KMS Tirpitz: Duits Bismarck-klasse slagschip in WOII

Tirpitz tijdens proefvaarten, circa september 1940, met focus op het ontwerp en de omvang van het Bismarck-klasse slagschip.
Tirpitz tijdens proefvaarten in september 1940. Dit Bismarck-klasse slagschip was een belangrijk onderdeel van de Kriegsmarine.

De KMS Tirpitz was het tweede slagschip van de Bismarck-klasse, gebouwd door de Kriegsmarine van nazi-Duitsland tijdens de aanloop naar en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het schip was vernoemd naar Grootadmiraal Alfred von Tirpitz, oprichter van de Keizerlijke Marine. Het werd gebouwd in de Kriegsmarinewerft in Wilhelmshaven, waar de kiel in november 1936 werd gelegd. De lancering van de romp vond plaats in april 1939 en in februari 1941 werd het schip officieel in dienst genomen.

Met een waterverplaatsing van 52.600 ton volledig geladen was de Tirpitz het zwaarste slagschip dat door Duitsland werd gebouwd. In Europa werd dit gewicht pas overtroffen door de Britse HMS Vanguard, die na de oorlog in dienst kwam. De Tirpitz was uitgerust met zware artillerie en geavanceerde radar, ontworpen om te concurreren met de grootste slagschepen van die tijd.

Ontwerp en Technische Specificaties

Ontwikkeling en Bouw

De KMS Tirpitz en de KMS Bismarck werden in de jaren 1930 ontwikkeld als antwoord op de bouw van Franse Richelieu-klasse slagschepen. Deze Duitse schepen werden officieel ontworpen binnen de limieten van het Verdrag van Washington, dat een maximum waterverplaatsing van 35.000 ton oplegde. In werkelijkheid overschreden de schepen dit limiet ruimschoots, mede omdat de internationale verdragen in 1937 instortten. Hierdoor konden grotere en zwaardere schepen worden gebouwd.

De bouw van de Tirpitz begon in oktober 1936. De lancering vond plaats in april 1939, met Adolf Hitler en andere hoogwaardigheidsbekleders aanwezig bij de ceremonie. Het schip werd pas in februari 1941 volledig uitgerust en in dienst gesteld na een reeks vertragingen, deels veroorzaakt door bombardementen op de werf.

Technische Specificaties

KenmerkDetails
KlasseBismarck-klasse slagschip
Lengte251 meter
Breedte36 meter
Diepgang10,6 meter
Waterverplaatsing42.900 ton (standaard), 52.600 ton (volledig geladen)
SnelheidMaximaal 30 knopen (ca. 56 km/u)
Actieradius8.870 zeemijl bij 19 knopen

De aandrijving van de Tirpitz bestond uit drie stoomturbines, aangedreven door twaalf oliegestookte Wagner-ketels. Dit systeem leverde een gecombineerd vermogen van 163.000 pk, waarmee het schip een maximale snelheid van 30 knopen kon halen.

Bewapening

De Tirpitz was uitgerust met krachtige artillerie die geschikt was voor verschillende gevechtssituaties:

  • Hoofdbewapening: Acht 38 cm kanonnen, gemonteerd in vier tweelingkoepels.
  • Secundaire bewapening: Twaalf 15 cm kanonnen.
  • Luchtafweer: Zestien 10,5 cm kanonnen, zestien 3,7 cm kanonnen en tot 58 2 cm kanonnen.
  • Torpedobuizen: Acht 53,3 cm torpedobuizen (toegevoegd tijdens latere aanpassingen).

Deze bewapening maakte de Tirpitz effectief tegen zowel oppervlakte- als luchtdoelen. De vuurkracht van de hoofdbatterij was vergelijkbaar met die van andere grote slagschepen van die tijd.

Pantser en Verdediging

De pantsering van de Tirpitz was ontworpen om bescherming te bieden tegen zware aanvallen:

  • Hoofdgordelpantser: 320 mm dik.
  • Dekpantser: Variërend van 100 tot 120 mm.
  • Geschutkoepels: Tot 360 mm aan de voorkant.

De bescherming werd aangevuld met verschillende lagen bewapening en anti-torpedonetwerken. Daarnaast was het schip voorzien van radarsystemen zoals de FuMO 23, die later werden vervangen door geavanceerdere modellen om de nauwkeurigheid van vuurleiding te verbeteren.

Operationele Geschiedenis

Eerste Missies en Stationering in Noorwegen

Na de voltooiing van zeeproeven in 1941 werd de KMS Tirpitz aanvankelijk ingezet als vlaggenschip van de Baltische Vloot. Deze eenheid had als doel een mogelijke uitbraak van de Sovjet-Baltische vloot uit Leningrad te voorkomen. Begin 1942 werd de Tirpitz overgeplaatst naar Noorwegen, een strategische beslissing die haar rol in de oorlog zou bepalen.

Noorwegen bood meerdere voordelen voor de inzet van de Tirpitz. Vanuit de fjorden kon ze geallieerde konvooien aanvallen die via de Noordelijke IJszee naar de Sovjet-Unie voeren. Daarnaast fungeerde ze als een afschrikmiddel tegen een mogelijke geallieerde invasie in Noorwegen. Haar aanwezigheid dwong de Britse Royal Navy aanzienlijke middelen in het gebied te concentreren, zelfs als de Tirpitz zelf weinig operaties uitvoerde.

Reis naar Noorwegen

De verplaatsing van de Tirpitz naar Noorwegen, bekend als Operatie Polarnacht, begon in januari 1942. Het schip vertrok uit Wilhelmshaven en bereikte Trondheim op 16 januari, waar ze in de Fættenfjord werd gestationeerd. Hier werd ze beschermd door natuurlijke rotswanden, anti-torpedonetten en camouflagemaatregelen zoals kunstmatige mist. Dit maakte haar een moeilijk doelwit voor luchtaanvallen.

Operaties tegen Geallieerde Konvooien

In 1942 en 1943 voerde de Tirpitz verschillende operaties uit tegen geallieerde konvooien, hoewel veel van deze missies voortijdig werden afgebroken vanwege slechte weersomstandigheden, brandstoftekorten of dreigingen van Britse vlootformaties.

Operatie Sportpalast

Een van de meest opvallende operaties vond plaats in maart 1942. Onder de codenaam Operatie Sportpalast probeerde de Tirpitz het geallieerde konvooi PQ 12 te onderscheppen, dat onderweg was naar de Sovjet-Unie. De Britse marine was echter voorbereid. Dankzij onderschepte Duitse communicatie konden ze het konvooi herrouteren en versterkingen sturen, waaronder het slagschip HMS King George V en de vliegdekschip HMS Victorious. Hoewel de Tirpitz het konvooi niet bereikte, lanceerden Britse vliegtuigen een aanval met torpedo’s, die het schip niet wisten te raken.

De mislukte missie toonde de moeilijkheden waarmee de Tirpitz werd geconfronteerd: ondanks haar kracht als slagschip bleef ze afhankelijk van steunvloten en adequate brandstofreserves.

Operatie Rösselsprung

In juli 1942 nam de Tirpitz deel aan Operatie Rösselsprung, een poging om het geallieerde konvooi PQ 17 aan te vallen. De Duitse marine stuurde een gecombineerde vloot, maar opnieuw waren de geallieerden voorbereid. Toen de Duitsers ontdekten dat hun bewegingen waren opgemerkt, gaven ze de opdracht om de operatie af te breken. Geïsoleerde schepen van het konvooi werden vervolgens aangevallen door Duitse U-boten en vliegtuigen, die 21 van de 34 transportschepen vernietigden.

Bombardement op Spitsbergen

In september 1943 ondernam de Tirpitz haar enige offensieve actie met haar hoofdbewapening. Samen met het slagschip Scharnhorst bombardeerde ze geallieerde installaties op Spitsbergen. Deze operatie had beperkte strategische waarde, maar het was een zeldzaam moment waarop de Tirpitz haar kanonnen daadwerkelijk gebruikte tegen een vijandelijk doel.

Geallieerde Aanvallen op de Tirpitz

De Tirpitz was een belangrijk doelwit voor de geallieerden vanwege haar potentiële bedreiging voor konvooien en haar strategische waarde in Noorwegen. Tussen 1942 en 1944 lanceerden de Britten herhaaldelijk aanvallen op het schip.

Operation Source: Aanval met Dwergonderzeeërs

In september 1943 voerden de Britten Operatie Source uit, een poging om de Tirpitz te beschadigen met dwergonderzeeërs van het type X Craft. Twee van deze mini-onderzeeërs wisten mijnen onder de Tirpitz te plaatsen. De explosies veroorzaakten aanzienlijke schade, waaronder scheuren in het dek en ernstige overstromingen. Hoewel het schip niet volledig werd uitgeschakeld, werd het voor maanden uit de vaart genomen voor reparaties.

Luchtaanvallen: Operatie Tungsten

Op 3 april 1944 lanceerden Britse vliegdekschepen een grootschalige aanval op de Tirpitz met Fairey Barracuda-duikbommenwerpers. Deze aanval, bekend als Operatie Tungsten, resulteerde in meerdere treffers. Hoewel de hoofdpantsering van het schip standhield, veroorzaakten de bommen aanzienlijke schade aan de bovenbouw en het luchtafweergeschut. Tientallen bemanningsleden werden gedood of gewond. Na deze aanval bleef de Tirpitz beperkt tot een defensieve rol als drijvende batterij.

Het gekapseisde Duitse slagschip Tirpitz in de Tromsøfjord, met een bergingsschip aanwezig, na aanval op 12 november 1944.
Het gekapseisde slagschip Tirpitz in de Tromsøfjord na de RAF-aanval op 12 november 1944, met een bergingsschip ter plaatse.

Laatste Aanvallen en Uiteindelijke Vernietiging

Operatie Paravane: De Laatste Reizen

In september 1944 voerden de Britten Operatie Paravane uit, een aanval gericht op het verder uitschakelen van de Tirpitz. Vanuit een tijdelijke basis in Rusland gebruikten Lancaster-bommenwerpers zogenaamde Tallboy-bommen, ontworpen om de dikke bepantsering van slagschepen te doorboren.

Een van deze bommen trof de boeg van de Tirpitz. Hoewel de explosie niet fataal was, veroorzaakte het zware schade. De boeg raakte overstroomd, en het schip kon niet langer veilig de open zee bevaren. Hierop besloot de Duitse marine de Tirpitz alleen nog als statisch artillerieplatform te gebruiken. Het schip werd verplaatst naar een ankerplaats bij Håkøya, nabij Tromsø, waar het beter kon worden beschermd.

Operatie Obviate en Catechism

De Britten stopten niet na Operatie Paravane. In oktober 1944 volgde Operatie Obviate, waarbij opnieuw Tallboy-bommen werden gebruikt. Deze keer veroorzaakten de bommen slechts een enkele indirecte treffer, die beperkte schade aanrichtte. De Tirpitz bleef intact, hoewel het schip in een steeds kwetsbaardere positie verkeerde.

De definitieve aanval vond plaats op 12 november 1944, onder de naam Operatie Catechism. Bij deze operatie vielen 32 Lancaster-bommenwerpers de Tirpitz aan. Dit keer troffen meerdere Tallboy-bommen hun doel:

  • Eén bom sloeg in tussen de geschutstorens Anton en Bruno, hoewel deze niet ontplofte.
  • Een tweede bom sloeg midscheeps in en veroorzaakte een grote explosie.
  • Een derde bom veroorzaakte catastrofale schade door het schip te doorboren en in de munitiekamer te exploderen.

De Tirpitz begon snel over stuurboord te hellen. Binnen enkele minuten was de lijst zo ernstig dat de bemanning bevel kreeg het schip te verlaten. Rond 09:50 kapseisde de Tirpitz volledig. Een grote explosie, vermoedelijk in geschutstoren Caesar, veroorzaakte verdere schade en doodde veel van de bemanning.

Slachtoffers en Reddingsacties

Van de ongeveer 1.700 bemanningsleden aan boord kwamen er tussen de 950 en 1.204 om het leven. Een deel van de overlevenden werd gered door andere schepen in de buurt, terwijl anderen zichzelf in veiligheid brachten door op het wrak te klimmen. De slechte communicatie tussen de Duitse marine en de Luftwaffe leidde tot kritiek op de gebrekkige luchtverdediging tijdens de aanval.

Na de Vernietiging

Na de oorlog werd het wrak van de Tirpitz grotendeels ontmanteld. Tussen 1948 en 1957 voerden Noorse en Duitse bedrijven gezamenlijke bergingsoperaties uit. Grote delen van het schip werden gesloopt en verkocht als schroot.

Conclusie

De Tirpitz was een belangrijk onderdeel van de Duitse Kriegsmarine tijdens de Tweede Wereldoorlog. Met haar indrukwekkende bewapening, pantsering en omvang was ze ontworpen om een prominente rol te spelen in de oorlog op zee. Ondanks haar geavanceerde ontwerp en strategische waarde werd de operationele impact van de Tirpitz beperkt door brandstoftekorten, strategische fouten en de overweldigende superioriteit van de geallieerde luchtmacht. Haar stationering in Noorwegen dwong de geallieerden aanzienlijke middelen in te zetten om haar te neutraliseren, zelfs als het schip zelf zelden werd ingezet. De serie van aanvallen door de Britse marine en luchtmacht leidde uiteindelijk tot haar vernietiging in november 1944.

Bronnen en meer informatie

  1. Afbeelding 1: KMS Tirpitz U.S. Naval Historical Center, Public domain, via Wikimedia Commons
  2. Afbeelding 2: Daventry B J (Flt Lt), Royal Air Force official photographer, Public domain, via Wikimedia Commons
  3. Bishop, Patrick (2012). Target Tirpitz. HarperPress. ISBN 978-0-00-731924-4.
  4. Blair, Clay (1996). Hitler’s U-Boat War. Vol. 1: The Hunters, 1939–1942. New York: Random House. ISBN 978-0-304-35260-9.
  5. Breyer, Siegfried (1989). Battleship “Tirpitz”. West Chester: Schiffer Pub. ISBN 978-0-88740-184-8.
  6. Brown, David (1977). Tirpitz: The Floating Fortress. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 978-0-85368-341-4.
  7. Brown, J. D. (2009). Carrier Operations in World War II. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 978-1-59114-108-2.
  8. Campbell, John (1985). Naval Weapons of World War II. London: Conway Maritime Press. ISBN 978-0-87021-459-2.
  9. Garzke, William H. & Dulin, Robert O. (1985). Battleships: Axis and Neutral Battleships in World War II. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 978-0-87021-101-0.
  10. Gröner, Erich (1990). German Warships: 1815–1945. Vol. I: Major Surface Vessels. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 978-0-87021-790-6.
  11. Hafsten, Bjørn (1991). Flyalarm: Luftkrigen over Norge 1939–1945. Oslo: Sem & Stenersen. ISBN 978-82-7046-058-8.
  12. Hildebrand, Hans H.; Röhr, Albert & Steinmetz, Hans-Otto (1993). Die Deutschen Kriegsschiffe (Volume 7). Ratingen, Germany: Mundus Verlag. ISBN 978-3-8364-9743-5.
  13. Kemp, Paul (1998). The Encyclopedia of 20th Century Conflict Sea Warfare. London: Arms and Armour. ISBN 978-1-85409-221-2.
  14. Koop, Gerhard & Schmolke, Klaus-Peter (1998). Battleships of the Bismarck Class: Bismarck and Tirpitz, Culmination and Finale of German Battleship Construction. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 978-1-55750-049-6.
  15. Polmar, Norman & Noot, Jurrien (1991). Submarines of the Russian and Soviet Navies, 1718–1990. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 978-0-87021-570-4.
  16. Rohwer, Jürgen (2005). Chronology of the War at Sea, 1939–1945: The Naval History of World War Two. Annapolis: US Naval Institute Press. ISBN 978-1-59114-119-8.
  17. Sweetman, John (2004). Tirpitz: Hunting the Beast. Gloucestershire: Sutton Publishing Limited. ISBN 978-0-7509-3755-9.
  18. Williamson, Gordon (2003). German Battleships 1939–45. Oxford: Osprey Publishing. ISBN 978-1-84176-498-6.
  19. Zetterling, Niklas & Tamelander, Michael (2009). Tirpitz: The Life and Death of Germany’s Last Super Battleship. Havertown: Casemate. ISBN 978-1-935149-18-7.
  20. Bronnen Mei1940