Operatie Dynamo was een actie van 26 mei tot 4 juni 1940 om de Britse expeditionaire troepen in Duinkerken, omsingeld door de Duitsers, te evacueren. De operatie kreeg de naam Dynamo omdat de evacuatie werd gepland in de dynamokamer van het marinehoofdkwartier onder het kasteel te Dover.
De operatie werd georganiseerd door viceadmiraal Ramsay en bestond uit een gecombineerde vloot van 40 Britse en Franse torpedobootjagers met daarnaast mijnenvegers, patrouilleschepen, vrachtschepen, plezierboten en honderden privé-bootjes die al dan niet vrijwillig dienst deden.
Gedurende negen dagen evacueerde deze armada van meer dan 900 schepen 338.226 militairen, voor het merendeel Brits en 123.095 Fransen, vanuit Duinkerken en de omliggende stranden. Tijdens de evacuatie vochten delen van het Brits expeditionair leger en het Frans leger een hevige strijd tegen het oprukkende Duitse leger ter behoud van de verdedigingslijn rond de evacuatiezone. Tijdens de evacuatie werden zo’n 50.000 voertuigen achtergelaten en werden 35.000 voor het overgrote merendeel Franse soldaten niet geëvacueerd. De Britten verloren 235 schepen in de operatie.
Een gedeelte van de geëvacueerde troepen werd onmiddellijk weer aan land gebracht via de havens van Normandië, doch velen werden kort erna gedood of gevangen genomen.
Laat op 23 mei werd een stopbevel uitgevaardigd door Generaloberst Gerd von Rundstedt, commandant van Legergroep A. Adolf Hitler keurde dit bevel de volgende dag goed en liet het Duitse opperbevel bevestiging naar het front sturen. Het aanvallen van de gevangen BEF, Franse en Belgische legers werd overgelaten aan de Luftwaffe totdat het bevel op 26 mei werd ingetrokken. Dit gaf de geallieerde troepen de tijd om verdedigingswerken te bouwen en grote aantallen troepen terug te trekken om de Slag bij Duinkerke te vechten. Van 28 tot 31 mei vochten de resterende 40.000 man van het Franse Eerste Leger tijdens het beleg van Rijsel een vertragende actie uit tegen zeven Duitse divisies, waaronder drie pantserdivisies.
Op de eerste dag werden slechts 7.669 geallieerde soldaten geëvacueerd, maar aan het einde van de achtste dag waren er 338.226 gered door een haastig samengestelde vloot van meer dan 800 schepen. Veel troepen waren in staat om vanuit de beschermende mol van de haven in te schepen op 39 Torpedobootjagers van de Britse Royal Navy, vier torpedobootjagers van de Royal Canadian Navy, ten minste drie Torpedobootjagers van de Franse marine en een verscheidenheid aan civiele koopvaardijschepen.
Anderen moesten van de stranden waden, urenlang wachtend in schouderdiep water. Sommigen werden naar de grotere schepen gebracht door wat bekend werd als de Little Ships of Dunkirk, een flottielje van honderden koopvaardijschepen, vissersboten, pleziervaartuigen, jachten en reddingsboten die vanuit Groot-Brittannië in de vaart werden gebracht.
De BEF verloor 68.000 soldaten tijdens de Franse campagne en moest al zijn tanks, voertuigen en uitrusting opgeven. In zijn toespraak van 4 juni herinnerde Churchill het land er ook aan dat “we heel voorzichtig moeten zijn om aan deze bevrijding niet de attributen van een overwinning toe te kennen. Oorlogen worden niet gewonnen door evacuaties.
Film:
- Dunkrik (2017): Oorlogsfilm (mei1940.org)
- Duinkerke (2005): Oorlogsfilm (mei1940.org)
- Dunkrik (1958): Oorlogsfilm (mei1940.org)