Arado Ar 196: Duits Marine Verkenningsvliegtuig WWII

De Arado Ar 196 was een Duits marine verkenningsvliegtuig tijdens WWII, bekend om zijn veelzijdigheid en robuuste prestaties.
De Arado Ar 196 was een Duits marine verkenningsvliegtuig tijdens WWII, bekend om zijn veelzijdigheid en robuuste prestaties.

De Arado Ar 196 was een verkenningsvliegtuig ontworpen en geproduceerd door de Duitse vliegtuigfabrikant Arado Flugzeugwerke. Dit eenmotorige, laagvleugelige monoplan was speciaal ontwikkeld voor gebruik aan boord van oorlogsschepen van de Kriegsmarine (Duitse marine). Gedurende de Tweede Wereldoorlog was de Ar 196 het standaard observatievliegtuig van de Kriegsmarine en het enige Duitse watervliegtuig dat de gehele oorlogsdienst heeft doorgemaakt.

Ontwerp en ontwikkeling

In de vroege jaren dertig voorzag de Kriegsmarine de behoefte aan een gestandaardiseerd schipgebaseerd verkenningsvliegtuig. In eerste instantie werd de Heinkel He 60, een tweedekker, geselecteerd. Hoewel deze aanvankelijk voldeed aan de eisen, werd al snel duidelijk dat de prestaties van de He 60 tekortschoten. Om deze reden gaf het Reichsluftfahrtministerium (RLM) in 1935 opdracht aan Heinkel om een vervangend vliegtuig te ontwikkelen, wat resulteerde in de He 114. Helaas voldeed ook dit model niet aan de verwachtingen: de prestaties waren nauwelijks beter dan die van de He 60, terwijl de zeewaardigheid onvoldoende was. Na verschillende mislukte pogingen om het ontwerp te verbeteren, besloot de marine het project af te sluiten en werden de toestellen verkocht aan andere landen zoals Roemenië, Spanje en Zweden.

Nieuwe ontwerpen: de keuze voor de Ar 196

In oktober 1936 diende het RLM een nieuwe specificatie in voor een vervangend vliegtuig. Naast Heinkel, dienden ook Arado, Dornier, Gotha en Focke-Wulf ontwerpen in. Heinkel besloot echter niet deel te nemen, overtuigd dat de He 114 nog verbeterd kon worden. Van de ingediende ontwerpen was het voorstel van Arado het meest modern en innovatief. Terwijl de andere ontwerpen conventionele tweedekkers waren, bood Arado een laagvleugelig monoplan aan: de Ar 196. Dit ontwerp, voorzien van een enkele motor en tweevlottige configuratie, werd beoordeeld als het meest capabele en veelbelovende toestel.

Prototypen en testvluchten

Het eerste prototype, de Ar 196 V1, maakte op 1 juni 1937 zijn eerste vlucht vanaf de Plauer See. Deze testvlucht verliep succesvol en markeerde het begin van een uitgebreide testcampagne. De eerste vier prototypes werden in de zomer van 1937 geleverd en getest. Het ontwerp bleek superieur aan zijn concurrenten, vooral in vergelijking met de Focke-Wulf Fw 62, een andere deelnemer aan de wedstrijd. De Ar 196 had betere vliegeigenschappen, een robuuster ontwerp en was gemakkelijker te produceren. De productie van het vliegtuig werd goedgekeurd en begon eind 1938.

Na deze initiële successen werden de Ar 196 vliegtuigen uitgerust met extra wapens en verbeterde radioapparatuur, wat leidde tot verschillende productiemodellen die specifiek waren aangepast aan de operationele eisen van de Kriegsmarine.

Operationele geschiedenis

De Arado Ar 196 werd ingezet bij tal van operaties door de Kriegsmarine gedurende de Tweede Wereldoorlog. De vliegtuigen waren gestationeerd op alle grote oorlogsschepen van de Duitse marine, waaronder slagschepen, zware kruisers en enkele lichte kruisers. De Ar 196 bleek een veelzijdig vliegtuig te zijn dat ingezet kon worden voor verschillende taken, waaronder verkenning, onderzeebootbestrijding en het aanvallen van vijandelijke vliegtuigen en schepen.

Een van de meest opmerkelijke operaties waarbij de Ar 196 betrokken was, was de betrokkenheid bij de opsporing en vangst van de Britse onderzeeër HMS Seal in mei 1940. Twee Ar 196-vliegtuigen speelden een cruciale rol bij het lokaliseren en aanvallen van de onderzeeër, wat uiteindelijk leidde tot de vangst ervan door Duitse troepen. Dit incident onderstreepte de effectiviteit van de Ar 196 in verkennings- en aanvalsmissies.

De toestellen aan boord van de Kriegsmarine

Elk groot schip van de Kriegsmarine was uitgerust met meerdere Ar 196 vliegtuigen. Zo hadden de Bismarck-klasse slagschepen, Bismarck en Tirpitz, elk vier Ar 196 vliegtuigen aan boord. Deze toestellen waren bedoeld voor verkenning, maar konden ook worden ingezet voor offensieve operaties. Tijdens de laatste missie van de Bismarck in mei 1941, werd geprobeerd een van de Ar 196’s te lanceren om belangrijke documenten naar het vasteland te brengen, maar door schade aan de katapult was dit niet mogelijk.

Ook andere Kriegsmarine-schepen, zoals de Scharnhorst en Gneisenau, voerden Ar 196’s. Tijdens Operatie Weserübung, de invasie van Noorwegen in april 1940, speelden deze vliegtuigen een belangrijke rol in de communicatie en verkenning, door onder andere radiostilte te handhaven en informatie over te brengen naar Duitse eenheden op land.

De zware kruisers Admiral Scheer en Admiral Graf Spee waren eveneens uitgerust met de Ar 196. De Graf Spee gebruikte haar Ar 196 intensief tijdens de beruchte operaties tegen geallieerde koopvaardijschepen in de Zuid-Atlantische Oceaan aan het begin van de oorlog. Helaas viel het vliegtuig uit net voor de Slag bij de River Plate, wat bijdroeg aan het fatale einde van de Graf Spee.

Internationale operaties en export

Hoewel de Ar 196 primair een Duits vliegtuig was, werd het ook geëxporteerd naar andere landen. Een klein aantal toestellen werd geleverd aan de Bulgaarse luchtmacht, en na de oorlog werden diverse Ar 196’s in beslag genomen en gebruikt door de geallieerden. De Sovjet-Unie nam bijvoorbeeld een aantal van deze vliegtuigen in gebruik, waarbij ze werden uitgerust met Sovjet-radioapparatuur en dienden in de Baltische, Zwarte en Pacifische zeeën. Deze toestellen bleven tot 1955 in dienst, wat getuigt van de robuustheid en veelzijdigheid van het ontwerp.

In Finland werden Ar 196 A-3’s gebruikt voor verkenningsmissies en logistieke ondersteuning. Het Finse gebruik van deze vliegtuigen ging door tot het einde van de oorlog, waarbij de toestellen werden opgewaardeerd naar het A-5 model met zwaardere bewapening en verbeterde motoren.

Technische specificaties en ontwerpkenmerken

Structuur en materiaalgebruik

De Arado Ar 196 werd ontworpen als een laagvleugelige eenmotorige monoplane met een volledig metalen structuur. Het vliegtuig had een semi-cantilever vleugelconfiguratie, waarbij de vleugels direct aan de romp waren bevestigd zonder externe stutten, wat bijdroeg aan de aerodynamische efficiëntie. Het gebruik van Hydronalium, een corrosiebestendig aluminiumlegering, was uitgebreid door de hele structuur, vooral in de delen die aan maritieme omgevingen werden blootgesteld. Dit maakte de Ar 196 bijzonder geschikt voor langdurige operaties op zee.

Het vliegtuig was uitgerust met twee grote drijvers die naast stabiliteit op water ook als brandstoftanks fungeerden. Deze drijvers waren zo ontworpen dat ze snel konden worden vervangen of gerepareerd, wat essentieel was voor operaties op zee. Het achterste deel van de romp en het stabilo waren bedekt met een doek, wat het gewicht van het vliegtuig verlaagde zonder in te boeten aan structurele integriteit.

Bewapening en uitrusting

In zijn verschillende uitvoeringen was de Ar 196 bewapend met een mix van machinegeweren en kanonnen. De vroege versies, zoals de Ar 196 A-1, waren voornamelijk uitgerust voor verkenning en waren bewapend met een enkele 7,92 mm MG 15 machinegeweer aan de achterzijde, bediend door de waarnemer. Naarmate de oorlog vorderde en de operationele eisen veranderden, werd de bewapening van de Ar 196 aanzienlijk uitgebreid.

De Ar 196 A-2, die vanaf november 1939 werd geproduceerd, kreeg twee 20 mm MG FF kanonnen in de vleugels, een 7,92 mm MG 17 machinegeweer in de motorkap, en was in staat om twee 50 kg bommen onder de vleugels te dragen. Deze extra bewapening maakte het vliegtuig beter geschikt voor aanvallen op gronddoelen en vijandelijke schepen, naast zijn primaire rol als verkenningsvliegtuig.

De latere Ar 196 A-5 versie zag verdere verbeteringen, waaronder de vervanging van het achterste machinegeweer door een MG 81Z, een dubbele machinegeweeropstelling met een veel hoger vuursnelheid en een grotere munitievoorraad van 2000 patronen. Daarnaast werd het toestel uitgerust met pantserplaten om de piloot en waarnemer te beschermen tegen vijandelijk vuur, en werden de cockpitinstrumenten gemoderniseerd.

Motor en prestaties

De Ar 196 werd aangedreven door een enkele BMW 132 negen-cilinder stermotor, die een vermogen van ongeveer 960 pk leverde. Deze motor stond bekend om zijn betrouwbaarheid en robuustheid, wat cruciaal was voor operaties onder zware omstandigheden op zee. De maximale snelheid van het vliegtuig lag rond de 330 km/u, met een bereik van ongeveer 1000 kilometer, afhankelijk van de belading en operationele omstandigheden.

Het vliegtuig had een goede wendbaarheid voor een toestel van zijn grootte en type, zowel in de lucht als op het water. Dit maakte het geliefd bij de piloten die ermee vlogen. Ondanks zijn relatief lage snelheid en beperkte bewapening in vergelijking met moderne jachtvliegtuigen, was de Ar 196 effectief in zijn rol dankzij zijn veelzijdigheid en duurzaamheid.

Productie en varianten

De productie van de Ar 196 vond plaats tussen 1938 en 1944, waarbij in totaal 541 toestellen werden gebouwd, waaronder prototypes en productiemodellen. De productie werd niet alleen uitgevoerd door Arado, maar ook door andere fabrikanten zoals SNCASO in Frankrijk, en Fokker in Nederland, om aan de vraag van de Kriegsmarine te voldoen. Hoewel de kwaliteit van de door SNCASO geproduceerde vliegtuigen enigszins te wensen overliet, vanwege de mogelijke tegenwerking van de Franse arbeiders, waren ze functioneel en werden ze ingezet op verschillende fronten.

Arado ontwikkelde verschillende varianten van de Ar 196 om aan de veranderende behoeften van de Kriegsmarine te voldoen. Naast de hierboven genoemde A-1 en A-2, omvatten de varianten onder andere de Ar 196 A-3 en A-4, die aanpassingen aan de radioapparatuur en structurele versterkingen omvatten. De geplande Ar 196 C variant, met een gestroomlijnd ontwerp en grotere drijvers, bereikte nooit massaproductie ondanks uitgebreide tests in Hamburg.

Conclusie

Het einde van de productie en dienst

De productie van de Arado Ar 196 eindigde in augustus 1944, tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog. In totaal werden 541 toestellen geproduceerd, waarvan het merendeel diende aan boord van Kriegsmarine-schepen en bij kustverkenningseenheden. De Ar 196 bleek een veelzijdig en robuust vliegtuig te zijn, dat onder de moeilijke omstandigheden van de oorlog functioneerde en door zijn bemanningen zeer gewaardeerd werd.

Na de oorlog werden verschillende Ar 196 toestellen door de geallieerden buitgemaakt. De Sovjet-Unie nam een aantal toestellen over en gebruikte ze tot 1955 in de Baltische, Zwarte en Pacifische zeeën. In Noorwegen en Finland bleven enkele Ar 196’s na de oorlog nog enige tijd in gebruik. Het toestel is een van de weinige Duitse oorlogsvliegtuigen die in zowel maritieme als landgebaseerde operaties effectief werd ingezet.

Overgebleven voorbeelden en museale stukken

Hoewel geen enkele Ar 196 meer in vliegwaardige staat verkeert, zijn er nog enkele exemplaren bewaard gebleven in musea over de hele wereld. Deze overgebleven toestellen herinneren aan de belangrijke rol die het vliegtuig speelde in de operaties van de Kriegsmarine tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze zijn te bezichtigen in onder andere het Deutsches Technikmuseum in Berlijn, waar een Ar 196 in uitstekende staat tentoongesteld wordt. Deze zeldzame overblijfselen bieden een tastbare link naar de geschiedenis van de marineluchtvaart en de technologie van het midden van de twintigste eeuw.

Bronnen en meer informatie

  1. Smith, Peter C. “The History of German Aviation: The Arado Ar 196.” Ian Allan Publishing, 1990.
  2. Green, William. “Warplanes of the Third Reich.” Doubleday & Company, Inc., 1970.
  3. Hooton, E.R. “Luftwaffe at War: Gathering Storm 1933-1939.” Classic Publications, 2007.
  4. Nowarra, Heinz J. “Die Deutsche Luftrüstung 1933-1945.” Bernard & Graefe Verlag, 1993.
  5. Dressel, Joachim & Griel, Manfred. “The Luftwaffe Profile Series No. 12: Arado Ar 196.” Schiffer Publishing, 1993.
  6. Mason, Francis K. “The Encyclopedia of Aircraft of World War II.” Barnes & Noble Inc., 1997.
  7. Bronnen Mei1940
  8. Afbeelding: Ray Wagner Collection, Public domain, via Wikimedia Commons