog in de Stille Oceaan. Tijdens deze strijd opereerde Haguro als onderdeel van de “Center Force” onder bevel van vice-admiraal Takeo Kurita. Op de eerste dag van de strijd wist Haguro twee torpedo’s te ontwijken die bedoeld waren voor de zware kruisers Atago en Maya. Later die dag ontkwam Haguro aan aanvallen van Amerikaanse vliegdekschepen die erin slaagden de Musashi te vernietigen en de slagschepen Yamato, Nagato en de kruiser Tone te beschadigen.
Gevechten bij Samar en de Japanse terugtrekking
Op 25 oktober 1944, tijdens de Slag voor Samar, stond Haguro tegenover de Amerikaanse Task Force 3. Gedurende dit intense gevecht slaagde Haguro erin meerdere treffers te landen op de torpedobootjager USS Hoel met haar 8-inch (203 mm) kanonnen, voordat ze het escortevliegdekschip USS Kalinin Bay aanviel. Ondanks de tegenaanvallen van Amerikaanse marineschepen en vliegtuigen wist Haguro zonder zware schade te overleven, hoewel ze lichte schade opliep door een paar 5-inch (127 mm) granaten.
Na het bevel van admiraal Kurita om zich terug te trekken, wist Haguro opnieuw aan luchtaanvallen te ontsnappen en bereikte ze Brunei op 28 oktober 1944. Hoewel de Japanse marine zwaar beschadigd was na de Slag in de Golf van Leyte, bleef Haguro operationeel en klaar voor verdere gevechten.
Operatie Dukedom: De Slag in de Straat van Malakka
In mei 1945 was Haguro het doelwit van de Britse “Operatie Dukedom”, een operatie die tot doel had om de overgebleven Japanse marine-eenheden in de regio uit te schakelen. In de nacht van 15 op 16 mei werd Haguro, begeleid door de torpedobootjager Kamikaze, onderschept door de 26e Destroyer Flotilla van de Royal Navy in de Straat van Malakka. Net na middernacht begonnen de Britse torpedobootjagers hun aanval.
Tijdens het gevecht werd Haguro geraakt door meerdere torpedo’s en artillerievuur, wat ernstige schade veroorzaakte aan haar romp en machinekamers. Ondanks pogingen van haar bemanning om het schip drijvende te houden, begon Haguro rond 02:32 langzaam achterstevoren te zinken met een sterke slagzij naar stuurboord. Het schip ging uiteindelijk verloren op ongeveer 55 mijl (48 nautische mijlen; 89 km) van Penang, waarbij 751 bemanningsleden, waaronder vice-admiraal Hashimoto en schout-bij-nacht Sugiura, omkwamen. De torpedobootjager Kamikaze wist 320 overlevenden te redden voordat ze zich terugtrok. Het verlies van Haguro markeerde het einde van de Japanse oppervlaktegevechtscapaciteiten in de regio en was een van de laatste grote maritieme confrontaties van de Tweede Wereldoorlog.
Conclusie
De Haguro vertegenwoordigt een belangrijk hoofdstuk in de maritieme geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en de keizerlijke Japanse marine. Als een van de laatste grote zware kruisers van Japan speelde Haguro een cruciale rol in meerdere veldslagen, van de vroege campagnes in Zuidoost-Azië tot de laatste dagen van de oorlog in de Stille Oceaan. Haar actieve betrokkenheid in enkele van de meest beslissende zeeslagen, zoals de Slag in de Javazee en de Slag in de Golf van Leyte, benadrukt haar strategische waarde en het vermogen van de Japanse marine om zich aan te passen aan de veranderende omstandigheden tijdens de oorlog.
De ondergang van Haguro in de Straat van Malakka markeerde niet alleen het einde van haar eigen dienst, maar symboliseerde ook de bredere afname van de Japanse maritieme macht tegen het einde van de oorlog. Het verlies van ervaren schepen zoals Haguro, samen met het verlies van goed getrainde bemanningen, droeg bij aan de uiteindelijke nederlaag van Japan in de oorlog. De vernietiging van Haguro en andere schepen in de regio benadrukt ook de verschuiving in de oorlogsvoering naar meer flexibele en mobiele eenheden, zoals torpedobootjagers en vliegdekschepen, die beter waren uitgerust voor de moderne maritieme oorlogsvoering.
Bronnen en meer informatie
- Parshall, Jon & Tully, Anthony. “Shattered Sword: The Untold Story of the Battle of Midway.” Potomac Books, 2005.
Deze bron biedt een diepgaande analyse van de Japanse marinestrategieën en de rol van kruisers zoals de Haguro tijdens cruciale veldslagen. - Hackett, Bob & Kingsepp, Sander. “IJN Haguro: Tabular Record of Movement.” Combined Fleet, 1997-2020.
Een uitgebreide chronologische registratie van de bewegingen en acties van Haguro tijdens haar dienstjaren, gebaseerd op officiële Japanse marinerapporten. - Stille, Mark. “Imperial Japanese Navy Heavy Cruisers 1941-45.” Osprey Publishing, 2011.
Een gedetailleerd overzicht van de technische specificaties, de ontwerpfilosofie en de operationele geschiedenis van de Japanse zware kruisers, inclusief de Myōkō-klasse. - Hara, Tameichi. “Japanese Destroyer Captain.” Ballantine Books, 1961.
Een ooggetuigenverslag van de ervaringen van een Japanse marinekapitein die verschillende campagnes in de Stille Oceaan overleefde, met inzichten over de operaties en strategieën van de Japanse marine. - Bronnen Mei1940
- Afbeelding US Navy Historical Center, Public domain, via Wikimedia Commons