
De Admiral Hipper-klasse was een serie van vijf zware kruisers gebouwd door de Kriegsmarine in de jaren 1930. Deze schepen speelden een belangrijke rol in de maritieme strategieën van nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog. De klasse omvatte de schepen KMS Admiral Hipper, KMS Blücher, KMS Prinz Eugen, KMS Seydlitz en Petropavlovsk. Slechts drie van deze schepen werden volledig operationeel en namen deel aan oorlogshandelingen.
Inhouds opgave
Ontwikkeling en Achtergrond
Beperkingen van het Verdrag van Versailles
Na de Eerste Wereldoorlog legde het Verdrag van Versailles strenge beperkingen op aan de Duitse marine. De Reichsmarine mocht slechts zes slagschepen en zes lichte kruisers behouden. Nieuwe schepen mochten niet meer dan 10.000 ton waterverplaatsing hebben. Deze beperkingen beperkten de Duitse ambities aanzienlijk, maar de opkomst van Adolf Hitler in 1933 veranderde de situatie drastisch.
In 1935 sloot Duitsland het Duits-Britse vlootverdrag, waardoor het land 35% van de tonnage van de Royal Navy mocht bouwen. Dit bood de mogelijkheid om grotere en krachtigere oorlogsschepen te ontwerpen, inclusief zware kruisers.
Ontwerp van de Admiral Hipper-Klasse
De eerste drie schepen van de klasse, Admiral Hipper, Blücher en Prinz Eugen, werden ontworpen als zware kruisers volgens de normen van het Londense vlootverdrag van 1930. Dit verdrag definieerde zware kruisers als schepen bewapend met kanonnen van maximaal 20,3 cm (8 inch). De schepen Seydlitz en Lützow begonnen aanvankelijk als lichte kruisers met kleinere kanonnen, maar werden later aangepast aan dezelfde specificaties als hun zusterschepen.
Ontwerp en Technische Kenmerken van de Admiral Hipper-Klasse
Algemeen Ontwerp
De Admiral Hipper-klasse was ontworpen als een veelzijdige zware kruiser die zowel offensieve als defensieve rollen kon vervullen. De schepen hadden een gestroomlijnd profiel met een grote bovenbouw, een centrale toren voor vuurleiding en een enkele schoorsteen. Het rompontwerp was gebaseerd op een dubbele bodem, met een rompstructuur van langsliggers en 14 waterdichte compartimenten voor verhoogde schadebestendigheid.
Elk schip had een hangar en een katapult voor het lanceren van Arado Ar 196-verkenningsvliegtuigen, die werden ingezet voor maritieme verkenning en artilleriebewaking.
Bewapening
De bewapening van de Admiral Hipper-klasse was ontworpen om veelzijdig te zijn en meerdere doelen aan te pakken, waaronder vijandelijke schepen, vliegtuigen en onderzeeërs.
Hoofdgeschut
- Kaliber: 8 × 20,3 cm SK C/34 kanonnen, gemonteerd in vier dubbeltorens.
- Schietbereik: Maximaal 33.540 meter.
- Munitie: 120 tot 160 granaten per kanon, inclusief pantserdoorborende en hoogexplosieve granaten.
- Vuurleiding: Het hoofdgeschut werd aangestuurd door de Seeadler-vuurleidingscomputer, in combinatie met optische afstandsmeters van 10,5 meter en radarondersteuning (FuMO 22).
Secundair Geschut
- 10,5 cm SK C/33: 12 kanonnen in dubbele opstellingen, voornamelijk voor luchtafweer.
- Effectiviteit: Bereik van 17.700 meter tegen oppervlakteschepen en een plafond van 12.500 meter tegen luchtdoelen.
- Ondersteuning: Geleid via luchtafweerdirecteurs met radar SL-6 of SL-8.
Luchtverdediging
- 3,7 cm SK C/30: 12 kanonnen, deels autonoom bediend.
- 2 cm C/30: 8 lichte luchtafweerkanonnen, met een hoge vuursnelheid voor dichtbijgelegen doelen.
Torpedobuizen
- Kaliber: 12 × 53,3 cm torpedobuizen, verdeeld over vier drievoudige lanceerinstallaties.
- Torpedo’s: G7a-torpedo’s met een explosieve lading van 300 kg.
Bepantsering
De Admiral Hipper-klasse schepen waren uitgerust met Krupp-gecementeerd staal voor maximale bescherming tegen vijandelijke projectielen en explosies.
- Gordelpantser: 70 tot 80 mm dik, geconcentreerd rond vitale secties zoals de machinekamers en munitieopslag.
- Dekpantser: Tussen 20 en 50 mm dik, afhankelijk van de locatie.
- Torens: Gezichtspantser van 105 mm, met 70 mm zij- en dakpantser.
Voortstuwing en Prestaties
De schepen werden aangedreven door drie Blohm & Voss-stoomturbines, gevoed door twaalf ultra-hogedrukketels. Dit systeem leverde een vermogen van 132.000 shp en stelde de schepen in staat een topsnelheid van 32 knopen (59 km/u) te bereiken. Bij een kruissnelheid van 20 knopen hadden de schepen een actieradius van 6.800 zeemijl.
Radar en Vuurleiding
De schepen waren uitgerust met de FuMO 22-radar en later geüpgraded met de FuMO 27-radar, wat een aanzienlijke verbetering betekende in detectiecapaciteiten. Deze radars ondersteunden de Seeadler-vuurleidingscomputer en verhoogden de precisie van het geschut, vooral bij slecht zicht of nachtelijke operaties. Voor luchtafweersystemen werd de Geräte 40-vuurleidingscomputer ingezet.
Operationele Geschiedenis van de Admiral Hipper-Klasse
Admiral Hipper
De KMS Admiral Hipper voerde missies uit tijdens Operatie Weserübung en leidde de aanval op Trondheim, waarbij ze de Britse torpedobootjager HMS Glowworm tot zinken bracht. Later voerde het schip Atlantische operaties uit tegen geallieerde koopvaardijvloten, maar deze hadden beperkt succes. In 1942 was Admiral Hipper betrokken bij de Slag bij de Barentszzee, waar ze zwaar werd beschadigd door Britse kruisers. Het schip werd in 1945 door de bemanning tot zinken gebracht in Kiel. Geschiedenis van KMS Admiral Hipper
Blücher
De KMS Blücher diende als vlaggenschip tijdens Operatie Weserübung en leidde de Duitse invasievloot naar Oslo. Bij het passeren van het Oscarsborg-fort werd Blücher getroffen door Noorse kustbatterijen en torpedo’s, wat leidde tot haar verlies. Het schip zonk op 9 april 1940, met aanzienlijke verliezen onder de bemanning. Lees meer over de geschiedenis van KMS Blücher
Prinz Eugen
De KMS Prinz Eugen vocht samen met de Bismarck tijdens Operatie Rheinübung en hielp bij het tot zinken brengen van de HMS Hood. Later voerde ze een gedurfde terugtocht door Het Kanaal uit tijdens Operatie Cerberus. Na reparaties diende ze als artilleriesteun aan het Oostfront. In 1945 werd Prinz Eugen overgedragen aan de Verenigde Staten en uiteindelijk gebruikt in de Operation Crossroads-atoomtesten, waarna ze zonk. Meer over KMS Prinz Eugen
Seydlitz en Lützow: Onvoltooide Ambities
Seydlitz
KMS Seydlitz werd bijna voltooid maar nooit operationeel ingezet. In 1942 werd besloten het schip om te bouwen tot een vliegdekschip genaamd Weser. Hoewel een groot deel van de bovenbouw werd verwijderd, werd de conversie nooit voltooid. In januari 1945 werd het schip in Königsberg tot zinken gebracht door de eigen bemanning om te voorkomen dat het in handen van de Sovjets zou vallen. Later werd Seydlitz geborgen en uiteindelijk gesloopt. Lees meer over Seydlitz
Lützow
Lützow werd in een onvoltooide staat verkocht aan de Sovjet-Unie in 1940, waar ze werd hernoemd tot Petropavlovsk. Het schip werd gebruikt als drijvende batterij tijdens de verdediging van Leningrad in 1941. Na ernstige schade door Duitse beschietingen werd ze geborgen en hersteld. Lützow nam deel aan de Sovjet-operaties in 1944 en werd later ingezet als trainingsplatform. Het schip werd in de jaren 1950 gesloopt. Lees meer over Petropavlovsk
Conclusie
De Admiral Hipper-klasse vertegenwoordigde een belangrijke technologische vooruitgang voor de Kriegsmarine, met krachtige bewapening en geavanceerde vuurleidingssystemen. De schepen speelden verschillende rollen tijdens de Tweede Wereldoorlog, van directe gevechten tot ondersteuning van grondtroepen en strategische missies. Ondanks hun potentieel werden de prestaties van de klasse vaak beperkt door technische problemen en strategische beslissingen. Van de vijf schepen overleefde alleen Prinz Eugen de oorlog, terwijl de rest verloren ging of nooit werd voltooid.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: Office of Naval Intelligence, Public domain, via Wikimedia Commons
- Binder, Frank & Schlünz, Hans Hermann (2001). Schwerer Kreuzer Blücher. Koehlers Verlagsgesellschaft. ISBN 978-3-7822-0784-3.
- Breyer, Siegfried (1991). Die Schweren Kreuzer der ADMIRAL HIPPER-Klasse. Podzun-Pallas-Verlag. ISBN 3-7909-0429-5.
- Budzbon, Przemyslaw (1992). Soviet Union. In Gardiner, Robert; Chesneau, Roger (eds.). Conway’s All the World’s Fighting Ships 1922–1946. London: Conway Maritime Press. ISBN 978-0-85177-146-5.
- Campbell, John (1985). Naval Weapons of World War II. London: Conway Maritime Press. ISBN 978-0-87021-459-2.
- Gröner, Erich (1990). German Warships: 1815–1945. Vol. I: Major Surface Vessels. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 978-0-87021-790-6.
- Koop, Gerhard & Schmolke, Klaus-Peter (2014). Schweren Kreuzer der Admiral Hipper-Klasse. Seaforth Publishing. ISBN 978-1-4738-5019-4.
- Maiolo, Joseph (1998). The Royal Navy and Nazi Germany, 1933–39. Macmillan Press. ISBN 978-0-312-21456-2.
- Philbin, Tobias R. (1994). The Lure of Neptune: German-Soviet Naval Collaboration and Ambitions, 1919–1941. University of South Carolina Press. ISBN 978-0-87249-992-8.
- Rohwer, Jürgen & Monakov, Mikhail S. (2001). Stalin’s Ocean-Going Fleet. Frank Cass. ISBN 978-0-7146-4895-8.
- Williamson, Gordon (2003). German Heavy Cruisers 1939–1945. Osprey Publishing. ISBN 978-1-84176-502-0.
- Bronnen Mei1940