Operatie Spring: Canadese Aanval in Normandië (25-27 juli 1944)

Operatie Spring: Canadese aanval in Normandië (25-27 juli 1944) met zware verliezen, vertraagde Duitse troepen, en ondersteunde geallieerde doorbraak.
Operatie Spring: Canadese aanval in Normandië (25-27 juli 1944) met zware verliezen, vertraagde Duitse troepen, en ondersteunde geallieerde doorbraak.

Operatie Spring, uitgevoerd door het II Canadese Korps tijdens de Normandiëcampagne in de Tweede Wereldoorlog, had als doel druk uit te oefenen op de Duitse troepen aan het Britse en Canadese front, gelijktijdig met de Amerikaanse Operatie Cobra. Het hoofddoel was om de Verrières-rug en de omliggende dorpen te veroveren. Ondanks gedetailleerde planning en voorbereiding stuitte de operatie op felle Duitse verdediging, wat leidde tot zware verliezen voor de Canadese troepen.

Achtergrond

Aanloop naar Operatie Spring

Tijdens Operatie Charnwood (8-9 juli 1944) veroverden geallieerde troepen de noordelijke wijken van Caen. Vervolgens, op 19 juli, werden de zuidelijke wijken van Caen ingenomen tijdens Operatie Goodwood en Operatie Atlantic, uitgevoerd door het II Canadese Korps onder leiding van luitenant-generaal Guy Simonds, met een verlies van 1.349 manschappen. Ongeveer 8 km ten zuiden van Caen vormde de Verrières-rug een aanzienlijke hindernis voor een directe geallieerde opmars naar Falaise. Eerdere pogingen om de rug tijdens Goodwood te veroveren, werden afgeslagen door het I SS Pantserkorps onder bevel van generaal Sepp Dietrich.

Strategisch Belang

De verovering van de Verrières-rug was cruciaal voor de geallieerden. De strategische ligging bood de Duitsers een uitkijkpunt, waardoor ze de geallieerde opmars naar Falaise konden blokkeren. Het mislukken van eerdere operaties om deze rug in te nemen, benadrukte de defensieve sterkte ervan en de formidabele uitdaging die het voor de geallieerde troepen vormde.

Voorafgaande Fasen

Het Aanvalsplan

Operatie Spring was nauwgezet gepland om in vier fasen te verlopen:

  1. Aanvankelijke Aanval (Fase I):
    • De 2e Canadese Divisie zou aanvallen aan de westzijde van de weg Caen-Falaise.
    • De 4e en 5e Canadese Infanteriebrigades zouden hun aanval starten nadat de 6e Canadese Infanteriebrigade de startlijn had vrijgemaakt door de boerderijen Beauvoir en Troteval te heroveren en Saint-Martin-de-Fontenay in te nemen.
    • Vervolgens zou de 5e Brigade zich richten op May-sur-Orne en Fontenay-le-Marmion, terwijl de 4e Brigade zich zou richten op Verrières en vervolgens Rocquincourt.
  2. Verdere Vooruitgang (Fase II):
    • Om H+2½ uur zouden de divisies doorgaan met het veroveren van Fontenay-le-Marmion, Rocquancourt en Garciers-Secqueville.
  3. Exploitatie Fase (Fase III):
    • De 7e Pantserdivisie zou Point 122 innemen en exploiteren richting Cintheaux.
  4. Einddoelen (Fase IV):
    • De Guards Pantserdivisie moest bossen ten oosten van Garciers-Secqueville veiligstellen terwijl de 3e Canadese Divisie La Hogue bezette.

Artillerieondersteuning

Het succes van de operatie hing af van sterke artillerieondersteuning:

  • De divisieartillerieën van de deelnemende divisies, de 2e Canadese Legergroep Koninklijke Artillerie, de 8e Legergroep Koninklijke Artillerie (8e AGRA) en de 83 Groep RAF werden gemobiliseerd.
  • Twaalf veldregimenten boden 264 veldkanonnen, waaronder 192 25-ponder kanon-houwitsers en 96 105 mm houwitsers.
  • Negen middelzware regimenten droegen 144 5,5-inch kanonnen bij.
  • Zware regimenten leverden 16 155 mm kanonnen en 16 7,2-inch houwitsers, terwijl een zwaar luchtafweergeschutregiment 24 3,7-inch luchtafweerkanonnen toevoegde die als grondartillerie werden gebruikt, in totaal 488 kanonnen.
Het succes van de operatie hing mede af van sterke artillerieondersteuning, met inzet van honderden kanonnen en nauwkeurige coördinatie.
Het succes van de operatie hing mede af van sterke artillerieondersteuning, met inzet van honderden kanonnen en nauwkeurige coördinatie.

Duitse Voorbereidingen

In afwachting van verdere geallieerde aanvallen op de Verrières-rug, versterkten de Duitse troepen hun verdediging. Op 19 juli werd een tegenaanval uitgesteld tot de 116e Pantserdivisie was aangekomen, die werd bevolen om ongeacht de verliezen over de weg te verplaatsen. De XLVII Pantserkorps en het II SS Pantserkorps kregen de opdracht om Kampfgruppen over de Orne te sturen. De 1e SS Pantserdivisie, ondersteund door verschillende andere divisies en artillerie-eenheden, versterkte de verdediging van de rug, inclusief elementen van de 272e Infanteriedivisie en het 101e SS Zware Pantserbataljon.

De Slag

Fase I: Aanvankelijke Aanval

Op 25 juli, om 03:30, begonnen de North Nova Scotia Highlanders de aanval op Tilly-la-Campagne. Hierbij werd een nieuw verlichtingssysteem gebruikt, ontwikkeld door Simonds, waarbij zoeklichten op wolken werden gereflecteerd om de Duitse posities te verlichten. Dit systeem maakte de aanvallende troepen echter ook zichtbaar voor de Duitse verdedigers. Tegen 04:30 signaleerden de voorste compagnieën dat ze hun doel hadden bereikt, waarna versterkingen begonnen met de “opruimwerkzaamheden”. Tegelijkertijd stuitte het Royal Hamilton Light Infantry op felle tegenstand, maar slaagde erin om het dorp Verrières tegen 05:30 in te nemen. Om 07:50 hadden ze zich ingegraven op de positie, klaar om tegenaanvallen af te slaan.

Fase II: Strijd van de Calgary Highlanders

Later op 25 juli vielen de Calgary Highlanders May-sur-Orne en Bourguebus Ridge aan. Ze ontdekten echter dat het verzamelgebied van St. Martin nog steeds door Duitse troepen werd bezet. Twee compagnieën omzeilden St. Martin en bereikten de buitenwijken van May-sur-Orne, maar verloren radiocontact en leden zware verliezen. Ondanks deze uitdagingen slaagden ze erin St. Martin veilig te stellen en vielen vervolgens Bourguebus Ridge aan. Na twee kostbare aanvallen worstelden ze om hun positie in May-sur-Orne te behouden.

Fase III: Aanval op de Verrières-rug

Fase III, gericht op de Verrières-rug, vereiste nauwkeurige timing. De pogingen van het Essex Scottish Regiment en het South Saskatchewan Regiment waren eerder mislukt vanwege het ontbreken van tank- en artillerieondersteuning en de vertraagde aankomst op het verzamelgebied van St. Martin. The Black Watch stuitte op hevige tegenstand van Duitse troepen gepositioneerd bij Hill 61 en in het dorp. Hun aanval werd begroet met intens vuur van drie zijden, waaronder de Verrières-rug zelf en Duitse eenheden aan de andere kant van de Orne. Communicatieproblemen en zware verliezen zorgden ervoor dat slechts 15 aanvallende soldaten van The Black Watch overleefden, wat het de bloedigste dag voor de Canadese troepen sinds Dieppe maakte.

Duitse tegenaanvallen door 9e en 12e SS Pantserdivisies brachten zware verliezen toe, maar werden uiteindelijk afgeslagen door de Canadese verdediging.
Duitse tegenaanvallen door 9e en 12e SS Pantserdivisies brachten zware verliezen toe, maar werden uiteindelijk afgeslagen door de Canadese verdediging.

Duitse Tegenaanvallen

In de dagen na de aanvankelijke aanval lanceerden Duitse troepen, voornamelijk van de 9e en 12e SS Pantserdivisies, tegenaanvallen om verloren posities terug te winnen. De Calgary Highlanders trokken zich terug uit May-sur-Orne en het North Nova Scotia Regiment trok zich terug uit Tilly-la-Campagne. Duitse troepen bleven tegenaanvallen uitvoeren bij het dorp Verrières, maar werden door het Royal Hamilton Light Infantry afgeslagen, dat fel vocht om hun positie te verdedigen. Ondanks zware verliezen slaagden ze erin het dorp te behouden en talrijke tegenaanvallen af te slaan. Duitse troepen dwongen ook de Queen’s Own Cameron Highlanders of Canada, de Calgary Highlanders en The Black Watch om zich terug te trekken van hun posities bij May-sur-Orne en St. Martin.

Nasleep

Strategische Impact

De gelijktijdige lancering van Operatie Cobra en Operatie Spring op 25 juli zorgde aanvankelijk voor verwarring bij de Duitse commandanten. De Duitsers beschouwden Operatie Spring als de hoofdaanval vanwege het belang dat ze hechtten aan het vasthouden van de posities ten zuiden van Caen. Pas na ongeveer twee dagen realiseerden de Duitsers dat Operatie Cobra de belangrijkste aanval was, wat hen dwong om troepen westwaarts te verplaatsen. Deze vertraging gaf de geallieerden een strategisch voordeel dat cruciaal was voor het succes van Operatie Cobra.

Verdere Geallieerde Operaties

De verliezen en het beperkte succes van Operatie Spring betekenden niet het einde van de geallieerde inspanningen in dit gebied. In augustus werden Operatie Totalize en Operatie Tractable gelanceerd, waarbij geallieerde troepen meer terrein wisten te veroveren tegen minder weerstand. Deze operaties speelden een essentiële rol in de bevrijding van Frankrijk en droegen bij aan de uiteindelijke ineenstorting van de Duitse verdediging in Normandië.

Geallieerde Verliezen en Opbrengsten

De geallieerde troepen, met name de Canadezen, leden zware verliezen tijdens Operatie Spring. De zware verliezen werden veroorzaakt door de goed voorbereide Duitse verdedigingen en de felle tegenstand die de Canadezen ondervonden. Ondanks deze verliezen slaagde Operatie Spring erin om de Duitse troepen gedurende enkele cruciale dagen af te leiden en te binden, waardoor de geallieerde troepen elders in Normandië terrein konden winnen.

Officiële Historische Beoordeling

De officiële Canadese historicus, Charles Stacey, beschreef Operatie Spring als een “holding attack”. Dit betekent dat hoewel de operatie offensieve doelen had, het primaire doel was om Duitse troepen te vertragen en hun verplaatsing naar het westen te verhinderen. Stacey benadrukte dat de operatie, ondanks de hoge kosten in mensenlevens, een belangrijke bijdrage leverde aan de bredere geallieerde strategie door een cruciale vertraging van 48 uur te bewerkstelligen.

Lessen en Gevolgen

Operatie Spring bood waardevolle lessen voor toekomstige militaire operaties. De noodzaak van nauwkeurige timing, adequate ondersteuning en effectieve communicatie werd duidelijk geïllustreerd. Deze lessen werden meegenomen in latere operaties, wat bijdroeg aan de verbeterde coördinatie en succes van latere geallieerde aanvallen in de Normandiëcampagne en daarbuiten.

De Duitsers beschikten over krachtige King Tiger tanks, die een grote bedreiging vormden voor de geallieerde troepen tijdens de strijd.
De Duitsers beschikten over krachtige King Tiger tanks, die een grote bedreiging vormden voor de geallieerde troepen tijdens de strijd.

Conclusie

Belang en Gevolgen van Operatie Spring

Operatie Spring was een cruciale maar kostbare operatie in de Normandiëcampagne van de Tweede Wereldoorlog. Hoewel de directe resultaten niet volledig voldeden aan de verwachtingen, leverde de operatie een belangrijke bijdrage aan het bredere strategische doel van de geallieerden. De operatie slaagde erin om de Duitse troepen gedurende enkele dagen vast te houden, wat de geallieerden de tijd gaf om elders in Normandië belangrijke successen te boeken.

Strategische Bijdrage

De vertraging van Duitse troepen door Operatie Spring speelde een vitale rol in het succes van Operatie Cobra. Deze vertraging zorgde ervoor dat de Duitsers niet snel genoeg hun troepen konden hergroeperen en verplaatsen om de Amerikaanse doorbraak te stoppen. Hierdoor konden de geallieerden hun opmars voortzetten en verdere operaties plannen die uiteindelijk leidden tot de bevrijding van Parijs en de ineenstorting van de Duitse verdedigingslinies in Frankrijk.

Officiële Historische Beoordelingen

De officiële Canadese historicus, Charles Stacey, benadrukte het belang van Operatie Spring als een “holding attack”. Ondanks de zware verliezen hielp de operatie om een strategische kans te creëren voor de beslissende geallieerde doorbraak aan het westelijke front. Stacey’s analyse onderstreept de harde realiteit van oorlogvoering en de noodzakelijke offers die gebracht moesten worden om de uiteindelijke overwinning te verzekeren.

Erfenis van Operatie Spring

Operatie Spring blijft een belangrijk voorbeeld van de complexiteit en de uitdagingen van gecombineerde geallieerde operaties tijdens de Tweede Wereldoorlog. De lessen die zijn geleerd op het gebied van coördinatie, timing en communicatie hebben de geallieerde inspanningen in latere fasen van de oorlog aanzienlijk beïnvloed. De offers van de Canadese troepen tijdens deze operatie worden herinnerd als een cruciale bijdrage aan de uiteindelijke bevrijding van Europa van de nazi-bezetting.

Bronnen

  1. Stacey, C. P. (1957). “The Victory Campaign: The Operations in North-West Europe 1944-45”. Official History of the Canadian Army in the Second World War, Volume III.
  2. Zuehlke, M. (2001). “Terrible Victory: First Canadian Army and the Scheldt Estuary Campaign: September 13–November 6, 1944”. Douglas & McIntyre.
  3. Trew, S., & Badsey, S. (2004). “Battle for Caen”. Sutton Publishing.
  4. Copp, T. (1992). “Fields of Fire: The Canadians in Normandy”. University of Toronto Press.
  5. Hart, S. (2007). “Colossal Cracks: Montgomery’s 21st Army Group in Northwest Europe, 1944-45”. Stackpole Books.
  6. Hastings, M. (1984). “Overlord: D-Day and the Battle for Normandy”. Simon & Schuster.
  7. Jarymowycz, R. (2001). “Tank Tactics: From Normandy to Lorraine”. Lynne Rienner Publishers.
  8. Reid, B. H. (2009). “No Holding Back: Operation Totalize, Normandy, August 1944”. Stackpole Books.
  9. Granatstein, J. L., & Morton, D. (1989). “A Nation Forged in Fire: Canadians and the Second World War, 1939-1945”. Lester & Orpen Dennys.
  10. Keegan, J. (1982). “Six Armies in Normandy: From D-Day to the Liberation of Paris”. Viking Press.
  11. Williams, M. (1998). “The Long Left Flank: The Hard Fought Way to the Reich, 1944-1945”. Leo Cooper.
  12. Bronnen Mei1940