
Friedrich August Eberhard von Mackensen (24 september 1889 – 19 mei 1969) was een Duitse generaal en veroordeelde oorlogsmisdadiger. Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende hij als bevelhebber van onder andere het 1e Pantserleger en het 14e Leger. Na de oorlog werd Mackensen veroordeeld voor zijn rol in de Ardeatijnse Grotmassamoord.
Inhouds opgave
Vroege Levensjaren en Opleiding
Eberhard von Mackensen werd geboren op 24 september 1889 in Bromberg, toen onderdeel van het Koninkrijk Pruisen. Hij was de vierde van vijf kinderen van veldmaarschalk August von Mackensen en Dorothea von Horn. In 1906 trad hij toe tot het Keizerlijke Duitse leger als Fahnenjunker (officierskandidaat) en werd in 1910 bevorderd tot luitenant.
Deelname aan de Eerste Wereldoorlog
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 diende Mackensen als regimentsadjudant bij het 1e Huzarenregiment. Hij werd in 1915 bevorderd tot eerste luitenant, maar raakte zwaar gewond in augustus van dat jaar. Na zijn herstel kreeg hij een functie binnen de Generale Staf, waar hij uiteindelijk de rang van kapitein bereikte in 1917.
Militaire Carrière tijdens het Interbellum
Na de wapenstilstand van 1918 bleef Mackensen actief in het leger, dat onder de Weimarrepubliek werd omgevormd tot de Reichswehr. Hij werd in 1919 lid van een Freikorps-eenheid die actief was in de Baltische staten, waar hij deelnam aan gevechten tegen communistische troepen. In de jaren twintig en dertig bekleedde hij diverse staffuncties en leidde de transportafdeling van de generale staf. Zijn carrière ontwikkelde zich snel, en hij werd in 1938 benoemd tot generaal-majoor.
Tweede Wereldoorlog: Bevelhebber van Pantserlegers
Aanvang van de Oorlog en de Invasie van Polen
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in september 1939 was Mackensen stafchef van het 14e Leger tijdens de Duitse inval in Polen. Hij diende later als stafchef van het 12e Leger, dat betrokken was bij de Slag om Frankrijk. In januari 1940 werd hij bevorderd tot luitenant-generaal en later tot generaal der cavalerie.
Invasie van de Sovjet-Unie
In januari 1941 kreeg Mackensen het bevel over het IIIe Legerkorps, dat deel uitmaakte van het 1e Pantserleger binnen Legergroep Zuid. Zijn eenheden speelden een sleutelrol bij de verovering van Kiev in de zomer van 1941. Voor zijn prestaties ontving hij op 27 juli 1941 het Ridderkruis van het IJzeren Kruis. Tijdens de veldslagen bij Charkov in 1942 werd hij onderscheiden met de eikenloofdecoratie.
Overplaatsing naar Italië
In juli 1943 werd Mackensen gepromoveerd tot kolonel-generaal en kreeg hij het bevel over het 14e Leger in Italië. Tijdens de gevechten langs de Winterlinie onder zijn bevel, braken de geallieerden door naar Rome in mei 1944. Mackensen werd kort daarna door veldmaarschalk Kesselring ontslagen wegens het niet opvolgen van orders en trok zich terug uit actieve dienst.
Betrokkenheid bij de Ardeatijnse Grotmassamoord
Op 24 maart 1944 vond de Ardeatijnse Grotmassamoord plaats, waarbij 335 Italiaanse burgers werden geëxecuteerd als vergelding voor een bomaanslag door Italiaanse verzetsstrijders. Hoewel de moord werd uitgevoerd door de SS, werd Mackensen, als commandant van het 14e Leger, verantwoordelijk gehouden voor zijn indirecte betrokkenheid. Hij stond onder bevel van Kesselring en was de meerdere van luitenant-generaal Kurt Mälzer, de militaire commandant van Rome. Alle betrokkenen, waaronder Mackensen, werden na de oorlog berecht.
Proces en Veroordeling na de Oorlog
Na de Duitse overgave in mei 1945 werd Mackensen door de geallieerden gevangen genomen en berecht door een Brits militair tribunaal in Rome. Op 30 november 1946 werd hij schuldig bevonden aan oorlogsmisdaden en ter dood veroordeeld. In 1947 werd deze straf omgezet in 21 jaar gevangenisstraf. Mackensen werd echter vervroegd vrijgelaten in 1952, na slechts vijf jaar te hebben uitgezeten.
Leven na de Oorlog en Overlijden
Na zijn vrijlating leidde Mackensen een teruggetrokken bestaan in Alt Mühlendorf, nabij Nortorf in Schleswig-Holstein, West-Duitsland. Hij overleed op 19 mei 1969 in Neumünster, op 79-jarige leeftijd.
Militaire Onderscheidingen
- IJzeren Kruis (1914): 2e en 1e klasse
- Clasp to the Iron Cross: 2e klasse (1939) en 1e klasse (1939)
- Ridderkruis van het IJzeren Kruis met Eikenloof:
- Ridderkruis (27 juli 1941)
- Eikenloof (26 mei 1942)
Conclusie
Friedrich von Mackensen speelde een belangrijke rol in de militaire campagnes van Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar zijn loopbaan werd overschaduwd door zijn veroordeling voor oorlogsmisdaden. Zijn proces weerspiegelt de bredere pogingen van de geallieerden om verantwoordelijkheid af te dwingen voor misdaden gepleegd door Duitse bevelhebbers.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: See page for author, Public domain, via Wikimedia Commons
Glantz, David M., en House, Jonathan (2009). To the Gates of Stalingrad: Soviet-German Combat Operations, April-August 1942. Lawrence, Kansas: University Press of Kansas. ISBN 978-0-7006-1630-5.
Scherzer, Veit (2007). Die Ritterkreuzträger 1939–1945: Die Inhaber des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939 von Heer, Luftwaffe, Kriegsmarine, Waffen-SS, Volkssturm sowie mit Deutschland verbündeter Streitkräfte nach den Unterlagen des Bundesarchives. Jena, Duitsland: Scherzers Militaer-Verlag. ISBN 978-3-938845-17-2.
Schwarzmüller, Theo (2001). Zwischen Kaiser und „Führer“: Generalfeldmarschall August von Mackensen. Eine politische Biographie. München: dtv. ISBN 3-423-30823-0.
Thomas, Franz (1998). Die Eichenlaubträger 1939–1945 Band 2: L–Z. Osnabrück, Duitsland: Biblio-Verlag. ISBN 978-3-7648-2300-9.
- Bronnen Mei1940