Wat aan de landingen van 6 juni 1944 (D-Day) vooraf ging

Voor D-Day: intense geallieerde planning, strategische bombardementen, evacuatie van Duinkerken, diplomatieke conferenties, en Operatie Jubilee's leerpunten.
Voor D-Day: intense geallieerde planning, strategische bombardementen, evacuatie van Duinkerken, diplomatieke conferenties, en Operatie Jubilee's leerpunten.

De landingen op 6 juni 1944, bekend als D-Day, waren een cruciaal keerpunt in de Tweede Wereldoorlog. Deze gebeurtenis was het resultaat van uitgebreide strategische planning en samenwerking tussen de geallieerde mogendheden. Dit artikel verkent de gebeurtenissen en beslissingen die leidden tot deze historische dag, met een focus op militaire voorbereidingen en diplomatieke overeenkomsten.

De slag om Frankrijk in 1940

De Slag om Frankrijk in 1940 markeerde een kritieke fase in de Tweede Wereldoorlog. Na een snel offensief veroverde de Duitse Wehrmacht grote delen van Frankrijk. De geallieerde troepen, bestaande uit Britse en Franse soldaten, werden gedwongen zich terug te trekken naar Duinkerken. De daaropvolgende evacuatie, bekend als Operatie Dynamo, redde duizenden soldaten van gevangenschap of vernietiging.

Ondanks het succes van de evacuatie verloren de geallieerden een groot deel van hun zware materiaal, zoals tanks en artillerie, wat hun capaciteit om onmiddellijk terug te slaan ernstig beperkte. De Duitsers vestigden een sterke aanwezigheid langs de kustlijn van West-Europa, waardoor de geallieerden een langdurige en moeilijke strijd tegemoet gingen om het continent te heroveren.

Achter gelaten Franse tanks en artillerie tijdens de Slag om Frankrijk mei 1940. Bundesarchiv, Bild 121-0412 / CC-BY-SA 3.0 File:Bundesarchiv Bild 121-0412, Frankreich, Panzer Somua S35, Geschütz.jpg

Evacuatie vanuit Duinkerken 1940

De evacuatie vanuit Duinkerken, bekend als Operatie Dynamo, vond plaats tussen 26 mei en 4 juni 1940 en markeerde een cruciaal moment in de Tweede Wereldoorlog. Onder voortdurende dreiging van Duitse aanvallen slaagden de geallieerde troepen erin meer dan 330.000 soldaten over het Kanaal naar Groot-Brittannië te evacueren. Hoewel de operatie een groot succes was in termen van het redden van mensenlevens, werden vrijwel alle zware uitrustingen zoals tanks, artillerie en voertuigen achtergelaten.

De evacuatie had echter verstrekkende gevolgen. Het verlies van materieel beperkte de mogelijkheid van de geallieerden om op korte termijn een tegenaanval te lanceren. De Duitsers, nu versterkt door hun veroveringen, controleerden de strategische kustlijn van West-Europa en versterkten hun verdedigingswerken, wat later bekend zou worden als de Atlantikwall.

Evacuatie vanuit Duinkerken 1940. De Britten slagen er in te ontkomen met achterlating al hun materieel, zoals tanks, artillerie en voertuigen.

Het Westfront 1940 – 1944

Van juni 1940 tot 1944 waren de gevechten aan het Westfront voornamelijk lucht- en zeegevechten. De geallieerden, met beperkte middelen en troepen, waren niet in staat om een grootschalige invasie op het Europese vasteland te lanceren. In deze periode concentreerden zij zich op het opbouwen van hun krachten en het ondermijnen van de Duitse oorlogsindustrie door middel van strategische bombardementen.

Operatie Jubilee

De enige aanval van grondtroepen is uitgevoerd is de aanval op Dieppe met de code naam Operatie Jubilee. Deze aanval had tot doel de Duits verdediging te testen en het verkrijgen van inlichtingen. De aanval op Dieppe is in zekere zin een geslaagde aanval, aangetoond werd, dat er onvoldoende luchtsteun was en er geen onderlinge afstemming was tussen de luchtmacht, marine en landmacht.

Hierdoor was er geen coördinatie mogelijk. Deze geleerde lessen, werden toepast tijdens Operatie Toorts en Overlord. Ook bleek de Wehrmacht snel te kunnen reageren. Dit was mogelijk door de Duitse toepassing van auftragstatik. In tactische zin, was de aanval een totale mislukking, met veel verliezen aan Geallieerde kant.

Canadese slachtoffers op het blauwe strand van Puys. Gevangen tussen het strand en de hoge zeewering (verrijkt met prikkeldraad), waren gemakkelijke doelen voor de MG34-machinegeweren in een Duitse bunker. De vuurgaten van de bunker is zichtbaar in de verte, net boven het hoofd van de Duitse soldaat.

St Nazaire Raid

De St Nazaire Raid, ook bekend als Operatie Chariot, vond plaats op 28 maart 1942. Deze aanval richtte zich op het droogdok van St Nazaire, het enige dok aan de Atlantische kust dat groot genoeg was om de Duitse slagschepen te herbergen. De succesvolle vernietiging van het dok dwong de Duitsers om hun schepen naar verder gelegen havens te sturen voor reparaties, waardoor deze schepen kwetsbaarder werden voor geallieerde aanvallen.

Strategische bombardementen

Tijdens de jaren van relatieve stilstand aan het Westfront voerden de geallieerden een reeks strategische bombardementen uit, gericht op het verstoren van de Duitse oorlogseconomie en infrastructuur. Deze campagnes, zoals het Combined Bomber Offensive (CBO), richtten zich op fabrieken, transportnetwerken en olieraffinaderijen.

Operation Crossbow was gericht op het vernietigen van Duitse V-wapeninstallaties, terwijl de Oil Campaign de Duitse brandstofproductie onder vuur nam. Daarnaast werd met het Transportation Plan getracht de mobiliteit van Duitse troepen te beperken door spoorwegen en bruggen te bombarderen, wat essentieel bleek in de aanloop naar de invasie van Normandië.

Overlord Air Plan stelde doelen om luchtoverwicht te verzekeren en de Duitse communicatie- en bevoorradingslijnen te verstoren. Deze bombardementen speelden een cruciale rol in het voorbereiden van de weg voor de geallieerde landingen op D-Day.

Noodzaak van een tweede front

De Sovjet-Unie oefende aanzienlijke druk uit op de geallieerden om een tweede front te openen in West-Europa, om de Duitse druk op het Oostfront te verminderen. Hoewel er in 1942 al plannen waren, zoals Operatie Sledgehammer, om een vroege invasie te lanceren, bleek dat de geallieerden nog niet over voldoende getrainde troepen en materieel beschikten.

De opening van een tweede front werd uiteindelijk gepland voor 1944, met Operatie Overlord als de belangrijkste actie. Dit plan voorzag in een grootschalige invasie van Noord-Frankrijk, waarbij de geallieerden moesten zorgen voor luchtoverwicht en het neutraliseren van de Duitse verdediging aan de kust.

Afstemming tussen de geallieerde regeringsleiders

Naast de militaire voorbereidingen was de diplomatieke samenwerking tussen de geallieerde mogendheden van cruciaal belang voor het succes van de invasie van Normandië. Verschillende conferenties en afspraken legden de basis voor de coördinatie van militaire inspanningen en de vorming van een gezamenlijk front tegen de Asmogendheden.

Atlantisch Handvest

Het Atlantisch Handvest, overeengekomen tijdens de Conferentie van Placentia Bay op 9 en 10 augustus 1941, vormde een belangrijke basis voor de samenwerking tussen de geallieerden. Deze overeenkomst, opgesteld door de Britse premier Winston Churchill en de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt, schetste de visie voor een naoorlogse wereldorde gebaseerd op zelfbeschikking, economische samenwerking en de vrijheid van de zeeën. Hoewel de Sovjet-Unie aanvankelijk niet betrokken was bij de opstelling van het handvest, werd het later een hoeksteen van de geallieerde samenwerking, inclusief de oprichting van de Verenigde Naties.

Winston Churchill en Franklin Delano Roosevelt aan boord van de USS Augusta (CA-31)

Eerste en tweede conferentie van Moskou

De Eerste Conferentie van Moskou vond plaats van 29 september tot 1 oktober 1941, waarbij de geallieerden, inclusief de Sovjet-Unie, afspraken maakten over materiële hulp aan de Sovjets om hen te ondersteunen in hun strijd tegen nazi-Duitsland. Deze hulp was van cruciaal belang, aangezien de Sovjet-Unie op dat moment zwaar onder druk stond aan het Oostfront.

De Tweede Conferentie van Moskou, gehouden van 12 tot 17 augustus 1942, richtte zich op de coördinatie van militaire operaties, inclusief de discussies over het openen van een tweede front in West-Europa. De geallieerden erkenden de noodzaak van een gecoördineerde strategie om Duitsland op meerdere fronten te confronteren, wat uiteindelijk leidde tot de planning van de invasie van Normandië.

De conferentie van Casablanca

Tijdens de Conferentie van Casablanca, gehouden van 14 tot 24 januari 1943, bespraken de geallieerde leiders strategische kwesties zoals het tekort aan transportschepen en de aanpak van de Duitse onderzeebootdreiging. De conferentie resulteerde in de beslissing om een grootschalig luchtoffensief te starten tegen de Duitse oorlogsindustrie en de voorbereiding van troepen en materieel in Groot-Brittannië voor een toekomstige invasie van Frankrijk. Dit was een cruciale stap in de richting van D-Day, aangezien het luchtoffensief bedoeld was om de Duitse defensieve capaciteiten te verzwakken en de weg vrij te maken voor een succesvolle landing.

De Conferentie van Casablanca

De Washington Conferentie (Trident)

De derde Washington Conferentie, ook bekend als Trident, vond plaats van 12 tot 25 mei 1943. Deze strategische bijeenkomst tussen de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk was gericht op de planning van de geallieerde invasie van Sicilië en het vaststellen van de datum voor de invasie van Normandië, die uiteindelijk werd uitgesteld tot mei 1944. De geallieerde leiders bespraken de logistieke uitdagingen, zoals het verzekeren van luchtoverwicht en de beschikbaarheid van voldoende landingsvaartuigen en troepen, die noodzakelijk waren voor het succes van Operatie Overlord.

De gesprekken benadrukten ook de noodzaak om de Duitse verdediging effectief te verstoren, inclusief de controle over de lucht en zee, wat essentieel was om de geallieerde troepen veilig aan land te krijgen en een bruggenhoofd te vestigen in Frankrijk.

De conferentie van Quebec

De Conferentie van Quebec, gehouden van 17 tot 24 augustus 1943, resulteerde in verdere afspraken over het intensiveren van het luchtoffensief tegen Duitsland en het plannen van de invasie van Italië. Deze strategische beslissingen waren bedoeld om de militaire druk op Duitsland te vergroten en het aantal geallieerde troepen en materieel in Groot-Brittannië uit te breiden, in voorbereiding op de invasie van Normandië.

De conferentie van Teheran

De Conferentie van Teheran, gehouden in Iran van 28 november tot 1 december 1943, was de eerste bijeenkomst van de leiders van de ‘grote drie’: de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en de Sovjet-Unie. Hier werd besloten dat Operatie Overlord in mei 1944 zou worden uitgevoerd, samen met Operatie Dragoon, de invasie van Zuid-Frankrijk. Deze beslissingen waren cruciaal voor het synchroniseren van de geallieerde militaire inspanningen en het verzekeren van een gecoördineerde aanval op nazi-Duitsland van meerdere fronten.

Conclusie

De geallieerde landingen op D-Day, 6 juni 1944, waren het resultaat van jarenlange voorbereidingen, strategische planningen en diplomatieke onderhandelingen. De Slag om Frankrijk in 1940 en de daaropvolgende evacuatie van Duinkerken maakten duidelijk dat een terugkeer naar het Europese vasteland grondig moest worden voorbereid. De geallieerden werkten aan het versterken van hun militaire capaciteiten, voerden strategische bombardementen uit, en leerden van de fouten die gemaakt werden tijdens Operatie Jubilee en andere militaire acties.

De diplomatieke samenwerking tussen de geallieerde mogendheden, zoals vastgelegd in het Atlantisch Handvest en besproken tijdens de conferenties van Moskou, Casablanca, Washington, Quebec en Teheran, speelde een cruciale rol bij het vormgeven van de gezamenlijke strategie. Deze bijeenkomsten zorgden voor een gecoördineerde inspanning om Duitsland op meerdere fronten te confronteren, wat uiteindelijk leidde tot de succesvolle invasie van Normandië.

De strategische doelen van de geallieerden omvatten het verstoren van de Duitse verdediging, het verzekeren van luchtoverwicht en het neutraliseren van vijandelijke communicatie- en bevoorradingslijnen. Deze elementen waren essentieel voor de uitvoering van Operatie Overlord, de grootste amfibische aanval in de geschiedenis, die een beslissende bijdrage leverde aan de bevrijding van Europa en het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Bronnen en meer informatie

  1. Ryan, Cornelius. De Langste Dag: 6 juni 1944 D-Day. Scribner, 1959.
  2. Beevor, Antony. D-Day: The Battle for Normandy. Penguin Books, 2009.
  3. Hastings, Max. Overlord: D-Day and the Battle for Normandy 1944. Vintage Books, 2016.
  4. Keegan, John. Six Armies in Normandy: From D-Day to the Liberation of Paris June 6th – August 25th, 1944. Viking Press, 1982.
  5. Eisenhower, Dwight D.. Crusade in Europe. Doubleday, 1948.
  6. Bronnen Mei1940