Genoemd naar André Maginot, Minister van Oorlog (1929-32), had de verantwoording van de bouw. In het leven geroepen door de verschrikkelijke verliezen van de Fransen, die probeerden de Duitse linies in de eerste wereldoorlog te doorbreken.
De Fransen waren overtuigd van het niet kunnen doordringen van een statische defensie. In 1920 besloten de Fransen dat hun oostgrens permanent moet worden opgebouwd met vestingwerken. In 1930 begon men met de bouw van de Maginot line. Men was gereed met de bouw in 1935. Deze vesting liep van Zwitserland tot aan zuid Belgie.
De Maginot line bestond uit een aantal onafhankelijke forten, verdeeld in drie defensieve lagen. Op de grens met Duitsland lagen bunkers met mitrailleur nesten, prikkeldraad en tankversperringen , hierachter kwamen grotere bunkers en tankvallen.
Circa 8 km hierachter stonden de forten. Deze forten waren zelfvoorziend, compleet met slaapplaatsen en operatiekamers en geschutstorens. In het grootste fort werkte en leefde 1200 man.
Geen van de grote forten van Maginot Line werd veroverd. Dat de Maginot Line zich moest overgeven lag aan het feit dat de Duitse aanval via het oogwaarschijnlijke ondoordringbare Ardennen kwam.