Alsos-missie: Het veiligstellen van nucleaire technologie

De Alsos-missie onthult en onderzoekt de Duitse experimentele kernreactor, een belangrijk doelwit in de race om nucleaire technologie
De Duitse experimentele kernreactor, ontdekt door de Alsos-missie in Haigerloch, markeerde het falen van nazi’s nucleaire ambities.

De Alsos-missie was een gecoördineerde operatie van Britse en Amerikaanse militaire, wetenschappelijke en inlichtingendiensten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het doel van deze missie was om vijandelijke wetenschappelijke ontwikkelingen te onderzoeken, met een specifieke focus op de voortgang van het Duitse nucleaire programma. Daarnaast probeerde de missie Duitse wetenschappelijke kennis en middelen veilig te stellen en deze zowel bruikbaar te maken voor de geallieerden als te voorkomen dat ze in handen van de Sovjet-Unie zouden vallen. De missie onderzocht ook de ontwikkeling van chemische en biologische wapens door de asmogendheden, evenals andere geavanceerde technologieën, zoals de V-2-raket.

Ontstaan van de Alsos-missie

De Alsos-missie werd in 1943 opgericht als een tak van het Manhattanproject, het ambitieuze geallieerde programma gericht op de ontwikkeling van kernwapens. Onder leiding van Brigadier Generaal Leslie Groves was het Manhattanproject al enkele jaren bezig met het coördineren van onderzoek naar nucleaire technologie. Wetenschappers zoals Albert Einstein en Leo Szilard hadden de Amerikaanse regering in 1939 gewaarschuwd voor de mogelijkheid dat nazi-Duitsland een atoombom zou ontwikkelen, wat aanleiding gaf tot de intensivering van geallieerd nucleair onderzoek.

Na de geallieerde invasie van Italië in september 1943 begon de Amerikaanse legerleiding zich zorgen te maken over het gebrek aan gecoördineerde inlichtingen over vijandelijke nucleaire activiteiten. Generaal George Marshall, stafchef van het Amerikaanse leger, gaf opdracht aan Groves om een gespecialiseerde eenheid op te richten om deze lacune op te vullen. Deze eenheid kreeg de codenaam Alsos (Grieks voor “bos”), een verwijzing naar Groves’ eigen achternaam. Hoewel Groves de naam onhandig vond, besloot hij deze te behouden om geen onnodige aandacht te trekken.

Structuur en leiding

De missie werd geleid door kolonel Boris Pash, een voormalige veiligheidsfunctionaris van het Manhattanproject met ervaring in contraspionage. Samuel Goudsmit, een Nederlandse natuurkundige en expert op het gebied van kernfysica, werd aangesteld als wetenschappelijk adviseur. De missie bestond uit een multidisciplinair team van wetenschappers, militaire officieren en inlichtingenpersoneel. Onder de betrokken organisaties bevonden zich de Amerikaanse militaire inlichtingendienst (G-2), het Office of Naval Intelligence (ONI), en de Britse inlichtingendienst MI6.

De missie kreeg een dubbele opdracht:

  1. Het opsporen van wetenschappers, onderzoeksfaciliteiten, documenten en materialen die gerelateerd waren aan nucleaire technologie.
  2. Het voorkomen dat deze middelen in handen van de Sovjet-Unie zouden vallen.

Operaties in Italië en West-Europa

De Alsos-missie in Italië

In december 1943 arriveerde de Alsos-missie in Algiers, waar kolonel Boris Pash rapporteerde aan de staf van het Allied Force Headquarters (AFHQ). Ondanks de instructie om Britse functionarissen niet volledig in te lichten over de missie, bleek de Britse inlichtingenchef Brigadier Kenneth Strong al op de hoogte te zijn. Pash kreeg toestemming om te werken met Strong’s Amerikaanse plaatsvervanger, kolonel Thomas Roderick, wat de samenwerking tussen de Amerikaanse en Britse inlichtingendiensten in Italië mogelijk maakte.

De eerste operaties van de Alsos-missie waren gericht op het interviewen van Italiaanse wetenschappers en het inspecteren van technische documenten. Ondanks beperkte toegang tot het door Duitsland bezette noorden van Italië, leverden deze inspanningen waardevolle inzichten op in Duitse raket- en geleidewapentechnologie. Deze bevindingen waren echter weinig informatief over de voortgang van het Duitse nucleaire programma.

Het bereiken van Rome

De inname van Rome op 4 juni 1944 bood nieuwe kansen. Pash en zijn team volgden snel op de voet van de oprukkende geallieerde troepen. Eenmaal in Rome namen ze verschillende Italiaanse wetenschappers in hechtenis, waaronder Edoardo Amaldi, een sleutelfiguur in de Italiaanse kernfysica. Ook inspecteerde het team faciliteiten zoals de Consiglio Nazionale delle Ricerche en de Universiteit van Rome. De missie bevestigde dat Italië zelf geen nucleair programma had, maar dat Italiaanse wetenschappers wel nuttige informatie hadden over de Duitse onderzoeksinspanningen. Het algemene beeld dat naar voren kwam, was dat het Duitse nucleaire programma niet veel verder gevorderd was dan een experimenteel stadium.

Uitbreiding naar West-Europa

Na het succes in Italië verlegde de Alsos-missie haar focus naar West-Europa. In voorbereiding op de invasie van Normandië in juni 1944 werd een Londens coördinatiekantoor opgericht. Onder leiding van kapitein Horace K. Calvert en met ondersteuning van MI6 en het Britse Tube Alloys-programma, begon dit kantoor met het verzamelen van informatie over Duitse nucleaire faciliteiten. Belangrijke doelen waren onder meer de uraniumvoorraden in Sudetenland (Joachimsthal) en Duitse onderzoeksinstellingen zoals het Kaiser-Wilhelm-Institut.

Operaties in Frankrijk

In augustus 1944, na de geallieerde landingen in Normandië, trok de Alsos-missie samen met de oprukkende troepen naar Parijs. Daar ondervroeg het team Franse wetenschappers zoals Frédéric Joliot-Curie, die waardevolle informatie verstrekte over de Duitse onderzoeksactiviteiten. Ook werden Duitse documenten en apparatuur in beslag genomen. Een belangrijke doorbraak kwam in België, waar de missie uraniumvoorraden veiligstelde die essentieel waren voor Duitse nucleaire experimenten.

Beveiliging van uraniumvoorraden

De inspanningen in België richtten zich op de raffinaderij van Union Minière in Olen, waar de Alsos-missie erin slaagde 68 ton geraffineerd uranium veilig te stellen. Dit uranium werd later naar de Verenigde Staten verscheept en geïntegreerd in het Manhattanproject. Hoewel een deel van de Belgische uraniumvoorraden tijdens de Duitse bezetting naar Frankrijk was overgebracht, vond de missie slechts een fractie van deze voorraad terug.

Het belang van Parijs en Brussel

In zowel Parijs als Brussel werd bevestigd dat Duitsland niet beschikte over voldoende uranium of de capaciteit om een nucleair wapen te produceren. Tegen de herfst van 1944 was duidelijk dat het Duitse nucleaire programma, hoewel geavanceerd in theorie, in de praktijk werd gehinderd door een gebrek aan grondstoffen en effectieve coördinatie.

Operaties in Duitsland en Japan

Operaties in Duitsland

Met de geallieerde opmars in Duitsland in 1945 richtte de Alsos-missie zich op het lokaliseren en in beslag nemen van kernfysisch onderzoeksmateriaal en -faciliteiten. De missie was van cruciaal belang om te achterhalen in hoeverre Duitsland vorderingen had gemaakt met kernwapens. De focus lag op locaties zoals het Kaiser-Wilhelm-Institut en laboratoria in steden als Stadtilm, Haigerloch, en Hechingen.

Een belangrijk doelwit was het kernreactorexperiment in Haigerloch. In april 1945 ontdekte het team een kleine reactor bestaande uit uranium en zwaar water, begraven in een kelder. Hoewel het apparaat een technisch hoogstandje was, concludeerde het team onder leiding van Samuel Goudsmit dat het Duitse programma ver achterliep op de Amerikaanse ontwikkeling. De benodigde middelen om een functionerend wapen te produceren waren eenvoudigweg niet beschikbaar in Duitsland.

Daarnaast nam de missie prominente Duitse wetenschappers in hechtenis, waaronder Werner Heisenberg, Otto Hahn en Max von Laue. Deze wetenschappers werden uitgebreid ondervraagd over hun betrokkenheid bij het nucleaire programma. Documenten en apparatuur werden verzameld en geëvalueerd, wat bevestigde dat Duitsland niet in staat was geweest een atoombom te produceren.

Operatie Harborage

In de laatste weken van de oorlog voerde de Alsos-missie Operatie Harborage uit. Deze operatie was gericht op het veiligstellen van Duitse wetenschappelijke kennis voordat deze in handen van de Sovjet-Unie kon vallen. In Württemberg voerde de missie een gedurfde actie uit achter vijandelijke linies om wetenschappers en materialen te evacueren uit steden zoals Hechingen en Haigerloch. De missie verzamelde uranium, zwaar water en onderzoeksdocumenten, die allemaal werden verscheept naar de Verenigde Staten.

Evaluatie van Japanse nucleaire activiteiten

Na de Duitse overgave richtte de Alsos-missie haar aandacht op Japan. Hoewel het Manhattanproject al had geconcludeerd dat Japan onvoldoende toegang had tot uranium en industriële capaciteit voor een nucleair programma, wilde de missie dit bevestigen. Een speciale eenheid, geleid door wetenschapper L. Don Leet, werd in juli 1945 naar de regio gestuurd.

Na de Japanse capitulatie bezocht de missie verschillende onderzoeksinstellingen, waaronder de Universiteit van Tokio en het Tokyo Institute of Technology. De bevindingen toonden aan dat Japanse wetenschappers weliswaar theoretische vooruitgang hadden geboekt, maar dat een gebrek aan middelen en prioriteit het programma ineffectief had gemaakt. Dit bevestigde de inschatting dat Japan geen nucleaire dreiging vormde.

Beoordeling van Japanse biochemische wapens

Naast nucleaire activiteiten onderzocht de missie ook Japanse experimenten met biologische en chemische wapens, waaronder die van Unit 731. Dit zorgde voor extra rapporten over Japanse wetenschappelijke capaciteiten en de dreiging van ongebruikelijke oorlogsmethoden. De missie concludeerde dat Japan een groot potentieel had, maar dat dit grotendeels onaangeboord bleef tijdens de oorlog.

Conclusie en nalatenschap

Beoordeling van de Alsos-missie

De Alsos-missie speelde een belangrijke rol in het veiligstellen van wetenschappelijke kennis en materialen van de asmogendheden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hoewel de Duitse en Japanse nucleaire programma’s niet de dreiging bleken te zijn die aanvankelijk werd gevreesd, leverde de missie waardevolle informatie op. Deze inzichten bevestigden dat de geallieerde nucleaire inspanningen ver voorliepen op die van hun vijanden.

In Duitsland onthulde de missie dat de kernwapenontwikkelingen van de nazi’s slechts in een experimentele fase waren. Het gebrek aan grondstoffen, zoals uranium en zwaar water, beperkte de Duitse wetenschappers ernstig. Bovendien ontbrak het hen aan de industriële capaciteit en coördinatie die nodig waren om een werkend kernwapen te bouwen. De inbeslagname van Duitse documenten, uraniumvoorraden en wetenschappelijke apparatuur leverde het Manhattanproject waardevolle grondstoffen en kennis op.

In Japan bevestigde de missie soortgelijke conclusies: een gebrek aan middelen en prioriteit verhinderde de ontwikkeling van nucleaire wapens. Het onderzoek naar biologische en chemische wapens benadrukte echter het potentieel voor toekomstige dreigingen, wat leidde tot een grotere focus op het toezicht op dergelijke programma’s na de oorlog.

Nalatenschap

De Alsos-missie legde de basis voor de systematische aanpak van wetenschappelijke en technologische inlichtingen tijdens de Koude Oorlog. Operaties zoals Paperclip, waarbij Duitse wetenschappers naar de Verenigde Staten werden overgebracht, bouwden voort op de ervaring en successen van de Alsos-missie. De informatie en expertise die werd verkregen, droegen bij aan de snelle technologische vooruitgang in de Verenigde Staten, waaronder de ontwikkeling van kernenergie en rakettechnologie.

Het werk van de Alsos-missie benadrukte ook het belang van wetenschappelijke samenwerking binnen militaire en inlichtingendiensten. Het succes van de missie werd mogelijk gemaakt door de integratie van verschillende disciplines, waaronder fysica, chemie en inlichtingenwerk.

Conclusie

De Alsos-missie was een uniek onderdeel van de geallieerde inspanningen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het leverde informatie over de nucleaire capaciteiten van de asmogendheden en voorkwam dat strategische middelen in vijandige handen vielen. Hoewel de nucleaire ambities van Duitsland en Japan niet de verwachte bedreiging bleken te vormen, versterkte de missie de geallieerde positie in de naoorlogse wereldorde. De lessen van de Alsos-missie blijven van betekenis voor moderne militaire en wetenschappelijke inlichtingenoperaties.

Bronnen en meer informatie

  1. German Experimental Pile – Haigerloch – April 1945 Public Domein, via Wiki Commens
  2. Bernstein, Jeremy (2001). Hitler’s Uranium Club: The Secret Recordings at Farm Hall. New York: Springer-Verlag. ISBN 978-0-387-95089-1.
  3. Groves, Leslie (1962). Now it Can be Told: The Story of the Manhattan Project. New York: Harper & Row. ISBN 0-306-70738-1.
  4. Hinsley, F. H.; Thomas, E. E.; Simkins, C. A. G.; Ransom, C. F. G. (1988). British Intelligence in the Second World War, Volume 3, Part 2: Its Influence on Strategy and Operations. London: HMSO. ISBN 0-11-630940-7.
  5. Jacobsen, Annie (2015). Operation Paperclip: The Secret Intelligence Program that Brought Nazi Scientists to America. New York: Little, Brown. ISBN 978-0-316-27744-0.
  6. Jones, R. V. (1978). Most Secret War. London: Hamilton. ISBN 0-241-89746-7.
  7. Norris, Robert S. (2002). Racing for the Bomb: General Leslie R. Groves, the Manhattan Project’s Indispensable Man. South Royalton, Vermont: Steerforth Press. ISBN 1-58642-039-9.
  8. Home, R. W.; Low, Morris F. (September 1993). “Postwar Scientific Intelligence Missions to Japan”. Isis. 84 (3). University of Chicago Press on behalf of History of Science Society: 527–537. doi:10.1086/356550. JSTOR 235645. S2CID 144114888.
  9. Bronnen Mei1940