Slag bij Tannenberg 1914: Beslissende Duitse Overwinning

De Slag bij Tannenberg in 1914 was een doorslaggevende Duitse overwinning tegen Rusland, die de loop van de Eerste Wereldoorlog beïnvloedde.
De Slag bij Tannenberg in 1914 was een doorslaggevende Duitse overwinning tegen Rusland, die de loop van de Eerste Wereldoorlog beïnvloedde.

De Slag bij Tannenberg, uitgevochten tussen 26 en 31 augustus 1914, was een van de vroegste en meest beslissende gevechten van de Eerste Wereldoorlog. Deze confrontatie vond plaats tussen het Duitse Keizerrijk en het Russische Keizerrijk en resulteerde in een verpletterende Duitse overwinning. De slag markeerde niet alleen het begin van de oorlog aan het oostfront, maar legde ook de fundering voor toekomstige militaire operaties en strategieën.

Achtergrond: de Schlieffen- en Russische oorlogsplannen

In de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog werd het Duitse oorlogsplan sterk beïnvloed door het Schlieffenplan. Dit plan, genoemd naar zijn ontwerper, generaal Alfred von Schlieffen, richtte zich op een snelle en beslissende overwinning in het westen, gevolgd door een verschuiving van troepen naar het oostfront om een verwachte Russische aanval af te slaan. De Duitse strategie was gebaseerd op de aanname dat de Russische mobilisatie langzaam zou verlopen, waardoor Duitsland voldoende tijd zou hebben om eerst Frankrijk te verslaan.

Aan de andere kant stond het Russische oorlogsplan, dat ondanks logistieke beperkingen ambitieus was. Het Russische leger, onder leiding van generaals zoals Yakov Grigoryevich Zhilinsky, had het voornemen om met een groot aantal troepen snel Duitse en Oostenrijks-Hongaarse gebieden binnen te dringen. Het Russische plan was echter gehinderd door een gebrekkige infrastructuur en slechte communicatie, wat uiteindelijk zou bijdragen aan hun nederlaag bij Tannenberg.

Het Duitse Achtste Leger en de Russische invasie

Het Duitse Achtste Leger, onder bevel van generaal Maximilian von Prittwitz, was belast met de verdediging van Oost-Pruisen tegen een verwachte Russische aanval. Prittwitz had slechts een klein deel van het Duitse leger tot zijn beschikking, aangezien het merendeel van de Duitse strijdkrachten betrokken was bij de uitvoering van het Schlieffenplan in het westen. Desondanks waren de Duitse troepen goed georganiseerd en uitgerust, met toegang tot moderne fortificaties en een efficiënt spoorwegsysteem dat snelle troepenbewegingen mogelijk maakte.

De Russische invasie werd uitgevoerd door twee legers: het Eerste Leger onder leiding van generaal Paul von Rennenkampf en het Tweede Leger onder generaal Alexander Samsonov. Beide legers hadden de opdracht gekregen om Oost-Pruisen van twee kanten binnen te vallen en de Duitse verdedigers in een tangbeweging te omsingelen. Echter, door een combinatie van slecht gecoördineerde bevelen, gebrekkige communicatie en logistieke problemen, verliep de Russische opmars stroef en ongeorganiseerd.

De aanloop naar de slag: 17–22 augustus 1914

De Russische Eerste Leger stak op 17 augustus de grens over en begon langzaam op te rukken in westelijke richting. Dit verraste de Duitsers, aangezien ze de Russische mobilisatie later hadden verwacht. Op 20 augustus besloot Prittwitz de Russen aan te vallen bij Gumbinnen, maar deze aanval liep uit op een mislukking. De Duitse troepen werden teruggedreven, wat leidde tot paniek bij de Duitse commandanten.

Deze mislukte aanval en de opmars van het Russische Tweede Leger veroorzaakten grote bezorgdheid bij Prittwitz. Hij overwoog zelfs een terugtocht naar West-Pruisen om te voorkomen dat zijn leger zou worden omsingeld. Echter, het Duitse opperbevel in Berlijn, onder leiding van generaal Helmuth von Moltke de Jongere, besloot in te grijpen. Prittwitz en zijn stafchef, Alfred von Waldersee, werden vervangen door generaal Paul von Hindenburg en zijn nieuwe stafchef, generaal Erich Ludendorff.

De omwenteling in het Duitse commando

De aankomst van Hindenburg en Ludendorff bracht een radicale verandering teweeg in de Duitse strategie. Terwijl het Achtste Leger zich voorbereidde om het Russische Tweede Leger te blokkeren, was het duidelijk dat een eenvoudige defensieve operatie niet voldoende zou zijn. Hindenburg en Ludendorff streefden naar niets minder dan de totale vernietiging van Samsonovs leger. Deze beslissing zou de uitkomst van de slag bepalen en het Duitse Achtste Leger in staat stellen om later de confrontatie met het Eerste Russische Leger aan te gaan.

De afbeelding toont Hindenburg op het slagveld van Tannenberg, waar hij leiding gaf aan de Duitse overwinning tegen Rusland.
De afbeelding toont Hindenburg op het slagveld van Tannenberg, waar hij leiding gaf aan de Duitse overwinning tegen Rusland.

Begin van de slag bij Tannenberg: 23-26 augustus 1914

Het Duitse plan voor omsingeling

Na hun aankomst in Marienburg op 23 augustus 1914, namen Hindenburg en Ludendorff onmiddellijk het bevel over het Achtste Leger over. Het plan was nu om het Russische Tweede Leger, onder leiding van generaal Samsonov, te omsingelen en volledig te vernietigen voordat ze zich zouden hergroeperen om het Eerste Russische Leger, onder bevel van generaal Rennenkampf, te confronteren. Dit vereiste een nauwkeurige coördinatie van de verschillende Duitse legereenheden, die zich op verschillende posities bevonden in Oost-Pruisen.

Het Duitse plan was gedurfd maar risicovol. Het omvatte het gebruik van snelle spoorwegbewegingen om troepen te verplaatsen naar kritieke posities, waardoor de Duitsers zich konden concentreren op het ene Russische leger terwijl het andere werd opgehouden. Hindenburg en Ludendorff beslisten dat het I Corps, onder bevel van generaal Hermann von François, via de spoorweg zou worden verplaatst om de rechterflank van het Duitse XX Corps te versterken. Tegelijkertijd zouden het XVII Corps en het I Reserve Corps, die dichterbij lagen, naar de linkerflank van het XX Corps marcheren.

Het Achtste Leger liet een kleine schermingsmacht achter om het Eerste Russische Leger in de gaten te houden, terwijl het gros van de troepen zich richtte op de strijd tegen het Tweede Russische Leger. Deze strategie, gebaseerd op snelheid en verrassing, was kenmerkend voor de Duitse militaire doctrine van die tijd.

De Russische opmars en eerste botsingen

Tegenover deze zorgvuldig uitgewerkte Duitse plannen stond het Russische Tweede Leger, dat inmiddels de grens was overgestoken en enkele grensdorpen in Oost-Pruisen had veroverd. Op 21 augustus 1914 begon Samsonov zijn leger verder naar het westen te sturen, waarbij verschillende eenheden zich richtten op de Duitse posities bij Soldau en Neidenburg. Ondanks hun numerieke superioriteit werden de Russen geconfronteerd met aanzienlijke logistieke uitdagingen. De bevoorradingslijnen waren lang en kwetsbaar, en de communicatie tussen de verschillende eenheden was gebrekkig, wat leidde tot verwarring en slechte coördinatie.

Op 23 augustus stuitte het Russische XV Corps op weerstand van het Duitse XX Corps bij Lahna. Ondanks de aanvankelijke successen van de Russen, was de Duitse verdediging hardnekkig, en de strijd sleepte zich voort zonder dat een van beide partijen een doorslaggevend voordeel behaalde. Tegelijkertijd trokken de andere Russische eenheden, zoals het VI Corps, verder naar het noorden richting Hohenstein, terwijl het I Corps en de cavalerie naar het westen werden gestuurd om de flanken te beveiligen.

De Duitsers slaagden erin om hun positie te behouden door strategische terugtrekkingen en het gebruik van de natuurlijke verdedigingslinies in het gebied. Ondertussen kreeg Samsonov de opdracht om zijn opmars voort te zetten, ondanks het feit dat zijn troepen al zes dagen opmars maakten onder barre omstandigheden en met onvoldoende rust en bevoorrading. Dit leidde tot verdere uitputting en demotivatie onder de Russische soldaten.

De Duitse tegenaanval: 26 augustus 1914

Op 26 augustus 1914, terwijl de Russische troepen uitgeput waren en hun bevoorradingsproblemen verergerden, lanceerden de Duitsers hun tegenaanval. De Duitse I Corps, geleid door generaal von François, begon met een hevig artilleriebombardement op de Russische linies. Deze aanval was zorgvuldig getimed om samen te vallen met de opmars van de Duitse infanterie, die de Russische verdediging verraste en belangrijke posities veroverde.

Von François had de opdracht gekregen om het dorp Usdau in te nemen, een strategische positie die de Duitse troepen in staat zou stellen om de Russische linkerflank aan te vallen. Ondanks logistieke problemen en een tekort aan artillerie, slaagde het I Corps erin om het dorp te veroveren en hun positie te consolideren. Dit was een cruciale stap in de uitvoering van het Duitse omsingelingsplan.

Ondertussen werden de Russische troepen in het centrum en op de rechterflank geconfronteerd met aanvallen van het Duitse XX Corps en het XVII Corps. Het Duitse XX Corps, dat zich gedeeltelijk had ingegraven, kon de Russische aanvallen tijdelijk stoppen, maar moest zich later terugtrekken om een mogelijke omsingeling te voorkomen. Tegelijkertijd rukte het Duitse XVII Corps op tegen het Russische VI Corps, dat zich onder druk terugtrok naar het zuiden.

De val strak naderbij

De situatie voor het Russische Tweede Leger werd steeds nijpender. De Russische bevelhebbers waren zich er nauwelijks van bewust dat hun flanken in gevaar waren, deels door een gebrek aan adequate verkenning en deels door de slechte communicatie binnen hun commando. Samsonov, die vanaf een hoger gelegen terrein het slagveld observeerde, kreeg vertraagde en onvolledige rapporten over de positie en het gedrag van zijn troepen. Ondertussen hield Rennenkampf zich bezig met zijn eigen opmars en bood geen steun aan Samsonov, waardoor het Tweede Russische Leger geïsoleerd raakte.

Op dezelfde dag ontvingen Hindenburg en Ludendorff cruciale informatie uit onderschepte Russische radioberichten. Deze berichten bevestigden dat de Russische legers ver van elkaar verwijderd waren en dat Samsonov verder oprukte zonder enige steun van Rennenkampf. Dit gaf de Duitsers de zekerheid dat ze hun omsingelingsplan konden voltooien zonder tussenkomst van het Eerste Russische Leger.

Met de Russische flanken wijd open en de Duitse troepen klaar voor een beslissende aanval, bevonden Samsonov en zijn leger zich in een steeds penibelere situatie. De slag bij Tannenberg naderde snel zijn bloedige hoogtepunt.

De beslissende slag: 27-30 augustus 1914

De omsingeling voltooid

Op 27 augustus 1914 begonnen de Duitse troepen de laatste fase van hun omsingelingsmanoeuvre rond het Russische Tweede Leger. Generaal von François, die een sleutelrol speelde in de gevechten, zette zijn aanval op de Russische linkerflank voort. Zijn I Corps stormde naar voren en veroverde het strategisch belangrijke dorp Usdau, waardoor de Duitse greep op de slag verder werd versterkt. Deze doorbraak was van cruciaal belang om de Russische legereenheden in een knelpositie te brengen.

Het Duitse XX Corps, onder leiding van generaal Friedrich von Scholtz, bleef zich verzetten tegen de voortdurende aanvallen van het Russische XV Corps. Ondanks zware verliezen wisten de Duitsers hun posities te behouden, wat essentieel was voor het voltooien van de omsingeling. Ondertussen rukten het Duitse XVII Corps en het I Reserve Corps, onder bevel van generaal August von Mackensen en generaal Otto von Below, verder op langs de rechterflank. Zij dreven het Russische VI Corps, dat al eerder onder druk stond, steeds verder terug.

De Duitse strategie, gebaseerd op snelheid en precisie, begon zijn vruchten af te werpen. Terwijl de Russische troepen op meerdere fronten werden aangevallen, verloren ze hun cohesie en konden ze geen effectieve tegenstand meer bieden. Het Duitse plan om het Russische Tweede Leger volledig te omsingelen was nu bijna voltooid. De Duitse eenheden hadden hun posities op de vleugels van de Russische linies versterkt, waardoor er voor Samsonov en zijn troepen geen ontsnappingsroute meer overbleef.

De Russische ineenstorting

Tegen 28 augustus was het duidelijk dat de Russische situatie hopeloos was. Samsonov, die nog steeds geloofde in een mogelijke doorbraak, gaf zijn troepen opdracht om een uitbraakpoging te doen naar het westen, in de richting van Neidenburg. Deze poging mislukte echter jammerlijk. De Duitse eenheden hadden hun posities rond de stad versterkt en wisten de Russische aanvallen effectief af te slaan.

De Russische troepen, uitgeput en gedemoraliseerd, begonnen massaal te capituleren. Veel Russische soldaten werden gevangen genomen, terwijl anderen probeerden te vluchten door zich terug te trekken naar het zuiden. De Russische artillerie, die eerder zoveel schade had aangericht aan de Duitse linies, was nu stilgevallen door een gebrek aan munitie en het verlies van vitale posities. Het Russische leger was niet langer in staat om als een georganiseerde strijdmacht te opereren.

Samsonov zelf was zich ten volle bewust van de ramp die zich voor zijn ogen voltrok. Zijn communicatie met het hoofdkwartier was vrijwel volledig verbroken, en hij had geen idee van de omvang van de Duitse omsingeling. In een wanhopige poging om zijn troepen te redden, besloot hij om naar de frontlinies te gaan, in de hoop persoonlijk leiding te geven aan een laatste tegenaanval. Deze poging was echter gedoemd te mislukken.

Op 29 augustus was de omsingeling van het Russische Tweede Leger compleet. Duitse troepen hadden alle ontsnappingsroutes afgesneden, en de resterende Russische eenheden bevonden zich in een ‘cauldron’, een strategisch omsingelde positie, waar ze werden bestookt door Duits artillerievuur en infanterie-aanvallen. De Russische troepen probeerden wanhopig door de Duitse linies te breken, maar de Duitse overmacht was overweldigend.

Veel Russische soldaten werden krijgsgevangen genomen, terwijl de Russen ook aanzienlijke hoeveelheden militair materieel verloren tijdens de slag.
Veel Russische soldaten werden krijgsgevangen genomen, terwijl de Russen ook aanzienlijke hoeveelheden militair materieel verloren tijdens de slag.

De laatste gevechten en Samsonovs einde

Op 30 augustus werd het overblijfsel van het Russische Tweede Leger geconfronteerd met de harde realiteit van hun situatie. De Duitse aanvallen werden intenser, en de Russische linies begonnen overal te breken. Soldaten raakten geïsoleerd, sommigen gaven zich over, terwijl anderen omkwamen in hun poging om door de vijandelijke linies te breken. De Russische verliezen waren enorm, zowel in termen van slachtoffers als gevangen genomen troepen.

Samsonov, geconfronteerd met de onmogelijkheid van zijn situatie, trok zich terug in de bossen rond het slagveld. Hij wist dat de nederlaag volledig en onomkeerbaar was. In plaats van de Tsaar en zijn superieuren in te lichten over het verlies van zijn leger, besloot hij tot een tragische daad. Die nacht pleegde generaal Alexander Samsonov zelfmoord. Zijn lichaam werd later gevonden en, na onderhandelingen, naar Rusland teruggebracht door het Rode Kruis.

De slag bij Tannenberg eindigde officieel op 31 augustus 1914, toen Hindenburg aan de Duitse Keizer rapporteerde dat het Russische Tweede Leger was vernietigd. Drie Russische legerkorpsen – het XIII, XV en XXIII Korps – waren volledig vernietigd, en twee andere korpsen (I en VI) waren zwaar gehavend en trokken zich terug naar Polen. De Russische verliezen werden geschat op 78.000 doden en gewonden, 92.000 krijgsgevangenen en slechts 10.000 soldaten die wisten te ontsnappen.

Op afbeelding 3 zijn veel Russische slachtoffers te zien, wat de moed en het dappere verzet van de Russen benadrukt.
Op afbeelding 3 zijn veel Russische slachtoffers te zien, wat de moed en het dappere verzet van de Russen benadrukt.

De Duitse overwinning en gevolgen

De Duitse overwinning bij Tannenberg was compleet en overweldigend. Het Russische Tweede Leger was effectief van de kaart geveegd, en de Duitse militaire reputatie steeg tot ongekende hoogten. Hindenburg en Ludendorff werden geprezen als helden, en de slag werd in Duitsland gevierd als een wraak op de nederlaag die de Duitse Orde 500 jaar eerder had geleden bij de Slag bij Grunwald (ook wel bekend als de Slag bij Tannenberg in 1410).

De overwinning had echter niet alleen militaire, maar ook psychologische gevolgen. Het Duitse moreel werd enorm versterkt, terwijl de Russische troepen en hun commandanten ernstig gedemoraliseerd raakten. De slag onthulde ook de ernstige tekortkomingen in de Russische militaire planning en uitvoering, wat leidde tot een herziening van hun strategie voor de rest van de oorlog.

De Slag bij Tannenberg zou worden herinnerd als een van de grootste overwinningen van de Eerste Wereldoorlog, een tactisch meesterwerk dat de loop van de oorlog aan het oostfront zou bepalen. Maar hoewel de slag een enorme overwinning was voor Duitsland, zou het conflict nog vele jaren voortduren, met nieuwe uitdagingen en gevaren voor zowel de Duitse als de geallieerde legers.

Nasleep van de slag bij Tannenberg en historische impact

Directe gevolgen en de Eerste Slag bij de Mazurische Meren

De Slag bij Tannenberg, hoewel een overweldigende overwinning voor het Duitse Keizerrijk, was slechts een beginpunt voor verdere militaire operaties aan het oostfront. Direct na de vernietiging van het Russische Tweede Leger stonden de Duitsers voor de taak om het Eerste Russische Leger van generaal Rennenkampf te confronteren. Deze ontmoeting vond plaats in de Eerste Slag bij de Mazurische Meren, die plaatsvond van 7 tot 14 september 1914.

De Duitse Achtste Leger, versterkt door hun overwinning bij Tannenberg, viel het Russische Eerste Leger aan, wat leidde tot een nieuwe reeks gevechten. Hoewel de Duitsers erin slaagden om het Russische Eerste Leger terug te dringen en aanzienlijke verliezen toe te brengen, was de overwinning minder beslissend dan bij Tannenberg. Rennenkampf slaagde erin om zijn leger uit de dreigende omsingeling te halen en trok zich terug naar de Russische grens. Desondanks werd Oost-Pruisen veiliggesteld voor Duitsland, en de dreiging van een Russische inval in dit gebied was voorlopig afgewend.

Deze Duitse successen aan het oostfront hadden echter hun grenzen. Ondanks de vernietiging van het Tweede Russische Leger en de terugtrekking van het Eerste Leger, kon het Duitse Keizerrijk niet volledig profiteren van deze overwinningen. Het westfront, waar de Schlieffenplan nog steeds werd uitgevoerd, had prioriteit, en de strijdkrachten in het oosten bleven relatief beperkt. Dit betekende dat Duitsland uiteindelijk op het oostfront defensief moest blijven.

Strategische en psychologische impact op de oorlog

De Slag bij Tannenberg had niet alleen tactische, maar ook strategische en psychologische gevolgen voor beide strijdende partijen. Voor Duitsland betekende de overwinning een enorme morele opsteker en bevestigde het de superioriteit van de Duitse militaire planning en uitvoering. Hindenburg en Ludendorff werden nationale helden, en hun succes werd uitgebreid geëerd in de Duitse propaganda.

Deze slag had echter ook een diepgaande invloed op het Russische Keizerrijk. De verpletterende nederlaag onthulde de zwakheden in de Russische militaire organisatie en het gebrek aan coördinatie tussen verschillende legeronderdelen. Generaal Zhilinsky, die verantwoordelijk werd gehouden voor het falen van de operatie, werd ontslagen en vervangen. Rennenkampf, hoewel vrijgesproken van directe schuld voor de nederlaag, zou later in de oorlog vanwege andere controverses met pensioen worden gestuurd.

Op psychologisch niveau had de slag een demoraliserend effect op de Russische troepen en hun commandanten. Het verlies van een heel leger en de zelfmoord van Samsonov waren zware klappen voor het moreel van het Russische leger. De nederlaag dwong Rusland om zijn strategieën te herzien en leidde tot een reeks hervormingen binnen het militaire commando, hoewel deze inspanningen de structurele zwakheden van het leger niet volledig konden verhelpen.

Hindenburg, Ludendorff en de nalatenschap van Tannenberg

De slag bij Tannenberg was ook bepalend voor de militaire carrière van Paul von Hindenburg en Erich Ludendorff. Hindenburg werd gezien als de redder van Oost-Pruisen en zou later, tijdens de oorlog, nog grotere verantwoordelijkheden op zich nemen. Hij werd uiteindelijk de opperbevelhebber van het Duitse leger en een van de meest invloedrijke figuren van het Duitse Keizerrijk. Zijn naam werd synoniem met de Duitse vastberadenheid en militaire bekwaamheid.

Ludendorff, hoewel oorspronkelijk minder bekend, kreeg eveneens veel erkenning voor zijn rol in de overwinning bij Tannenberg. Hij ontwikkelde zich tot een van de belangrijkste strategen van het Duitse leger en werd later Hindenburgs naaste adviseur en plaatsvervanger. Zijn militaire inzichten en tactische vaardigheden zouden een aanzienlijke impact hebben op de verdere loop van de oorlog.

Het succes van de Duitse strijdkrachten bij Tannenberg werd echter ook getemperd door interne spanningen. Ludendorff en Hindenburg genoten beide van de roem, maar er was ook rivaliteit over wie de belangrijkste architect van de overwinning was. Deze rivaliteit zou later bijdragen aan spanningen binnen het Duitse opperbevel.

Historische beoordelingen en betekenis

De Slag bij Tannenberg wordt vaak gezien als een van de grootste militaire prestaties van de Eerste Wereldoorlog. Het wordt geprezen als een tactisch meesterwerk waarin een kleiner, maar beter georganiseerd en uitgerust leger een numeriek superieure vijand kon verslaan door superieure planning, communicatie en uitvoering. De overwinning had een grote impact op de Duitse militaire moraal en hielp de natie om, althans tijdelijk, het momentum aan het oostfront te behouden.

Aan de andere kant markeerde Tannenberg ook het begin van het einde voor de Russische militaire ambities in Oost-Pruisen en toonde het de zwakheden van het Russische leger aan. De slag was een vroege aanwijzing van de problemen die Rusland gedurende de hele oorlog zou blijven achtervolgen, zoals slechte logistiek, ineffectieve communicatie en gebrekkige leiding.

Historici wijzen er echter ook op dat, ondanks de overweldigende overwinning, Tannenberg geen beslissend keerpunt was in de bredere context van de Eerste Wereldoorlog. Terwijl Duitsland een belangrijke overwinning behaalde aan het oostfront, bleef de oorlog aan het westfront slepend en bloedig. Bovendien zouden de langdurige gevolgen van de oorlog, waaronder de revolutie in Rusland en de uiteindelijke val van het Duitse Keizerrijk, laten zien dat zelfs grote overwinningen zoals Tannenberg de loop van de geschiedenis slechts tijdelijk konden beïnvloeden.

Conclusie

De Slag bij Tannenberg in 1914 was meer dan een eenvoudig militair conflict; het was een gebeurtenis die zowel strategisch als symbolisch van grote betekenis was. De Duitse overwinning, behaald door superieure planning en uitvoering, zette de toon voor de rest van de oorlog aan het oostfront en liet de wereld de gevaren zien van een slecht gecoördineerd leger tegenover een vastberaden en goed geleid tegenstander. Terwijl de onmiddellijke gevolgen een versterking van het Duitse moreel en prestige waren, bleven de bredere implicaties van deze slag doorwerken tot in de latere stadia van de oorlog en de daaropvolgende politieke omwentelingen in Europa.

Bronnen en meer informatie

  1. Buttar, Prit. Collision of Empires: The War on the Eastern Front in 1914. Osprey Publishing, 2014.
  2. Stone, Norman. The Eastern Front 1914-1917. Penguin Books, 1998.
  3. Showalter, Dennis E. Tannenberg: Clash of Empires 1914. Brassey’s, 2004.
  4. Fuller, J.F.C. The Military History of the Western World: From the Earliest Times to the Battle of Lepanto. Funk & Wagnalls, 1955.
  5. Strachan, Hew. The First World War: Volume I: To Arms. Oxford University Press, 2001.
  6. Hindenburg, Paul von. Out of My Life. F. Cass, 1920.
  7. Bronnen Mei1940
  8. Afbeelding 1: Department of Military Art and Engineering, at the U.S. Military Academy (West Point), Public domain, via Wikimedia
  9. Afbeelding 2: website: Ray Mentzer (atominfo@aol.com); photographer unknown, Public domain, via Wikimedia Commons
  10. Afbeelding 3: Hugo Vogel , Public domain, via Wikimedia Commons