Freikorps‎‎ of ‎‎Vrijwilligerskorps‎‎ (Vrijkorps) in Duitsland na WOI

Das Freikorps "Lützow" feiert 1920 in Zossen de herdenking van zijn oprichting met een militaire parade en ceremonie.
Het Freikorps "Lützow" viert in 1920 in Zossen zijn oprichtingsdag met ceremoniële optochten en een militaire parade.

De term “Freikorps“, afgeleid van het Franse woord “corps” (bedrijf) en het Latijnse “corpus” (lichaam), duidt op paramilitaire eenheden die tot het begin van de 20e eeuw in diverse Europese landen werden opgericht. Deze eenheden, bestaande uit lokale vrijwilligers, deserteurs, overlopers en zelfs wetsovertreders, speelden een rol in de militaire geschiedenis van voornamelijk de Duitstalige gebieden.

Vroege Geschiedenis en Ontwikkeling

In de 18e eeuw zagen de Duitse staten voor het eerst de oprichting van deze vrije regimenten. De Freikorpsen, vaak uitgerust met een mix van infanterie, cavalerie en soms artillerie, konden variëren in grootte van enkele compagnies tot legioenen van enkele duizenden man sterk. Een opmerkelijk voorbeeld is het Pruisische Freikorps von Kleist, dat uit verschillende militaire eenheden bestond, waaronder infanterie, jagers, dragonders en huzaren.

De traditie van het Freikorps in de Duitse militaire geschiedenis vindt zijn oorsprong bij Frederik de Grote. Rijke Duitse edelen richtten op eigen kosten lichte infanterie-eenheden of zelfs kleine privélegers op die actief deelnamen aan de conflicten van de 18e eeuw.

Heropleving tijdens de Napoleontische Oorlogen

De verpletterende nederlagen bij Jena en Auerstaedt in 1806 leidden tot de heroprichting van Freikorpsen in Pruisen, als onderdeel van de voorbereidingen op de oprichting van een nieuw leger. Figuren als Ferdinand von Schill en Ludwig Adolf Wilhelm von Lützow waren de drijvende krachten achter deze beweging. Deze burgermilities, bestaande uit enthousiaste maar onervaren patriotten, werden door reguliere legers echter vaak als onbetrouwbaar beschouwd en beperkt tot taken zoals verkenning en bewaking.

In de context van de Duitse restauratie van 1813, na Pruisens herwonnen autonomie volgend op de mislukte Russische campagne van Napoleon, werd er opnieuw verwezen naar deze patriottische milities als Freikorpsen. Dit legde de basis voor de latere incarnatie van de Freikorpsen na de Eerste Wereldoorlog.

De Rol van Freikorpsen na de Eerste Wereldoorlog

Na de wapenstilstand van 1918 en vóór de oprichting van de Reichswehr, bevond Duitsland zich in een staat van politieke en militaire onzekerheid. In deze periode namen de Freikorpsen een prominente positie in binnen het landschap van de naoorlogse wederopbouw en de strijd tegen opkomende revolutionaire bewegingen.

Oprichting en Uitbreiding

In december 1918 riep de Duitse regering voormalig gedemobiliseerde officieren op om nieuwe milities te vormen, bekend als “Freikorps” (Vrijkorps). Deze groepen vermenigvuldigden zich snel, vooral tijdens de lente en zomer van 1919, in een periode gekenmerkt door strijd tegen de Spartacistische opstanden. De Freikorpsen groeiden uit tot 165 eenheden van verschillende groottes, ingezet voor zowel binnenlandse als grensbeveiligingstaken.

Inzet tegen Revoluties en Grensbewaking

De Freikorpsen speelden een doorslaggevende rol bij het onderdrukken van revolutionaire bewegingen binnen Duitsland, waaronder de Spartacistische opstand, en het verdedigen van de grenzen tegen mogelijke invasies vanuit het oosten. Hun acties waren echter niet zonder controverse, gezien hun vaak harde en onverbiddelijke methoden.

Een opmerkelijk moment was de inzet van het Freikorps onder leiding van generaal von Epp in maart 1919 om de Münchense Sovjetrepubliek neer te slaan, wat resulteerde in de executie van honderden socialisten en communisten.

Politieke Verschuivingen en de Kapp-Putsch

Naarmate de politieke situatie in Duitsland veranderde, begonnen de Freikorpsen zich te distantiëren van hun vroegere bondgenoten binnen de Weimarrepubliek. In 1920 speelden ze een sleutelrol in de Kapp-Putsch, een mislukte poging om de regering omver te werpen, wat leidde tot een korte maar intense periode van politieke chaos.

Ontbinding en Nalatenschap van de Freikorpsen

Na de roerige periode van politieke strijd en militaire confrontaties, begon de invloed van de Freikorpsen geleidelijk af te nemen. Hun uiteindelijke ontbinding en integratie binnen de structuren van de Reichswehr en andere paramilitaire organisaties markeerden het einde van een uniek tijdperk in de Duitse militaire en politieke geschiedenis.

De Ontbinding en Overgang

In de nasleep van de mislukte Kapp-Putsch en onder druk van het Verdrag van Versailles, werden de Freikorpsen officieel ontbonden. Vele leden vonden echter hun weg naar nieuwe organisaties, zoals de Sturmabteilung (SA) van Adolf Hitler’s NSDAP en de Stahlhelm, Bund der Frontsoldaten. Deze overgang illustreert de blijvende invloed van de Freikorps-ideologie binnen de Duitse rechtse politieke en militaire bewegingen.

Politieke Moorden en Geweld

Tijdens hun bestaan waren de Freikorpsen betrokken bij een reeks politieke moorden, waaronder die op de communistische leiders Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht, en later op Walther Rathenau, de minister van Buitenlandse Zaken. Deze daden van politiek geweld benadrukken de tumultueuze en vaak gewelddadige aard van de periode direct na de Eerste Wereldoorlog in Duitsland.

Nalatenschap en Invloed op latere Paramilitaire Organisaties

De nalatenschap van de Freikorpsen is complex en tweeledig. Enerzijds worden ze herinnerd voor hun rol in het beschermen van de jonge Weimarrepubliek tegen externe en interne bedreigingen. Anderzijds worden ze bekritiseerd voor hun bijdrage aan de politieke instabiliteit en het geweld van die periode, en hun invloed op de opkomst van nazistische paramilitaire organisaties.

De methoden en organisatiestructuur van de Freikorpsen dienden als model voor latere paramilitaire groepen, waaronder de SA. Hun rol in de vroege jaren van de Weimarrepubliek en de overgang naar het naziregime blijft een onderwerp van historisch onderzoek en debat.

Conclusie

De Vrijkorpsen vertegenwoordigen een belangrijk, hoewel vaak controversieel, hoofdstuk in de Duitse geschiedenis. Hun opkomst, acties, en uiteindelijke ontbinding weerspiegelen de complexe en tumultueuze periode in Duitsland na de Eerste Wereldoorlog. Terwijl hun nalatenschap gemengde gevoelens oproept, is hun invloed op de militaire en politieke ontwikkelingen in Duitsland onmiskenbaar.

Bronnen en meer informatie

  1. Afbeelding: Bundesarchiv, Bild 183-R29338 / CC-BY-SA 3.0CC BY-SA 3.0 DE, via Wikimedia Commons
  2. Blanke, Richard (1993). Orphans of Versailles: The Germans in Western Poland, 1918–1939. University Press of Kentucky. ISBN 0-8131-1803-4.
  3. Childers, Thomas (2017). The Third Reich: A History of Nazi Germany. New York: Simon & Schuster. ISBN 978-1-45165-113-3.
  4. Davidson, Eugene (2004). The Unmaking of Adolf Hitler. University of Missouri Press. ISBN 978-0-82621-529-1.
  5. Gerwarth, Robert (2008). “The Central European Counter-Revolution: Paramilitary Violence in Germany, Austria and Hungary after the Great War”. Past & Present (200): 175–209. doi:10.1093/pastj/gtm046. S2CID 161539557.
  6. Kolko, Gabriel (1994). Century of War: Politics, Conflicts, and Society since 1914. New York: The New Press. ISBN 978-1-565-84192-5.
  7. Pomplun, Jan-Philipp (2020). “From World War One to the Vanguard of Nazism? A Statistical Approach to the History of German Paramilitarism”. In: Christian Gerlach/Clemens Six (Eds.), The Palgrave Handbook of Anti-Communist Persecutions. Palgrave Macmillan. pp. 347–361. ISBN 978-3-030-54962-6.
  8. Morris, Douglas G. (2005). Justice Imperiled: The Anti-Nazi Lawyer Max Hirschberg in Weimar Germany. University of Michigan Press. ISBN 0-472-11476-X.
  9. Mosse, George L. (1996). The Image of Man: The Creation of Modern Masculinity. New York: Oxford University Press. ISBN 1-60256-338-1.
  10. Mueller, Michael (2007). Canaris. Naval Institute Press. ISBN 9781591141013.
  11. Bronnen Mei1940