
Kurt Ferdinand Friedrich Hermann von Schleicher, geboren op 7 april 1882 in Brandenburg an der Havel, was een prominente figuur in het militaire en politieke landschap van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek. Zijn vroege leven stond in het teken van een militaire traditie. Zijn vader, Hermann Friedrich Ferdinand von Schleicher, was een Pruisisch officier, en zijn moeder, Magdalena Heyn, kwam uit een rijke Oost-Pruisische familie. Schleicher’s opvoeding in een militaire omgeving legde de basis voor zijn toekomstige carrière.
Inhouds opgave
Opleiding en vroege militaire carrière
Von Schleicher begon zijn formele militaire opleiding aan de Hauptkadettenanstalt in Lichterfelde, een prestigieuze militaire academie waar hij van 1896 tot 1900 studeerde. Zijn tijd aan de academie was cruciaal voor het ontwikkelen van zijn militaire vaardigheden en het opbouwen van een netwerk met toekomstige leiders, zoals Oskar von Hindenburg en Erich von Manstein. Na zijn afstuderen werd hij op 22 maart 1900 benoemd tot Leutnant en diende hij bij het 3e Garde-Infanterieregiment.
In de jaren die volgden, werkte Schleicher zich gestaag op binnen het Duitse leger. Zijn toewijding en competentie leidden ertoe dat hij in 1909 werd bevorderd tot Oberleutnant en toegewezen aan de Pruisische Militaire Academie, waar hij Franz von Papen ontmoette, een relatie die later van politiek belang zou blijken te zijn. Na zijn afstuderen in 1913, werd hij op eigen verzoek toegewezen aan de spoorwegafdeling van de Duitse Generale Staf.
Eerste Wereldoorlog en tussenoorlogse jaren
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd Kurt von Schleicher toegewezen aan de Generale Staf bij het Opperbevel van het Leger (Oberste Heeresleitung). Zijn betrokkenheid tijdens de oorlog, met name tijdens de Slag om Verdun, markeerde een belangrijke fase in zijn carrière. Schleicher werd bekend om zijn kritische rapporten over oorlogswinstbejag binnen bepaalde industriële sectoren, wat hem de steun opleverde van de Sociaal-Democratische Partij van Duitsland (SPD) en een reputatie als liberaal.
Van november 1916 tot mei 1917 diende Schleicher in het Kriegsamt (Oorlogsministerie), een agentschap dat verantwoordelijk was voor de oorlogsvoering onder leiding van zijn mentor Wilhelm Groener. In deze periode bekleedde hij ook de rol van Chef Staf van de 237e Divisie aan het Oostfront, tijdens de Kerenski-offensief, zijn enige directe betrokkenheid bij het front.
Na de oorlog: Weimarrepubliek en politieke intriges
Na de wapenstilstand en de val van het Duitse Keizerrijk, speelde Schleicher een cruciale rol in de overgang naar de Weimarrepubliek. Hij was een sleutelfiguur bij de onderhandelingen tussen het leger en de nieuwe civiele autoriteiten, wat resulteerde in het Ebert-Groener Pact. Dit akkoord stelde het leger in staat zijn politieke autonomie te behouden, ondanks de oprichting van een republiek. Schleicher’s vermogen om zowel militaire als politieke kwesties te navigeren, bezorgde hem een reputatie als een efficiënte “fixer” binnen de Reichswehr.
Gedurende de jaren 1920 werkte Schleicher zich op tot een leidende positie binnen de Reichswehr, ondanks interne spanningen en conflicten. Zijn samenwerking met de Sovjet-Unie via de Sondergruppe R en zijn betrokkenheid bij de opbouw van de geheime “Zwarte Reichswehr” toonden zijn bereidheid om buiten de officiële beperkingen te opereren, zoals opgelegd door het Verdrag van Versailles.
Opkomst en val van de presidentiële regering
In de late jaren 1920 speelde Kurt von Schleicher een cruciale rol in de politieke strategieën van de Weimarrepubliek. Onder het voorzitterschap van Paul von Hindenburg en met de steun van Wilhelm Groener, werd Schleicher een centrale figuur in de zogenaamde “presidentiële regeringen” die steeds minder afhankelijk waren van parlementaire goedkeuring. Zijn strategie was gebaseerd op de “25/48/53 formule”, waarbij de president bevoegdheden gebruikte uit de artikelen 25, 48 en 53 van de Weimar-grondwet om het parlement te omzeilen en noodwetten in te voeren.
Schleicher’s invloed reikte tot in de benoeming van kanseliers, waaronder Heinrich Brüning en later Franz von Papen. Hij was een meester in politieke machinaties, waarbij hij zowel de socialisten als de nationaalsocialisten probeerde te manoeuvreren om een stabiele regering te vormen zonder dat het leger zijn macht hoefde op te geven. Echter, zijn pogingen om Adolf Hitler in een gecontroleerde positie binnen de regering te brengen, zouden uiteindelijk falen.
Kanselierschap en pogingen tot stabilisatie
Op 3 december 1932 werd Schleicher zelf benoemd tot kanselier, nadat hij het vertrouwen van zowel Hindenburg als Papen had verloren. Zijn ambtstermijn werd gekenmerkt door pogingen om een “Querfront” te creëren, een brede coalitie van verschillende politieke partijen en belangengroepen om de politieke impasse te doorbreken. Hij probeerde ook de groeiende onrust onder de werklozen aan te pakken door grootschalige openbare werken te initiëren, wat deels succesvol was.
Schleicher’s benadering was echter te verdeeld om effectief te zijn. Zijn pogingen om steun te krijgen van vakbonden en de linkervleugel van de nazi-partij onder leiding van Gregor Strasser, mislukten toen Hitler erin slaagde zijn partij onder controle te houden. Bovendien leidde Schleicher’s gebrek aan vaste politieke steun en zijn onvermogen om een duidelijke meerderheid in de Reichstag te verkrijgen, tot een groeiende politieke isolatie.
Einde van het kanselierschap
Begin 1933 stond Schleicher voor een onhoudbare situatie. Zijn plan om Hitler in een ondersteunende rol te dwingen mislukte, en zijn regering werd steeds meer een geïsoleerde entiteit zonder brede steun. Op 28 januari 1933 bood Schleicher zijn ontslag aan bij Hindenburg, nadat zijn verzoek om noodbevoegdheden was afgewezen. Dit markeerde het einde van zijn korte en turbulente kanselierschap en leidde direct tot de benoeming van Adolf Hitler als kanselier, met desastreuze gevolgen voor de Weimarrepubliek.
De Nacht van de Lange Messen en het einde van Schleicher
Na zijn ontslag als kanselier bleef Kurt von Schleicher een belangrijke figuur in de Duitse politiek. Hij had echter weinig steun over in de legerleiding en was een potentieel gevaar voor het nazi-regime. Tijdens de Nacht van de Lange Messen, een politieke zuivering die plaatsvond van 30 juni tot 2 juli 1934, werd Schleicher een van de vele slachtoffers. Op de ochtend van 30 juni werd hij samen met zijn vrouw Elisabeth vermoord in hun huis door leden van de SS, een actie die werd uitgevoerd onder het voorwendsel dat Schleicher betrokken zou zijn geweest bij een complot tegen het regime.
Postume rehabilitatie en gevolgen
In de nasleep van zijn dood werd Schleicher’s naam aanvankelijk zwartgemaakt door nazi-propaganda, die beweerde dat hij samenzweerde met buitenlandse machten om de Duitse staat omver te werpen. Deze beschuldigingen waren echter ongegrond. In 1935 werd hij postuum gerehabiliteerd door het Duitse leger, dat zijn eer herstelde en hem opnieuw opnam in de erelijsten van zijn regiment.
De moord op Schleicher en anderen tijdens de Nacht van de Lange Messen versterkte het regime van Adolf Hitler, dat zich van potentiële tegenstanders ontdeed en de macht van de SS consolideerde. Schleicher’s dood markeerde het definitieve einde van de Weimarrepubliek en de consolidatie van de nazi-dictatuur.
Conclusie
Kurt von Schleicher was een complexe figuur in de Duitse geschiedenis, wiens leven en dood een cruciale rol speelden in de overgang van de Weimarrepubliek naar het Derde Rijk. Zijn militaire en politieke loopbaan weerspiegelde de spanningen en uitdagingen van zijn tijd, waarin hij probeerde een balans te vinden tussen militaire belangen en de veranderende politieke realiteit van Duitsland. Hoewel zijn methoden en doelen vaak controversieel waren, blijft zijn invloed op de Duitse geschiedenis onmiskenbaar.
Bronnen en meer informatie
- Wheeler-Bennett, J.W. (1967). The Nemesis of Power: The German Army in Politics 1918–1945. Macmillan.
- Kolb, Eberhard (1988). The Weimar Republic. Routledge.
- Feuchtwanger, Edgar (1995). From Weimar to Hitler: Germany 1918-33. Palgrave Macmillan.
- Kershaw, Ian (1998). Hitler 1889-1936: Hubris. Allen Lane.