Hindenburg, Paul von (1847-1934), Duitse generaal en tweede president van de Weimarrepubliek, die de machtsovername van Adolf Hitler voorzat. Hindenburg werd geboren in Posen (nu Poznan, Polen), op 2 oktober 1847, en opgeleid aan de cadettenschool in Berlijn. Hij ging in 1866 het Pruisische leger in en nam de volgende vijf jaar deel aan de Zeven wekenoorlog en de Frans-Pruisische Oorlog.
Hij diende 40 jaar in het leger van het nieuw uitgeroepen (1871) Duitse Rijk, promoveerde in 1905 tot generaal en ging met pensioen in 1911.
In augustus 1914, bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, aanvaardde hij het bevel over het Duitse Achtste Leger aan de Russische grens. Hij en zijn stafchef, generaal Erich Ludendorff, een meesterstrateeg, leidden de Duitsers naar een overweldigende overwinning op numeriek superieure Russische troepen bij Tannenberg.
Hindenburg werd bevorderd tot veldmaarschalk en in 1916 volgde hij generaal Erich von Falkenhayn op als chef van de Duitse generale staf en werd, nog steeds met Ludendorff aan zijn zijde, verantwoordelijk voor de leiding van alle Duitse troepen. In maart 1917 vestigde Hindenburg de Duitse legers in West-Europa in een systeem van loopgraven in Noord-Frankrijk, bekend als de “Hindenburglinie”, die de geallieerde legers pas in oktober 1918 braken.

Na de oorlog trok Hindenburg zich in 1919 voor een tweede keer terug uit het leger. In 1920 publiceerde hij zijn memoires, Out of My Life, waarin hij beweerde dat de nederlaag van het Duitse leger in de Eerste Wereldoorlog was veroorzaakt door de binnenlandse revolutie die het Duitse Rijk had omvergeworpen en in 1919 een republiek had opgericht.
In 1925 werd Hindenburg verkozen tot de tweede president van de republiek, en hoewel hij de Duitse eenheid zocht, behartigde hij de belangen van de Junkers, de Pruisische landaristocratie.
In 1932 stelde hij zich opnieuw kandidaat voor het presidentschap als enige die de nationaalsocialistische (nazi)partijkandidaat Adolf Hitler kon verslaan. Na de verkiezingen te hebben gewonnen, benoemde Hindenburg op 30 januari 1933 Hitler tot kanselier.
Hitler kreeg al snel de volledige controle over de Reichstag, de lagere wetgevende kamer, die hem op 25 maart 1933 dictatoriale machten gaf. Daarna was Hindenburg slechts een boegbeeld in de Duitse regering.
Hij overleed op 2 augustus 1934.
Foto: Hindenburg en Hitler op de Dag van Potsdam in 1933. Door Bundesarchiv, Bild 183-S38324 / CC-BY-SA 3.0, CC BY-SA 3.0 de, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=5369386