![Bundesarchiv_Bild_102-16108_Vereidigung_von_Reichswehr-Soldaten_auf_Hitler-696x464[1]](https://sp-ao.shortpixel.ai/client/to_webp,q_glossy,ret_img,w_696,h_464/https://mei1940.org/wp-content/uploads/2019/06/Bundesarchiv_Bild_102-16108_Vereidigung_von_Reichswehr-Soldaten_auf_Hitler-696x4641-696x464.jpg)
De Reichswehr was het leger van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek van 1921 en 1935. Na de Eerste Wereldoorlog en de wapenstilstand viel het keizerlijk leger van het Duitse Keizerrijk van Keizer Wilhelm II na de chaotische terugtocht van het westelijk front al snel uiteen. In de revolutionaire chaos vormden zich in opdracht van de Rat der Volksbeauftragten vrijkorpsen die uit revanche voor de nederlaag de door hen benoemde interne vijand, namelijk de communisten, de socialisten, de joden en de republikeinen, te lijf gingen. Die nederlaag zou begaan zijn door verraad aan het thuisfront door oorlogsmoeheid en defaitisme: de zogenaamde dolkstootlegende.
In een poging de pas uitgeroepen Weimarrepubliek te redden, sloot president Friedrich Ebert een geheim akkoord met de oude leden van de Oberste Heeresleitung, het oude opperbevel van het Duitse keizerlijke leger, om de vrijkorpsen die zich inmiddels hadden verenigd in de Schwarze Reichswehr, in te zetten tegen de Radenrepublieken die her en der in Duitsland ontstaan waren en tegen de separatistische neigingen in met name Beieren (door de ineenstorting van Oostenrijk-Hongarije ontstond er een hernieuwde afkeer van de Klein-Duitse oplossing) en het Rijnland (waar Frankrijk troepen gelegerd had om op de demilitarisering en het doen van de herstelbetalingen toe te zien).
In het Verdrag van Versailles van juni 1919, stond in artikel 160 vastgelegd dat de Duitse strijdkrachten, de Reichswehr bestaande uit Reichsheer en Reichsmarine, in sterkte fors moest worden ingekrompen en slechts licht bewapend mocht zijn: het moest een defensief leger worden ter verdediging van de grenzen en de interne veiligheid. De Reichswehr zou onder direct bevel moeten komen te staan van de Rijkspresident opdat een militaire autonomie zoals tijdens de voorafgaande wereldoorlog vermeden werd.
De Rijkspresident kreeg volgens de Grondwet de bevoegdheid in een noodtoestand de staat van beleg uit te roepen en een dictatuur te vestigen ter bescherming van de eenheid van de staat. Op 2 augustus 1934 overleed Rijkspresident Paul von Hindenburg waarna Rijkskanselier Hitler de complete macht naar zich toe trok. Hij nam alle bevoegdheden van de Rijkspresident als Führer over, inclusief het opperbevel over de strijdkrachten. De Reichswehr werd in 1935 omgedoopt tot Deutsche Wehrmacht en zwoer een eed van trouw aan de Führer. Tegelijkertijd werden de defensie-inspanningen opgevoerd en definitieve stappen gezet op weg naar een aanvalsleger.
foto: By Bundesarchiv, Bild 102-16108 / CC-BY-SA 3.0, CC BY-SA 3.0 de, Link