Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) werd in 1933 opgericht door Staf Declercq, een Vlaams-nationalistisch politicus uit het Pajottenland. Na zijn verlies in de verkiezingen van 1932 zocht Declercq een manier om de verschillende Vlaams-nationalistische groeperingen te verenigen. Deze bewegingen varieerden sterk in ideologie, van gematigd tot uiterst rechts. Uiteindelijk lukte het hem om op 8 oktober 1933 een programma te publiceren dat voornamelijk de nadruk legde op de hereniging van alle Nederlanden in een Groot-Nederlands staatsverband. Dit programma was een compromis, maar neigde licht naar de radicale vleugel. Niet alle groepen sloten zich echter aan; de Limburgse gematigde Katholieke Vlaamse Volkspartij bleef bijvoorbeeld buiten de samenwerking.
Declercq werd bijgestaan door de Raad van Leiding, bestaande uit onder anderen Hendrik Elias, Reimond Tollenaere, Gérard Romsée, en Ernest Van den Berghe. Hij nam de titel “den Leider” aan, een aanduiding die zijn leiderschapspositie benadrukte. In oktober 1940 werd de Raad van Leiding uitgebreid met figuren zoals Frans Daels en Edgard Delvo, wat de invloed en reikwijdte van het VNV verder vergrootte.
Inhouds opgave
Politieke groei en invloed
Het VNV betrad de politieke arena onder de naam Vlaams Nationaal Blok en nam op 24 mei 1936 voor het eerst deel aan de verkiezingen. De partij behaalde meteen zestien zetels, wat het succes van hun boodschap onderstreepte. In dezelfde verkiezingen won de extreemrechtse beweging Rex 21 zetels, wat leidde tot een samenwerking tussen de VNV en Rex-Vlaanderen, gericht op de vorming van een gefederaliseerd België onder koning Leopold III. Dit akkoord, bereikt op 6 oktober 1936, markeerde een belangrijke stap in de richting van een meer gecentraliseerde en autoritaire bestuursstructuur.
De banden met buitenlandse invloed, met name Duitsland, speelden ook een rol in de groei van het VNV. Vanaf april 1937 begon het VNV financiële steun te ontvangen van het Duitse ministerie van Propaganda, wat hun middelen en invloed aanzienlijk vergrootte. Ondanks deze steun beweerde de partij in een verkiezingspamflet van 1939 dat ze onafhankelijk bleef van buitenlandse inmenging, waarbij ze benadrukten dat ze zouden strijden tegen elke buitenlandse overheersing, of die nu Frans of Duits was.
Tweede Wereldoorlog en collaboratie
De uitbraak van de Tweede Wereldoorlog bracht een radicale verandering teweeg in de positie van het VNV. Na de Duitse invasie in België op 10 mei 1940, bood Staf Declercq zijn diensten aan de Duitse bezetter aan, ondanks eerdere oproepen tegen collaboratie. Dit leidde tot een actieve samenwerking met de Duitse autoriteiten, waarbij het VNV streefde naar een onafhankelijk Vlaanderen onder Duitse invloed. De partij reorganiseerde haar paramilitaire vleugel, de Grijze Brigade, tot de Zwarte Brigade, later omgedoopt tot Dietsche Militie – Zwarte Brigade, die openlijk de Duitse Nieuwe Orde steunde.
In november 1940 bevestigde Declercq in een redevoering de samenwerking met de Duitsers en de inzet van het VNV voor een Nieuwe Orde, inclusief de vervolging van Joden en het uitschakelen van democratische instellingen. Het VNV richtte zich nu op een mogelijke aansluiting van Vlaanderen bij Duitsland, wat een breuk betekende met hun eerdere Groot-Nederlandse aspiraties.
Het VNV kreeg exclusieve rechten om politieke manifestaties te organiseren en begon actief manschappen te ronselen voor de Waffen-SS. Dit gebeurde parallel aan de oprichting van het Vlaams Legioen, een eenheid die aan het Oostfront tegen de Sovjet-Unie vocht. De deelname van Vlaamse vrijwilligers aan de gevechten aan het Oostfront werd breed uitgemeten in de propagandamedia van het VNV, waaronder de krant “Volk en Staat”.
Ondanks de ogenschijnlijk hechte samenwerking met de Duitse bezetter, kende het VNV interne spanningen en rivaliteit met andere collaboratiebewegingen. Een belangrijke concurrent was DeVlag, een organisatie die de volledige integratie van Vlaanderen in het Duitse Rijk nastreefde en steun genoot van de SS. Deze rivaliteit leidde tot conflicten over invloed en controle binnen het bezette Vlaanderen, waarbij beide bewegingen streden om de gunst van de Duitse autoriteiten.
Afname van macht en het einde van de oorlog
Naarmate de Tweede Wereldoorlog vorderde, begon de invloed van het VNV te tanen. De groeiende onvrede onder de Vlaamse bevolking over de Duitse bezetting en de collaboratiepolitiek van het VNV leidde tot een vertrouwensbreuk tussen de partij en haar aanhangers. Veel Vlamingen begonnen zich tegen de bezetters en hun collaboratiepartners te keren, wat resulteerde in een toenemende activiteit van het verzet.
In april 1944 was het ledenaantal van het VNV gedaald tot slechts 10.000, een drastische afname vergeleken met de piek van twee jaar daarvoor. Deze daling werd veroorzaakt door zowel interne onenigheid als externe druk van rivaliserende collaboratiebewegingen zoals DeVlag, die steeds meer steun kregen van radicalere elementen binnen de Duitse bezettingsmacht.
Het verzet tegen de Duitse bezetting en hun Vlaamse collaborateurs nam toe naarmate de oorlog vorderde. In 1942 en 1943 werden verschillende VNV-leden vermoord door verzetsstrijders, en het VNV zelf werd doelwit van bomaanslagen. Deze aanvallen waren niet alleen een reactie op de collaboratie met de nazi’s, maar ook op de repressieve maatregelen die het VNV steunde, zoals de vervolging van Joden en politieke tegenstanders.
Het VNV reageerde hierop door met behulp van hun geheime inlichtingendienst verzetsleden op te sporen en te elimineren. Deze escalatie van geweld droeg bij aan de verdere isolatie van de partij en het verlies van publieke steun. Bovendien leidde de toenemende repressie tot een verdere radicalisering van de overgebleven VNV-leden, wat de situatie alleen maar verergerde.
In de laatste fase van de bezetting verloor het VNV steeds meer terrein aan de meer radicale DeVlag. In een poging om de controle over Vlaanderen te behouden, benoemde Adolf Hitler Jef Van de Wiele, leider van DeVlag, tot landsleider van Vlaanderen. Deze benoeming markeerde het definitieve einde van het VNV als de leidende collaboratiebeweging in Vlaanderen. Het VNV werd opzij geschoven, en veel van haar leiders, inclusief Elias, verloren hun positie.
Hendrik Elias, die de leiding van het VNV had overgenomen na de dood van Staf Declercq in 1942, weigerde deel te nemen aan de nieuwe Vlaamse Landsleiding onder Van de Wiele. Deze beslissing resulteerde in zijn arrestatie en gevangenschap. Met de benoeming van Van de Wiele als landsleider werd Vlaanderen officieel beschouwd als een onderdeel van het Duitse Rijk, een ontwikkeling die het VNV nooit volledig had gesteund.
Met de bevrijding van België door de geallieerden in 1944 kwam er een abrupt einde aan de collaboratieperiode. Veel VNV-leden en leiders werden gearresteerd en berecht voor hun rol tijdens de bezetting. Hendrik Elias, die een meer gematigde koers had geprobeerd te varen, werd veroordeeld maar bleef na de oorlog actief als schrijver en commentator. De meeste andere prominente VNV-leden werden eveneens gestraft, hoewel er relatief weinig executies plaatsvonden.
Het VNV zelf hield op te bestaan als een politieke kracht, maar de ideologieën en politieke ideeën die het vertegenwoordigde, bleven voortleven in verschillende vormen. Na de oorlog probeerden sommige voormalige VNV-leden en sympathisanten de Vlaamse nationale kwestie nieuw leven in te blazen, zij het op een manier die zich distantieerde van de collaboratie met de nazi’s.
Nasleep en erfenis van het VNV
Na de bevrijding van België in 1944 en de daaropvolgende periode van repressie, werden de meeste leiders van het VNV berecht en veroordeeld voor collaboratie. Hendrik Elias, die in gevangenschap bleef tot 1959, werd bekend om zijn geschiedkundige werken en politieke memoires. Deze publicaties droegen bij aan het herzien van de historische rol van het VNV, waarbij hij zijn eigen positie en die van het VNV probeerde te nuanceren. Elias’ werken werden regelmatig bezocht door figuren zoals Frans Van der Elst, een van de oprichters van de Volksunie, een nieuwe politieke partij die zich baseerde op de federalistische ideeën van Elias.
De politieke erfenis van het VNV was echter complex en dubbelzinnig. Terwijl sommige voormalige leden en sympathisanten probeerden om het Vlaamse nationalisme te herdefiniëren zonder de beladen geschiedenis van collaboratie, bleef de schaduw van de oorlog en de collaboratieperiode zwaar wegen op de Vlaamse beweging. De oprichting van de Volksunie en later het Vlaams Belang kan gezien worden als een poging om de Vlaamse autonomie en identiteit te bevorderen, los van de collaboratiegeschiedenis.
De ideologische erfenis van het VNV blijft een onderwerp van controverse en debat in zowel de academische wereld als het publieke discours. De beweging vertegenwoordigde een mix van Vlaams-nationalisme, Groot-Nederlandse aspiraties, en uiteindelijk een collaboratieve houding tegenover de nazi-bezetter. Deze complexe ideologische mix heeft geleid tot uiteenlopende interpretaties van de rol van het VNV in de Vlaamse en Belgische geschiedenis.
Historiografen en academici hebben geprobeerd om de motivaties en acties van het VNV en zijn leden in een bredere historische context te plaatsen. Dit omvat pogingen om de aantrekkingskracht van autoritaire en radicale ideologieën in het interbellum te begrijpen, evenals de impact van de Duitse bezetting op de Vlaamse en Belgische samenleving. De werken van historici zoals Bruno De Wever bieden een gedetailleerde analyse van de dynamiek binnen het VNV en de bredere Vlaamse beweging, en ze helpen om de ideologische diversiteit binnen de beweging te belichten.
De geschiedenis van het VNV biedt waardevolle lessen over de gevaren van radicalisering en de verleiding van collaboratie onder extreme omstandigheden. Het benadrukt hoe politieke bewegingen kunnen afglijden naar extremisme wanneer ze geconfronteerd worden met sociale, economische en politieke crises. Bovendien toont het aan hoe collaboratie en verraad diepe en langdurige wonden kunnen achterlaten in de samenleving.
Voor de hedendaagse Vlaamse en Belgische politiek blijft de geschiedenis van het VNV een herinnering aan de noodzaak van voorzichtigheid bij het omgaan met kwesties van nationale identiteit en autonomie. Het is een waarschuwing tegen het gebruik van radicale oplossingen voor complexe problemen en een aansporing om democratische en inclusieve benaderingen te omarmen.
Conclusie
Het Vlaamsch Nationaal Verbond speelde een significante, zij het controversiële, rol in de geschiedenis van Vlaanderen en België. Van zijn vroege streven naar Vlaamse autonomie en Groot-Nederlandse eenheid tot zijn collaboratie met de nazi-bezetter, weerspiegelt de geschiedenis van het VNV de complexiteit en de spanningen binnen de Vlaamse beweging. De nasleep van de oorlog en de daaropvolgende periode van repressie markeerden het einde van het VNV als politieke kracht, maar de discussies over zijn erfenis blijven voortduren.
Bronnen en meer informatie
- De Wever, B. (2007). Greep naar de macht – Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde – Het VNV 1933-1945.
- Elias, H. (1959). Politieke memoires.
- Vos, H. (1945). De Frontpartij en het VNV: de sociaal-economische positie.
- Wever, B. (2003). Vlaanderen in de Tweede Wereldoorlog: Kollaboration en verzet.
- Bronnen Mei1940
- Afbeelding: Public domain Bandera del VNV Wiki commons