Wilhelm Bodewin Johann Gustav Keitel (22 september 1882 – 16 oktober 1946) was een Duitse veldmaarschalk en oorlogsmisdadiger die tijdens de Tweede Wereldoorlog chef was van het Oberkommando der Wehrmacht (OKW), het opperbevel van de nazi-Duitse strijdkrachten. In die hoedanigheid tekende Keitel een aantal strafbevelen en richtlijnen die tot tal van oorlogsmisdaden leidden.
Keitels opmars naar het opperbevel van de Wehrmacht begon met zijn benoeming tot hoofd van het Bureau van de Strijdkrachten bij het Reichsministerium van Oorlog in 1935. Nadat hij in 1938 het bevel over de Wehrmacht had overgenomen, verving Hitler het ministerie door het OKW en werd Keitel de chef ervan. Hij werd onder zijn militaire collega’s verguisd als Hitlers gebruikelijke ‘ja knikker’.
Op 30 augustus 1939, vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, werd Keitel door Hitler benoemd in de zeskoppige Ministerraad voor de Verdediging van het Reich die was opgericht om als “oorlogskabinet” te opereren.
Nadat Duitsland Frankrijk in zes weken had verslagen in de Slag om Frankrijk, beschreef Keitel Hitler als “de grootste krijgsheer aller tijden”. Keitel voerde de onderhandelingen van de Franse wapenstilstand en werd op 19 juli 1940 bevorderd tot Generalfeldmarschall.
De planning voor Operatie Barbarossa, de invasie van de Sovjet-Unie in 1941, werd voorzichtig begonnen door Franz Halder met de herschikking van het 18e Leger in een offensieve positie tegen de Sovjet-Unie. Op 31 juli 1940 hield Hitler een grote conferentie met Keitel, Halder, Alfred Jodl, Erich Raeder, Brauchitsch en Hans Jeschonnek die de invasie verder besprak. De deelnemers hadden geen bezwaar tegen de invasie. Hitler vroeg om oorlogsstudies af te ronden en Georg Thomas kreeg de taak om twee studies over economische zaken af te ronden.
De eerste studie van Thomas beschreef ernstige problemen met brandstof en rubbervoorraden. Keitel wuifde de problemen botweg weg en vertelde Thomas dat Hitler het niet zou willen zien. Dit beïnvloedde Thomas’ tweede studie die een gloedvolle aanbeveling voor de invasie bood op basis van gefabriceerde economische voordelen.
Na de oorlog werd Keitel door het Internationaal Militair Tribunaal in Neurenberg aangeklaagd als een van de “grote oorlogsmisdadigers”. Hij werd schuldig bevonden aan alle punten van de aanklacht: misdaden tegen de menselijkheid, misdaden tegen de vrede, criminele samenzwering en oorlogsmisdaden. Hij werd ter dood veroordeeld en geëxecuteerd door ophanging in 1946.
Bronnen en meer informatie
Foto
By Bundesarchiv, Bild 183-H30220 / CC-BY-SA 3.0, CC BY-SA 3.0 de, Link