Naka: Japanse lichte kruiser van de Sendai-klasse

De Naka was een lichte kruiser van de Japanse Keizerlijke Marine, actief tijdens cruciale operaties in de Tweede Wereldoorlog.
De Naka was een lichte kruiser van de Japanse Keizerlijke Marine, actief tijdens cruciale operaties in de Tweede Wereldoorlog.

De Naka, een lichte kruiser van de Sendai-klasse, was een belangrijk schip in de Japanse Keizerlijke Marine (IJN) dat dienstdeed van 1925 tot 1944. Dit schip, vernoemd naar de Naka-rivier in de prefecturen Tochigi en Ibaraki in oostelijk Japan, was het derde en laatste schip dat werd voltooid in de Sendai-klasse van lichte kruisers. Net als andere schepen in haar klasse was de Naka ontworpen als vlaggenschip van een torpedobootjagerflottielje.

Specificaties en ontwerp

De Naka werd ontworpen als een lichte kruiser, specifiek gebouwd om als vlaggenschip te dienen voor een torpedobootjagerflottielje, een rol die cruciaal was voor de Japanse maritieme strategie tijdens de vroege jaren van de Tweede Wereldoorlog. Het schip had een waterverplaatsing van 5.195 lange tonnen (standaard) en een lengte van 152,4 meter. De breedte bedroeg 14,2 meter met een diepgang van 4,9 meter.

Wat betreft de aandrijving, was de Naka uitgerust met vier Parsons versnellings-turbines en tien Kampon-ketels, die een totale kracht van 90.000 shp (67.000 kW) leverden. Deze aandrijving stelde het schip in staat een topsnelheid van 35,3 knopen (65,4 km/h) te bereiken en had een operationeel bereik van 5.000 nautische mijlen bij een kruissnelheid van 14 knopen. Dit maakte de Naka bijzonder geschikt voor langeafstandspatrouilles en escortetaken, zoals blijkt uit haar inzet tijdens de Pacific-campagnes.

Bewapening en pantsering

De bewapening van de Naka evolueerde gedurende haar dienstjaren om zich aan te passen aan veranderende maritieme dreigingen. Oorspronkelijk was ze uitgerust met zeven 140 mm kanonnen, twee 80 mm luchtafweergeschut, en acht 610 mm torpedobuizen. Gedurende haar operationele leven werden deze wapensystemen bijgewerkt. In de lente van 1941 werden er vier Type 96 25 mm luchtafweerautokanonnen en twee 13,2 mm luchtafweermachinegeweren toegevoegd. Tegen maart 1943 werden sommige van de originele kanonnen vervangen door zes 140 mm kanonnen, twee 127 mm dubbele doeleinde kanonnen, en een verhoogde luchtafweer capaciteit met tien 25 mm kanonnen en twee 13,2 mm machinegeweren. Deze wijzigingen weerspiegelen de veranderende prioriteiten en ervaringen van de IJN tijdens de oorlog.

De pantsering van de Naka was relatief licht, wat typerend was voor lichte kruisers van die tijd. Het pantser was 64 mm dik langs de riem en 29 mm op het dek. Deze bepantsering bood enige bescherming tegen kleinere kaliber kanonnen en luchtaanvallen, maar was onvoldoende tegen zwaarder maritiem vuur en luchttorpedo’s, wat bleek uit haar latere oorlogservaringen.

Sensoren

De Naka was uitgerust met basis hydrofoonsystemen voor haar tijd, specifiek ontworpen voor onderzeebootbestrijding. Het schip beschikte over de Type 4 Passieve Sonar, die het mogelijk maakte geluiden van vijandelijke onderzeeërs onder water op te vangen zonder zelf geluid uit te zenden. Hiermee kon een grove peiling naar de bron van geluid onderwater worden bepaald. Dit systeem was echter beperkt in bereik en nauwkeurigheid vergeleken met latere technologieën.

De Naka was en werd verder niet uitgerust met geavanceerde radar of elektronische detectiesystemen, wat haar minder effectief maakte in het opsporen van vijandelijke vliegtuigen, onderzeeboten en schepen, vooral in vergelijking met modernere schepen die tijdens de oorlog werden ingezet.

De Naka was verouderd bij het begin van de oorlog

De Naka was verouderd bij het begin van de Tweede Wereldoorlog. Hoewel ze bij haar indienststelling geavanceerd was, waren technologische ontwikkelingen in de decennia daarna aanzienlijk, vooral in maritieme oorlogsvoering. Moderne schepen hadden betere bewapening, sterkere bepantsering en verbeterde luchtafweer, terwijl de Naka slechts beperkte aanpassingen kon ondergaan. Tegen het begin van de oorlog in 1941 kon de Naka niet volledig op tegen de toenemende dreiging van geavanceerde luchtaanvallen en onderzeebootdreigingen.

Operationele geschiedenis

Gedurende haar operationele dienst werd de Naka intensief ingezet in verschillende maritieme campagnes. In november 1941, kort voor de aanval op Pearl Harbor, werd de Naka het vlaggenschip van de 4e Torpedobootjager Flottielje onder leiding van Schout-bij-nacht Shōji Nishimura. Tijdens de aanval op Pearl Harbor was de Naka betrokken bij de invasie van de zuidelijke Filipijnen als onderdeel van de Derde Vloot onder Viceadmiraal Ibo Takahashi. Ze escorteerde transportschepen met onderdelen van de 48e Infanteriedivisie van het Japanse Keizerlijke Leger (IJA). Tijdens deze operatie raakte de Naka licht beschadigd door beschietingen van Amerikaanse luchtmachtvliegtuigen, waaronder de Boeing B-17 Flying Fortress en Curtiss P-40 Kittyhawk-jagers.

In januari 1942 speelde de Naka een rol bij de invasie van Nederlands-Indië, waarbij ze een konvooi begeleidde dat de Kure nr. 2 Speciale Marine Landingsmacht (SNLF) en de Sakaguchi Brigade naar Tarakan en Balikpapan op Borneo bracht. Tijdens deze operatie overleefde de Naka een torpedoaanval van de Koninklijke Nederlandse Marine onderzeeboot Hr.Ms. K XVIII. Hoewel de aanval mislukte, werden de verdedigende maatregelen van de Naka en haar escorte belangrijk voor de bescherming van het konvooi tegen verdere aanvallen.

Na voltooiing van deze eerste fase van de Pacific-campagne, bleef de Naka betrokken bij tal van belangrijke gevechten, inclusief de Slag in de Javazee in februari 1942. Gedurende dit conflict lanceerde de Naka samen met haar begeleidende torpedobootjagers een significante aanval met de beruchte Type 93 “Long Lance” torpedo’s, die de geallieerde schepen zware schade toebrachten, waaronder de ondergang van de Nederlandse torpedobootjager Hr.Ms. Kortenaer.

De slag in de Javazee

Op 27 februari 1942 speelde de Naka een belangrijke rol in de Slag in de Javazee, een van de grootste zeeslagen in de vroege fase van de Tweede Wereldoorlog in Azië. De slag vond plaats in de wateren van de Javazee en betrof de geallieerde vloot, bestaande uit een combinatie van Nederlandse, Britse, Amerikaanse en Australische marineschepen onder het bevel van de Nederlandse schout-bij-nacht Karel Doorman. De geallieerden probeerden een Japanse invasie van Java, een belangrijk eiland in Nederlands-Indië, te voorkomen.

De Japanse strijdkrachten, bestaande uit kruisers zoals de Haguro, Nachi en Jintsū, evenals verschillende torpedobootjagers waaronder de Asagumo, Minegumo en Murasame, engageerden de geallieerde schepen. De Naka, met haar torpedobootjagers, voerde een agressieve torpedoaanval uit en lanceerde 43 Type 93 Long Lance torpedo’s, wat leidde tot de ondergang van de Hr.Ms. Kortenaer. Ondanks de vernietigende kracht van deze wapens, bereikten de meeste torpedo’s er niet hun doel te raken.

Tijdens de gevechten werden de Britse torpedobootjager HMS Electra en de Nederlandse lichte kruiser Hr.Ms. De Ruyter tot zinken gebracht. De Naka, hoewel niet zwaar betrokken bij de directe vuurgevechten, was essentieel in het coördineren van de torpedoaanvallen en het navigeren door de chaotische slagorde van de nachtelijke gevechten. De Slag in de Javazee resulteerde in een zware nederlaag voor de geallieerden, wat de Japanse dominantie in de regio verstevigde en de weg vrijmaakte voor verdere invasies in Zuidoost-Azië.

Schade en reparatie

Na de intense confrontaties in de Javazee werd de Naka in maart 1942 ingezet voor patrouillemissies tussen Java en Celebes. Gedurende deze periode was de Naka betrokken bij de invasie van Christmas Island. Tijdens deze operatie, op 1 april 1942, werd de Naka aangevallen door de Amerikaanse onderzeeboot USS Seawolf, die een torpedo lanceerde die de kruiser midscheeps raakte. De schade aan de Naka was aanzienlijk; het schip verloor haar No. 1 ketel en liep zware structurele schade op.

De Natori, een ander Japans oorlogsschip, sleepte de zwaar beschadigde Naka naar Bantam Bay in Java voor tijdelijke reparaties. Ondanks de ernst van de schade slaagde de Naka erin op eigen kracht door te varen naar Singapore, waar verdere noodreparaties werden uitgevoerd. Uiteindelijk werd besloten dat de Naka naar Japan moest terugkeren voor uitgebreide reparaties, waar ze tot april 1943 in reserve bleef. Deze periode markeerde een moment van relatieve rust voor het schip, terwijl de IJN zich voorbereidde op de komende uitdagingen in de oorlog in de Stille Oceaan.

Herstel en herindiensttreding

Na de voltooiing van de reparaties in Japan keerde de Naka terug naar actieve dienst in april 1943. Ze werd toegewezen aan de nieuwe 14e Kruiserdivisie onder leiding van Schout-bij-nacht Kenzo Ito, samen met de lichte kruiser Isuzu. De Naka arriveerde eind april 1943 op Truk, een belangrijke Japanse marinebasis in de Carolinen-eilanden, vanwaar ze een reeks transport- en escortemissies uitvoerde.

Gedurende deze periode ondersteunde de Naka troepentransporten rond de Marshalleilanden en Nauru, waarbij ze herhaaldelijk werd blootgesteld aan vijandelijke aanvallen. Op 23 oktober 1943 werd een konvooi onder begeleiding van de Naka aangevallen door de Amerikaanse onderzeeboot USS Shad in de Oost-Chinese Zee. Ondanks de lancering van tien torpedo’s door de Shad, slaagde geen enkele in het raken van de Naka of haar metgezellen. De Naka bleef actief in de regio, een belangrijke rol spelend in de voortdurende bevoorrading en versterking van Japanse garnizoenen.

Eindfase en ondergang

De laatste maanden van de dienst van de Naka werden gekenmerkt door intensieve gevechten en zware verliezen voor de Japanse marine. Op 21 oktober 1943 kwam de Naka onder zware luchtaanvallen te liggen tijdens haar verblijf in Rabaul, een belangrijke Japanse marinebasis in Nieuw-Brittannië. Ondanks de krachtige verdediging van het schip, leed de Naka schade door nabijgekomen bommen van duikbommenwerpers afkomstig van de Amerikaanse vliegdekschepen USS Saratoga en Princeton.

Op 17 februari 1944, na het begeleiden van de licht kruiser Agano die getroffen was door een torpedoaanval van de Amerikaanse onderzeeboot USS Skate, ontving de Naka orders om Truk te verlaten. Onmiddellijk daarna lanceerde de Amerikaanse Task Force 58 een grootschalige aanval op Truk, bekend als Operatie Hailstone, wat resulteerde in een van de grootste verliezen voor de Japanse marine tijdens de oorlog.

De Naka, 35 nautische mijlen ten westen van Truk, werd aangevallen door drie golven van Curtiss SB2C Helldivers en Grumman TBF Avengers van de USS Bunker Hill en de USS Cowpens. Ondanks het succes van de eerste twee golven om geen treffers te scoren, werd de Naka uiteindelijk geraakt door een torpedo en een bom in de derde aanvalsgolf. Het schip brak in tweeën en zonk bij de coördinaten 07°15’N 151°15’E, met het verlies van 240 bemanningsleden.

Oorlogsprestaties en tactische analyse

De Naka was niet volledig verouderd aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, maar ze was wel enigszins beperkt in haar capaciteiten vergeleken met nieuwere schepen. Hoewel de Naka oorspronkelijk in 1925 werd gelanceerd, speelde ze toch een operationele rol in de Japanse marine-strategie tijdens de oorlog. Haar ontwerp, gericht op snelheid en wendbaarheid, maakte haar effectief als vlaggenschip voor torpedobootjagerflottieljes, vooral tijdens nachtgevechten, waarin de Japanse Keizerlijke Marine excelleerde.

Gedurende de oorlog nam de Naka deel aan cruciale operaties, zoals de invasie van de Filipijnen en Nederlands-Indië, en de verdediging van strategische marinebases zoals Truk en Rabaul. Haar inzet in snelle, krachtige torpedoaanvallen was waardevol voor de Japanse strategie van het snel uitschakelen van vijandelijke schepen en het beschermen van konvooien. Ondanks haar oudere ontwerp droeg de Naka aanzienlijk bij aan de Japanse maritieme inspanningen gedurende de oorlog.

Tactische aanpassingen en uitdagingen

Gedurende haar operationele dienst onderging de Naka meerdere aanpassingen aan haar bewapening en uitrusting om tegemoet te komen aan de veranderende aard van de maritieme oorlogsvoering. De toevoeging van luchtafweergeschut en verbeterde sonar- en hydrofoonuitrusting weerspiegelde een verschuiving in focus naar defensieve capaciteiten, vooral in reactie op de toenemende dreiging van geallieerde lucht- en onderzeebootaanvallen.

Een belangrijk tactisch inzicht dat voortkwam uit de inzet van de Naka, was de noodzaak van effectieve luchtverdediging en anti-onderzeebootmaatregelen in de Stille Oceaan-theater. De verschillende aanvallen die de Naka onderging, van luchtbombardementen tot torpedoaanvallen, onderstreepten de kwetsbaarheid van lichte kruisers zonder adequate lucht- en onderzeebootbescherming. Dit inzicht leidde tot een heroverweging van de Japanse marinedoktrine met een grotere nadruk op escorteschepen en verbeterde luchtafweer.

Operationele evaluatie

De prestaties van de Naka tijdens haar dienstjaren kunnen worden gezien als representatief voor de sterke en zwakke punten van de Sendai-klasse lichte kruisers en de bredere Japanse maritieme strategie in de vroege jaren van de Tweede Wereldoorlog. Haar aanvallen waren vaak effectief in het verstoren van vijandelijke operaties, zoals blijkt uit haar succes in de Slag in de Javazee. Echter, de schade die zij opliep tijdens de latere stadia van haar dienst, zoals de torpedotreffer bij Christmas Island en de bombardementen bij Rabaul, benadrukken de inherente kwetsbaarheden van lichte kruisers in langdurige gevechten.

De Naka’s bijdrage aan de oorlogsinspanningen van de IJN kan ook worden gezien in het licht van haar rol in het faciliteren van invasies en het beveiligen van bevoorradingslijnen. Haar snelle bewegingen en flexibele inzet waren essentieel voor het succes van Japanse operaties in Zuidoost-Azië. Echter, naarmate de oorlog vorderde, en de geallieerde maritieme en luchtcapaciteiten verbeterden, werd het steeds moeilijker voor de Naka en schepen van haar soort om te opereren zonder aanzienlijke risico’s.

Eindgevecht en verlies van de Naka

Het eindgevecht van de Naka tijdens Operatie Hailstone op 17 februari 1944 markeerde het tragische einde van haar dienstcarrière. Dit gevecht toonde zowel de veerkracht als de uiteindelijke beperkingen van de lichte kruisers van de IJN. Ondanks haar snelheid en eerdere successen in torpedoaanvallen, was de Naka niet bestand tegen de geconcentreerde luchtaanvallen door Amerikaanse marinevliegtuigen. Haar ondergang, met het verlies van ongeveer 240 bemanningsleden, illustreert de uitdagingen waarmee de Japanse marine werd geconfronteerd bij het verdedigen van hun steeds verder terugtrekkende perimeter in de Stille Oceaan.

De verliezen geleden door de IJN tijdens Operatie Hailstone, waaronder de vernietiging van de Naka, markeerden een keerpunt in de Stille Oceaan-campagne. De vernietiging van Truk als een operationele basis voor de IJN verminderde hun strategische mobiliteit en beïnvloedde hun vermogen om verdere operaties uit te voeren, wat de algehele oorlogsinspanning van Japan ernstig verzwakte.

Conclusie

De Naka, als onderdeel van de Sendai-klasse lichte kruisers van de Japanse Keizerlijke Marine, was een cruciaal maritiem schip tijdens de Tweede Wereldoorlog. Haar ontwerp en inzet onderstreepten de Japanse nadruk op snelle, wendbare oorlogsschepen die in staat waren tot effectieve torpedoaanvallen en het dienen als vlaggenschip voor torpedobootjagerflottieljes. Gedurende haar dienstjaren nam de Naka deel aan meerdere strategisch belangrijke operaties, van de invasie van de Filipijnen tot de Slag in de Javazee, en de verdediging van Japanse marinebases zoals Truk en Rabaul.

De operationele geschiedenis van de Naka weerspiegelt zowel de kracht als de kwetsbaarheden van de Japanse marine tijdens de oorlog. Terwijl haar aanvallen in de vroege oorlogsjaren succesvol waren en bijdroegen aan de Japanse expansie in de Pacific, werd ze later geconfronteerd met de realiteit van verbeterde geallieerde maritieme en luchtoorlogvoering. Haar uiteindelijke ondergang tijdens Operatie Hailstone markeerde niet alleen het verlies van een belangrijk maritiem schip, maar ook een verschuiving in de balans van macht in de Stille Oceaan in het voordeel van de Geallieerden.

Het verhaal van de Naka biedt waardevolle inzichten in de strategie, tactiek en uitdagingen van de Japanse Keizerlijke Marine tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het onderstreept de noodzaak van aanpassingsvermogen en de impact van technologische en tactische ontwikkelingen in maritieme oorlogsvoering. De levensduur en het einde van de Naka illustreren de complexiteit van maritieme operaties en de onvermijdelijke tol die oorlog eist op zowel menselijk als materieel vlak.

Bronnen en meer informatie

  1. Hackett, Bob & Kingsepp, Sander. “IJN Naka: Tabular Record of Movement”. CombinedFleet.com. Geraadpleegd op 28 augustus 2024.  
  2. Stille, Mark. Imperial Japanese Navy Light Cruisers 1941-45. Osprey Publishing, 2012.
  3. Dull, Paul S. A Battle History of the Imperial Japanese Navy (1941-1945). Naval Institute Press, 1978.
  4. Peattie, Mark R. Kaigun: Strategy, Tactics, and Technology in the Imperial Japanese Navy, 1887-1941. Naval Institute Press, 2002.
  5. (en) Evans, David (1979). Kaigun: Strategy, Tactics, and Technology in the Imperial Japanese Navy, 1887-1941. US Naval Institute Press. 
  6. (en) Howarth, Stephen (1983). The Fighting Ships of the Rising Sun: The Drama of the Imperial Japanese Navy, 1895-1945. Atheneum.  
  7. (en) Jentsura, Hansgeorg (1976). Warships of the Imperial Japanese Navy, 1869-1945. US Naval Institute Press. ISBN 0-87021-893-X.
  8. Bronnen Mei1940
  9. Afbeelding: Imperial Japanese Navy official photograph per naval achives kept at museum, Public domain, via Wikimedia Commons