Volksgerichtshof: Nazi’s repressieve rechtbank, 1934-1945

Afbeelding van het Volksgerichtshof met rechters Reinecke, Freisler en aanklager Lautz, zittend in een nazi-getooide rechtszaal tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het Volksgerichtshof tijdens de Tweede Wereldoorlog, met rechters Reinecke en Freisler, en aanklager Lautz in een nazi-symbolen versierde rechtszaal.

Het Volksgerichtshof, opgericht door de nazi-regering in 1934, was een berucht speciaal gerechtshof dat buiten de grondwettelijke kaders opereerde. Deze instelling stond bekend om het berechten van politieke misdrijven en het uitspreken van zware straffen, waaronder een groot aantal doodvonnissen. De rechtbank speelde een sleutelrol in het onderdrukken van verzet tegen het nazi-regime en het versterken van de dictatuur van Adolf Hitler.

Oprichting en locaties van het Volksgerichtshof

Het Volksgerichtshof werd in 1934 ingesteld op bevel van rijkskanselier Adolf Hitler, nadat hij teleurgesteld was over de uitkomst van het proces rond de Rijksdagbrand in 1933. In dat proces werden de meeste verdachten vrijgesproken door het Reichsgericht (Rijksgerechtshof), wat leidde tot Hitlers besluit om een eigen rechtbank op te richten die loyaler was aan het regime. Het gerechtshof begon zijn werkzaamheden in het voormalige Pruisische Herenhuis in Berlijn, maar verhuisde later naar het voormalige Königliches Wilhelms-Gymnasium aan de Bellevuestraat 15 in Potsdamer Platz.

Jurisdictie en misdrijven voor het Volksgerichtshof

Het Volksgerichtshof behandelde een breed scala aan politieke misdrijven. Deze omvatten vergrijpen als zwarte handel, werkweigering, defaitisme en hoogverraad. Deze misdrijven werden door de rechtbank gezien als “Wehrkraftzersetzung”, wat letterlijk betekent “het ondermijnen van de verdediging”, en werden dan ook zwaar bestraft. Onder de leiding van rechter-president Roland Freisler deelde de rechtbank veelvuldig de doodstraf uit.

Strenge vonnissen en de invloed van Roland Freisler

Onder leiding van Freisler, die in 1942 aantrad, stond het Volksgerichtshof bekend om zijn brute en partijdige vonnissen. De rechtszittingen stonden bol van intimidatie en misbruik van de aangeklaagden. Verdediging was slechts een formaliteit, waarbij advocaten zelden spraken en vaak niet eens in staat waren om hun cliënten goed te verdedigen. Freisler zelf trad vaak op als zowel rechter als aanklager, wat leidde tot een sterk bevooroordeelde rechtsgang.

Bekende slachtoffers van deze rechtbank waren leden van de verzetsgroep “Die Weiße Rose”, waaronder Sophie en Hans Scholl. Hun proces duurde minder dan een uur en resulteerde in een snel uitgesproken doodvonnis. De rechtbank stond erom bekend dat vanaf 1943, een verschijning voor het Volksgerichtshof vrijwel altijd een zekere doodstraf betekende.

De invloed van Stalingrad en het verstrengen van straffen

Na de nederlaag van het Duitse leger bij Stalingrad in 1943, werd het regime steeds nerveuzer over mogelijke opstanden en defaitisme onder de bevolking. Het Volksgerichtshof werd in deze periode nog meedogenlozer, en het aantal vrijspraken nam drastisch af. Verdediging werd steeds meer een schijnvertoning, en zelfs degenen die werden vrijgesproken, werden vaak kort daarna opnieuw gearresteerd door de Gestapo en naar concentratiekampen gestuurd.

Beruchte processen en showprocessen voor het Volksgerichtshof

In de loop van de Tweede Wereldoorlog werd het Volksgerichtshof steeds meer gebruikt om publieke voorbeelden te stellen en het verzet tegen het nazi-regime te ontmoedigen. Een van de meest beruchte rechtszaken vond plaats na de mislukte aanslag op Adolf Hitler op 20 juli 1944. De rechtbank veroordeelde tientallen samenzweerders die betrokken waren bij de poging om de Führer te doden.

De processen na de aanslag van 20 juli 1944

De nasleep van de aanslag op Hitler leidde tot enkele van de meest opvallende rechtszaken van het Volksgerichtshof. Op 7 augustus 1944 begon het proces tegen de eerste groep verdachten. De beschuldigden, waaronder veldmaarschalk Erwin von Witzleben en kolonel-generaal Erich Hoepner, werden voorgeleid in de Groote Zaal van de Berlijnse Kamergerechtshof. De zaal was speciaal voor de gelegenheid voorzien van hakenkruizen en de rechtszaak werd gefilmd zodat Hitler deze persoonlijk kon bekijken.

De aangeklaagden werden tijdens het proces openlijk vernederd. Ze moesten verscheurd en zonder stropdassen of riemen verschijnen, vaak handboeien dragend. Rechter Roland Freisler, die de zitting voorzat, was berucht om zijn schreeuwende en beledigende optreden. Hij kopieerde de stijl van de Sovjet-procureur Andrej Vysjinski, bekend van de showprocessen tijdens de zuiveringen in de Sovjet-Unie. Freisler beschimpte de beschuldigden en belette hen elke mogelijkheid om zichzelf te verdedigen.

Het lot van Erwin von Witzleben en andere samenzweerders

Veldmaarschalk Erwin von Witzleben, een van de hoogste Duitse militairen die betrokken was bij het complot, onderging tijdens het proces zware vernederingen. Hij werd voortdurend onderbroken door Freisler toen hij probeerde te spreken. Uiteindelijk schreeuwde hij, terwijl hij zich aan zijn broekband vastklampte, naar de rechter: “Jullie kunnen ons overleveren aan de beul, maar binnen drie maanden zal het volk jullie door de straten sleuren!”

De processen resulteerden in snelle veroordelingen. Von Witzleben en de meeste andere beschuldigden werden veroordeeld tot de dood door ophanging en kort daarna geëxecuteerd in de beruchte Plötzensee-gevangenis in Berlijn. Freisler was duidelijk niet geïnteresseerd in de verdediging van de beklaagden en zorgde ervoor dat de uitkomst van het proces al vaststond voordat het überhaupt begon. Het hele proces was bedoeld om angst te zaaien en loyaliteit aan het regime af te dwingen.

Meer processen in augustus 1944

Na de eerste rechtszaak van 7 augustus volgden er nog meer processen in dezelfde maand. Op 10 augustus stonden verschillende andere samenzweerders terecht, waaronder Erich Fellgiebel en Alfred Kranzfelder. Ook zij werden schuldig bevonden en ter dood veroordeeld. Op 15 augustus volgde een nieuwe groep, waaronder Wolf-Heinrich Graf von Helldorf en Hans Bernd von Haeften. De meeste beklaagden hadden slechts een paar minuten om hun zaak te bepleiten, voordat Freisler hen onderbrak en hun doodvonnis uitsprak.

Op 21 augustus stond graaf Ulrich Wilhelm Schwerin von Schwanenfeld terecht. Hij waagde het om tijdens zijn proces te verwijzen naar de vele moorden die in naam van het regime waren gepleegd, zowel binnen als buiten Duitsland. Freisler onderbrak hem snel en verhinderde verdere verklaringen. Ook von Schwanenfeld werd ter dood veroordeeld en kort daarna geëxecuteerd.

De laatste rechtszittingen in 1945

Zelfs in de laatste maanden van de oorlog, terwijl de nederlaag van nazi-Duitsland onvermijdelijk leek, bleef het Volksgerichtshof functioneel. Op 30 augustus 1944 vond een proces plaats tegen kolonel-generaal Carl-Heinrich von Stülpnagel, die eerder had geprobeerd zelfmoord te plegen door zichzelf in het hoofd te schieten, wat resulteerde in blindheid. Hij werd veroordeeld samen met andere samenzweerders zoals Caesar von Hofacker en Eberhard Finckh. Ook zij werden opgehangen in Plötzensee.

In het begin van 1945, toen de geallieerde legers oprukten, vond een van de laatste processen plaats. Alexis von Roenne, een officier die indirect in verband werd gebracht met het complot van 20 juli, stond terecht. Hoewel hij niet direct betrokken was bij de aanslag op Hitler, werd hij alsnog veroordeeld en opgehangen.

De ondergang van Roland Freisler en het einde van het Volksgerichtshof

Terwijl het Volksgerichtshof doorging met zijn activiteiten, bleef het niet gevrijwaard van de gevolgen van de geallieerde bombardementen op Duitsland. In februari 1945 werd het gebouw waarin de rechtbank zich bevond zwaar getroffen tijdens een luchtaanval op Berlijn. Deze aanval zou niet alleen het gerechtshof beschadigen, maar ook een einde maken aan het leven van rechter Roland Freisler, de belangrijkste figuur binnen het Volksgerichtshof.

De dood van Roland Freisler tijdens een luchtaanval

Op 3 februari 1945, tijdens een zaterdagzitting van het Volksgerichtshof, voerde de Amerikaanse luchtmacht een zware bombardementsaanval uit op Berlijn. Terwijl Freisler bezig was met een rechtszaak, troffen bommen het gebouw van de rechtbank. Volgens ooggetuigenverslagen pauzeerde Freisler de zitting om de gevangenen naar een schuilkelder te sturen, maar hij besloot zelf om achter te blijven om belangrijke documenten te redden. Tijdens deze poging werd hij geraakt door een instortende balk toen een bom bijna direct het gerechtsgebouw trof.

Freisler stierf ter plekke, onder het puin van zijn eigen rechtbank. In zijn handen hield hij de dossiers van de zaak die hij op dat moment behandelde, waaronder die van Fabian von Schlabrendorff, een lid van de verzetsgroep die betrokken was bij de aanslag op Hitler op 20 juli 1944. Von Schlabrendorff had het geluk te ontsnappen aan de executie, doordat Freisler’s dood verdere rechtszaken vertraagde. Uiteindelijk werd hij vrijgesproken door de tijdelijke opvolger van Freisler, een zeldzaamheid in de laatste maanden van de rechtbank.

Het einde van het Volksgerichtshof

Met de dood van Freisler en de toenemende nederlagen van nazi-Duitsland aan het front, begon ook de invloed van het Volksgerichtshof af te nemen. Hoewel het gerechtshof nog enkele zittingen hield in de laatste maanden van de oorlog, was de chaotische situatie in Duitsland een rem op de efficiënte werking ervan. In april 1945, met de geallieerde troepen op de drempel van Berlijn, werd het Volksgerichtshof definitief ontbonden.

De invloed van het Volksgerichtshof tijdens de oorlogsjaren blijft echter een donker hoofdstuk in de Duitse geschiedenis. Het gerechtshof had duizenden mensen ter dood veroordeeld of naar gevangenissen gestuurd op basis van politieke beschuldigingen. Het fungeerde niet als een rechtbank volgens de normale rechtsprincipes, maar eerder als een instrument van terreur om politieke vijanden te elimineren en de bevolking te intimideren.

Juridische nasleep en de erfenis van het Volksgerichtshof

Na de Tweede Wereldoorlog stond het Volksgerichtshof symbool voor de schendingen van de rechtsstaat onder het nazi-regime. Hoewel het gerechtshof zelf werd ontbonden in 1945, duurde het decennia voordat de juridische nasleep volledig werd afgewikkeld. Veel van de rechters en aanklagers van het Volksgerichtshof ontsnapten aan vervolging, wat leidde tot controverse in de naoorlogse periode.

De vervolging van Volksgerichtshof-functionarissen

In 1956 kende het Duitse Bondsgerichtshof een zogenaamde “rechtersprivilege” toe aan de voormalige leden van het Volksgerichtshof. Dit betekende dat rechters en aanklagers van het Volksgerichtshof niet strafrechtelijk vervolgd konden worden voor hun daden, omdat deze legaal waren volgens de wetten die golden tijdens het nazi-regime. Dit leidde ertoe dat de overgrote meerderheid van de ongeveer 570 rechters en aanklagers van het Volksgerichtshof nooit verantwoordelijk werd gehouden voor hun acties.

Ernst Lautz, de belangrijkste openbaar aanklager van het Volksgerichtshof, was een van de weinigen die veroordeeld werd voor zijn rol in de processen. In 1947, tijdens de Neurenbergse processen, werd hij veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf voor zijn betrokkenheid bij de vervolging van politieke tegenstanders van het nazi-regime. Echter, hij werd na minder dan vier jaar vrijgelaten en ontving later zelfs een overheidspensioen van de West-Duitse regering. Andere rechters en aanklagers kregen na de oorlog hoge posities in de Duitse rechtspraak, wat onder historici en het Duitse publiek voor aanzienlijke verontwaardiging zorgde.

De morele veroordeling van het Volksgerichtshof

Hoewel veel voormalige leden van het Volksgerichtshof niet juridisch vervolgd werden, erkende het naoorlogse Duitsland de morele misdaden die door deze instelling waren begaan. In 1985 verklaarde de Bondsdag, het Duitse parlement, officieel dat het Volksgerichtshof een “instrument van gerechtelijke moord” was. Deze verklaring was een belangrijke stap in het proces van erkenning van de verantwoordelijkheid van nazi-functionarissen voor de schendingen van mensenrechten en het gebruik van het rechtssysteem voor politieke repressie.

Daarnaast zijn er op verschillende locaties in Duitsland gedenktekens geplaatst voor de slachtoffers van het Volksgerichtshof. Een van de bekendste is de herdenkingsplaat buiten het Sony Center in Berlijn, op de plek waar ooit het gebouw van het Volksgerichtshof stond. Deze gedenktekens herinneren aan de duizenden mensen die onder dit systeem van onrecht zijn veroordeeld en geëxecuteerd.

Conclusie

Het Volksgerichtshof was een cruciaal onderdeel van de repressieve machinerie van nazi-Duitsland. Opgericht om politieke vijanden te berechten en het nazi-regime te beschermen, veroordeelde het duizenden burgers zonder eerlijke rechtsgang. Onder leiding van rechters zoals Roland Freisler werden rechtszittingen omgevormd tot showprocessen, waarin de uitkomst vrijwel altijd al vaststond.

Na de oorlog werden slechts enkele leden van het Volksgerichtshof verantwoordelijk gehouden voor hun daden, en velen ontsnapten aan gerechtelijke vervolging. Pas decennia later werd door de Duitse overheid erkend dat het Volksgerichtshof een belangrijk instrument was van gerechtelijke moord, waarbij onschuldige mensen zonder eerlijk proces werden veroordeeld.

De herinnering aan het Volksgerichtshof blijft een belangrijk onderdeel van de Duitse geschiedschrijving en herinnert ons aan de gevaren van een rechtssysteem dat wordt ingezet om politieke vijanden te elimineren en persoonlijke vrijheden te onderdrukken.

Bronnen en meer informatie

  1. Burleigh, Michael. The Third Reich: A New History. Hill and Wang, 2000.
  2. Evans, Richard J. The Third Reich at War. Penguin Books, 2008.
  3. Judges’ Trial – Wikipedia
  4. Haffner, Sebastian. The Meaning of Hitler. Harvard University Press, 1979.
  5. Shirer, William L. The Rise and Fall of the Third Reich. Simon & Schuster, 1960.
  6. German Bundestag. Erklärung zum Volksgerichtshof, 1985.
  7. Bronnen Mei1940
  8. Afbeelding: Bundesarchiv, Bild 151-39-23 / CC-BY-SA 3.0CC BY-SA 3.0 DE, via Wikimedia Commons