Kurt Meyer: SS-commandant en oorlogsmisdadiger in WOII

Kurt Meyer tijdens zijn proces in Aurich, Duitsland, voor zijn betrokkenheid bij de moorden op Canadese krijgsgevangenen in Normandië.
Kurt Meyer tijdens zijn proces in Aurich, waar hij werd berecht voor oorlogsmisdaden gepleegd tijdens de invasie van Normandië.

Kurt Meyer (23 december 1910 – 23 december 1961) was een SS-commandant in nazi-Duitsland, die vooral bekend werd om zijn rol als bevelhebber van de 12e SS Panzerdivisie Hitlerjugend tijdens de Tweede Wereldoorlog. Meyer, ook wel bekend als “Panzermeyer”, was een gedecoreerde officier binnen de Waffen-SS, maar ook een veroordeelde oorlogsmisdadiger. Hij werd berucht om zijn betrokkenheid bij verschillende oorlogsmisdaden, waaronder de moord op Canadese krijgsgevangenen tijdens de geallieerde invasie van Normandië. Ondanks zijn oorlogsverleden werd Meyer na de oorlog een prominente woordvoerder van HIAG, een lobbygroep van voormalige Waffen-SS-officieren, die het beeld probeerde te cultiveren van de Waffen-SS als een “apolitieke” en “heldhaftige” militaire eenheid.

Vroege leven en SS-carrière

Jeugd en politieke betrokkenheid

Kurt Meyer werd geboren op 23 december 1910 in Jerxheim, Duitsland, als zoon van een mijnwerker die diende als onderofficier in het Duitse leger tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zijn achtergrond was die van een arbeidersgezin, en na zijn lagere school voltooide Meyer een opleiding als koopman. In 1928 raakte hij echter werkloos en moest hij zijn brood verdienen als klusjesman. In 1929 trad hij toe tot de politie in Mecklenburg-Schwerin.

Meyer was al op jonge leeftijd politiek actief en werd een fervent aanhanger van het nazisme. Op 15-jarige leeftijd sloot hij zich aan bij de Hitlerjugend, waarna hij in september 1930 volwaardig lid werd van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). In oktober 1931 trad hij toe tot de Schutzstaffel (SS). Zijn connecties binnen het naziregime leidden ertoe dat hij aanwezig was bij het huwelijk van Joseph Goebbels in december 1931. In mei 1934 werd hij overgeplaatst naar de Leibstandarte SS Adolf Hitler (LSSAH), de persoonlijke lijfwacht van Adolf Hitler.

Eerste militaire campagnes

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vocht Meyer in de invasie van Polen in september 1939, waar hij het bevel voerde over een antitankeenheid binnen de LSSAH. Zijn militaire bekwaamheid werd al snel erkend, en hij ontving op 20 september 1939 het IJzeren Kruis, tweede klasse. Tijdens deze campagne beval Meyer naar verluidt de executie van vijftig Poolse Joden als vergelding voor een aanval op zijn eenheid. Hij nam ook deel aan de Slag om Frankrijk in 1940, waarvoor hij het IJzeren Kruis, eerste klasse, ontving.

Na de Franse campagne werd Meyer bevorderd en kreeg hij het bevel over het verkenningsbataljon van de LSSAH. Dit bataljon nam deel aan de invasie van Joegoslavië en Griekenland in 1941, waarbij Meyers eenheid door zware gevechten het Griekse verzet bij de Klisura-pas doorbrak. Voor zijn rol in deze operatie werd Meyer onderscheiden met het Ridderkruis van het IJzeren Kruis.

Operatie Barbarossa en oorlogsmisdaden

Deelname aan Operatie Barbarossa

In juni 1941 nam de LSSAH-divisie, inclusief Meyers verkenningsbataljon, deel aan Operatie Barbarossa, de invasie van de Sovjet-Unie. Tijdens deze campagne verwierf Meyers eenheid een sinistere reputatie vanwege het systematisch vermoorden van burgers en het platbranden van dorpen. Historici hebben vastgesteld dat Meyer persoonlijk verantwoordelijk was voor de brute methoden van zijn eenheid, waaronder de moord op ongeveer twintig vrouwen, kinderen en ouderen in het dorp Rowno.

Meyers militaire bekwaamheid werd echter niet alleen erkend vanwege zijn successen op het slagveld, maar ook door het hoge aantal slachtoffers onder zijn eigen troepen. Desondanks werd hij in februari 1942 onderscheiden met het Duitse Kruis in Goud, en zijn reputatie als gedurfde en nietsontziende commandant groeide.

Massamoorden op de burgerbevolking

Een van de beruchtste incidenten waarbij Meyer betrokken was, vond plaats in februari 1943 tijdens de Derde Slag om Charkov. Zijn eenheid voerde een aanval uit op het dorp Jefremowka, waarbij geen krijgsgevangenen werden gemaakt en ongeveer 1.500 Sovjetsoldaten werden gedood. Na de gevechten werden de burgers van het dorp geëxecuteerd, en hun huizen platgebrand. Getuigenissen na de oorlog bevestigden dat Meyers eenheid verantwoordelijk was voor de moord op de gehele bevolking van het dorp, een praktijk die door de SS-leiding werd goedgekeurd.

Bevelhebber van de 12e SS Panzerdivisie Hitlerjugend

Slag om Normandië

In 1944 kreeg Meyer het bevel over de 12e SS Panzerdivisie Hitlerjugend, een eenheid samengesteld uit jonge, fanatieke leden van de Hitlerjugend. Tijdens de geallieerde invasie van Normandië op 6 juni 1944, ook bekend als D-Day, leidde Meyer zijn eenheid in een reeks tegenaanvallen op de geallieerde troepen. Hoewel Meyer aanvankelijk zelfverzekerd was over het vermogen van zijn troepen om de geallieerde opmars te stoppen, leden zijn eenheden zware verliezen door de overmacht aan geallieerde lucht- en artilleriebeschietingen.

Op 7 juni 1944, tijdens de gevechten rond Caen, gaf Meyer opdracht aan zijn troepen om gevangen genomen Canadese soldaten te executeren. Dit leidde tot wat bekend werd als het Ardenne Abbey-bloedbad, waarbij elf Canadese krijgsgevangenen zonder pardon werden doodgeschoten. Historici hebben opgemerkt dat Meyers bevel om geen genade te tonen aan gevangen vijandelijke soldaten, typerend was voor de ideologische felheid van de Waffen-SS.

Gevechten in de Falaise Pocket

In augustus 1944 was Meyers divisie betrokken bij de zware gevechten in de Falaise Pocket, waar de geallieerde strijdkrachten erin slaagden een groot deel van het Duitse leger in Normandië te omsingelen. Ondanks de wanhoop en chaos in de pocket slaagde Meyer erin om met een handvol overlevenden te ontsnappen. Voor zijn rol in de strijd werd hij op 27 augustus 1944 onderscheiden met de Zwaarden bij het Ridderkruis met Eikenloof, en kort daarna bevorderd tot SS-Brigadeführer. Enkele dagen later werd Meyer gevangengenomen door Amerikaanse troepen nadat hij door Belgische verzetsstrijders was overgeleverd.

Oorlogsmisdaden en berechting

Aanklachten en proces

Na zijn gevangenneming werd Meyer overgebracht naar een krijgsgevangenenkamp in Engeland, waar hij werd onderworpen aan langdurige ondervragingen door Britse inlichtingendiensten. Ondanks deze verhoren bleef Meyer volhouden dat hij geen betrokkenheid had bij oorlogsmisdaden. Zijn betrokkenheid bij het Ardenne Abbey-bloedbad werd echter aan het licht gebracht door getuigenissen van SS-deserteurs.

In december 1945 werd Meyer berecht voor de moord op Canadese krijgsgevangenen tijdens de gevechten in Normandië. Het was een van de eerste grote Canadese oorlogsmisdadenprocessen en werd gehouden in de Duitse stad Aurich. Meyer werd aangeklaagd voor het aanzetten van zijn troepen tot het doden van krijgsgevangenen, evenals voor directe verantwoordelijkheid voor de moord op elf Canadese soldaten.

Veroordeling en straf

Meyer werd schuldig bevonden aan het aanzetten tot de executie van krijgsgevangenen en voor de moord op de soldaten in de Abdij van Ardenne. Hoewel veel waarnemers een lange gevangenisstraf verwachtten, werd Meyer ter dood veroordeeld door een vuurpeloton. Dit vonnis leidde tot aanzienlijke controverse, en kort voordat het vonnis zou worden uitgevoerd, werd het omgezet in een levenslange gevangenisstraf. Meyer werd overgebracht naar Canada, waar hij vijf jaar doorbracht in de gevangenis voordat hij in 1951 werd teruggestuurd naar Duitsland.

Naoorlogse activiteiten en betrokkenheid bij HIAG

Na zijn vrijlating in 1954 werd Meyer actief binnen HIAG, een lobbygroep voor voormalige SS-officieren die streed voor de rehabilitatie van de Waffen-SS in het naoorlogse Duitsland. Meyer was een prominente woordvoerder van de groep en publiceerde in 1957 zijn memoires, Grenadiere, waarin hij de prestaties van de Waffen-SS verheerlijkte en ontkende dat de eenheid betrokken was geweest bij de misdaden van het naziregime.

Ondanks zijn beweringen van loyaliteit aan het nieuwe Duitsland, bleef Meyer een onverbloemde apologeet van de Waffen-SS, en hij bleef volhouden dat de meeste SS-soldaten niets met de gruweldaden van de nazi’s te maken hadden. Zijn pogingen om de Waffen-SS te rehabiliteren, werden echter door historici als misleidend en gevaarlijk beschouwd.

Overlijden en nalatenschap

Kurt Meyer stierf op 23 december 1961 aan een hartaanval. Ondanks zijn oorlogsmisdaden en zijn betrokkenheid bij de Waffen-SS, werd hij na zijn dood geëerd door duizenden oud-SS’ers die zijn begrafenis bijwoonden. Zijn graf, gelegen in Hagen, blijft tot op de dag van vandaag goed onderhouden.

Hoewel Meyer tijdens zijn leven een van de meest prominente verdedigers van de Waffen-SS was, blijft zijn rol als oorlogsmisdadiger onuitwisbaar in de geschiedenis. Zijn pogingen om de Waffen-SS te rehabiliteren, worden door moderne historici algemeen verworpen als revisionisme en ontkenning van de betrokkenheid van de Waffen-SS bij de misdaden van het naziregime.

Conclusie

Kurt Meyer was een gedecoreerde officier en een fanatieke aanhanger van het nazisme die verantwoordelijk was voor talrijke oorlogsmisdaden, waaronder de moord op Canadese krijgsgevangenen. Hoewel hij tijdens de oorlog werd geprezen om zijn militaire bekwaamheid, blijft zijn nalatenschap onlosmakelijk verbonden met de wreedheden die zijn eenheden pleegden. Na de oorlog werd hij een belangrijke stem in de poging om de Waffen-SS te rehabiliteren, maar zijn beweringen zijn door historici effectief weerlegd.

Bronnen en meer informatie

  • Westemeier, Jens. Kurt Meyer: The Warrior Poet and SS Commander. 2007.
  • Lieb, Peter. Konventioneller Krieg oder NS-Weltanschauungskrieg?. Oldenbourg Wissenschaftsverlag, 2007.
  • Canada, Government of. “War Crimes Trials: Kurt Meyer”, 1946.
  • Bronnen Mei1940
  • Afbeelding: Barney J. Gloster, Public domain, via Wikimedia Commons