Operatie Overlord, 6 juni 1944, De Geallieerde Invasie in Normandie.

Operatie Overlord ZIcht op Omaha Beach 6 juni 1944
Operatie Overlord ZIcht op Omaha Beach 6 juni 1944

Op 6 juni 1944 startte de grootste amfibische operatie in de geschiedenis. De overkoepelende codenaam voor de operatie was Operatie Overlord. De code naam voor de landingsoperatie op 6 juni was Operation Neptune. Vanuit landingsvaartuigen werden militairen voornamelijk afkomstig van de Verenigde staten, Groot-Brittannië en Canada afgezet op de stranden in Normandië. De landingen werden gecombineerd met luchtlandingen. Zij werden ondersteund door vanuit zee en lucht door oorlogsschepen en vliegtuigen.

Doelstelling Operatie Overlord

Operatie Overlord had als doel om een bruggenhoofd te vestigen op het vaste land van Europa, om een tweede front te openen, van waaruit de Wehrmacht van Nazi Duitsland kon worden verslagen en de bevrijdingen van de bezet Europa. Vanuit dit bruggenhoofd zou een opmars naar Nazi Duitsland zou beginnen. Om hiermee op korte termijn de tweede wereldoorlog te kunnen beëindigen. Naast de menselijke kant van het bevrijden van Europa, was er ook een financiële kant, deze oorlog was enorm kostbaar voor Engeland. Dat veel geld moest lenen om de oorlog financieel gezien te kunnen voortzetten. Na de landingen in Normandië was het de bedoeling om het bruggenhoofd uit te breiden en van uit hier een bewegingsoorlog te starten. In de planning waren belangrijke doelen gesteld als havens en vliegvelden. De havens waren hierin belangrijk voor de opvoer en afvoer van materieel en personeel. Gedurende de oorlogsjaren hadden de geallieerde een numeriek overwicht opgebouwd in schepen, tanks, gepantserde voertuigen, infanterie en logistiek.

Commandovoering en Planning operatie overlord

Deelnemers aan de Trident-conferentie in mei 1943 in Washington namen het besluit om binnen een jaar een cross-channel-invasie te starten. Het besluit om in 1944 een dwars-kanaalinvasie te ondernemen werd genomen op de Trident-conferentie in mei 1943 in Washington. Generaal Dwight D. Eisenhower werd aangesteld als commandant van het Supreme Headquarters Allied Expeditionary Force (SHAEF), en generaal Bernard Montgomery werd benoemd tot commandant van de 21e Legergroep, die alle landtroepen omvatte die bij de invasie betrokken waren.

SHAEF commandanten tijdens een vergadering in London van links naar rechts: Lieutenant General Omar N. Bradley, Admiral Sir Bertram Ramsay, Air Chief Marshal Sir Arthur Tedder, General Dwight D. Eisenhower, General Sir Bernard Montgomery, Air Chief Marshal Sir Trafford Leigh-Mallory and Lieutenant General Walter Bedell Smith

Britse luitenant-generaal Frederick E. Morgan werd benoemd tot stafchef, Opperbevelhebber van de geallieerden (Chief of Staff to the Supreme Allied Commander (COSSAC)), om een ​​gedetailleerde planning te starten. De COSSAC-medewerkers waren van plan om de invasie op 1 mei 1944 te beginnen. De eerste versie van het plan werd tijdens de conferentie van Quebec in augustus 1943 aanvaard.  Op 31 december 1943 zagen Eisenhower en Montgomery voor het eerst het COSSAC-plan, dat amfibische landingen voorstelde door drie divisies, met nog twee divisies als ondersteuning. De beiden generaals drongen er onmiddellijk op aan om de schaal van de eerste invasie uit te breiden naar vijf divisies, met luchtlandingen door drie extra divisies, om operaties op een breder front mogelijk te maken en de verovering van de haven in Cherbourg te versnellen. De noodzaak om extra landingsvaartuigen te produceren voor de uitgebreide operatie was de oorzaak voor het uitstellen van de invasie tot juni 1944.  Uiteindelijk zetten de geallieerden 39 divisies in voor de Slag om Normandië: 22 Amerikanen, 12 Britten, drie Canadezen, een Poolse en een Franse, met in totaal meer dan een miljoen troepen onder  Brits bevel.

Inlichtingen diensten (ULTRA) en het Duitse berichtenverkeer

De geallieerden konden de codes ontcijferen van de Duitse Wehrmacht, die verzonden werden via de radio’s op alle frequenties. Ultra was de naam voor de afdeling, binnen de Engelse militaire geheime dienst die de Duitse codes ontcijferde

Enigma

De Duitsers gebruiken een geavanceerd codeerapparaat voor het vercijferen van berichten, de Enigma. Dit codeerapparaat met de codenaam Enigma was een goed apparaat, echter door de slordigheden in het gebruik, was het mogelijk de code te breken. Doordat de geallieerde veel berichten konden meelezen, wisten ze wat de strategie van de Duitsers was en wat het effect was van de misleidingen. Hierdoor wisten ze van het effect van deze acties, die vooraf en tijdens de Operatie Overlord plaats vonden. Als de Duitsers een tegenoffensief plande en de berichten via morse verzonden, was dit bekend bij de geallieerden.

Enigma in gebruik (1943) Morse signalen worden gedecodeerd. Bundesarchiv, Bild 183-2007-0705-502 / Walther / CC-BY-SA 3.0

Als de Duitsers gebruikt maakte van verbindingen die werden verzonden via de kabel konden deze niet worden onderschept en ontcijferd door Ultra. Tijdens D-day, vond al het berichtenverkeer veelal plaats via de radio, doordat vaste lijnen waren afgesloten.

Uitzondering het Ardennen Offensief

Tijdens het Ardennen offensief, gebruikten de Duitsers alleen kabels voor het berichten verkeer, zodat de geallieerden geen informatie kregen over de plannen van de Duitsers. Dit laatste was de reden dat de geallieerden werden verrast in de laatste maanden van de oorlog Het gebruik van Ultra was één van de beslissende factoren voor het slagen van D-day.

Het verkrijgen van luchtoverwicht

Om amfibische operatie te doen slagen is luchtoverwicht noodzakelijk. Om dit bereiken hebben de Geallieerden de vliegtuigindustrie in Duitsland aangevallen en de Luftwaffe betrokken bij luchtgevechten. Hierdoor verloor de Luftwaffe veel personeel, die onvervangbaar waren. Daarnaast hebben er veel bombardementen plaats gevonden op olieraffinaderijen, waardoor de brandstofvoorziening werd geraakt. Dit had tot gevolg dat de Luftwaffe in juni 1944 geen partij was voor de Geallieerde luchtmacht.

Modus operandi Geallieerden

Het numerieke overwicht was de kracht van de Geallieerden. De Geallieerden konden verliezen opvangen, de Duitsers niet. De Geallieerden hadden de Duitse Luftwaffe verlamd en de bevoorrading stilgelegd. Door te kiezen voor landingen in een afgelegen gebied, met relatief weinig Duitse militairen, zorgde voor een hoge slaag kans van de operatie.

Invloed luchtoverwicht

Het luchtoverwicht, verhinderde de aanvoer van versterkingen en voorraden. Het informatie overwicht (ULTRA) was eveneens essentieel voor het slagen van de Operatie. Daarnaast hadden de Geallieerden omvangrijke misleidingsoperaties om de Duitsers in de waan te laten dat de landingen plaats zouden vinden in Nauw van Calais (Strait of Dover).

Logistiek overwicht

De Geallieerden planden een overvloed van de aanvoer van militairen en voorraden, om een grote druk uit te oefenen op het  zodat de Duitse leger, dat hierdoor wordt verzadigd en geen tegenstand meer kon bieden. Overwicht in de lucht had tot doel dat er geen aanvoer meer mogelijk was van brandstof, personeel, materieel en munitie, dit is de meest effectieve manier om een groot leger te verlammen. Geen brandstof, betekend geen mobiliteit. Hoe langer de Geallieerden een bruggenhoofd hadden, des te sterker ze werden, door de constante aanvoer van soldaten, oorlogsmateriaal en voorraden. De strategie van de Geallieerden was de Duitsers simpel weg te verslaan met brute force (brute kracht) door het verzwakken en verlammen van de Wehrmacht. Veldmaarschalk van de Duitse Wehrmacht, Erwin Rommel doorzag deze tactiek en zijn strategie was militaire pantserreserves zo dicht mogelijk bij mogelijke landingsgebieden en deze zo snel mogelijk te vernietigen. De eerste 24 uren waren volgens hem cruciaal.

De kaart waarin de Geallieerde aanvalsplannen staan weergeven voor de Operatie Overlord en de Duitse posities

Planningstermijn Operatie Overlord

D-day + 40 dagen

  1. Vanaf de vijf landingsplaatsen een bruggenhoofd vestigen;
  2. De steden Caen en Cherbourg veroveren;
  3. Uitbreken vanuit het bruggenhoofd en de havens langs de Atlantische kust veroveren;
  4. Bretagne bevrijden

D-day + 90 dagen

Het gebied veroveren wat zich tussen de rivieren de Seine en de Loire bevind.

Voorbereidingen Operatie Overlord

Logistieke voorbereidingen

De logistiek achter D-day had enorme proporties. In Groot Britanie waren enorme voorraden aangelegd van voedsel, in de vorm van combat rations, munitie, tanks, artillerie en voertuigen. Om de aanvoer van deze voorraden mogelijk te maken waren er kunstmatige havens voorbereid, de Mulberry havens. Deze havens werden gelijk na de landing aangelegd.

Mulberry havens

De Geallieerden hadden een overmacht aan manschappen en materiaal opgebouwd. Deze overmacht bevond zich in Groot Brittanie en moest zo snel mogelijk worden overgezet naar de bruggenhoofden in Frankrijk. Omdat Franse havens, zwaar verdedigd werden, waren de Mulberry havens noodzakelijk voor de slaagkans van de operatie.

Mulberryhaven, de weg naar de pierhoofden.
Mulberryhaven, de weg naar de pierhoofden. De aanvoerlijn voor de aanvoer van voorraden en de afvoer van gewonden.

Operatie Pluto

Brandstof werd opgevoerd via brandstofvaten en tankschepen, later werd er ook brandstof opgevoerd via een pijpleiding die onderwater lag, dit werd Operatie Pluto (Pipe-Lines Under The Ocean) genoemd. (PLUTO had geen rol tijdens de Slag om Normandy) Brandstof was essentieel om een bewegingsoorlog te kunnen voeren. Brandstof was ook benodigd voor aggregaten die nodig waren voor de stroomvoorziening en voor het bereiden van een warme maaltijd.

Standaardisatie Logistiek

Veel logistieke middelen waren gestandaardiseerd, er werd één soort brandstof opgevoerd (benzine), dit wordt het single fuel concept genoemd en de munitie voor veel wapens waren gestandaardiseerd, om de aanvoer te versimpelen. Deze standaardisatie wordt nog steeds gebruikt binnen de krijgsmachten.

Verkenningsoperaties

De geallieerden luchtoverwicht nodig voor de landingsoperaties. Door het beperkte actieradius van vliegtuigen van Engels fabricaat, zoals de Spitfire konden niet alle potentiële landingsplaatsen bereiken. Alternatieven in de vorm van vliegdekschepen waren niet beschikbaar, omdat deze nodig waren tegen de oorlog tegen Japan. Hierdoor kwamen er maar een paar landingsplaatsen in aanmerking. Calais kwam niet in aanmerking omdat dit te zwaar verdedigd werd en Normandië was minder zwaar verdedigd. Om de complexe operaties te kunnen uitvoeren, waren er inlichting nodig over de sterkte van de vijand en het terrein. Kaarten van de omgeving en het terrein waren verouderd en niet in de juiste kwaliteit aanwezig.

Het Franse verzet, de Maquis, maakte foto’s van Duitse objecten en maakte kaarten van de omgeving. Geallieerde verkenningsvliegtuigen maakte luchtfoto’s van alle potentiële landingsplaatsen. Militaire kaartenmakers, verwerkte de verzamelde informatie in stafkaarten. De stafkaarten werden gebruikt voor het bepalen van de landingslocaties en het plannen van de landingen.

Storingsoperaties

Het Franse verzet

De Maquis was de naam van de Franse gewapende verzetsbeweging tijdens de tweede wereldoorlog. Deze verzetsgroep pleegde aanslagen op Duitse infrastructuur en militairen in de aanloop naar de landingen op 6 juni 1944. Guerrilla activiteiten tegen de Duitse bezetter bestonden uit het laten ontsporen van treinen. Waardoor de Duitse op en afvoer van materiaal, manschappen en materieel werd ontwricht. Hierdoor konden de Duitse troepen in Frankrijk onvoldoende worden bevoorraad.

Misleidingsoperaties

De Duitsers hadden een enorme kustlijn te verdedigen en beschikten over een beperkt aantal troepen. Door misleiding zetten de Geallieerden de Duitsers op het verkeerde been door misleidingen. De Duitsers verwachten een landing in het Nauw van Calais. Er werdeb door de Geallieerden talloze misleidings operaties op om deze verwachting te versterken.

Operation Bodyguard

Operation Bodyguard was de codenaam voor een misleidingsplannen uit de Tweede Wereldoorlog. De plannen werden werd gebruikt vóór de invasie van Noordwest-Europa in 1944. De doelstelling was om de aandacht van de landing in Normandie af te leiden. Het plan was bedoeld om het Duitse opperbevel over het tijdstip en de plaats van de invasie te misleiden. Het plan bevatte verschillende operaties, die zorgde voor dat de Duitsers waren misleid tijdens de landing in Normandië op 6 juni 1944 (D-Day). Hierdoor werden te laat Duitse versterkingen naar de regio gezonden.

Operation Fortitude

Operatie Fortitude was de codenaam voor een misleidingsoperatie uit de Tweede Wereldoorlog,als onderdeel van een algemene misleidingsstrategie (codenaam Bodyguard). De operatie was verdeeld in twee onderdelen, Noord en Zuid, met als doel het Duitse opperbevel te misleiden over de locatie van de invasie. Beide Fortitude-plannen omvatten de oprichting van “fake” legers (gevestigd in Edinburgh en het zuiden van Engeland). Deze papieren legers bedreigen Noorwegen (Fortitude North) en Pas de Calais (Fortitude South) bedreigden. De operatie was bedoeld om de aandacht van Duitsers af te leiden van Normandië. Na de invasie op 6 juni 1944, moest het de Duitsers ervan te overtuigen dat de landingen louter een afleidingsaanval waren. Met als doel dat de Duitsers geen versterkingen naar Normandië zouden sturen.

Operation Ironside

Operatie Ironside was een militaire misleiding van de Tweede Wereldoorlog door de geallieerden in 1944. Het maakte deel uit van operatie Bodyguard, een breed strategisch misleidingsplan opgezet door de geallieerden gedurende het hele jaar om de invasie van Normandië in juni 1944 te helpen dekken. Ironside steunde de totale misleiding door de Duitsers te suggereren dat de geallieerden vervolgens zouden landen langs de Golf van Biskaje. Bordeaux was een belangrijke haven voor de Duitse oorlogsinspanning en was al twee jaar eerder het doelwit geweest van commando-aanvallen. De Duitse hadden nooit een sterke overtuiging ,dat de geallieerden in de regio Bordeaux te landen. Situatierapporten gingen ervan uit dat er mogelijk landingen van een klein kaliber zouden plaatsvinden als afleiding van een landing bij Calais. Na de invasie in Normandië hadden de geallieerden verwacht dat beide Duitse divisies in de regio Bordeaux zouden houden. Uiteindelijk trok alleen de 17e SS Panzer Division naar het noorden, met enige vertraging, terwijl de 11e Pantserdivisie achter bleef om de regio te bewaken.

Operation Royal Flush

Operatie Royal Flush was een politieke misleiding die de inspanningen van een andere Bodyguard-misleiding, Operatie Graffham, uitbreidde door de dreiging voor Noorwegen te benadrukken. Het verleende ook steun aan delen van Operatie Zeppelin via subtiele diplomatieke toenadering tot Spanje en Turkije. Het idee was dat informatie uit deze neutrale landen zou filteren op de Abwehr (Duitse intelligentie). Royal Flush werd in april 1944 door Ronald Wingate gestart en werd in juni door verschillende geallieerde ambassadeurs in de neutrale staten uitgevoerd. Tijdens de implementatie werd het plan verschillende keren herzien om minder extreem te zijn in zijn diplomatieke eisen. Informatie van neutrale ambassades werden nooit vertrouwd door de Abwehr, met als gevolg dat deze operatie een beperkte invloed had op Duitse denken in 1944.

Operation Zeppelin

Operation Zeppelin, was een grote militaire misleidingoperatie die door de Britten werd uitgevoerd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het maakte deel uit van operatie Bodyguard, het coverplan voor de invasie van Normandië in 1944, en was bedoeld om de Duitse inlichtingendienst te misleiden over de geallieerde invasieplannen in het theater van de Middellandse Zee dat jaar. De operatie was gepland door ‘A’ Force en geïmplementeerd door middel van visuele misleiding en het verspreiden van verkeerde informatie. De geallieerden het hoofddoel was Duitse troepen in de regio te binden tot na de invasie in Normandië. Het Duitse opperbevel was niet overtuigd van grote  geallieerde landingen in de Middellandse Zee. Echter Zeppelin hielp de geallieerden hun doel te bereiken door de Duitsers te overtuigen van de dreiging van kleine invasies. Hierdoor waren een groot Duitse divisies gebonden in deze regio.

Operation Copperhead

Operatie Copperhead was een kleine militaire misleidingoperatie die door de Britten werd uitgevoerd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het was bedoeld om de Duitse inlichtingendienst te misleiden over de locatie van generaal Bernard Montgomery. De operatie werd begin 1944 bedacht door Dudley Clarke nadat hij de film Five Graves to Cairo had gezien. Na de oorlog schreef M. E. Clifton James een boek over de operatie, I Was Monty’s Double. Het werd later aangepast tot een film, met James in de hoofdrol.

De voorbereidingen van de Wehrmacht

Op 23 maart 1942 riep Führer-richtlijn nummer 40 op tot de officiële oprichting van de Atlantikwall – een rij betonnen geschutsopstellingen, mitrailleurnesten, mijnenvelden en strandhindernissen langs de Franse kust. Vestingwerken waren aanvankelijk geconcentreerd rond havens, maar werden uitgebreid naar andere gebieden vanaf eind 1943. Hoewel het Duitse leger in kracht en moreel was achteruit gegaan door de verliezen in Rusland, Noord-Afrika en Italië, bleef het een krachtige strijdmacht. De meeste Duitse divisies langs de Franse kust eind 1943 waren echter ofwel formaties van nieuwe rekruten of gehavende veteraaneenheden die nog steeds rustten en herbouwden na dienst aan het oostfront. In totaal waren er 856.000 soldaten gestationeerd in Frankrijk, voornamelijk langs de kust van het Kanaal. Ze werden ondersteund door een extra 60.000 Hilfswillige (Russische en Poolse dienstplichtigen bij het Duitse leger). De Wehrmacht had een enorm gebied veroverd met een grote kustlijn 5000 kilometer lang, van de Spaanse grens tot aan Noord-Noorwegen. Omdat de Duitsers niet in staat waren geweest om een Groot Brittannië te veroveren, waren zij genoodzaakt om de aanval van de geallieerden af te wachten. De geallieerden hadden het voordeel dat zij konden kiezen waar zij gingen landen. Het verdedigen van zo’n gebied vracht enorm veel manschappen en militair materieel. Doordat Duitsland op meerdere fronten vocht en grote verliezen had geleden waren er tekorten aan personeel en materieel.

Atlantikwall

Om deze te korten op te lossen, werd er gekozen voor de bouw van vestingwerken, bunkers, geschutsopstellingen. Deze bouwwerken werd de Atlantikwall genoemd. Door de Organisation Todt werden er enorme bouwprojecten uitgevoerd. De Duitsers verwachten dat de Geallieerden een landing zouden uitvoeren in de nabijheid van een grote haven. Havens nodig voor de opvoer van personeel en materieel. Dit was de reden dat havens werden voorzien van veel verdedigingswerken. Zonder dat er havens ter beschikking waren, zou een invasie geen succes kunnen hebben, omdat er geen voldoende personeel en voorraden kunnen worden aangevoerd.

De bouw van de Atlanticwal, de montage van geschut in een bunker. Bundesarchiv, Bild 101I-294-1531-14 / Müller / CC-BY-SA 3.0 File:Bundesarchiv Bild 101I-294-1531-14, Nordfrankreich, Atlantikwall, Geschützbunker.jpg

De militaire opbouw in de aanloop naar Operatie Overlord

Duitse militaire opbouw

De Wehrmacht beschikte over 60 divisies die de Franse Kust verdedigde van de Riviera tot de Noordzee.

  1. 91e Luchtlandingsdivisie moest het schiereiland Cotentin verdedigen.
  2. 243e Infanteriedivisie verdedigde de westelijke helft van Cotentin.
  3. 352e Infanteriedivisie had de taak om het gebied tussen Bayeux en Carentan te verdedigen. Hieronder vier Ohama Beach.
  4. 709e Infanteriedivisie verdedigde Cherbourg en Utah Beach.
  5. 711e Infanteriedivisie moest het westelijk deel van de Pays de Caux verdedigen
  6. 716e Infanteriedivisie verdedigde de oostelijke helft van de landingszone, waaronder de meeste Britse en Canadese landingsstranden.
  7. 6e Parachutistenregiment verdedigde de belangrijke verbindingsstad Carentan.

Panzer en mobiele eenheden

  1. 30e Mobiele Brigade, als een mobile reserve
  2. 21st Panzer Divisie, als een mobile reserve van Legergroep B
  3. 12e SS Panzer Divisie, als mobile reserve van OKW
  4. Panzer-Lehr-Division, als mobile reserve van OKW

Operatie Overlord op 6 juni 1944

Amfibische landingen op D-Day

De kustlijn van Normandië was verdeeld in zeventien sectoren, met codenamen met een spellingsalfabet – van Able, ten westen van Omaha, tot Roger aan de oostflank van Sword. Acht nieuwe sectoren werden toegevoegd toen de invasie werd uitgebreid met Utah op het schiereiland Cotentin. Sectoren werden verder onderverdeeld in stranden geïdentificeerd door de kleuren groen, rood en wit.

Juno Beach

Juno of Juno Beach was de landingsplaats waar de Canadese Leger, ondersteund door de Royal Canadian Navy en de Engelse Royal Navy een landing uitvoerde. Het stand werd verdedigd door de Duitse 716e Infanterie Divisie. Ondanks zware Duitse weerstand slaagde het Canadese leger er in de Duitsers te verdrijven en een bruggenhoofd te vormen en het bruggenhoofd te verbinden met Sword Beach.

Canadese militairen landen op Juno Beach

Gold Beach

Gold Beach, was het centrum van de vijf aangewezen landingsgebieden tijdens de invasie van Normandië in de Tweede Wereldoorlog. De Engelse 50th Infantry Division en de 8th pantserbrigade voerde de landing uit. De verdedigende Duitse troepen bestonden uit elementen van de 716th Division en het 1st Battalion van de goed getrainde en gemotiveerde 352nd Division in Le Hamel. Na een zware strijd wist de 50th Infantry door de Duitse linies te breken. Rond middernacht waren zo’n 25.000 Britten op Gold Beach geland. Ze slaagde erin contact te maken met de Canadezen die op Juno Beach waren geland.

Sword Beach

Sword Beach, het meest oostelijke strand van de vijf landingsgebieden van de invasie in Normandië tijdens de Tweede Wereldoorlog. De invasie werd uitgevoerd door de Britse 3th divisie, ondersteund door aanvallen door Franse en Britse commando’s. De Britten slaagden er in de standen te veroveren, maar slaagden er die dag nog niet in om verbindingen te maken met de Canadezen op Juno Beach. Een andere doelen, de verovering van Caen en het Carpiquet vliegveld werden ook niet gerealiseerd.

Utah Beach

Utah Beach, het meest westelijke strand van de vijf landingsgebieden van de invasie in Normandië tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het werd aangevallen op 6 juni 1944 (D-Day van de invasie), door elementen van de Amerikaanse 4th Infantry Division en werd met relatief weinig slachtoffers ingenomen. In de voormiddag van D-Day werden eenheden van de 82e en 101e luchtlandingsdivisies vanaf het landingsstrand landinwaarts uitgezonden. Ze leden vele slachtoffers door verdrinking en vijandelijk vuur, maar slaagden erin om de invasie vanuit de zee te beschermen tegen de verdediging van Duitse eenheden. Amfibische landingen in Utah werden ondernomen door troepen van het Amerikaanse leger, met zeetransport, mijnenvegen en een marine bombardementmacht geleverd door de Amerikaanse marine en kustwacht, evenals elementen van de Britse, Nederlandse en andere geallieerde zeemachten.

Omaha Beach

Omaha Beach, het tweede strand uit het westen tussen de vijf landingsplaatsen van de invasie in Normandië tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het werd op 6 juni 1944 (D-Day of the invasion) aangevallen door eenheden van de Amerikaanse 29ste en 1st infanteriedivisies, waarvan veel soldaten verdronken werden tijdens de nadering van schepen voor de kust of werden gedood door het verdedigen van vuur van Duitse troepen geplaatst op hoogten rondom het strand. De Duitsers onder veldmaarschalk Erwin Rommel hadden formidabele verdedigingswerken gebouwd om dit ingesloten slagveld te beschermen. De wateren en het strand werden zwaar gedolven en er waren 13 versterkte plaatsen genaamd Widerstandsnester (“weerstandsnesten”). Talrijke andere gevechtsstanden bezaaiden het gebied, ondersteund door een uitgebreid greppelsysteem.

De 352e Infantry Division

De verdedigende troepen bestonden uit drie bataljons van de ervaren 352e Infantry Division. Hun wapens waren zodanig opgesteld, dat ze het strand volledig bestreken. Hierdoor werd Omaha een slachting onder de Geallieerden.

Overzicht van Omaha Beach in juni 1944

Het Amerikaanse eerste leger, onder luitenant-generaal Omar Bradley had als doel Omaha. De aanvalssectoren hadden de codenaam (van west naar oost) Charlie, Dog (bestaande uit groene, witte en rode secties), Easy (groene en rode secties) en Fox (groene en rode secties). Het strand zou om 06:30 uur worden aangevallen door de Amerikaanse 1st Infantry Division, samen met het 116e regiment van de 29th Division. Omaha was breed genoeg om twee regimenten zij aan zij te landen met een pantser vooraan, en zo zou het 116e regiment landen bij Dog (Green, White en Red) en Easy Green, terwijl het 16e Regiment, 1st Division, zou landen op Easy Red en Fox Green.

De luchtlandingsoperaties op D-Day

Operatie Detroit

Missie Detroit was een gevechtsaanval voorafgaand aan de dageraad in de Amerikaanse luchtlandingen in Normandië, gemaakt door elementen van de Amerikaanse 82nd Airborne Division op de vroege ochtend van 6 juni 1944, tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het maakte deel uit van operatie Neptune, het aanvalsgedeelte van de geallieerde invasie van Normandië, operatie Overlord. Oorspronkelijk gepland om de belangrijkste aanval te zijn op de 82nd Airborne, werd de zweefvliegtuigoperatie de eerste versterkingsmissie na de belangrijkste parachute gevechtsaanval, Mission Boston. De landingszone voor missie Detroit lag in de buurt van Sainte-Mère-Église, ten westen van Utah Beach. Het doel van de divisie was om de stad Sainte-Mère-Église veilig te stellen en de bruggen langs de rivier de Merderet te nemen. Door dit te doen, zou de Amerikaanse 4th Infantry Division die op Utah Beach aankomt gemakkelijk toegang hebben om hun weg noordwaarts te vervolgen naar de havens in Cherbourg.

Operatie Chicago

Missie Chicago was een gevechtsaanval voorafgaand aan de dageraad in Amerikaanse luchtlandingen in Normandië, gecreëerd door elementen van de 101st Airborne Division op de vroege ochtend van 6 juni 1944 tijdens de landing in Normandië van de Tweede Wereldoorlog. Het maakte deel uit van Operation Neptune, het aanvalsgedeelte van de geallieerde invasie van Normandië, met de codenaam Operation Overlord. Oorspronkelijk gepland om de hoofdaanval te zijn op de 101st Airborne Division, werd de zweefvliegtuigoperatie de eerste versterkingsmissie na de belangrijkste parachutisten gevecht aanval, Mission Albany. Omdat de verantwoordelijkheid van de divisie dicht bij Utah Beach lag, was het gebruik van zweefvliegversterking beperkt in omvang, waarbij de meeste divisie-ondersteuningseenheden over zee werden vervoerd.

Operation Tonga

Operatie Tonga was de codenaam die werd gegeven aan de luchtlandingsoperatie van de Britse 6th Airborne Division tussen 5 juni en 7 juni 1944 als onderdeel van Operatie Overlord en de landingen van D-Day tijdens de Tweede Wereldoorlog. Parachutisten en zweefvliegtuig-luchtlandingstroepen van de divisie, onder bevel van generaal-majoor Richard Nelson Gale, landden op de oostelijke flank van het invasiegebied, dichtbij de stad Caen, belast met een aantal doelstellingen. De divisie moest twee strategisch belangrijke bruggen over het Caen-kanaal en de rivier de Orne veroveren, die door de geallieerde grondtroepen zouden worden gebruikt om door te vliegen zodra de landingen op zee hadden plaatsgevonden. Verschillende andere bruggen werden vernietigd om het gebruik voor de Duitsers te ontzeggen.

Special force operaties op D-Day

Pointe du Hoc

La Pointe du Hoc is een voorgebergte met een 100 ft (30 m) klif met uitzicht op het Engels Kanaal aan de noordwestkust van Normandië in het departement Calvados, Frankrijk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was dit het hoogste punt tussen Utah Beach in het westen en Omaha Beach in het oosten. Het Duitse leger versterkte het gebied met betonnen kazematten en kanonputten. Op D-Day viel de Ranger Assault Group van het Amerikaanse leger Pointe du Hoc aan nadat hij de kliffen had geschraapt. De Amerikaanse 2e en 5e Ranger-bataljons kregen de opdracht om het sterke punt vroeg op D-Day te verslaan.

Het doel van de Rangers dat moest worden veroverd. De batterij bleekt te verder landinwaarts te verplaatst.

Formeel behoorde het Omaha-invasiegebied tot Pointe du Hoc, een voorgebergte ten westen van het landingsstrand. Op D-Day was het het doelwit van een gewaagde aanval op zee door rangers van het Amerikaanse leger, die de kliffen op schaal brachten met als doel het tot zwijgen brengen van artillerie-stukken op zijn hoogten.

Ouistreham

Op 6 juni 1944 landde Nr. 4 Commando in Ouistreham (codenaam Sword) en baande zich een weg naar de Pegasus-brug, waarbij de 177 vrije Fransen van het No. 10 (Inter-Allied) Commando de eer kregen het voortouw te nemen. De aanval op Ouistreham was te zien in de film The Longest Day, hoewel de filmlocatie voor Ouistreham in het nabijgelegen dorp Port-en-Bessin lag.

Vervolg operaties na de geslaagde landingen in Normandië

Operatie Epsom

Operatie Epsom, ook bekend als de Eerste Slag om de Odon, was een Brits Tweede Wereldoorlog-offensief dat plaatsvond tussen 26 en 30 juni 1944, tijdens de Slag om Normandië. Het offensief was bedoeld om de door de Duitsers bezette stad Caen, een belangrijk geallieerd doel, te overvleugelen en te veroveren in de vroege stadia van Operatie Overlord, de geallieerde invasie van Noordwest-Europa. De Duitsers wonnen deze slag.

Operation Atlantic

Operatie Atlantic (18-21 juli 1944) was een Canadees offensief tijdens de Slag om Normandië in de Tweede Wereldoorlog. Het offensief, gelijktijdig met Operation Goodwood door het Tweede Leger, was onderdeel van operaties om de Franse stad Caen en omgeving te bevrijden van Duitse troepen. Het was aanvankelijk succesvol, met terreinwinst op de flanken van de Orne in de buurt van Saint-André-sur-Orne, maar een aanval door onderdelen van dee 2e Canadese infanteriedivisie, tegen sterk verdedigde Duitse posities op Verrières Ridge naar het zuiden was een mislukking, met hoge verliezen aan Canadese kant.

Operation Goodwood

Operatie Goodwood was een Brits offensief in de Tweede Wereldoorlog, dat plaatsvond tussen 18 en 20 juli 1944 als onderdeel van de strijd om Caen in Normandië, Frankrijk. Het doel van de operatie was een beperkte aanval op het zuiden, om de rest van Caen en de Bourguébus verder te vangen. Deze operatie was één van grootste tankgevecht die het Britse leger ooit heeft gevochten.

Operatie Bluecoat

Operatie Bluecoat was een offensief van 30 juli tot 7 augustus 1944, tijdens de Tweede Wereldoorlog. De geografische doelstellingen van de aanval, ondernomen door het VIII-korps en het XXX Corps van het Britse Tweede Leger (luitenant-generaal Miles Dempsey), moesten het kruispunt van Vire en het hoge terrein van de Mont Pinçon veiligstellen. De reden het offensief was om het succes van Operatie Cobra door het Eerste Amerikaanse leger te exploiteren nadat het uitbrak op de westflank van het Normandische strandhoofd en tactisch om de terugtrekking van de 2e Pantserdivisie van het Caumont-gebied te exploiteren, om deel te nemen aan Unternehmen Lüttich (Operatie Liège) een tegenoffensief tegen de Amerikanen.

Operatie Spring

Operation Spring was een offensieve operatie uitgevoerd door het Canadese leger tijdens de campagne in Normandië. Het plan was bedoeld om druk uit te oefenen op de Duitse eenheden, die opereerden op het Britse en Canadese front, tegelijk met Amerikaanse  Operatie Cobra, een poging om uit de Normandie uit te breken.  Operation Spring was met name bedoeld om de berg Verrières en de steden op de zuidelijke helling van de bergrug te veroveren. Echter, een sterke Duitse verdedigingen op de heuvelrug, blokkeerden het offensief al op de eerste dag, waardoor zware verliezen vielen aan Canadese kant, terwijl een uitbraak in de Anglo-Canadese sector werd voorkomen.

Operatie Tractable

Operatie Tractable was de laatste aanval uitgevoerd door Canadese en Poolse troepen, gesteund door een Britse tankbrigade, tijdens de Slag om Normandië. De operatie had tot doel om de tactisch belangrijke Franse stad Falaise en vervolgens de kleinere steden Trun en Chambois te veroveren. Deze operatie werd uitgevoerd door het eerste Canadese leger met de 1e Poolse pantserdivisie en een Britse gepantserde brigade tegen legergroep B in wat de grootste omsingeling aan het westfront werd tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Operation Totalize

Operatie Totalize was een offensief gelanceerd door geallieerde troepen in het Eerste Canadese leger tijdens de latere stadia van Operatie Overlord, van 8 tot 9 augustus 1944. De bedoeling was om de Duitse verdediging ten zuiden van Caen aan de oostelijke flank van de geallieerde posities in Normandië te doorbreken en het succes te benutten door naar het zuiden op te rukken om de hoge grond ten noorden van de stad Falaise te veroveren. Het doel was om het Duitse front in te laten storten en de terugtrekking van Duitse troepen die de geallieerde legers verder west waren af ​​te snijden. De strijd wordt beschouwd als de eerste operatie van het Eerste Canadese leger, dat op 23 juli was geactiveerd

Unternehmen Lüttich

Dit was een Duitse tegenaanval tijdens de Slag om Normandië met als doel om van het Mortain-gebied naar Avranches te gaan en de Amerikaanse eenheden af ​​te snijden die tijdens de Operatie Cobra door de Duitse linies waren gebroken. De operatie vond plaats van 7 to 13 augustus 1944. De operatie met een Geallieerde overwinning succes, dat uiteindelijk leidde tot de ineenstorting van het Duitse Front. Dit resulteerde dat veel Duits troepen werden omsingeld in de Zak van Falaise.

Operatin Cobra

Operatie Cobra was de codenaam voor een offensief gelanceerd door het Eerste Amerikaanse leger (luitenant-generaal Omar Bradley) zeven weken na de landing op D-Day, tijdens de Normandische campagne van de Tweede Wereldoorlog. De bedoeling was om te profiteren van de afleiding van de Duitsers door de Britse en Canadese aanvallen rond Caen, in Operatie Goodwood en doorbreken van de Duitse verdedigingswerken die in zijn troepen zaten, terwijl de Duitsers ongebalanceerd waren. Als er eenmaal een corridor was aangelegd, zou het Eerste Leger in staat zijn om naar Bretagne op te stijgen en de Duitse flanken een keer op te rollen zonder de beperkingen van het bocage-land. Na een langzame start verzamelde het offensief de vaart en stortte het Duitse verzet in als verspreide overblijfselen van kapotte eenheden die vochten om te ontsnappen naar de Seine. Bij gebrek aan middelen om de situatie het hoofd te bieden, was het Duitse antwoord niet effectief en stortte het hele Normandische front snel in. Operatie Cobra, samen met gelijktijdige offensieven van het Britse Tweede Leger en het Canadese Eerste Leger, was doorslaggevend bij het veiligstellen van een geallieerde overwinning in de Normandië-campagne.

Documentaire Operatie Cobra

Map showing the breakout from the Normandy beachhead
Kaart met de uitbraak van het vanuit Normandië door de Operatie Cobra.

Operation Dragoon

Operatie Dragoon (aanvankelijk Operatie Anvil) was de codenaam voor de geallieerde invasie van Zuid-Frankrijk op 15 augustus 1944. De operatie was oorspronkelijk gepland om te worden uitgevoerd in samenwerking met Operatie Overlord maar door het gebrek aan beschikbare middelen leidde tot een annulering van de tweede landing. In juli 1944 werd de landing heroverwogen, omdat de havens in Normandië niet in staat waren om de geallieerde troepen adequaat te bevoorraden. Tegelijkertijd drong het Franse oppercommando op tot een heropleving van de operatie met grote aantallen Franse troepen. Als gevolg hiervan werd de operatie uiteindelijk in juli goedgekeurd om in augustus te worden uitgevoerd.

Een kaart met de geallieerde amfibische landingen en opmars in Zuid-Frankrijk, evenals de defensieve posities van Duitse Wehrmacht

De nabeschouwing van de Operatie Overlord

Operatie Overlord en de daaropvolgende gevechten in Normandië waren cruciaal voor het verloop van de Tweede Wereldoorlog in Europa. De succesvolle landingen en de daaropvolgende militaire operaties stelden de geallieerden in staat om een stevig bruggenhoofd in Frankrijk te vestigen, wat uiteindelijk leidde tot de bevrijding van West-Europa. De strategische planning, het numerieke overwicht, en de coördinatie tussen de verschillende geallieerde troepen waren sleutelfactoren in het succes van deze campagne.

Conclusie

Het Succes van Operatie Overlord

Operatie Overlord wordt beschouwd als een van de meest succesvolle militaire operaties in de geschiedenis. De combinatie van nauwgezette planning, geavanceerde logistieke ondersteuning, en uitgebreide misleidingsstrategieën zorgde ervoor dat de geallieerden een beslissende overwinning konden behalen. Het luchtoverwicht, de effectieve inzet van inlichtingen zoals ULTRA, en de brute kracht van de geallieerde troepen maakten het mogelijk om door de Atlantikwall te breken en verder Frankrijk binnen te dringen.

Gevolgen voor Nazi-Duitsland

De ineenstorting van de Duitse verdediging in Normandië en de daaropvolgende bevrijding van Frankrijk hadden verwoestende gevolgen voor Nazi-Duitsland. De Wehrmacht leed zware verliezen aan mankracht en materieel, die het niet kon aanvullen. Bovendien werd het Duitse moreel sterk aangetast door de geallieerde overwinningen. De slag om Normandië en de opening van een tweede front betekenden dat Duitsland nu aan alle kanten werd belaagd, wat leidde tot een versnelling van de ineenstorting van het Derde Rijk.

Historische Betekenis

De overwinning in Normandië betekende niet alleen een belangrijke militaire zege, maar ook een morele overwinning voor de geallieerde naties en de onderdrukte volkeren van Europa. Het markeerde het begin van het einde van de Nazi-heerschappij in Europa en gaf hoop aan miljoenen mensen die leefden onder de bezetting. Bovendien legde de operatie de basis voor verdere offensieven, zoals Operatie Market Garden en de Slag om de Ardennen, die uiteindelijk leidden tot de volledige nederlaag van Nazi-Duitsland in mei 1945.

Bronnen en meer informatie

  1. Stephen E. Ambrose, “D-Day, June 6, 1944: The Climactic Battle of World War II” – Een gedetailleerd verslag van de gebeurtenissen op D-Day, met ooggetuigenverslagen en analyse van de militaire strategieën.
  2. Antony Beevor, “D-Day: The Battle for Normandy” – Een uitgebreide studie van de gevechten in Normandië, met een focus op zowel geallieerde als Duitse perspectieven.
  3. Cornelius Ryan, “The Longest Day: The Classic Epic of D-Day” – Een klassiek werk dat de gebeurtenissen van D-Day in levendige detail beschrijft.
  4. Max Hastings, “Overlord: D-Day and the Battle for Normandy” – Een kritische analyse van de strategische en operationele aspecten van Operatie Overlord.