Deutsche Wehrmacht 1933 – 1945

Postzegels uit WOII met afbeeldingen van het Duitse leger, marine, luchtmacht en SS in uniform.
Duitse postzegels uit de Tweede Wereldoorlog toont de Heer, Kriegsmarine, Luftwaffe en SS als representaties van de Wehrmacht.

De Wehrmacht was de naam van de Duitse strijdkrachten tussen 1935 en 1945, opgericht onder leiding van Adolf Hitler in het Derde Rijk. De organisatie bestond uit drie takken: het Heer (landmacht), de Kriegsmarine (marine) en de Luftwaffe (luchtmacht). De oprichting van de Wehrmacht betekende een grootschalige militaire herbewapening van Duitsland, in strijd met het Verdrag van Versailles. Dit proces werd nauw verweven met de politieke en ideologische doelstellingen van het nationaalsocialistische regime.

De opbouw en het functioneren van de Wehrmacht speelden een centrale rol in de militaire campagnes van de Tweede Wereldoorlog. Dit artikel gaat in op de oorsprong, de structuur en de invloed van de Wehrmacht in de aanloop naar en tijdens de oorlogsjaren.

De voorgeschiedenis: van Reichswehr naar Wehrmacht

Het Verdrag van Versailles en de beperkingen voor Duitsland

Na de Eerste Wereldoorlog legde het Verdrag van Versailles (1919) strikte militaire beperkingen op aan Duitsland. De Duitse strijdkrachten, bekend als de Reichswehr, mochten niet meer dan 100.000 manschappen tellen en zware wapens, zoals tanks, artillerie en vliegtuigen, waren verboden. Daarnaast werd de dienstplicht afgeschaft, waardoor de omvang en slagkracht van het Duitse leger sterk beperkt werden.

De fundamenten van de Wehrmacht: Herbewapening en Militaire Innovatie

Deze beperkingen werden door veel Duitse militaire leiders als vernederend beschouwd. Binnen de Reichswehr bleef echter een strategische kern van ervaren officieren actief, die in het geheim plannen maakten voor een toekomstige herbewapening. Dit proces begon al in de jaren twintig, waarbij Duitsland militaire samenwerking zocht met de Sovjet-Unie om de beperkingen te omzeilen. In het geheim werden Duitse piloten en tankbemanningen getraind op Sovjetgrondgebied, onder andere op de luchtmachtbasis van Lipetsk en het tanktrainingscentrum in Kazan.

Naast fysieke training en technologische ontwikkeling werkte de Reichswehr aan de vernieuwing van haar militaire doctrine. Een belangrijk product hiervan was de publicatie van het handboek Truppenführung in 1933, dat de basis zou leggen voor de tactische en operationele methoden van de Wehrmacht. Truppenführung legde de nadruk op flexibiliteit, zelfstandige besluitvorming door lagere commandanten en de samenwerking tussen verschillende militaire eenheden, wat later essentieel werd voor de Blitzkrieg-strategie.

Daarnaast werd gewerkt aan nieuwe pantsertactieken, geïnspireerd door de analyse van de Eerste Wereldoorlog en de ontwikkelingen in andere landen zoals Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie. Duitse officieren zoals Heinz Guderian speelden een sleutelrol bij de ontwikkeling van het concept van snelle gemotoriseerde oorlogsvoering, waarbij tanks niet alleen werden ingezet ter ondersteuning van de infanterie, maar als zelfstandige doorbraakeenheden.

Ook op het gebied van luchtmachtstrategie werden nieuwe doctrines ontwikkeld, ondanks het officiële verbod op een Duitse luchtmacht. Er ontstond een focus op close air support en de samenwerking tussen lucht- en grondtroepen, wat later in de Luftwaffe werd uitgewerkt in tactieken zoals de inzet van Stuka-duikbommenwerpers voor het ondersteunen van de opmars op de grond.

Met deze clandestiene voorbereidingen werd de Reichswehr in de jaren dertig omgevormd tot een moderne, goed georganiseerde strijdmacht die, na de machtsovername van Hitler in 1933, zonder verdere beperkingen kon uitgroeien tot de Wehrmacht.

De invloed van de Nazi-partij op het leger

Met de machtsovername door Adolf Hitler in 1933 veranderde de situatie drastisch. Hitler zag een sterk leger als essentieel voor zijn expansionistische ambities en begon direct met het negeren van de beperkingen uit het Verdrag van Versailles. In 1935 kondigde hij de oprichting van de Wehrmacht aan, waarmee de Reichswehr officieel werd omgevormd tot een modern en offensief georiënteerd militair apparaat. Dit ging gepaard met de herinvoering van de dienstplicht en een snelle expansie van de strijdkrachten.

De Nazi-partij oefende grote invloed uit op de militaire structuur. In augustus 1934 legden Duitse soldaten een nieuwe eed van trouw af, niet aan de Duitse staat, maar persoonlijk aan Adolf Hitler. Dit versterkte de ideologische loyaliteit van de Wehrmacht aan het nationaalsocialistische regime.

De organisatie van de Wehrmacht

Opbouw en structuur

De Wehrmacht bestond uit drie hoofdtakken:

  1. Heer (landmacht): Dit was de grootste tak en omvatte infanterie, pantserdivisies en artillerie-eenheden. Het was verantwoordelijk voor de grondoorlogen en speelde een sleutelrol in de snelle veroveringen in de eerste jaren van de oorlog.
  2. Luftwaffe (luchtmacht): De luchtmacht, onder leiding van Hermann Göring, werd in 1935 opgericht en speelde een cruciale rol in de Blitzkrieg-tactieken. De Luftwaffe voerde luchtaanvallen en tactische bombardementen uit, met als doel luchtoverwicht te verkrijgen en vijandelijke troepen te verzwakken.
  3. Kriegsmarine (marine): De marine was relatief klein in vergelijking met de andere takken en had een beperkte slagkracht, mede door de restricties van het Verdrag van Versailles. Desondanks speelden onderzeeboten (U-boten) een belangrijke rol in de Atlantische Oceaan om de geallieerde bevoorradingslijnen te verstoren.

Daarnaast opereerde de Waffen-SS, de militaire tak van de SS, in de praktijk vaak naast de Wehrmacht. Hoewel de Waffen-SS officieel geen deel uitmaakte van de Wehrmacht, werkte deze eenheden vaak nauw samen met het reguliere leger en werden ze ingezet als elite-troepen.

De invloed van de Blitzkrieg-strategie

Een van de belangrijkste innovaties van de Wehrmacht was de toepassing van de Blitzkrieg-tactiek. Deze strategie, ontwikkeld in de jaren dertig, richtte zich op snelheid, verrassing en het combineren van infanterie, pantserdivisies en luchtsteun. Dit zorgde voor snelle overwinningen in Polen (1939), West-Europa (1940) en het eerste jaar van de oorlog tegen de Sovjet-Unie (1941).

De Blitzkrieg-strategie bouwde voort op lessen uit de Eerste Wereldoorlog en maakte gebruik van moderne technologieën, zoals tanks en radio-communicatie, om operaties efficiënt te coördineren. Hoewel deze tactiek in de eerste jaren zeer succesvol was, bleek later dat Duitsland niet over voldoende industriële capaciteit beschikte om een langdurige oorlog te voeren.

Militaire campagnes en expansie (1939-1941)

De invasie van Polen en het begin van de oorlog

Op 1 september 1939 viel Duitsland Polen binnen, waarmee de Tweede Wereldoorlog begon. De Wehrmacht gebruikte de Blitzkrieg-strategie om binnen enkele weken het Poolse leger te verslaan. Tanks en gemotoriseerde infanterie rukten snel op, ondersteund door luchtaanvallen van de Luftwaffe. De Poolse troepen werden omsingeld en vernietigd voordat ze zich konden hergroeperen. Op 17 september 1939 viel ook de Sovjet-Unie Polen binnen, conform het Molotov-Ribbentrop-pact, waarmee het land werd opgedeeld tussen Duitsland en de Sovjet-Unie.

Na de snelle overwinning in Polen werd de Wehrmacht gepositioneerd voor een westelijke campagne, terwijl Groot-Brittannië en Frankrijk Duitsland officieel de oorlog verklaarden. Ondanks deze oorlogsverklaring bleef het westfront maandenlang relatief rustig, in wat bekend staat als de “Phoney War” (Sitzkrieg).

De Blitzkrieg in West-Europa (1940)

In mei 1940 lanceerde de Wehrmacht Fall Gelb, de invasie van Nederland, België en Luxemburg, gevolgd door Fall Rot, de aanval op Frankrijk. In tegenstelling tot de Eerste Wereldoorlog, waarin de Duitse opmars in Frankrijk vastliep, slaagde de Wehrmacht erin binnen zes weken Parijs te bereiken en de Franse regering tot overgave te dwingen op 22 juni 1940.

De verrassende en effectieve toepassing van de Blitzkrieg-tactiek was een belangrijke factor in deze overwinning. Tanks rukten snel op door de Ardennen, een gebied dat door de Fransen als moeilijk begaanbaar werd beschouwd, waardoor de Maginotlinie werd omzeild. De Luftwaffe ondersteunde de grondtroepen met gerichte luchtaanvallen, terwijl parachutisten strategische doelen innamen.

Na de overwinning in Frankrijk begon Duitsland de voorbereidingen voor Operatie Zeeleeuw, de geplande invasie van Groot-Brittannië. Deze operatie werd echter nooit uitgevoerd vanwege het falen van de Luftwaffe om luchtoverwicht te behalen in de Slag om Engeland (zomer-herfst 1940). De Duitse bombardementen op Britse steden (de Blitz) veroorzaakten veel schade, maar Groot-Brittannië wist stand te houden.

Operatie Barbarossa: de aanval op de Sovjet-Unie (1941)

Op 22 juni 1941 lanceerde Duitsland Operatie Barbarossa, de grootste militaire operatie uit de geschiedenis, met als doel de verovering van de Sovjet-Unie. De Wehrmacht trok met drie grote legermachten het Sovjetgrondgebied binnen:

  • Legergroep Noord richtte zich op de verovering van Leningrad.
  • Legergroep Centrum marcheerde richting Moskou.
  • Legergroep Zuid had als doel Oekraïne en de olievelden van de Kaukasus.

De eerste maanden van de campagne waren succesvol. De Sovjet-Unie werd verrast door de aanval en verloor enorme hoeveelheden materieel en manschappen. Steden als Minsk en Kiev vielen snel in Duitse handen. De Wehrmacht maakte gebruik van massale omsingelingsslagen (Kesselschlachten), waarbij honderdduizenden Sovjet-soldaten krijgsgevangen werden genomen.

Toch bleek de Sovjet-Unie een geduchte tegenstander. De uitgestrekte afstanden, logistieke problemen en het barre winterklimaat begonnen hun tol te eisen. De opmars richting Moskou stokte eind 1941, en de Sovjets wisten een tegenaanval in te zetten in de Slag om Moskou. Dit markeerde het eerste grote keerpunt in de oorlog.

De neergang van de Wehrmacht (1942-1945)

Het keerpunt: Stalingrad en de Slag om Koersk

In 1942 richtte de Wehrmacht haar offensief op Zuid-Rusland, met als doel de olierijke gebieden van de Kaukasus. Tegelijkertijd probeerde Duitsland Stalingrad te veroveren, een stad met strategische en symbolische waarde. De Slag om Stalingrad (augustus 1942 – februari 1943) werd een bloedig conflict waarin de Wehrmacht uiteindelijk omsingeld en vernietigd werd. Dit was een zware klap voor Duitsland en betekende een omslagpunt in de oorlog.

In juli 1943 lanceerde de Wehrmacht haar laatste grote offensief aan het oostfront: de Slag om Koersk. Dit was de grootste tankslag uit de geschiedenis, waarin de Sovjets een diepe verdedigingslinie hadden opgebouwd. Ondanks de inzet van de nieuwste Duitse tanks, zoals de Tiger en Panther, slaagde de Wehrmacht er niet in de Sovjetverdediging te doorbreken. Dit betekende het definitieve verlies van het strategisch initiatief.

De geallieerde invasie in West-Europa

Ondertussen opende zich een tweede front in het westen. Op 6 juni 1944 landden de geallieerden in Normandië (D-Day). De Wehrmacht kon de invasie niet voorkomen, mede door logistieke tekorten en een gebrek aan luchtoverwicht. Ondanks hevig verzet in steden als Caen en aan het strand van Omaha Beach, rukten de geallieerden snel op door Frankrijk. Op 25 augustus 1944 werd Parijs bevrijd.

Na de mislukte Duitse tegenaanval in de Ardennenoffensief (december 1944 – januari 1945) was de Wehrmacht definitief op de terugtocht.

De ineenstorting van de Wehrmacht en het einde van de oorlog

Begin 1945 was de situatie voor de Wehrmacht rampzalig. Het Rode Leger rukte snel op in Oost-Europa en stond in april 1945 aan de poorten van Berlijn. In het westen bevonden de geallieerden zich al diep in Duitsland. Veel Wehrmachtseenheden gaven zich over, terwijl anderen een wanhopige verdediging voerden.

Op 30 april 1945 pleegde Hitler zelfmoord in zijn bunker in Berlijn. Op 7 mei tekende generaal Alfred Jodl namens de Wehrmacht de onvoorwaardelijke overgave in Reims, gevolgd door een tweede ondertekening op 8 mei in Berlijn. Dit betekende het formele einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa.

De betrokkenheid van de Wehrmacht bij misdaden

Het beeld van een ‘schone Wehrmacht’

Na de oorlog ontstond het beeld van de “schone Wehrmacht”, waarbij werd beweerd dat de reguliere Duitse strijdkrachten zich niet schuldig zouden hebben gemaakt aan oorlogsmisdaden. Dit narratief werd met name in de jaren vijftig en zestig actief ondersteund door voormalige Wehrmacht-officieren en veteranenorganisaties. In werkelijkheid is echter ruimschoots bewezen dat de Wehrmacht op grote schaal medeplichtig was aan misdaden tegen burgers en krijgsgevangenen, met name aan het oostfront.

De rol van de Wehrmacht bij de Holocaust en andere misdaden

Hoewel de systematische moord op de Joodse bevolking vooral werd uitgevoerd door de Einsatzgruppen en de SS, werkte de Wehrmacht nauw met deze eenheden samen. Zo verleende het leger logistieke ondersteuning bij de massamoorden in bezette gebieden, stelde het transportfaciliteiten beschikbaar en hielp het bij de coördinatie van repressieve maatregelen. Op meerdere locaties waren reguliere Wehrmacht-eenheden direct betrokken bij executies van burgers, partizanen en krijgsgevangenen.

Belangrijke misdaden waarbij Wehrmacht-eenheden betrokken waren, zijn onder andere:

  • Het Commissarissenbevel (Kommissarbefehl, 1941): Duitse troepen kregen de opdracht om Sovjet politieke commissarissen die gevangen waren genomen, onmiddellijk te executeren. Dit stond in strijd met de Geneefse Conventies.
  • Het Hongerplan: De geplande uithongering van miljoenen Sovjetburgers door voedselvoorraden naar het Duitse leger om te leiden.
  • De Babi Yar Massamoord (1941): Duitse eenheden ondersteunden de massale executie van meer dan 33.000 Joden in Kiev.
  • Repressie tegen partizanen: In Joegoslavië, de Sovjet-Unie en Griekenland voerde de Wehrmacht wraakacties uit waarbij complete dorpen werden vernietigd en hun bewoners geëxecuteerd.

De behandeling van krijgsgevangenen

Duitse krijgsgevangenkampen verschilden sterk in hun behandeling van gevangenen. Terwijl West-Europese krijgsgevangenen vaak redelijk behandeld werden, werden Sovjet-soldaten onder extreem slechte omstandigheden vastgehouden. Ongeveer 2,8 miljoen van de 3,2 miljoen Sovjet-krijgsgevangenen die in 1941-1942 door de Wehrmacht werden gevangengenomen, stierven door uithongering, ziekte of executie.

Duitse soldaten werden door de militaire leiding aangemoedigd om Sovjet-krijgsgevangenen als “Untermenschen” te beschouwen, wat de brute behandeling verklaart. Dit beleid stond in scherp contrast met de behandeling van Britse en Amerikaanse krijgsgevangenen, die over het algemeen volgens de Conventies werden behandeld.

Interne tegenstand en verzet binnen de Wehrmacht

Oppositie tegen Hitler en de Nazi-leiding

Hoewel de Wehrmacht grotendeels loyaal bleef aan Hitler, ontstond er binnen de hogere officieren op bepaalde momenten weerstand tegen zijn beleid. Dit verzet was echter fragmentarisch en had beperkte invloed op de loop van de oorlog.

De eerste serieuze poging tot tegenstand ontstond in 1938, toen een groep hoge officieren, waaronder generaal Ludwig Beck, probeerde een staatsgreep te plannen uit angst voor een oorlog met Tsjechoslowakije. De snelle Duitse overwinningen in 1939 en 1940 ondermijnden echter de motivatie voor verder verzet.

De aanslag van 20 juli 1944

De bekendste verzetsdaad binnen de Wehrmacht was de aanslag op Hitler op 20 juli 1944, uitgevoerd door een groep officieren onder leiding van kolonel Claus von Stauffenberg. Deze samenzweerders wilden Hitler doden en via Operatie Walküre de controle over Duitsland overnemen. De aanslag mislukte echter, en als gevolg werden duizenden officieren gearresteerd en geëxecuteerd. De repressie tegen de Wehrmacht was hard, en Hitler gaf bevel dat de militaire groet werd vervangen door de Hitlergroet, als symbool van absolute loyaliteit.

Individuele daden van verzet

Naast georganiseerde complotten waren er Wehrmacht-soldaten die individueel of in kleine groepen verzet boden tegen de Nazi-politiek. Enkele voorbeelden hiervan zijn:

  • Anton Schmid, een Oostenrijkse onderofficier, hielp honderden Joden ontsnappen uit het getto van Vilnius. Hij werd in 1942 geëxecuteerd.
  • Albert Battel, een officier die in 1942 een SS-detachement verhinderde Joden uit een getto in Polen te deporteren.
  • Wilm Hosenfeld, een Wehrmacht-kapitein in Warschau, die meerdere Joden en Polen hielp ontsnappen, waaronder de pianist Władysław Szpilman.

Hoewel deze daden uitzonderingen waren binnen een organisatie die grotendeels loyaal bleef aan het regime, tonen ze aan dat niet alle Wehrmacht-soldaten de Nazi-politiek onderschreven.

Het einde van de Wehrmacht en de gevolgen

De formele ontbinding van de Wehrmacht

Na de overgave van Duitsland in mei 1945 werd de Wehrmacht door de geallieerden ontbonden. Op 20 augustus 1946 werd de organisatie officieel illegaal verklaard door de Allied Control Council, en alle militaire structuren van het Derde Rijk werden opgeheven. De geallieerden voerden grondige zuiveringen door binnen het Duitse bestuur, maar veel voormalige Wehrmacht-officieren konden later toch dienst nemen in het leger van West-Duitsland (Bundeswehr) of Oost-Duitsland (Nationale Volksarmee).

De vervolging van Wehrmacht-officieren

Tijdens de Neurenbergse processen werden enkele hooggeplaatste Wehrmacht-officieren berecht voor oorlogsmisdaden, waaronder:

  • Generaal Wilhelm Keitel, hoofd van het Oberkommando der Wehrmacht (OKW), werd ter dood veroordeeld en geëxecuteerd in 1946.
  • Generaal Alfred Jodl, een van Hitlers militaire adviseurs, werd ook ter dood veroordeeld en geëxecuteerd.

Het Oberkommando der Wehrmacht (OKW) werd tijdens de processen vrijgesproken als organisatie, wat bijdroeg aan de latere mythe van de “schone Wehrmacht”. Dit betekende echter niet dat individuele generaals en commandanten niet schuldig waren aan misdaden.

De naoorlogse perceptie van de Wehrmacht

In de jaren na de oorlog groeide het beeld van de Wehrmacht als een professionele en politiek neutrale organisatie. Deze visie werd actief bevorderd in West-Duitsland, deels om de integratie van voormalige soldaten in de samenleving te vergemakkelijken. Pas in de jaren tachtig en negentig werd dit beeld bijgesteld, mede door onderzoek naar de betrokkenheid van de Wehrmacht bij oorlogsmisdaden.

Tegenwoordig is onder historici algemeen erkend dat de Wehrmacht niet alleen een militaire organisatie was, maar ook een instrument van Nazi-beleid, betrokken bij misdaden tegen de menselijkheid.

Conclusie: De erfenis van de Wehrmacht

De Wehrmacht was van 1935 tot 1945 het militaire apparaat van Nazi-Duitsland en speelde een centrale rol in de uitvoering van Hitlers expansionistische en genocidale politiek. Wat begon als een modern, goed georganiseerd leger met revolutionaire militaire tactieken, eindigde als een verslagen en moreel gecompromitteerde organisatie.

De Wehrmacht was verantwoordelijk voor enkele van de meest dramatische militaire successen van de vroege Tweede Wereldoorlog, zoals de snelle overwinningen in Polen en West-Europa. Toch werd haar structuur en strategie uiteindelijk een zwakte: de nadruk op snelheid en offensieve operaties maakte het Duitse leger kwetsbaar voor een langdurige uitputtingsstrijd, vooral aan het oostfront. De verliezen bij Stalingrad en Koersk betekenden het einde van het Duitse overwicht op het slagveld.

Daarnaast is het beeld van de Wehrmacht als een ‘schone’ en apolitieke militaire organisatie door modern historisch onderzoek weerlegd. Soldaten en officieren waren direct en indirect betrokken bij oorlogsmisdaden, van executies en plunderingen tot de vernietigingsoorlog in de Sovjet-Unie. Hoewel er individuele daden van verzet waren, bleef de overgrote meerderheid van het leger trouw aan het Nazi-regime, zelfs toen de oorlogskansen keerden.

Na de oorlog werd de Wehrmacht ontbonden en de militaire top deels berecht voor misdaden tegen de menselijkheid. Toch bleef de mythe van de ‘schone Wehrmacht’ in West-Duitsland lange tijd bestaan. Pas in de late 20e eeuw werd de bredere betrokkenheid van de Wehrmacht bij de Holocaust en andere oorlogsmisdaden volledig erkend. Dit blijft een belangrijk onderwerp in de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog.

Bronnen en meer informatie

  1. Bartov, Omer (1991). Hitler’s Army: Soldiers, Nazis, and War in the Third Reich. New York: Oxford University Press. ISBN 978-0-19-507903-5.
  2. Evans, Richard J. (2008). The Third Reich at War. New York: Penguin. ISBN 978-0-14-311671-4.
  3. Kershaw, Ian (2011). The End: The Defiance and Destruction of Hitler’s Germany, 1944-1945. New York: Penguin. ISBN 978-1-59420-314-7.
  4. Wette, Wolfram (2006). The Wehrmacht: History, Myth, Reality. Cambridge, Massachusetts: Harvard University Press. ISBN 978-0-674-02213-3.
  5. Hartmann, Christian (2013). Operation Barbarossa: Nazi Germany’s War in the East, 1941–1945. Oxford: Oxford University Press. ISBN 978-0-19-966078-0.
  6. Stahel, David (2015). The Battle for Moscow. Cambridge: Cambridge University Press. ISBN 978-1-107-03458-4.
  7. Biess, Frank (2006). Homecomings: Returning POWs and the Legacies of Defeat in Postwar Germany. Princeton: Princeton University Press. ISBN 978-0-691-12502-2.
  8. Overmans, Rüdiger (2004). Deutsche militärische Verluste im Zweiten Weltkrieg. München: Oldenbourg. ISBN 978-3-486-20028-7.
  9. Fritz, Stephen (2011). Ostkrieg: Hitler’s War of Extermination in the East. Lexington: University Press of Kentucky. ISBN 978-0-8131-3416-1.
  10. Shepherd, Ben H. (2003). “The Continuum of Brutality: Wehrmacht Security Divisions in Central Russia, 1942”. German History. 21(1): 49–81. DOI: 10.1191/0266355403gh274oa.
  11. Neitzel, Sönke; Welzer, Harald (2012). Soldaten: On Fighting, Killing, and Dying – The Secret WWII Transcripts of German POWs. New York: Alfred A. Knopf. ISBN 978-0-30795-812-9.
  12. Bronnen Mei1940
Previous articleDe Oprichting en Vroege Jaren van de Reichswehr
Next articleFranz von Papen (1879-1969)
Redactie Mei 1940
De redactie van mei1940.org bestaat uit een diverse groep schrijvers met een gemeenschappelijke interesse in de Tweede Wereldoorlog. Sommigen hebben een militaire achtergrond en brengen praktijkervaring en strategisch inzicht mee, terwijl anderen een academische of wetenschappelijke opleiding hebben gevolgd, zoals aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA) of in historisch onderzoek. Deze combinatie van expertise zorgt voor diepgaande, goed onderbouwde artikelen die zowel feitelijk accuraat als analytisch sterk zijn. De redactie streeft ernaar om objectieve en goed gedocumenteerde informatie te bieden, waarbij kennis en ervaring samenkomen om een genuanceerd beeld te schetsen van deze ingrijpende periode in de geschiedenis.