De Commissar Order (Duits: Kommissarbefehl) was een bevel uitgevaardigd door het Duitse Opperbevel (OKW) op 6 juni 1941, kort voor de lancering van Operatie Barbarossa, de invasie van de Sovjet-Unie. Dit bevel, formeel bekend als Richtlinien für die Behandlung politischer Kommissare, gaf de Wehrmacht de instructie om Sovjet-politieke commissarissen, die geïdentificeerd werden onder gevangengenomen troepen, onmiddellijk te executeren. De commissarissen werden door het Nazi-regime gezien als vertegenwoordigers van het zogenaamde “Judeo-Bolsjewisme”, een ideologie die in de ogen van de nazi’s bestreden moest worden met extreme middelen. De Commissar Order vormt een van de vele criminele bevelen die door het nazi-leiderschap werden uitgevaardigd tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Inhouds opgave
Voorafgaande context en planning
De planning voor Operatie Barbarossa begon in juni 1940, slechts enkele weken na de overwinning op Frankrijk. In december 1940 begon Adolf Hitler zijn meest senior generaals in te lichten over zijn plannen voor een oorlog tegen de Sovjet-Unie. Tijdens deze bijeenkomsten gaf Hitler ook te kennen dat deze oorlog niet volgens de conventionele regels gevoerd zou worden, maar eerder een “vernietigingsoorlog” moest zijn. Hij sprak openlijk over de samenwerking met de SS om bolsjewistische leiders en commissarissen uit te schakelen.
Hitlers visie op deze oorlog was expliciet gericht op de “eliminatie” van de politieke en militaire leiding van de Sovjet-Unie. Op 3 maart 1941 verklaarde hij aan zijn militaire adviseurs hoe deze oorlog van vernietiging gevoerd zou worden. Hij noemde de noodzaak om bolsjewistische leiders en commissarissen “onmiddellijk uit te schakelen”, waarmee hij het fundament legde voor de latere Commissar Order.
Inhoud van de Commissar Order
Het bevel zelf werd voor het eerst opgesteld door generaal Eugen Müller op 6 mei 1941. Het document riep op tot de onmiddellijke executie van Sovjet-politieke commissarissen om te voorkomen dat zij gevangenenkampen in Duitsland zouden bereiken. Het definitieve bevel, uitgevaardigd op 6 juni 1941, beperkte zich tot de hoogste commandanten binnen de Wehrmacht, die vervolgens hun ondergeschikten mondeling moesten informeren.
De Commissar Order bevatte de volgende richtlijnen:
- In de strijd tegen het bolsjewisme kan geen rekening worden gehouden met de naleving van de beginselen van menselijkheid of internationaal recht.
- Politieke commissarissen, herkenbaar aan hun rode ster met gouden hamer en sikkel op de mouwen, moeten direct worden geïdentificeerd en geëxecuteerd.
- Commissarissen die geen vijandelijke acties hebben ondernomen, konden tijdelijk ongemoeid worden gelaten, maar moesten uiteindelijk worden overgedragen aan de Sonderkommando’s voor verdere beoordeling.
Ideologische achtergronden en uitvoering
Het bevel was sterk ideologisch geladen en weerspiegelde de racistische en politieke opvattingen van het nazi-regime. Hitler beschouwde de oorlog tegen de Sovjet-Unie als een ideologische strijd tussen het nationaalsocialisme en het zogenaamde Judeo-Bolsjewisme. De commissarissen werden afgeschilderd als de belichaming van de communistische ideologie, en hun aanwezigheid binnen de Rode Leger werd gezien als een directe bedreiging voor de veiligheid van Duitse troepen.
Nazi-propaganda versterkte deze ideologie, door de vijand af te schilderen als een mengeling van “Aziatische barbaren” en Joodse complottheoretici. Duitse soldaten werden aangemoedigd om geen genade te tonen voor Sovjet-soldaten, met name de politieke commissarissen, die beschouwd werden als de ware architecten van de “barbaarse methoden van oorlogvoering”.
Hoewel de Wehrmacht-leiding zich ervan bewust was dat dit bevel in strijd was met het internationale oorlogsrecht, voerde het merendeel van de Duitse eenheden de Commissar Order uit. Dit leidde tot de executie van duizenden Sovjet-commissarissen. Generaal Erich von Manstein, die na de oorlog beweerde dat hij het bevel had genegeerd, gaf het in werkelijkheid door aan zijn ondergeschikten, die het zonder uitzondering uitvoerden.
Oorlogsrecht en internationale gevolgen
De Commissar Order was een duidelijke schending van het internationale oorlogsrecht. Duitsland had de Haagse Conventies van 1899 en 1907 ondertekend, die de rechten van krijgsgevangenen beschermden. Hoewel de Sovjet-Unie geen partij was bij deze verdragen, was Duitsland als ondertekenaar van de Haagse en Geneefse Conventies verplicht de rechten van krijgsgevangenen te respecteren, ongeacht de status van andere oorlogvoerende partijen.
Het bevel werd door Hitler gerechtvaardigd door te stellen dat de Sovjet-Unie niet had getekend voor deze verdragen, en dat de Conventies daarom niet van toepassing waren. Toch bleef Duitsland gebonden aan Artikel 82 van de Geneefse Conventie van 1929, waarin werd bepaald dat, zelfs als een van de oorlogvoerende partijen geen partij is bij de Conventie, de bepalingen ervan toch van kracht blijven tussen de ondertekenende landen.
Gevolgen voor de Duitse oorlogsinspanning
Het effect van de Commissar Order op de Sovjet-troepen was verstrekkend. Toen het nieuws over het bevel bekend werd onder de Rode Leger-soldaten, leidde dit tot een toename van het verzet tegen de Duitse troepen. In plaats van overgave aan te moedigen, verhardde het bevel de wil tot vechten onder de Sovjets. Dit onbedoelde effect werd ook door enkele Duitse commandanten erkend, die Hitler vroegen om het bevel te versoepelen.
Hitler weigerde echter in eerste instantie enige wijziging van het bevel. Pas op 6 mei 1942, bijna een jaar na de uitvaardiging, werd de Commissar Order formeel geannuleerd. Tegen die tijd hadden duizenden commissarissen en politieke functionarissen het leven verloren, vaak door standrechtelijke executies direct op het slagveld.
Verantwoording en processen na de oorlog
Na de Tweede Wereldoorlog werd de Commissar Order een belangrijk stuk bewijsmateriaal tijdens de Neurenbergse Processen. De vraag of Duitse generaals verplicht waren bevelen van Hitler op te volgen, zelfs als deze duidelijk illegaal waren, stond centraal in veel rechtszaken. De verdediging dat generaals slechts bevelen uitvoerden, werd door de rechters verworpen, vooral wanneer het ging om bevelen die openlijk in strijd waren met het oorlogsrecht.
Verschillende hoge Duitse commandanten, waaronder von Manstein, werden schuldig bevonden aan oorlogsmisdaden vanwege hun betrokkenheid bij de uitvoering van de Commissar Order. Deze processen benadrukten het feit dat militaire leiders persoonlijk verantwoordelijk konden worden gehouden voor het uitvoeren van illegale bevelen, ongeacht hun rang of positie.
Conclusie
De Commissar Order was een van de meest verwerpelijke bevelen van het nazi-regime tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het bevel schond het internationale oorlogsrecht en leidde tot de standrechtelijke executie van duizenden Sovjet-politieke commissarissen. Hoewel het bevel uiteindelijk werd ingetrokken, had het al aanzienlijke schade aangericht, niet alleen aan de Sovjet-troepen, maar ook aan de reputatie van de Duitse Wehrmacht. De uitvoering van dit bevel droeg bij aan de intensiteit van de oorlog aan het oostfront en werd een cruciaal onderdeel van de bewijsvoering tegen Duitse generaals tijdens de processen na de oorlog.
Bronnen en meer informatie
- Jacobsen, Hans-Adolf. Kommissarbefehl: Wehrmacht und NS-Kriminalität. München, 1961.
- Förster, Jürgen. Barbarossa Revisited: Strategy and Ideology in the East. Londen, 1989.
- Neurenbergse Processen, Verklaring van de rechten van krijgsgevangenen, 1946.
- Manstein, Erich von. Verantwoording voor oorlogsmisdaden, Verklaring, 1949.
- Bronnen Mei1940
- Afbeelding: Leonid Brezhne Public Domain Wiki Commens