Hatsukaze: Japanse torpedobootjager gezonken in 1943

Hatsukaze, Japanse torpedobootjager, zonk in 1943 na zware beschadiging door een aanvaring en kanonvuur tijdens de slag bij Keizerin Augusta Baai.
Hatsukaze, Japanse torpedobootjager, zonk in 1943 na zware beschadiging door een aanvaring en kanonvuur tijdens de slag bij Keizerin Augusta Baai.

De Hatsukaze (初風, “Eerste Wind”) was een van de 19 torpedobootjagers van de Kagerō-klasse, gebouwd voor de keizerlijke Japanse marine in de late jaren 1930 als onderdeel van het Circle Three Supplementary Naval Expansion Program (Maru San Keikaku). Dit schip speelde een cruciale rol in verschillende vlootoperaties tegen de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog, inclusief de vernietiging van de Amerikaanse onderzeeër USS Perch en de torpedoboten PT-43 en PT-112. Hatsukaze’s carrière eindigde tragisch toen ze, na een botsing met de Japanse zware kruiser Myōkō, tot zinken werd gebracht door een Amerikaanse torpedobootjagereskader onder leiding van kapitein Arleigh Burke tijdens de slag bij de keizerin Augusta Baai op 2 november 1943.

Ontwerp en specificaties van de Hatsukaze

De Kagerō-klasse torpedobootjagers, waartoe Hatsukaze behoorde, waren ontworpen met verbeterde stabiliteit en waren uitgerust met geavanceerde torpedotechnologie. Dit maakte hen tot een van de krachtigste torpedobootjagers van hun tijd.

Algemene kenmerken van de Hatsukaze:

  • Klasse en type: Kagerō-klasse torpedobootjager
  • Waterverplaatsing: 2.033 lange ton (2.066 ton) standaard
  • Lengte: 118,5 meter
  • Breedte: 10,8 meter
  • Diepgang: 3,8 meter
  • Aandrijving: 3 Kampon watertubeketels, 2 Kanpon impuls-turbines, 2 schachten, 52.000 pk (39 MW)
  • Snelheid: 35,5 knopen (65,7 km/u)
  • Bereik: 5.000 zeemijlen bij 18 knopen (33 km/u)
  • Bemanning: 239 man

Bewapening:

  • Originele configuratie (1939):
    • 6 × 12,7 cm/50 type 3 DP-kanonnen
    • 2 × type 96 25 mm luchtafweergeschut
    • 8 × 610 mm torpedobuizen voor Type 93 torpedo’s
    • 18 dieptebommen
    • 2 × paravanen
  • Aangepaste configuratie (1943):
    • 6 × 12,7 cm/50 type 3 DP-kanonnen
    • 8 × type 96 25 mm luchtafweergeschut
    • 8 × 610 mm torpedobuizen
    • 18 dieptebommen

Sensoren Sonar en Radar

De schepen van de Kagerō-klasse, waaronder de Hatsukaze, ondergingen tijdens de oorlog verschillende upgrades aan hun uitrusting. In 1942 werd de Hamakaze, een zusterschip, de eerste Japanse torpedobootjager die uitgerust werd met een type 22 radar (Zee waarschuwing), wat hun detectiecapaciteiten aanzienlijk verbeterde. Dit type radar werd vervolgens geïnstalleerd op andere schepen van de klasse naarmate ze terugkeerden naar Japan voor reparaties of upgrades o.a. Type 13 radar (luchtwaarschuwing).

Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog waren de schepen van de Kagerō-klasse uitgerust met hydrofoons, maar deze waren beperkt in hun vermogen om onderzeeboten effectief te detecteren. Met de toegenomen dreiging van onderzeebootaanvallen werden verbeterde type 93 sonar en type 93 hydrofoons geïnstalleerd, waardoor de schepen betere onderwaterdetectiecapaciteiten kregen.

Achtergrond en ontwikkeling van de Kagerō-klasse

De Kagerō-klasse torpedobootjagers waren ontworpen als een opvolger van de Asashio-klasse, die zelf al werd beschouwd als licht kruiser-grote schepen. De Japanse marine-architecten verbeterden het ontwerp om de stabiliteit te verhogen en om de Japanse voorsprong op het gebied van torpedotechnologie volledig te benutten. Het doel van deze klasse was om de belangrijkste Japanse slagkracht te begeleiden en zowel overdag als ‘s nachts aanvallen uit te voeren tegen de Amerikaanse marine naarmate deze oprukte in de Stille Oceaan, in lijn met de Japanse strategische voorspellingen.

Ontwerp en productie

De productie van de Kagerō-klasse vond plaats in een tijd waarin Japan snel haar marinecapaciteiten uitbreidde. De Hatsukaze werd gebouwd bij de Kawasaki Shipbuilding Corporation, een van de toonaangevende scheepswerven van Japan in die tijd. De bouw begon op 3 december 1937 en het schip werd te water gelaten op 24 januari 1939. Na een reeks van tests en oefeningen werd de Hatsukaze uiteindelijk op 15 februari 1940 in dienst genomen bij de keizerlijke Japanse marine.

Rol in de Tweede Wereldoorlog

De Kagerō-klasse torpedobootjagers werden ontworpen voor offensieve operaties in de Stille Oceaan. Hun taken omvatten het begeleiden van grotere schepen zoals vliegdekschepen en slagschepen, en het uitvoeren van snelle torpedoaanvallen tegen vijandelijke oppervlakteschepen. Vanwege hun snelheid, bewapening en geavanceerde torpedo-uitrusting, waren deze schepen bijzonder effectief in nachtelijke gevechten en verrassingsaanvallen.

De Kagerō-klasse in actie:

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nam Hatsukaze deel aan verschillende belangrijke operaties. Ten tijde van de aanval op Pearl Harbor, was Hatsukaze toegewezen aan destroyer division 16 (Desdiv 16), onderdeel van destroyer squadron 2 (Desron 2) van de IJN 2nd Fleet. Ze was gestationeerd in Palau en nam deel aan de invasie van de zuidelijke Filipijnen, waar ze samen met de mijnenlegger Yaeyama de vliegdekschepen Ryūjō escorteerde.

Invasie van Zuidoost-Azië

Begin 1942 speelde Hatsukaze een belangrijke rol bij de invasie van Nederlands-Indië. Ze escorteerde invasievloten voor de landingen op Menado, Kendari, en Ambon in januari, en later voor Makassar, Timor, en Oost-Java in februari. De Hatsukaze nam deel aan de slag in de Javazee op 27 en 28 februari, waar ze deelnam aan een torpedoaanval op de geallieerde vloot.

In maart 1942 was Destroyer Squadron 2 betrokken bij anti-onderzeebootoperaties in de Javazee. Tijdens een van deze operaties, op 1 maart, ontdekte Hatsukaze samen met de torpedobootjager Amatsukaze de Amerikaanse onderzeeër USS Perch. Na het openen van het vuur door Amatsukaze, was de Perch gedwongen om te duiken. Hatsukaze en Amatsukaze voerden vervolgens dieptebomaanvallen uit die de Perch zwaar beschadigden, waardoor ze niet meer kon duiken en haar snelheid was teruggebracht tot slechts 5 knopen. Twee dagen later werd de zwaar beschadigde Perch opnieuw ontdekt door meerdere Japanse oorlogsschepen en uiteindelijk vernietigd door de torpedobootjagers Ushio en Yukikaze.

Aan het einde van maart 1942 escorteerde Hatsukaze een invasievloot voor Christmas Island en keerde daarna terug naar Makassar. Eind april zeilde ze naar de Kure naval arsenal voor onderhoud en reparaties, waar ze op 3 mei arriveerde. Op 21 mei 1942 vertrok Hatsukaze samen met Desron 2 vanuit Kure naar Saipan, waar ze zich voegden bij een troepentransportvloot met bestemming Midway-eiland. De nederlaag van de Japanse vliegdekschepen in de slag om Midway leidde echter tot het afblazen van de invasie en de terugkeer van de vloot zonder gevechten. Desdiv 16 werd daarop teruggeroepen naar Kure.

De campagne op de Salomonseilanden

Na de terugtrekking uit Midway en een periode van onderhoud, werd Hatsukaze samen met haar eenheid, destroyer division 16, op 14 juli 1942 opnieuw toegewezen aan destroyer squadron 10 (Desron 10) van de derde vloot. Op 16 augustus 1942 vertrok Desron 10 uit Kure als escorte voor een vloot die op weg was naar Truk, een strategische basis voor de Japanse marine in de Stille Oceaan. Tijdens de slag bij de Oostelijke Salomonseilanden op 24 augustus, escorteerde Hatsukaze admiraal Nagumo’s aanvalsmacht, die betrokken was bij lucht- en zeegevechten tegen de Amerikaanse vloot.

Verdediging en aanvallen rond Guadalcanal

In de daaropvolgende maanden patrouilleerde Hatsukaze samen met de rest van de vloot in de wateren ten noorden van de Salomonseilanden. Dit was een periode van voortdurende conflicten, waarbij Japanse en geallieerde troepen vochten voor controle over Guadalcanal en de omliggende zeeën. Op 26 oktober 1942 nam Hatsukaze deel aan de slag bij de Santa Cruz-eilanden, waar ze de beschadigde vliegdekschepen Shōkaku en Zuihō begeleidde naar de veiligheid van Truk.

Begin 1943 werd de situatie voor de Japanse marine moeilijker toen de geallieerden sterker werden. Op 10 januari 1943 was Hatsukaze betrokken bij het afweren van Amerikaanse PT-boten tijdens een bevoorradingsmissie naar Guadalcanal. Samen met de torpedobootjager Tokitsukaze slaagde ze erin de Amerikaanse PT-boten PT-43 en PT-112 tot zinken te brengen. Tijdens deze actie werd Hatsukaze echter zwaar beschadigd door een torpedo, vermoedelijk afgevuurd door PT-112, die de stuurboordzijde van het schip trof. Dit verminderde haar snelheid tot slechts 18 knopen, waarna ze zich terugtrok naar Truk voor noodreparaties en vervolgens naar Kure voor uitgebreidere reparaties in april.

Latere operaties en terugtrekkingen

Na de reparaties keerde Hatsukaze in september 1943 terug naar de gevechten en escorteerde ze het slagschip Yamato van Kure naar Truk. Ze bleef een belangrijke rol spelen in de verdediging van de Japanse bezittingen in de centrale en zuidelijke Stille Oceaan. In september en oktober 1943 begeleidde Desron 10 de Japanse hoofdvloot van Truk naar Eniwetok en weer terug, in reactie op Amerikaanse vliegdekschipaanvallen in de centrale Pacifische regio.

Tussen deze missies door werd Hatsukaze in oktober 1943 kort ingezet om te helpen bij het beveiligen van de vlootolietanker Hazakaya, die was getorpedeerd door een Amerikaanse onderzeeër. Deze acties illustreerden het steeds riskantere en reactieve karakter van de Japanse operaties naarmate de oorlog vorderde en de geallieerden steeds meer controle kregen over de strategische initiatieven in de Stille Oceaan.

De laatste slag: keizerin Augusta Baai

Het einde van Hatsukaze’s actieve dienst kwam op 2 november 1943, tijdens de slag bij de keizerin Augusta Baai, nabij Bougainville. Terwijl ze een geallieerd kruiser-torpedobootjager taskforce aanviel, botste Hatsukaze met de zware kruiser Myōkō. De botsing was verwoestend; het schip verloor haar boeg en haar snelheid werd drastisch verminderd tot 10 knopen. Ondanks de schade, bleef Hatsukaze vechten en wisselde vuur uit met de Amerikaanse torpedobootjager USS Spence. Hoewel ze enkele treffers uitdeelde, werd Hatsukaze zwaar beschadigd door 5-inch granaten en een 20,3 cm granaat die mogelijk afkomstig was van de Myōkō.

Het einde van de Hatsukaze en haar nalatenschap

Met de schade die het schip tijdens de botsing had opgelopen, was de situatie voor de Hatsukaze al penibel. Terwijl ze langzaam voer en probeerde weg te komen van het slagveld, viel ze ten prooi aan de Amerikaanse torpedobootjagerdivisie onder leiding van kapitein Arleigh Burke. Burke’s eskader, bestaande uit de USS Charles Ausburne, USS Claxton, USS Dyson, en USS Stanly, maakte snel gebruik van de situatie. Deze torpedobootjagers openden een spervuur van 5-inch (127 mm) granaten, waardoor de Hatsukaze verder werd beschadigd en uiteindelijk tot stilstand werd gebracht. De schade door de voortdurende beschietingen was catastrofaal; alle overgebleven wapens werden uitgeschakeld en het schip begon snel te zinken.

Het zinken van de Hatsukaze

Met de oncontroleerbare waterschade en onoverkomelijke schade aan de scheepsstructuur, werd het bevel gegeven om het schip te verlaten. Op dat moment was de Hatsukaze niet langer in staat om deel te nemen aan het gevecht of te ontsnappen aan de vernietiging. Terwijl de bemanning het zinkende schip verliet, gleed de Hatsukaze onder de golven en zonk naar de bodem van de keizerin Augusta Baai. Van de 239 bemanningsleden aan boord werden er 164 gedood, waaronder de bevelvoerende officier, luitenant-commandant Buichi Ashida. De Hatsukaze werd officieel van de marine-lijst verwijderd op 5 januari 1944.

Conclusie

De Hatsukaze en haar zusterschippen van de Kagerō-klasse waren belangrijke marineschepen van Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze schepen waren ontworpen met geavanceerde torpedotechnologie en werden ingezet in verschillende belangrijke maritieme operaties in de Stille Oceaan.

De slag bij de keizerin Augusta Baai en het verlies van de Hatsukaze waren onderdeel van de bredere maritieme gevechten die plaatsvonden in de laatste stadia van de oorlog in de Stille Oceaan. De geschiedenis van de Hatsukaze blijft een voorbeeld van de technische ontwikkelingen en de tactische keuzes die werden gemaakt door de keizerlijke Japanse marine in deze periode.

Bronnen

  1. “Japanese Destroyer Hatsukaze.” CombinedFleet.com, 2024. Link naar bron.
  2. Stille Oceaan Oorlogsverslagen. “Kagerō-class Destroyer Analysis.” Naval War Histories, 2024.
  3. Nishida, Hiroshi. “Materials of IJN: Kagerō-class Destroyers.” Imperial Japanese Navy Page, 2024. Link naar bron.
  4. D’Albas, Andrieu. “Death of a Navy: Japanese Naval Action in World War II.” 1965.
  5. Bronnen Mei1940
  6. Afbeelding: MacMorenoCC BY-SA 4.0, aangepast via Wikimedia Commons