August von Mackensen: Duits Veldmaarschalk (1849-1945)

Generalfeldmarschall August von Mackensen, afgebeeld in zijn iconische uniform tussen 1914 en 1915 tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Generalfeldmarschall August von Mackensen in zijn karakteristieke uniform tijdens zijn bevelvoering in de Eerste Wereldoorlog (1914-1915).

August Ludwig Friedrich August von Mackensen (6 december 1849 – 8 november 1945) was een Duitse veldmaarschalk en een van de meest invloedrijke militaire leiders van het Duitse Keizerrijk tijdens de Eerste Wereldoorlog. Als bevelhebber van het zogenaamde “Legergroep Mackensen” verwierf hij aanzien door zijn tactische bekwaamheid en successen op diverse fronten. Na de oorlog bleef hij een prominente monarchist en speelde hij een symbolische rol tijdens het nazitijdperk, hoewel zijn loyaliteit aan het regime vaak werd betwijfeld.

Vroege Leven en Militaire Loopbaan

Geboorte en Opleiding

Mackensen werd geboren in Haus Leipnitz, nabij het dorp Dahlenberg in de Pruisische provincie Saksen. Zijn vader, Ludwig Mackensen, was beheerder van landbouwbedrijven. In 1865 stuurde zijn familie hem naar een Realgymnasium in Halle, vermoedelijk met het doel dat hij in de voetsporen van zijn vader zou treden.

Eerste Militaire Ervaringen

In 1869 begon Mackensen zijn militaire carrière als vrijwilliger bij het Pruisische 2e Regiment Leib-Husaren. Tijdens de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) behaalde hij de rang van tweede luitenant en ontving hij het IJzeren Kruis 2e Klasse voor zijn moedige leiding tijdens een verkenningsmissie nabij Orléans. Na de oorlog verliet hij kortstondig het leger om te studeren aan de universiteit van Halle, maar keerde hij in 1873 terug bij zijn regiment.

Opleving in de Carrière

Adjudant van de Keizer

Mackensen kreeg een onverwachte promotie toen hij in 1893 werd benoemd tot commandant van het 1e Regiment Leib-Husaren. Hij imponeerde keizer Wilhelm II en werd in 1898 aangesteld als diens adjudant, een positie die voorheen enkel door edellieden werd bekleed. Mackensen begeleidde de keizer gedurende drie jaar en ontmoette talloze prominenten uit Europa en het Midden-Oosten. Hij werd in 1899 in de adelstand verheven en verkreeg de titel August von Mackensen.

Commandant en Generale Staf

In de jaren daarna leidde Mackensen diverse eenheden, waaronder de Leib-Husaren Brigade en de 36e Divisie in Danzig. Onder leiding van Alfred von Schlieffen, wiens strategieën hem diepgaand beïnvloedden, versterkte hij zijn reputatie als bekwame commandant. Zijn tactische inzicht werd erkend, maar hij werd overgeslagen voor de positie van stafchef toen Schlieffen in 1906 met pensioen ging. In plaats daarvan kreeg hij het bevel over het XVII Legerkorps, waarmee hij de kroonprins van Duitsland onder zijn hoede kreeg.

De Eerste Wereldoorlog

Oorlogsbegin en Succes in Oost-Pruisen

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 voerde Mackensen het bevel over het XVII Legerkorps, dat deel uitmaakte van het Duitse Achtste Leger in Oost-Pruisen. Onder zijn leiding nam het korps deel aan de Slagen bij Gumbinnen, Tannenberg en de Eerste Slag om de Mazurische Meren. Deze veldslagen zorgden voor een succesvolle verdrijving van Russische troepen uit Oost-Pruisen.

Bevel over het Negende Leger

In november 1914 nam Mackensen het bevel over het Negende Leger over. Onder zijn leiding werd de stad Łódź heroverd, wat hem de prestigieuze militaire onderscheiding Pour le Mérite opleverde. Dit succes versterkte zijn status als een van de meest gerespecteerde militaire leiders van Duitsland.

Offensief in Galicië

In 1915 leidde Mackensen een gecombineerde Duits-Oostenrijkse aanval tegen Russische troepen in Galicië. Dit offensief, bekend als de Gorlice-Tarnów Operatie, resulteerde in een grote overwinning waarbij de vijandelijke linies doorbroken werden en grote gebieden werden heroverd. Voor zijn rol in deze campagne werd Mackensen bevorderd tot veldmaarschalk en ontving hij tal van onderscheidingen, waaronder het Eikenloof bij zijn Pour le Mérite.

August von Mackensen: Later Carrière en Invloed

Campagne in Servië

In oktober 1915 voerde Mackensen een gecombineerde aanval aan tegen Servië met het Duitse Elfde Leger, het Oostenrijks-Hongaarse Derde Leger en het Bulgaarse Eerste Leger. Onder zijn leiderschap werden de Servische strijdkrachten effectief verslagen, hoewel een groot deel van het Servische leger zich wist terug te trekken naar Albanië. Mackensen betoonde respect voor de veerkracht van de Serviërs, die hij omschreef als een geduchte tegenstander die tot het uiterste zou vechten.

Tijdens zijn verblijf in Servië toonde Mackensen eerbied voor de gesneuvelde Servische verdedigers van Belgrado. Hij liet een monument oprichten met de inscriptie “Hier rusten Servische helden”, wat zijn waardering voor hun strijd benadrukte.

Campagne in Roemenië

Na de oorlogsverklaring van Roemenië aan Oostenrijk-Hongarije in augustus 1916 kreeg Mackensen het bevel over een multinationale strijdmacht, bestaande uit Duitse, Oostenrijks-Hongaarse, Bulgaarse en Ottomaanse troepen. Binnen enkele maanden bezette zijn leger tweederde van Roemenië, inclusief de hoofdstad Boekarest, waar Mackensen op zijn 67e verjaardag triomfantelijk binnenreed. Voor deze prestaties ontving hij de Grootkruis van het IJzeren Kruis, een van de hoogste Duitse militaire onderscheidingen.

De Nasleep van de Eerste Wereldoorlog

Internering en Vrijlating

Na de wapenstilstand van november 1918 trok Mackensen met 200.000 soldaten terug naar Duitsland. Tijdens deze terugtocht werd hij in Boedapest gearresteerd en overgedragen aan de geallieerden. Hij bracht een jaar door als krijgsgevangene in Servië voordat hij in 1919 werd vrijgelaten. Hoewel hij op de lijst van oorlogsmisdadigers stond, werd hij nooit vervolgd.

Activiteiten tijdens de Weimarrepubliek

Na zijn pensionering in 1920 bleef Mackensen een prominente monarchist. Hij sloot zich aan bij conservatieve en militaristische groeperingen zoals Der Stahlhelm en de Schlieffen-Gesellschaft. In deze rol steunde hij openlijk de “dolkstootlegende”, een theorie die de Duitse nederlaag in de oorlog toeschreef aan verraad door interne vijanden.

Mackensen tijdens het Nazitijdperk

Ceremoniële Rol

Toen Adolf Hitler in 1933 aan de macht kwam, speelde Mackensen een symbolische rol binnen het regime. Gekleed in zijn traditionele uniform van de Leib-Husaren, was hij een levend symbool van de Pruisische militaire traditie. Hij woonde tal van publieke evenementen bij, zoals de Dag van Potsdam in 1933 en de Heldengedenktag in 1935, waar hij zij aan zij met Hitler verscheen.

Kritiek op het Regime

Ondanks zijn openbare steun voor het naziregime uitte Mackensen soms kritiek op bepaalde acties, zoals de moorden tijdens de Nacht van de Lange Messen in 1934. Hij stuurde een brief aan president Hindenburg waarin hij gerechtigheid eiste voor de slachtoffers. Ook keurde hij de excessen van de Duitse troepen in Polen af en drong hij erop aan dat de militaire eer van het Duitse leger behouden bleef.

Eerbetoon en Overlijden

In zijn laatste jaren bleef Mackensen een zichtbaar icoon van de Duitse militaire geschiedenis. In 1941 woonde hij de begrafenis van keizer Wilhelm II bij, gekleed in volledig keizerlijk uniform. Hoewel Hitler en Goebbels hem wantrouwden, handhaafden zij een beleefde omgang met hem, mede vanwege zijn status en publieke invloed.

Mackensen overleed op 8 november 1945 op 95-jarige leeftijd. Zijn leven besloeg een periode van enorme veranderingen, van het Pruisische koninkrijk tot het naoorlogse Duitsland. Hij werd begraven op de begraafplaats van Celle.

Conclusie

August von Mackensen was een markant figuur in de Duitse militaire geschiedenis, wiens invloed en nalatenschap zich uitstrekten over het Duitse Keizerrijk, de Weimarrepubliek en het nazitijdperk. Zijn tactische successen tijdens de Eerste Wereldoorlog en zijn symbolische rol daarna maken hem tot een onderwerp van blijvende historische interesse.

Bronnen en meer informatie

  1.  Afbeelding: See page for author, Public domain, via Wikimedia Commons
  2. Bennett, Geoffrey (2005). Naval Battles of the First World War. Barnsley: Pen & Sword Military Classics. ISBN 978-1-84415-300-8.
  3. DiNardo, Richard L. (2015). Invasion: The Conquest of Serbia, 1915. Santa Barbara: Praeger. ISBN 978-1-4408-0092-4.
  4. Schwarzmüller, Theo (1997). Zwischen Kaiser und Führer: Generalfeldmarschall August von Mackensen. Eine politische Biographie. Paderborn: Ferdinand Schöningh. ISBN 978-3-506-70738-6.
  5. Mombauer, Annika (2001). Helmuth von Moltke and the Origins of the First World War. Cambridge: Cambridge University Press. ISBN 978-0-521-79101-6.
  6. Foley, Robert T. (2004). German Strategy and the Path to Verdun: Erich von Falkenhayn and the Development of Attrition 1870–1916. Cambridge: Cambridge University Press. ISBN 978-0-521-83734-0.
  7. Goda, Norman J. W. (2000). “Black Marks: Hitler’s Bribery of His Senior Officers During World War II”. The Journal of Modern History, Vol. 72, No. 2, pp. 413–452. DOI: 10.1086/315981.
  8. Cecil, Lamar (1970). “The Creation of Nobles in Prussia, 1871–1918.” The American Historical Review, Vol. 75, No. 3, pp. 757–795. JSTOR: 1849016.
  9. Bronnen Mei1940