De Nachi was een zware kruiser van de Myōkō-klasse, die van 1928 tot 1944 dienstdeed bij de Japanse Keizerlijke Marine. Als onderdeel van een vlootmodernisering in de jaren 1920, werd de Nachi gebouwd om te voldoen aan de beperkingen van het Washington Naval Treaty, een verdrag dat de omvang en bewapening van oorlogsschepen reguleerde. Dit artikel onderzoekt de ontwikkeling, het ontwerp en de operationele geschiedenis van de Nachi, met een focus op haar rol tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Inhouds opgave
Ontwerp en bouw
De Myōkō-klasse, waartoe de Nachi behoorde, werd ontworpen als reactie op de eisen van het Washington Naval Treaty van 1922, dat beperkingen oplegde aan de tonnage en bewapening van schepen om een wapenwedloop te voorkomen. De schepen van deze klasse, waaronder de Myōkō, Ashigara, Haguro en de Nachi zelf, waren de eerste zware kruisers die door Japan werden gebouwd onder deze beperkingen.
De Nachi werd ontworpen door viceadmiraal Yuzuru Hiraga, een invloedrijke maritiem architect, die de uitdaging aanging om een krachtig schip te ontwerpen dat toch voldeed aan de verdragsbeperkingen. De initiële ontwerpbeperkingen van 10.000 ton werden uiteindelijk overschreden, en na verschillende modificaties in de jaren 1930 steeg de waterverplaatsing van de Nachi tot 15.933 ton. Dit overschreed de verdragslimieten aanzienlijk, maar de verbeteringen verhoogden ook de gevechtscapaciteiten van het schip.
Technische specificaties
De Nachi had een lengte van 203,8 meter, een breedte van 19,5 meter en een diepgang van 6,36 meter. Met een topsnelheid van 35,5 knopen was ze een van de snelste kruisers in haar tijd. De voortstuwing van de Nachi werd verzorgd door 12 Kampon-ketels die vier turbines aandreven, wat resulteerde in vier assen met driebladige schroeven.
Wat betreft bewapening beschikte de Nachi over tien 20 cm/50 3rd Year Type marinekanonnen, de zwaarste bewapening van een zware kruiser wereldwijd op dat moment, verdeeld over vijf tweelingtorens. Voor secundaire bewapening had ze acht 12,7 cm/40 Type 89 marinekanonnen en 12 Type 93 “Long Lance” torpedo’s, die beroemd waren vanwege hun bereik en explosieve kracht. Verder was de Nachi uitgerust met een katapult voor vliegtuigen en kon ze tot drie watervliegtuigen vervoeren voor verkenningsdoeleinden.
Sensoren
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog hadden de kruisers van de Myōkō-klasse geen sensoren zoals hydrofoons of sonar, omdat hun primaire taak gericht was op oppervlaktegevechten en niet op onderzeebootbestrijding. Naarmate de oorlog vorderde, werd het echter noodzakelijk om de uitrusting te moderniseren. Verschillende radarsystemen en Electronic Support Measures (ESM) werden toegevoegd aan deze kruisers, waaronder de Type 21 en Type 22 radars, die werden gebruikt voor zowel lucht- als oppervlakteverkenning.
Eerste dienstjaren en moderniseringen
Vroege missies en aanpassingen
Kort na haar indienststelling in 1928 werd de Nachi toegewezen aan het Sasebo Naval District en werd ze onderdeel van Sentai-4 van de Japanse Keizerlijke Marine. Tijdens deze vroege dienstjaren nam de kruiser deel aan verschillende oefeningen en patrouilles, wat leidde tot meerdere aanpassingen en verbeteringen. In 1932, tijdens het Eerste Shanghai-incident, begeleidde de Nachi transporten van het Keizerlijke Japanse Leger naar het vasteland van China, wat haar waarde als strategisch militair instrument onderstreepte.
Gedurende de jaren 1930 werd de Nachi verschillende keren gemoderniseerd om haar gevechtscapaciteiten te verbeteren. Dit omvatte het upgraden van haar torpedobuizen naar vier draaibare quadruple lanceringen en het vervangen van haar secundaire bewapening door de krachtigere 12,7 cm/40 Type 89 marinekanonnen. In 1937, met het uitbreken van de Tweede Chinees-Japanse Oorlog, werd de Nachi ingezet voor het transporteren van troepen naar de oorlogstheaters in China.
Voorbereidingen op de Tweede Wereldoorlog
In de late jaren 1930, anticiperend op een groter conflict, onderging de Nachi verdere upgrades, waaronder de toevoeging van acht Type 96 25 mm luchtafweerkanonnen en stabiliteitsverbeteringen door het aanbrengen van bolvormige verbredingen op de romp. Deze aanpassingen waren bedoeld om haar beter bestand te maken tegen luchtaanvallen, een toenemende dreiging voor marineschepen in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog.
Deelname aan de Tweede Wereldoorlog
Begin van de Pacifische Oorlog
Invasie van de Filipijnen
Aan het begin van de Pacifische Oorlog, in december 1941, was de Nachi gestationeerd bij het Mako Guard District op de Pescadores-eilanden. Samen met haar zusterschip Myōkō vormde zij Sentai-5 van de Japanse Keizerlijke Marine en stond ze onder bevel van schout-bij-nacht Takeo Takagi. Deze eenheid werd ingezet om dekking te bieden voor de landingen van Japanse troepen tijdens Operatie M, de invasie van de zuidelijke Filipijnen. De Nachi ondersteunde de landingen bij Legazpi op 11 december 1941 en keerde daarna terug naar Palau voordat ze werd toegewezen aan een aanvalsmacht onder schout-bij-nacht Raizō Tanaka.
Tijdens de daaropvolgende landingsoperaties bij Davao en Jolo in december 1941, werd de Nachi geconfronteerd met luchtbombardementen van Amerikaanse B-17 Flying Fortress-bommenwerpers. Hoewel de aanvallen weinig schade aanrichtten, werd de Nachi de tijdelijke vlaggenschip van de eenheid toen de Myōkō werd teruggestuurd naar Japan voor reparaties na een lichte beschadiging door een bom.
Slag in de Javazee
In de vroege maanden van 1942 speelde de Nachi een cruciale rol in de Japanse offensieven in Zuidoost-Azië, met name tijdens de Slag in de Javazee. Deze slag markeerde een beslissend moment in de Japanse campagne in de Nederlands-Indië, waar de gecombineerde geallieerde vloot probeerde de Japanse invasie te stoppen. Op 27 februari 1942 lokaliseerde de Nachi, samen met haar zusterschip Haguro, de geallieerde vloot dankzij haar verkenningsvliegtuigen. Tijdens het daaropvolgende gevecht slaagde de Nachi erin om aanzienlijke schade toe te brengen aan de geallieerde schepen, waaronder de zware kruiser USS Houston en het licht kruiser HNLMS Java.
Tijdens dit gevecht lanceerde de Nachi haar beroemde “Long Lance” torpedo’s, waarbij één torpedo het licht kruiser HNLMS Java trof en haar munitieopslag opblies, wat resulteerde in een snelle ondergang. De Nachi speelde ook een rol bij de uiteindelijke vernietiging van de zware kruiser HMS Exeter en de vernietiger HMS Encounter, waarmee ze haar reputatie als een van de meest effectieve zware kruisers van de Japanse Keizerlijke Marine versterkte.
Operaties in het noorden
Invasie van de Aleoeten
Na de gevechten in de tropische wateren van Zuidoost-Azië, werd de Nachi in de lente van 1942 naar de noordelijke wateren gestuurd. In mei 1942 nam de Nachi deel aan de Japanse invasie van de Aleoeten, een eilandengroep in de noordelijke Stille Oceaan. Onder het bevel van viceadmiraal Boshiro Hosogaya diende de Nachi als vlaggenschip en voerde ze operaties uit ter ondersteuning van de bezetting van de eilanden Attu en Kiska. Ondanks de bittere kou en uitdagende weersomstandigheden, handhaafde de Nachi haar effectiviteit en voerde ze patrouilles uit om de Japanse controle over de regio te verzekeren.
Slag bij de Komandorski-eilanden
Op 26 maart 1943 speelde de Nachi een sleutelrol in de Slag bij de Komandorski-eilanden, een van de weinige maritieme gevechten tijdens de Tweede Wereldoorlog zonder luchtsteun. Tijdens deze confrontatie ontmoette een Japanse vloot, waaronder de Nachi, een Amerikaanse taakgroep. Ondanks een aanvankelijk tactisch voordeel, leden de Japanners verliezen door een gebrek aan luchtdekking en tactische fouten. De Nachi lanceerde opnieuw haar torpedo’s, maar miste haar doelwitten. Tijdens de slag ontving de Nachi verschillende treffers van Amerikaanse schepen, wat leidde tot lichte schade en verliezen onder haar bemanning. De uitkomst van de slag dwong de Japanse troepen om hun poging om de Aleoeten te versterken te staken en viceadmiraal Hosogaya werd uiteindelijk uit zijn bevel ontheven vanwege deze mislukking.
Verdere operaties en incidenten
Na de Slag bij de Komandorski-eilanden keerde de Nachi terug naar Japan voor reparaties en verdere versterking van haar luchtafweerbewapening. Ze werd uitgerust met extra Type 96 25 mm luchtafweergeschut, ter voorbereiding op toekomstige bedreigingen van de geallieerde luchtmacht. Gedurende de rest van 1943 en in 1944, patrouilleerde de Nachi in de noordelijke wateren en ondersteunde ze evacuatie- en konvooioperaties in de Aleoeten.
Tijdens een van deze operaties, op 6 september 1943, werd de Nachi aangevallen door de Amerikaanse onderzeeër USS Halibut. Twee torpedo’s troffen de stuurboordzijde van de Nachi, maar ontploften niet, waardoor de schade minimaal bleef. Dit incident benadrukte echter de toenemende dreiging van onderzeeboten voor oppervlakteoorlogvoering in de Tweede Wereldoorlog.
Het 25 mm luchtafweergeschut op de zware kruiser Nachi voldeed niet aan de verwachtingen vanwege de beperkte nauwkeurigheid en vuurkracht. Deze wapens waren minder effectief tegen snelle, laagvliegende vliegtuigen.
Operaties in de Filipijnen en de laatste gevechten
Herindeling en versterking
In de zomer van 1944, met de oorlog die steeds ongunstiger verliep voor Japan, werd de Nachi heringedeeld bij het Kure Marine District. De Japanse Keizerlijke Marine voerde uitgebreide trainingen uit om de overgebleven schepen voor te bereiden op de verdediging van de Filippijnen, een cruciale strategische locatie in de Stille Oceaan. In augustus van dat jaar kreeg de Nachi opnieuw een upgrade van haar luchtafweergeschut. Twee dubbele en twintig enkele Type 96 25 mm kanonnen werden toegevoegd, wat het totaal op 48 lopen bracht. Dit benadrukte de verhoogde focus op luchtverdediging, in een poging om de voortdurende bedreiging van de geallieerde luchtaanvallen tegen te gaan.
De slag om de Golf van Leyte
Slag van de Straat van Surigao
In oktober 1944 werd de Nachi ingezet als onderdeel van een grotere Japanse strijdmacht onder bevel van viceadmiraal Kiyohide Shima, met als doel de Filippijnen te verdedigen tegen de geallieerde invasie. De Nachi nam deel aan de Slag van de Golf van Leyte, de grootste zeeslag in de geschiedenis, die bestond uit verschillende deelgevechten, waaronder de Slag van de Straat van Surigao. Tijdens deze slag probeerde de Japanse Zuidelijke Strijdmacht, onder leiding van viceadmiraal Shoji Nishimura, de geallieerde linies te doorbreken en hun landingsoperaties te verstoren.
In de vroege uren van 25 oktober 1944, in de Straat van Surigao, kwam de Nachi onder hevig vuur te liggen van Amerikaanse slagschepen en kruisers. Gedurende het chaotische gevecht kwam de Nachi in botsing met de beschadigde kruiser Mogami, wat resulteerde in ernstige schade aan de boeg van de Nachi. Deze aanvaring dwong de Nachi om zich terug te trekken naar Manila voor reparaties. Dit incident illustreerde de verslechterende coördinatie en communicatie binnen de Japanse marine tijdens deze fase van de oorlog.
Aanval en zinken Luchtaanvallen in Manila
Tijdens haar reparaties in Manila, op 29 oktober 1944, werd de Nachi aangevallen door vliegtuigen van Task Force 38, een geallieerde luchtvloot die opereerde vanuit vliegdekschepen in de Stille Oceaan. De Nachi werd geraakt door een enkele bom die het vliegdek trof, wat leidde tot aanzienlijke schade en vertragingen bij de reparatiewerkzaamheden. Bij deze aanval verloren 53 bemanningsleden het leven door bombardementen en beschietingen.
Op 5 november 1944 werd de Nachi opnieuw aangevallen in Manila Bay, dit keer door vliegtuigen van de Amerikaanse vliegdekschepen USS Lexington en USS Ticonderoga. Tijdens de eerste aanvalsgolf wist de Nachi aanvankelijk verdere schade te vermijden, maar tijdens de tweede aanvalsgolf werd ze geraakt door vijf bommen en twee tot drie torpedo’s, waardoor ze zwaar beschadigd raakte. Terwijl de Nachi probeerde weg te komen, werd ze getroffen door nog eens vijf torpedo’s aan bakboordzijde, waardoor zowel de boeg als de achtersteven werden afgescheurd.
Laatste momenten en ondergang
Tijdens de derde aanvalsgolf werd de Nachi getroffen door een regen van bommen en raketten, waaronder twintig bommen en zestien raketten, die de kruiser volledig vernietigden. Het schip werd doormidden geslagen en zonk snel in 31 meter diep water, ongeveer 12 zeemijlen ten noordoosten van Corregidor. Viceadmiraal Kiyohide Shima, die op dat moment aan land was voor een overleg, kon slechts machteloos toekijken hoe zijn vlaggenschip aan flarden werd geblazen.
De oorspronkelijke oorlogscaption van een foto van de zinkende Nachi, genomen door vliegtuigen van de USS Lexington, geeft een grimmig beeld van de laatste momenten van het schip: “We cirkelden naar beneden tot op 20 voet om er zeker van te zijn dat er absoluut geen overlevenden waren. Vijftien of twintig olieachtige figuren werden beschoten met .50-kaliber om er zeker van te zijn.”
Van de bemanning van de Nachi verloren 807 mannen hun leven, inclusief de kapitein. Slechts 220 bemanningsleden overleefden de ondergang en werden gered door de Japanse torpedobootjagers Kasumi en Akebono.
Oorlogmisdaden tegen de overlevenden van de Nachi
De originele onderschrift van een foto van de zinkende Nachi, gemaakt door vliegtuigen van de USS Lexington, schetst een grimmig beeld van de laatste momenten van het schip: “We daalden af tot op 20 voet hoogte om er zeker van te zijn dat er absoluut geen overlevenden waren. Vijftien of twintig olieachtige figuren werden met .50-kaliber beschoten om er zeker van te zijn.”
Volgens Lacroix in Japanese Cruisers (p. 356) vlogen de Amerikaanse piloten op lage hoogte en vuurden op overlevenden van de gezonken Nachi om er zeker van te zijn dat er niemand zou overleven. Deze actie wordt beschouwd als een oorlogsmisdaad volgens het internationaal humanitair recht, dat het doden van niet-strijders, waaronder schipbreukelingen, verbiedt en hen bescherming biedt tegen aanvallen.
Conclusie en nalatenschap
De kruiser Nachi speelde een belangrijke rol in verschillende maritieme campagnes van de Japanse Keizerlijke Marine tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vanaf haar eerste inzet in de invasie van Zuidoost-Azië tot aan haar uiteindelijke vernietiging in de Slag om de Golf van Leyte, weerspiegelde de dienstgeschiedenis van de Nachi de strategische verschuivingen en uitdagingen waarmee de Japanse Keizerlijke Marine werd geconfronteerd. Het schip was getuige van de overgang van offensieve operaties in de vroege oorlogsjaren naar defensieve acties naarmate de oorlog vorderde en de militaire situatie voor Japan verslechterde.
De bijdrage van de Nachi aan de Slag in de Javazee en de Slag bij de Komandorski-eilanden onderstreepte haar rol als een veelzijdige en krachtige eenheid binnen de Japanse vloot. Haar actieve deelname aan cruciale zeeslagen liet zien hoe belangrijk zware kruisers waren in het projecteren van maritieme macht over grote afstanden en in verschillende operationele contexten. Tegelijkertijd toonden de kwetsbaarheden van de Nachi tijdens de Slag om de Golf van Leyte de toenemende beperkingen aan waarmee Japanse schepen te maken kregen in confrontaties met geallieerde luchtovermacht en technologische superioriteit.
Technische innovaties en gebreken
Hoewel de Nachi werd geprezen om haar krachtige bewapening en snelheid, had ze ook te kampen met aanzienlijke technische tekortkomingen die haar prestaties beïnvloedden. De aanvankelijke topzwaarheid van het ontwerp, veroorzaakt door de poging om zoveel mogelijk bewapening binnen de verdragslimieten te persen, moest worden aangepakt door latere aanpassingen en verbeteringen. De noodzaak om de luchtafweer aanzienlijk te versterken door de toevoeging van extra Type 96 25 mm kanonnen weerspiegelde de voortdurende aanpassing aan de veranderende dreigingen van luchtaanvallen.
Bovendien was het ontwerp van de Nachi en haar zusterschappen, hoewel innovatief voor hun tijd, uiteindelijk beperkt door de snelle technologische vooruitgang die tijdens de oorlogsjaren werd geboekt. De strijd om de Slag van de Golf van Leyte en haar uiteindelijke vernietiging door geallieerde luchtmacht toonde aan dat zelfs goed ontworpen schepen niet opgewassen waren tegen moderne luchtoorlogvoering en de gecombineerde wapenstrategieën van de geallieerden.
Nalatenschap en herdenking
De kruiser Nachi blijft een symbool van zowel de technische bekwaamheid als de strategische uitdagingen van de Japanse marine tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het schip vertegenwoordigt een tijdperk waarin de Japanse Keizerlijke Marine haar hoogtepunt bereikte in termen van scheepsontwerp en offensieve capaciteiten, maar ook de onvermijdelijke realiteit ondervond van technologische en tactische veroudering.
In april en mei 1945 voerden duikers van de USS Chanticleer 296 duiken uit op het wrak van de Nachi en wisten ze radarapparatuur, codeboeken, kaarten van Japanse versterkingen op Luzon en andere documenten te bergen. Volgens John Prados, in zijn boek Combined Fleet Decoded, was dit een grote inlichtingenwinst. Dit wordt ook bevestigd door Joseph S. Karneke, een U.S. Navy Master Diver die diende aan boord van de Chanticleer tijdens de duiken op het wrak van de Nachi, in zijn boek Navy Diver (ISBN 9780595142125).
Bronnen en meer informatie
De informatie in dit artikel is gebaseerd op een combinatie van primaire en secundaire bronnen, waaronder marinearchieven, historische verslagen van zeeslagen en ooggetuigenverslagen van overlevenden van de Nachi. Enkele aanbevolen bronnen voor verdere studie zijn:
- Parshall, Jon, and Anthony Tully. Shattered Sword: The Untold Story of the Battle of Midway. Potomac Books Inc., 2005.
- Evans, David C., and Mark R. Peattie. Kaigun: Strategy, Tactics, and Technology in the Imperial Japanese Navy, 1887-1941. Naval Institute Press, 1997.
- Hara, Tameichi. Japanese Destroyer Captain: Pearl Harbor, Guadalcanal, Midway – The Great Naval Battles as Seen Through Japanese Eyes. Ballantine Books, 1961.
- Prados, John. Combined Fleet Decoded: The Secret History of American Intelligence and the Japanese Navy in World War II. Naval Institute Press, 1995.
- Karneke, Joseph S. Navy Diver. iUniverse, 2000. ISBN 9780595142125.
- Afbeelding: Presumed official USN or IJN photographer, Public domain, via Wikimedia Commons
- Bronnen Mei1940