Operation Ten-Go (Ten-gō Sakusen), ook bekend als Operation Heaven One (Ten-ichi-gō), markeerde de laatste grote inzet van de Japanse marine tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Pacific-theater. In april 1945 ondernam het slagschip Yamato, het grootste slagschip ter wereld, een zelfmoordmissie om geallieerde troepen aan te vallen die deelnamen aan de Slag om Okinawa. De missie eindigde in een ramp toen Amerikaanse vliegtuigen de vloot onderschepten en vernietigden voordat deze Okinawa kon bereiken. Deze operatie benadrukte zowel de dominantie van Amerikaanse luchtmacht als de kwetsbaarheid van oppervlakteschepen zonder luchtsteun.
Inhouds opgave
Achtergrond
De situatie in 1945
Tegen het begin van 1945 had de Japanse marine, ooit een van de machtigste ter wereld, een groot deel van haar slagkracht verloren. Door verliezen tijdens eerdere campagnes, zoals de Slag om de Filipijnse Zee en de Slag in de Golf van Leyte, waren veel van haar schepen vernietigd of beschadigd. Wat overbleef, inclusief het slagschip Yamato, lag voornamelijk aangemeerd in havens zoals Kure, in de Hiroshima-prefectuur op het Japanse eiland Honshu.
De Amerikaanse strategie
De geallieerden waren in april 1945 diep in de Stille Oceaan opgerukt en begonnen met de invasie van Okinawa. Deze operatie was bedoeld als laatste stap voor een directe invasie van de Japanse thuislanden. Het succes van deze invasie was cruciaal voor de geallieerde strategie. Tegelijkertijd versterkte Japan zijn verzet met onder meer kamikaze-aanvallen, een teken van hun toenemende wanhoop.
De druk op de Japanse marine
Tijdens een briefing in maart 1945 vroeg keizer Hirohito aan zijn militaire adviseurs: “Wat doet de marine om Okinawa te verdedigen? Hebben we geen schepen meer?” Geconfronteerd met deze vraag voelden de leiders van de Japanse marine zich verplicht om een grootschalige aanval te plannen. Deze aanval werd geleid door admiraal Soemu Toyoda, opperbevelhebber van de Japanse gecombineerde vloot. Het plan was om Yamato en haar escorteschepen te gebruiken in een zelfmoordmissie om de Amerikaanse vloot bij Okinawa aan te vallen.
Het plan voor Operation Ten-Go
Het plan, onder leiding van viceadmiraal Seiichi Itō, stelde dat Yamato en haar escorte zich een weg zouden vechten naar Okinawa. Eenmaal daar zouden ze stranden en dienen als kustbatterijen. Het doel was om zoveel mogelijk Amerikaanse schepen en vliegtuigen te vernietigen en de geallieerde opmars te vertragen. Het grootste probleem was echter het gebrek aan luchtsteun; de Japanse luchtmacht kon geen bescherming bieden tegen de overweldigende Amerikaanse luchtmacht.
Veel officieren, waaronder Itō zelf, geloofden dat de operatie zinloos en een verspilling van levens en middelen was. Kapitein ter zee Atsushi Ōi van het Grand Escort Command verwoordde de algemene scepsis:
“Waarom zou de eer van de marine belangrijker zijn dan de belangen van de natie?”
Ondanks deze twijfels gingen de plannen door vanwege politieke en militaire druk.
De Japanse marine was kansloos
De Japanse marine was in 1945 zwaar verzwakt door geallieerde overmacht op zee en in de lucht. Geallieerden gebruikten radar voor vuurleiding en waarschuwingen, gecombineerd met informatie van codebrekers en luchtverkenning, wat hun acties uiterst nauwkeurig maakte. Amerikaanse schepen maakten intensief gebruik van het Combat Information Center (CIC), waarmee gevechten effectief werden geleid. Japan had beperkte radartechnologie en onvoldoende ervaring in het gebruik ervan, wat hun strategische mogelijkheden beperkte. Daarentegen waren Amerikaanse bemanningen zeer bedreven geworden in het gebruik van de CIC, wat cruciaal was bij het plannen en uitvoeren van operaties, inclusief het onderscheppen van Japanse acties.
Voorbereidingen en het Verloop van de Missie
De Laatste Voorbereidingen
In de dagen voorafgaand aan de uitvoering van Operation Ten-Go werden de laatste voorbereidingen getroffen in de haven van Tokuyama, een strategische locatie aan de zuidkust van Honshu. Op 29 maart 1945 werden de schepen verzameld, waaronder het slagschip Yamato, de lichte kruiser Yahagi, en acht begeleidende torpedobootjagers: Asashimo, Hamakaze, Isokaze, Suzutsuki, Hatsushimo, Yukikaze, Fuyutsuki, en Kasumi.
Hoewel de schepen werden voorbereid op de missie, heerste er een breed gedeelde scepsis onder de officieren en bemanningsleden. Viceadmiraal Seiichi Itō, commandant van de operatie, was fel tegen het plan, dat hij beschreef als een verspilling van brandstof en mensenlevens. Andere hoge marineofficieren uitten vergelijkbare zorgen. Toch dwongen politieke druk en de verwachting van de keizerlijke leiding hen om de opdracht uit te voeren. De scheepsbemanningen voerden intensieve oefeningen uit, met een focus op brandbestrijding en schade controle, noodzakelijke vaardigheden gezien het risico van zware luchtaanvallen.
Op 5 april 1945 werd een beslissende briefing gehouden in Tokuyama, waar de details van de operatie werden gepresenteerd. Viceadmiraal Ryūnosuke Kusaka overtuigde uiteindelijk de twijfelende commandanten door te benadrukken dat de missie de geallieerde luchtmacht zou afleiden van de geplande kamikaze-aanvallen op Okinawa. Ondanks de aanhoudende bezwaren werden de plannen goedgekeurd.
Het Vertrek en de Amerikaanse Voorbereidingen
Op de avond van 6 april 1945 vertrok de Japanse taskforce uit de haven van Tokuyama. Yamato en haar escorteschepen voeren in een defensieve formatie, met Yahagi aan de leiding en de torpedobootjagers in een beschermende ring. De schepen hadden slechts voldoende brandstof gekregen om Okinawa te bereiken, wat betekende dat een terugkeer niet was voorzien.
Twee Amerikaanse onderzeeërs, USS Threadfin en USS Hackleback, ontdekten de vloot kort na het vertrek. Hoewel ze de Japanse schepen niet konden aanvallen vanwege de hoge snelheid van de taskforce, verzonden ze onversleutelde berichten over de locatie en koers van de Japanse schepen. Dit gaf de Amerikaanse marine tijd om een tegenaanval voor te bereiden.
Admiral Raymond Spruance, commandant van de Amerikaanse Vijfde Vloot, gaf opdracht aan Task Force 58, onder leiding van viceadmiraal Marc Mitscher, om een grootschalige luchtaanval te organiseren. Mitscher gaf bevel om honderden vliegtuigen vanaf Amerikaanse vliegdekschepen te lanceren om de Japanse vloot te onderscheppen. Bovendien stond een oppervlaktestrijdmacht van moderne slagschepen en kruisers klaar om in te grijpen als de luchtaanval zou mislukken.
De Vooruitgang van de Japanse Vloot
De Japanse vloot voer op 7 april door de Bungo-straat en bereikte de open wateren ten zuiden van Kyushu. In een poging om verwarring te zaaien, veranderden ze koers richting het westen, maar Amerikaanse verkenningsvliegtuigen detecteerden de vloot opnieuw. Yamato vuurde haar hoofdgeschut af met speciale anti-aircraft granaten, bekend als “beehive shells” (san-shiki shōsan dan), om de vliegtuigen af te weren. Dit bleek echter ineffectief.
Ondertussen bereidden de Amerikaanse luchtgroepen zich voor op een massale aanval. Meer dan 380 vliegtuigen, waaronder F6F Hellcats, F4U Corsairs, SB2C Helldivers en TBF Avengers, stegen op vanaf vijftien vliegdekschepen. Hoewel sommige vliegtuigen verdwaalden in slecht weer, naderden de meeste rond het middaguur de Japanse vloot.
De Slag en de Gevolgen voor de Japanse Marine
De Aanval op de Japanse Vloot
Op de middag van 7 april 1945 begon de Amerikaanse aanval op de Japanse taskforce. De eerste golf Amerikaanse vliegtuigen arriveerde rond 12:30 boven de vloot, bestaande uit Yamato, Yahagi, en de overgebleven torpedobootjagers. Zonder luchtdekking waren de Japanse schepen vrijwel weerloos tegen de gecombineerde aanval van duikbommenwerpers en torpedovliegtuigen. Hoewel Yamato en haar begeleiders hevig verweer boden met hun anti-aircraft geschut, hadden ze geen radar-gestuurde vuurleidingssystemen, wat hun effectiviteit sterk beperkte.
Tijdens de eerste aanvalsgolf werd de lichte kruiser Yahagi zwaar beschadigd door een torpedo die haar motoren uitschakelde. De kruiser werd vervolgens getroffen door meerdere torpedo’s en bommen, waardoor ze volledig buiten gevecht werd gesteld en uiteindelijk om 14:05 zonk. De torpedobootjager Isokaze, die probeerde assistentie te bieden, werd eveneens vernietigd.
Ondertussen werd Yamato zelf getroffen door meerdere torpedo’s en bommen. Hoewel de eerste treffers haar snelheid en vuurkracht niet onmiddellijk beperkten, veroorzaakten ze aanzienlijke schade aan de bovenbouw en een brand aan de achterzijde van het schip. De overige torpedobootjagers, waaronder Hamakaze en Suzutsuki, werden ook aangevallen, waarbij Hamakaze zonk en Suzutsuki zwaar beschadigd raakte.
De Beslissende Aanvallen
De tweede en derde aanvalsgolven concentreerden zich volledig op Yamato. Tussen 13:20 en 14:15 werd het slagschip geraakt door minstens acht torpedo’s en vijftien bommen. Deze treffers veroorzaakten verwoestende schade aan het schip, waardoor het vermogen om effectief terug te vechten sterk werd verminderd. De torpedo-inslagen aan de bakboordzijde zorgden ervoor dat Yamato sterk begon over te hellen, wat het risico van kapseizen vergrootte.
In een laatste poging om het schip te stabiliseren, voerde de bemanning een gecontroleerde counterflooding uit, waarbij water werd ingebracht in de stuurboordzijde. Hoewel dit tijdelijk hielp, leidde het ook tot de verdrinking van honderden bemanningsleden in de overstroomde compartimenten. De snelheid van het schip daalde tot ongeveer 10 knopen, wat het een gemakkelijker doelwit maakte voor de aanhoudende Amerikaanse aanvallen.
Het Einde van Yamato
Om 14:02, nadat het duidelijk werd dat Yamato niet langer bestuurbaar was, gaf viceadmiraal Seiichi Itō het bevel de missie af te breken en de bemanning het schip te verlaten. Dit bevel kwam echter te laat voor veel bemanningsleden, die gevangen zaten in de beschadigde en overstroomde secties van het schip. Terwijl de evacuatie gaande was, bleven Amerikaanse vliegtuigen aanvallen uitvoeren. Om 14:23 explodeerde Yamato door een kettingreactie in haar munitiedepots, wat resulteerde in een enorme explosie die zelfs op 200 kilometer afstand te zien en te horen was.
Van de 3.000 tot 3.300 bemanningsleden van Yamato overleefden slechts 280. Ook van de bemanningen van Yahagi en de torpedobootjagers waren er relatief weinig overlevenden. De drie minst beschadigde torpedobootjagers, Fuyutsuki, Yukikaze, en Hatsushimo, evacueerden de overlevenden en keerden terug naar Japan.
Gevolgen voor de Japanse Marine
Operation Ten-Go markeerde het einde van de operationele slagkracht van de Japanse marine. Met het verlies van Yamato en de meeste begeleidende schepen waren de overgebleven Japanse oorlogsschepen niet langer in staat om een rol te spelen in de strijd. De enkele overlevende schepen, zoals Suzutsuki, werden nooit volledig hersteld en bleven buiten actie tot het einde van de oorlog.
De vernietiging van de Yamato benadrukte opnieuw de dominantie van de Amerikaanse luchtmacht in de Stille Oceaan en illustreerde de onhoudbaarheid van Japanse strategieën die sterk afhankelijk waren van traditionele oppervlakteschepen. De verliezen onder de Japanse bemanningen en schepen waren catastrofaal, met naar schatting 3.700 tot 4.250 doden.
Analyse van Operation Ten-Go
Operation Ten-Go was een duidelijke demonstratie van de veranderende dynamiek in maritieme oorlogsvoering tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het verlies van Yamato, een symbool van Japanse militaire macht, illustreerde de kwetsbaarheid van grote oppervlakteschepen zonder adequate luchtsteun in een tijdperk waarin luchtmacht de dominante factor was geworden. De geallieerden maakten intensief gebruik van technologische vooruitgang, zoals radar en vuurleidingssystemen, die hen in staat stelden Japanse bewegingen nauwkeurig te volgen en effectief te bestrijden. De Amerikaanse schepen gebruikten hun Combat Information Center (CIC) om informatie afkomstig van radar, luchtverkenning en codebrekers te verwerken en gevechten te coördineren, wat een doorslaggevend strategisch voordeel opleverde.
Japan daarentegen beschikte slechts over beperkte radartechnologie en had onvoldoende ervaring in het gebruik ervan, wat hun vermogen om zich aan te passen aan moderne oorlogsvoering beperkte. De Japanse marine was zwaar verzwakt door eerdere gevechten en had niet de middelen of tactische capaciteit om de geallieerde overmacht te weerstaan. De bereidheid van Japan om grote middelen en levens op te offeren in deze missie weerspiegelde de wanhoop van een regime zonder effectieve opties. Hoewel het doel was om de geallieerde opmars naar Japan te vertragen, was het strategische effect van de operatie verwaarloosbaar. De vernietiging van de taskforce beïnvloedde de uitkomst van de Slag om Okinawa nauwelijks, die uiteindelijk leidde tot een geallieerde overwinning en het openen van een route naar de Japanse thuislanden.
Conclusie
Operation Ten-Go was de laatste grote actie van de Japanse marine in de Tweede Wereldoorlog en markeerde een belangrijk moment in de afwikkeling van de oorlog in de Stille Oceaan. Het verlies van Yamato en haar escorteschepen betekende het definitieve einde van de keizerlijke Japanse marine als een effectieve strijdmacht.
De operatie benadrukte de dominantie van de luchtmacht in maritieme oorlogsvoering en illustreerde het belang van technologische integratie in de oorlogsstrategie, een les die tijdens de Koude Oorlog verder werd doorontwikkeld.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: Naval History & Heritage Command, Public domain, via Wikimedia Commons
- Abe, Saburo (1994). 特攻大和艦隊 [Special Attack Fleet Yamato] (in Japanese). Shinjuku: Tatsumi Publishing Co. ISBN 978-4-87602-211-3.
- Cleaver, Thomas McKelvey (2018). Tidal Wave: From Leyte Gulf to Tokyo Bay. Oxford: Bloomsbury Publishing. ISBN 978-1-4728-2546-9.
- Feifer, George (2001). The Battle of Okinawa: The Blood and the Bomb. Guilford, CT: The Lyons Press. ISBN 1-58574-215-5.
- Garzke, William H.; Dulin, Robert O. (1985). Battleships: Axis and Neutral Battleships in World War II. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 0-87021-101-3.
- Hara, Tameichi (1961). Japanese Destroyer Captain. New York & Toronto: Ballantine Books. ISBN 0-345-27894-1.
- Jentschura, Hansgeorg; Jung, Dieter; Mickel, Peter (1977). Warships of the Imperial Japanese Navy, 1869–1945. Annapolis: United States Naval Institute. ISBN 0-87021-893-X.
- Morison, Samuel Eliot (1960). Victory in the Pacific. History of United States Naval Operations in World War II. Vol. XIV. Boston: Little, Brown and Company. OCLC 7649498.
- Prados, John (1995). Combined Fleet Decoded: The Secret History of American Intelligence and the Japanese Navy in World War II. New York City: Random House. ISBN 0-679-43701-0.
- Potter, E. B. (2016). Triumph in the Pacific; The Navy’s Struggle Against Japan. Verdun Press. ISBN 978-1-78720-013-5.
- Skulski, Janusz (1989). The Battleship Yamato. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 0-87021-019-X.
- Spurr, Russell (1995). A Glorious Way to Die. New York: Newmarket Press. ISBN 1-55704-248-9.
- Yoshida, Mitsuru; Minear, Richard H. (1999). Requiem for Battleship Yamato. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 1-55750-544-6.
- Bronnen Mei1940