Operatie Charnwood was een belangrijke Anglo-Canadese militaire operatie tijdens de Tweede Wereldoorlog, uitgevoerd van 8 tot 9 juli 1944, als onderdeel van de Slag om Caen. Deze operatie vond plaats tijdens de grotere Operation Overlord, de codenaam voor de Slag om Normandië. Het hoofddoel van Operatie Charnwood was het veroveren van de door de Duitsers bezette stad Caen, een strategisch belangrijke locatie voor de geallieerden in de openingsfase van de invasie in Normandië. Daarnaast hoopten de geallieerden met deze operatie de verplaatsing van Duitse pantserdivisies naar het Amerikaanse front in het westen te voorkomen, waar een ander offensief werd voorbereid.
Inhouds opgave
Voorbereiding en uitgangspunten
Caen was van groot belang vanwege zijn strategische ligging en zijn wegennetwerk, dat cruciaal was voor de voortgang van de geallieerde troepen in Normandië. Operatie Charnwood werd voorafgegaan door een controversiële bombardementen op de stad, waarbij een groot deel van het historische centrum van Caen werd vernietigd. De bombardementen waren bedoeld om de Duitse verdedigingslinies te verzwakken en de druk op de Duitse troepen te vergroten.
Op de ochtend van 8 juli 1944 begon de aanval met drie infanteriedivisies die vanuit het noorden naar Caen oprukten, ondersteund door een “creeping barrage”, een langzaam verschuivend artillerievuur dat Duitse stellingen voor de geallieerde troepen probeerde uit te schakelen. Deze tactiek werd ondersteund door drie pantserbrigades, die de infanterie dekking gaven en hielpen bij het opruimen van vijandelijke posities.
Eerste dag van de aanval
De Britse I Corps, bestaande uit de 3e Canadese Divisie, de Britse 3e Infanteriedivisie en de 59e (Staffordshire) Infanteriedivisie, vorderden gestaag, ondanks zware tegenstand van de 12e SS Panzer Divisie Hitlerjugend en de 16e Luftwaffe Velddivisie. Tegen het einde van de dag hadden de geallieerde troepen de dorpen in hun marsroute ontruimd en de buitenwijken van Caen bereikt. Ondanks het terreinvoordeel van de Duitse troepen en hun fanatieke verdediging, slaagden de geallieerden erin om substantiële vooruitgang te boeken, mede dankzij hun numerieke overwicht en de tactische samenwerking tussen infanterie en pantserwagens.
Strategische doelstellingen en gevolgen
De verovering van Caen werd beschouwd als een tactisch succes voor de geallieerden, omdat de Duitse troepen zich moesten terugtrekken ten noorden van de Orne-rivier. Hoewel de Duitsers verdere versterkingen naar het Amerikaanse front stuurden, slaagden ze er niet in om hun posities rond Caen te behouden. Deze verschuiving in de frontlinie bood de geallieerden de kans om hun posities te consolideren en voorbereidingen te treffen voor de daaropvolgende operaties, zoals Operatie Jupiter en Operatie Goodwood, die tot doel hadden de rest van Caen en de omliggende gebieden te veroveren.
Na deze eerste fase van Operatie Charnwood was het duidelijk dat de geallieerden het initiatief hadden genomen en de Duitsers onder druk konden blijven zetten. De volgende dag zou de strijd om Caen echter nog heviger worden, met zowel succes als tegenslagen voor de geallieerde troepen.
Het verloop van de gevechten op 8 juli
Op 8 juli, na de aanvankelijke opmars van de geallieerde troepen, begon de slag om Caen aan intensiteit te winnen. De Britse en Canadese divisies stonden tegenover goed verschanste Duitse troepen die vastbesloten waren om hun posities te verdedigen. De geallieerde troepen werden versterkt door een luchtbombardement van 192 B-26 Marauder middelzware bommenwerpers, hoewel slechts 87 vliegtuigen hun bommen konden afwerpen vanwege bewolking boven het slagveld. Dit bombardement had een gemengd effect: terwijl sommige Duitse stellingen werden geraakt, troffen andere bommen per ongeluk nabijgelegen geallieerde posities.
Generaal John Crocker, bevelhebber van het Britse I Corps, lanceerde rond 07:30 de tweede fase van Operatie Charnwood, ondanks dat enkele divisies hun doelstellingen nog niet hadden bereikt. De 3e Infanteriedivisie maakte snel vorderingen tegen de zwakke verdediging van de 16e Luftwaffe Velddivisie en veroverde de dorpen Lébisey en Hérouville. Tegelijkertijd stond de 59e Infanteriedivisie voor een zwaardere taak in het centrum, waar ze hevige tegenstand ondervonden van de 12e SS Panzer Regiment bij Galmanche en La Bijude.
Canadese troepen en zware gevechten
Aan de westelijke flank voerde de 9e Infanteriebrigade van de 3e Canadese Divisie zware gevechten in het dorp Buron, dat verdedigd werd door ongeveer 200 man van de 12e SS. Met de steun van het 10e Gepantserde Regiment (The Fort Garry Horse) veroverden de Canadezen tegen de middag Buron, hoewel de Canadese aanvalseenheden daarbij 60% verliezen leden. Zuidelijk van Buron vond een tegenaanval plaats door Panzer IV en Panther tanks van de 12e SS Panzer Regiment. Deze aanval werd afgeslagen door de zelfrijdende antitankkanonnen Achilles en de 17-ponder antitankkanonnen van het 245e Batterij, 62e Antitank Regiment. In een van de meest succesvolle antitankgevechten van de Normandië-campagne vernietigden de geallieerde troepen dertien Duitse tanks, tegen het verlies van vier tankjagers en vier beschadigde.
De Canadese troepen bleven succesvol in hun opmars en bereikten het dorp Authie, wat vervolgens de 59e Infanteriedivisie in staat stelde een aanval op St-Contest te lanceren. Deze vooruitgang maakte de weg vrij voor de geallieerde opmars naar Caen.
Duitse tegenstand en terugtrekking
Terwijl de Britse 3e Infanteriedivisie de buitenwijken van Caen vanuit het noordoosten naderde, kregen de Duitsers bevel tot terugtrekking. Rond 19:15 autoriseerden generaal Kurt Meyer en generaal Heinrich Eberbach de terugtrekking van de zware wapens van de 12e SS Panzer Divisie en de overblijfselen van de Luftwaffe divisie naar de zuidelijke oever van de Orne-rivier. In de avond trokken de restanten van de 12e SS zich terug uit hun posities, waarbij ze een achterhoedegevecht voerden tegen elementen van de 59e en de 3e Canadese divisies. Hoewel er meldingen binnenkwamen bij het Anglo-Canadese commando over deze terugtrekking, creëerden verkenningspatrouilles die Duitse posities onderzochten een valse indruk dat er geen terugtrekking plaatsvond.
De ochtend van 9 juli en de val van Caen
Op de ochtend van 9 juli begonnen Britse en Canadese patrouilles de stad Caen te infiltreren. Het vliegveld van Carpiquet viel eindelijk in geallieerde handen toen de 3e Canadese Infanteriedivisie ontdekte dat het 26e SS Panzergrenadier Regiment zich die nacht had teruggetrokken. De Duitse situatie ten noorden van de rivier werd steeds wankeler, en de resterende eenheden van de 21e Panzer Divisie en de 12e SS Panzer Divisie voerden een langzame terugtrekking uit over de Orne, richting de Verrières- en Bourguébus-ruggen.
Tegen de middag had de 3e Britse Infanteriedivisie de noordelijke oever van de Orne bereikt, waarbij ze vrijwel de elementen van de 16e Luftwaffe Velddivisie, die ten westen van de Orne waren gepositioneerd, hadden vernietigd. Enkele uren later ontmoetten de Britse en Canadese troepen elkaar in het centrum van Caen, en tegen 18:00 was het noordelijke deel van Caen stevig in geallieerde handen. Hoewel sommige bruggen intact waren, waren deze geblokkeerd door puin of verdedigd door Duitse troepen aan de zuidelijke oever. Bovendien had de 1e SS Panzer Divisie zich nu gepositioneerd om elke verdere opmars tegen te houden.
Duitse verliezen en herpositionering
Na de verovering van het noordelijke deel van Caen trokken de Duitse troepen zich terug naar versterkte posities ten zuiden van de stad, langs de Orne-rivier. De 12e SS Panzer Divisie had tijdens de slag zware verliezen geleden; hun infanterie was gereduceerd tot de sterkte van een enkel bataljon. Hoewel de Duitsers beweerden dat ze in de loop van twee dagen 103 Britse en Canadese tanks hadden vernietigd, waren hun eigen verliezen aanzienlijk, inclusief meer dan 20 tanks en een aanzienlijk aantal soldaten.
De schade aan de stad Caen zelf was immens. Bijna vier vijfde van de oude stad was verwoest door bombardementen op 7 juli, wat leidde tot een grote hoeveelheid puin in de straten. Dit maakte het moeilijk voor Britse tanks om te manoeuvreren in het noordelijke deel van de stad, wat de geallieerden belemmerde in hun pogingen om verder naar het zuiden op te rukken. Zonder controle over het terrein ten zuiden van de stad, konden de geallieerde troepen geen verdere terreinwinst behalen in Caen, en rond het midden van de middag op 9 juli werd Operatie Charnwood beëindigd.
Tactische en operationele resultaten
Ondanks de zware verliezen en de vernietiging van een groot deel van Caen, beschouwden de geallieerden Operatie Charnwood als een tactische overwinning. De Duitse troepen werden gedwongen zich terug te trekken ten zuiden van de Orne-rivier, hoewel ze sterk verdedigende posities behielden die een verdere geallieerde opmars belemmerden. De geallieerde opperbevelhebber, Generaal Dwight D. Eisenhower, uitte zijn bezorgdheid over de mogelijkheid van een doorbraak, terwijl Veldmaarschalk Bernard Montgomery volhield dat de hardnekkige Duitse verdediging geen indicatie was van hun vermogen om de frontlinie nog lang te houden.
In de nasleep van Charnwood was het voor de geallieerden duidelijk dat verdere operaties noodzakelijk zouden zijn om de Duitse verdedigingslinies te doorbreken. De succesvolle terugtrekking van de Duitsers naar goed verdedigbare posities ten zuiden van Caen gaf aan dat zij ondanks hun verliezen nog steeds in staat waren om substantiële weerstand te bieden. Dit leidde tot het besluit om nieuwe operaties te lanceren, waaronder Operatie Goodwood en Operatie Atlantic, die gericht waren op het veroveren van de zuidelijke delen van Caen en de hoogten daarachter.
Gevolgen voor de Franse burgerbevolking en het moreel
De inname van het noordelijke deel van Caen had niet alleen militaire implicaties, maar ook belangrijke psychologische gevolgen voor de Franse burgerbevolking. Voor velen betekende de bevrijding van een deel van de stad het begin van de bevrijding van Frankrijk. Ondanks de verwoestingen en de vele burgerlijke slachtoffers die vielen tijdens de bombardementen en gevechten, werd de komst van de geallieerde troepen gezien als een teken dat de bevrijding aanstaande was.
Militair historicus Antony Beevor omschreef Operatie Charnwood als een gedeeltelijk succes; hoewel een groot deel van Caen werd ingenomen, slaagden de Britse en Canadese troepen er niet in om genoeg terrein te winnen om een effectieve opbouw van geallieerde troepen te ondersteunen. Chester Wilmot benadrukte dat voor Montgomery om een bedreiging te vormen voor het door de Duitsers bezette Parijs, de zuidelijke buitenwijken van Caen met hun fabrieken en communicatienetwerken een belangrijker doel zouden zijn geweest.
Plannen voor verdere operaties
Na Operatie Charnwood begonnen de geallieerde commandanten onmiddellijk met de planning van verdere offensieven. Operatie Goodwood, gepland voor 18 juli 1944, zou de grootste gepantserde slag in de Britse militaire geschiedenis worden, met de inzet van tussen de 1.100 en 1.300 tanks. Het doel was om door te breken naar de Bourguébus-rug, ten zuiden van Caen, en zo de Duitse linies te doorbreken. Tegelijkertijd lanceerde het nieuw gevormde II Canadian Corps Operatie Atlantic, een offensief gericht op het veroveren van het zuidelijke deel van Caen.
Ondanks de vroege successen van deze operaties, stuitten de geallieerden op sterke Duitse tegenstand, vooral op de Verrières-rug, die tijdens de latere Slag om de Verrières-rug in handen van de Duitsers bleef tot 8 augustus. Deze aanhoudende weerstand benadrukte de complexiteit en het gevaar van de geallieerde opmars door Normandië en de noodzaak om continue druk uit te oefenen op de Duitse linies om verdere terreinwinst te behalen.
Het einde van Operatie Charnwood en de nasleep
Operatie Charnwood eindigde op 9 juli 1944 met de geallieerde verovering van het noordelijke deel van Caen en de Duitse terugtrekking naar defensieve posities ten zuiden van de Orne-rivier. Hoewel de geallieerde opmars beperkt was en de stad grotendeels in puin lag, had de operatie strategische voordelen. Het dwong de Duitsers om hun troepen in het zuiden te consolideren, waardoor ze minder flexibel werden en hun vermogen om tegenaanvallen uit te voeren werd verminderd.
De verovering van Caen was cruciaal voor het succes van de latere geallieerde operaties in Normandië. Het stelde de geallieerden in staat om meer druk uit te oefenen op de Duitse linies en de bevoorradingsroutes te controleren die essentieel waren voor de voortzetting van hun offensieven. Bovendien verhoogde de gedeeltelijke bevrijding van Caen het moreel van de Franse bevolking en ondermijnde het de Duitse controle in de regio.
Strategische beoordelingen en lessen van de slag
Historici zijn verdeeld over de effectiviteit van Operatie Charnwood. Sommige analisten, zoals Antony Beevor, beschouwden de operatie als een gedeeltelijk succes vanwege de beperkte terreinwinst en het onvermogen om het volledige potentieel van de geallieerde opbouw te benutten. Anderen, zoals Chester Wilmot, betoogden dat de operatie beter gericht had kunnen zijn op strategisch belangrijkere delen van de stad om een grotere impact te hebben op de Duitse verdediging en hun controle over de regio.
Toch zijn er belangrijke lessen te trekken uit de slag. De geallieerde commandanten leerden dat gecombineerde wapenoperaties en nauwe samenwerking tussen infanterie, pantser, en luchtmacht cruciaal waren om door Duitse verdedigingslinies te breken. Bovendien toonde Operatie Charnwood de noodzaak aan om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden op het slagveld en flexibel te zijn in hun strategieën.
Impact op de verdere campagnes in Normandië
Operatie Charnwood legde de basis voor de daaropvolgende geallieerde operaties in Normandië, zoals Operatie Goodwood en Operatie Atlantic. Door de Duitse troepen ten zuiden van Caen te dwingen zich te herpositioneren en te verdedigen, creëerden de geallieerden een situatie waarin ze hun numerieke en materiële superioriteit beter konden benutten. Deze operaties vormden een essentiële stap in de uiteindelijke doorbraak naar het zuiden van Frankrijk en de bevrijding van Parijs in augustus 1944.
De geallieerde successen in Normandië na Operatie Charnwood onderstreepten het belang van gecoördineerde militaire strategieën en de noodzaak om aanhoudende druk uit te oefenen op een goed verschanste vijand. Ondanks de zware verliezen en de vernieling van een groot deel van Caen, bleek de operatie een cruciale stap in het bredere plan van de geallieerden om de Duitse verdediging te doorbreken en uiteindelijk het westelijke front te stabiliseren.
Conclusie
Operatie Charnwood was een belangrijk keerpunt in de Slag om Normandië en toonde de veerkracht en het aanpassingsvermogen van de geallieerde troepen. Ondanks de uitdagingen en de hevige tegenstand van de Duitse troepen, wisten de geallieerden hun strategische doelen te bereiken en de weg vrij te maken voor verdere offensieven die zouden leiden tot de uiteindelijke bevrijding van Frankrijk. De lessen die tijdens deze operatie werden geleerd, bleven van invloed op de militaire strategieën in de daaropvolgende campagnes, wat de essentiële rol van Operatie Charnwood in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog benadrukt.
Bronnen en meer informatie
- Beevor, Antony. D-Day: The Battle for Normandy. Penguin Books, 2010.
- D’Este, Carlo. Decision in Normandy. HarperCollins, 1994.
- Wilmot, Chester. The Struggle for Europe. Collins, 1952.
- Buckley, John. Monty’s Men: The British Army and the Liberation of Europe. Yale University Press, 2013.
- Copp, Terry. Fields of Fire: The Canadians in Normandy. University of Toronto Press, 2003.
- Trew, Simon. Battle for Caen. Sutton Publishing, 2004.
- Society for Army Historical Research. “Operations of the British Second Army”. Journal of Military History, 1996.
- Bronnen Mei1940
- Afbeelding: Sergeant Rennison, No 5 Army Film & Photographic Unit, Public domain, via Wikimedia Commons