![Kaart van Operatie Rheinübung en de Ondergang van de Bismarck Kaart van Operatie Rheinübung en Britse marineacties tegen de Bismarck, met scheepsbewegingen en locaties van luchtaanvallen.](https://sp-ao.shortpixel.ai/client/to_webp,q_lossy,ret_img,w_696,h_460/https://mei1940.org/wp-content/uploads/2024/12/Operation-Rheinubung-696x460.jpg)
Operation Rheinübung, uitgevoerd van 18 tot 27 mei 1941, was de laatste grote missie van het Duitse slagschip Bismarck en de zware kruiser KMS Prinz Eugen in de Atlantische Oceaan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het doel van deze operatie was het verstoren van de geallieerde scheepvaart die essentieel was voor de bevoorrading van Groot-Brittannië. De operatie culmineerde in de ondergang van de KMS Bismarck, terwijl de Prinz Eugen veilig de haven van bezet Frankrijk bereikte. Deze missie markeerde het einde van de inzet van grote Duitse oppervlakteschepen in de Atlantische campagne.
Inhouds opgave
Achtergrond van de Atlantische Oorlog
Het Belang van Geallieerde Bevoorrading
Tijdens beide wereldoorlogen was Groot-Brittannië sterk afhankelijk van de aanvoer van voedsel, grondstoffen en brandstoffen via scheepvaartroutes. Het beschermen van deze levensader had een hoge prioriteit voor de Britse marine. Het succesvol verstoren van deze bevoorradingslijnen kon Groot-Brittannië verzwakken en dwingen tot onderhandelingen, wat een beslissend voordeel zou opleveren voor Duitsland in Europa.
De Duitse Strategie
De Duitse marine, geleid door admiraal Erich Raeder, geloofde dat een blokkade Groot-Brittannië op de knieën kon krijgen. Raeder stelde dat dit het best bereikt kon worden door oppervlakteraiders, zoals slagschepen en zware kruisers, te combineren met de inzet van U-boten. Eerdere operaties, zoals Operation Berlin door de slagschepen KMS Scharnhorst en KMS Gneisenau, hadden succes geboekt. Deze ervaring inspireerde de lancering van Operation Rheinübung.
Voorbereidingen voor Operation Rheinübung
Duitse Marineplanning
De Duitse Kriegsmarine had aanvankelijk gehoopt om KMS Scharnhorst en KMS Gneisenau in te zetten bij Rheinübung. Echter, technische mankementen maakten dit onmogelijk. In plaats daarvan werden de nieuwere KMS Bismarck en KMS Prinz Eugen, beide gestationeerd in de Oostzee, toegewezen aan de operatie. Admiraal Günther Lütjens kreeg het bevel over de missie. Zijn orders waren gericht op het aanvallen van koopvaardijschepen, met minimale betrokkenheid bij vijandige oorlogsschepen tenzij strikt noodzakelijk.
Britse Tegenmaatregelen
De Britten, bewust van de dreiging die Duitse oppervlakteschepen vormden, hadden een aanzienlijke marinevloot gestationeerd in Scapa Flow en elders. Deze omvatte moderne slagschepen zoals de HMS King George V en HMS Prince of Wales, de slagkruiser HMS Hood en de vliegdekschepen HMS Victorious en HMS Ark Royal. Daarnaast werden patrouilles en radar ingezet om bewegingen van Duitse schepen te detecteren.
Het Verloop van Operation Rheinübung
Het Vertrek van de Duitse Schepen
Op 18 mei 1941 vertrok de zware kruiser Prinz Eugen uit de haven van Gotenhafen (Gdynia, Polen), gevolgd door de Bismarck in de vroege uren van 19 mei. Beide schepen werden vergezeld door escortejagers en ontmoetten elkaar bij Kaap Arkona op het eiland Rügen in de westelijke Oostzee. Van daaruit zetten zij koers door de Deense zeestraten richting de Atlantische Oceaan.
Op 20 mei werden de Duitse schepen in het Kattegat opgemerkt door de Zweedse marine, met name door de kruiser Gotland en Zweedse verkenningsvliegtuigen. Deze waarnemingen werden gerapporteerd aan de Britse Admiraliteit via Zweedse diplomatieke kanalen, wat leidde tot verhoogde waakzaamheid van de Britse vloot.
Op 21 mei zochten de schepen tijdelijk onderdak in de Grimstadfjord bij Bergen, Noorwegen, waar de KMS Prinz Eugen werd bijgetankt. Daarna zetten de schepen koers naar de open wateren van de Noordzee, op weg naar de Atlantische scheepvaartroutes.
Britse Reactie op de Vertrek
De Britten reageerden snel op de informatie over de Duitse schepen. HMS Hood en HMS Prince of Wales, samen met begeleidende torpedobootjagers, werden naar de Straat van Denemarken gestuurd. Tegelijkertijd mobiliseerde de Britse Home Fleet, onder leiding van admiraal Sir John Tovey, een gecombineerde strijdmacht van slagschepen, kruisers en vliegdekschepen om de Bismarck te onderscheppen.
![Schilderij van J.C. Schmitz-Westerholt over de ondergang van HMS Hood tijdens het gevecht met de Bismarck op 24 mei 1941.](https://sp-ao.shortpixel.ai/client/to_webp,q_lossy,ret_img,w_748,h_600/https://mei1940.org/wp-content/uploads/2024/12/Schilderij-van-HMS-Hoods-Ondergang-tijdens-Gevecht-met-Bismarck.jpg)
Slag in de Straat van Denemarken
Eerste Contact
Op de avond van 23 mei werden de Bismarck en de Prinz Eugen ontdekt door de Britse kruisers HMS Suffolk en HMS Norfolk in de Straat van Denemarken, tussen Groenland en IJsland. Deze kruisers volgden de Duitse schepen op een veilige afstand, gebruikmakend van radar om hun positie door te geven aan de Britse vloot.
In de vroege ochtend van 24 mei kwamen de Duitse schepen in zicht van de slagkruiser Hood en het slagschip Prince of Wales. Om 05:52 uur openden de Britten het vuur op een afstand van ongeveer 23 kilometer. De Hood richtte haar vuur aanvankelijk op de Prinz Eugen, maar realiseerde zich al snel dat ze het verkeerde doelwit had gekozen. De Prince of Wales richtte zich op de Bismarck.
De Ondergang van de Hood
Omstreeks 06:00 uur werd de Hood getroffen door een 38 cm-granaat van de Bismarck. De granaat doorboorde het dek en bereikte een van de munitieopslagplaatsen, wat resulteerde in een catastrofale explosie. Binnen enkele minuten zonk de Hood, waarbij 1.415 bemanningsleden, inclusief viceadmiraal Lancelot Holland, omkwamen. Slechts drie overlevenden werden gered.
De Prince of Wales zette de strijd voort, maar werd zwaar beschadigd door treffers van zowel de Bismarck als de Prinz Eugen. Kapitein Leach gaf opdracht zich terug te trekken onder dekking van een rookgordijn.
Schade aan de Bismarck
Hoewel de Bismarck als overwinnaar uit de strijd kwam, liep zij zelf aanzienlijke schade op. Een van de granaten van de Prince of Wales doorboorde een brandstoftank aan de voorkant van het schip, wat resulteerde in een constante olielekkage. Deze schade beperkte de actieradius van de Bismarck en dwong haar naar de Franse kust te varen voor reparaties, in plaats van haar oorspronkelijke missie voort te zetten.
De Achtervolging
Na de slag volgden de kruisers Suffolk en Norfolk, samen met de beschadigde Prince of Wales, de Bismarck op veilige afstand. Ondertussen probeerde admiraal Lütjens zijn achtervolgers af te schudden. Hij stuurde de Prinz Eugen weg om zelfstandig koopvaardijschepen aan te vallen, terwijl de Bismarck koers zette naar Brest.
Op de avond van 24 mei lanceerde het vliegdekschip Victorious een aanval met negen Fairey Swordfish-torpedobommenwerpers. Ondanks de barre weersomstandigheden en zwaar luchtafweergeschut, scoorden zij slechts één torpedotreffer op de Bismarck. De schade was minimaal en had geen invloed op haar snelheid of manoeuvreerbaarheid.
De Laatste Gevechten
Het Verlies van Contact
In de vroege uren van 25 mei wist de Bismarck haar achtervolgers te ontwijken. Dankzij slecht weer en koersveranderingen verloren de Britse schepen tijdelijk het contact. Admiraal Lütjens maakte echter een strategische fout door een lange radioboodschap te verzenden naar het Duitse marine hoofdkwartier. Dit bericht werd onderschept door de Britten met HF/DF, die het gebruikten om de positie van de Bismarck te trianguleren. Hoewel de precieze locatie niet direct duidelijk was, leidde dit tot een hernieuwde zoektocht.
De Herontdekking van de Bismarck
Op 26 mei, na bijna een dag zonder contact, ontdekte een PBY Catalina-vliegboot de Bismarck ongeveer 700 mijl (1.100 km) van Brest. De Bismarck bevond zich buiten het bereik van luchtdekking door de Luftwaffe en leek op weg naar veiligheid in de Franse haven. De Britten mobiliseerden onmiddellijk alle beschikbare eenheden om het Duitse slagschip te onderscheppen.
De Torpedoaanval door Ark Royal
Vliegdekschip Ark Royal, deel van Force H, lanceerde in de namiddag van 26 mei een aanval met Fairey Swordfish-torpedobommenwerpers. Bij de eerste aanval werden de Britse schepen HMS Sheffield en Bismarck per ongeluk met elkaar verward. De torpedo’s misten of explodeerden voortijdig.
Een tweede aanval volgde later die avond, onder uiterst slechte weersomstandigheden. Deze aanval bleek fataal. Twee of drie torpedo’s troffen de Bismarck, waarvan één een fatale schade veroorzaakte aan het roermechanisme. Hierdoor raakte de Bismarck onbestuurbaar en kon zij alleen nog maar in cirkels varen. Dit maakte haar een gemakkelijk doelwit voor de naderende Britse slagschepen.
Admiraal Lütjens stuurde die avond een laatste bericht naar Berlijn: “Schip onbestuurbaar. We zullen vechten tot de laatste granaat. Lang leve de Führer.”
De Laatste Slag
In de ochtend van 27 mei naderden de Britse slagschepen HMS Rodney en HMS King George V, begeleid door kruisers en torpedobootjagers. Om 08:47 openden de Britten het vuur op de Bismarck. Ondanks hevig verzet van de Duitse bemanning, werd de Bismarck zwaar getroffen. Haar primaire geschuttorens werden uitgeschakeld, en ze liep ernstige structurele schade op.
De Ondergang van de Bismarck
Omstreeks 10:40 uur kapseisde de Bismarck en zonk. Duitse bemanningsleden hadden voorafgaand aan het zinken zelfvernietigingsladingen geplaatst om te voorkomen dat het schip in handen van de Britten zou vallen. De Britse kruiser HMS Dorsetshire en de torpedobootjager HMS Maori redden 110 overlevenden. Het reddingswerk werd echter abrupt gestaakt toen er een melding kwam van een mogelijke U-boot in de omgeving.
Van de meer dan 2.200 bemanningsleden van de Bismarck overleefden slechts 114 de ondergang. Admiraal Lütjens en kapitein ter zee Lindemann behoorden tot de vele slachtoffers.
![Overlevenden van de Bismarck worden op 27 mei 1941 aan boord gehesen van HMS Dorsetshire (40) na de ondergang.](https://sp-ao.shortpixel.ai/client/to_webp,q_lossy,ret_img,w_501,h_599/https://mei1940.org/wp-content/uploads/2024/12/Redding-van-Bismarck-overlevenden-door-HMS-Dorsetshire-27-mei-1941.jpg)
Nasleep en Gevolgen van Operation Rheinübung
De Nasleep voor de Duitse Marine
Na de ondergang van de Bismarck werd het duidelijk dat de Duitse marine niet langer in staat was om grote oppervlakteschepen effectief in te zetten tegen de geallieerde bevoorradingsroutes. Hoewel de kruiser Prinz Eugen veilig de haven van Brest bereikte, slaagde zij er niet in koopvaardijschepen te vernietigen en bleef ze de rest van 1941 in reparatie.
De verlieservaring van de Bismarck had directe gevolgen voor de strategie van de Kriegsmarine. Adolf Hitler verbood verdere grote operaties van slagschepen in de Atlantische Oceaan. Het zusterschip van de Bismarck, de KMS Tirpitz, werd overgeplaatst naar Noorwegen en fungeerde daar voornamelijk als afschrikmiddel. Hiermee kwam een einde aan de actieve rol van de Duitse slagschepen in de slag om de Atlantische Oceaan.
De Impact op de Geallieerden
De vernietiging van de Bismarck was een symbolische overwinning voor de Royal Navy. Het verlies van de Hood bracht echter een enorme schok teweeg in Groot-Brittannië, aangezien het schip gold als een icoon van de Britse zeemacht. De operatie toonde ook aan dat de Britten bereid waren om aanzienlijke middelen in te zetten om elk groot Duits oppervlakteschip te vernietigen.
Bovendien versterkte de ondergang van de Bismarck het Britse vertrouwen in gecombineerde operaties, waarbij luchtmacht en marine nauw samenwerkten. De rol van radar, luchtverkenning en vliegdekschepen in deze operatie legde de basis voor moderne oorlogvoering op zee.
Strategische Evaluatie
Operation Rheinübung faalde in haar hoofddoelstelling om geallieerde bevoorradingsroutes te verstoren. Geen enkel koopvaardijschip werd door de Duitse schepen aangevallen. Integendeel, de operatie leidde tot het verlies van een van de modernste slagschepen van de Kriegsmarine en bracht de bevoorradingsschepen van de Duitse marine in gevaar. Binnen twee weken na het zinken van de Bismarck werden zeven van de negen bevoorradingsschepen, bedoeld voor de operatie, door de geallieerden opgespoord en vernietigd.
De operatie had ook gevolgen voor de Duitse U-boten. Door de aandacht van de geallieerden te vestigen op de Atlantische oceaan, werden U-bootpatrouilles ontregeld, wat leidde tot een tijdelijke daling in scheepvaartverliezen aan geallieerde zijde.
Conclusie
Operation Rheinübung markeerde het einde van het tijdperk van grote Duitse oppervlakteschepen in de Atlantische Oceaan. Hoewel de ondergang van de Bismarck een strategisch verlies was voor Duitsland, benadrukte het ook de kwetsbaarheid van grote slagschepen in een conflict waarin luchtmacht, radar en moderne oorlogstechnieken steeds belangrijker werden. Voor de Royal Navy was de operatie een belangrijke overwinning die zowel de militaire als morele weerbaarheid van Groot-Brittannië versterkte.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding 1: Citypeek, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons
- Afbeelding 2: Royal Navy official photographer, Public domain, via Wikimedia Commons
- Müllenheim-Rechberg, Burkard Freiherr von (1999). Schlachtschiff Bismarck. Augsburg: Bechtermünz Verlag. ISBN 3-8289-5340-9.
- Koop, Gerhard & Schmolke, Klaus-Peter (1990). Die Schlachtschiffe der Bismarck-Klasse. Koblenz: Bernard & Graefe Verlag. ISBN 3-7637-5890-9.
- Schofield, Brian Betham. Der Untergang der Bismarck – Wagnis, Triumph und Tragödie. Stuttgart: Motorbuch Verlag. ISBN 3-87943-418-2.
- Berthold, Will. Die Schicksalsfahrt der Bismarck – Sieg und Untergang. Neuer Kaiser Verlag. ISBN 3-7043-1315-7.
- Forester, Cecil Scott. Die letzte Fahrt der Bismarck (Originaltitel: Hunting the Bismarck). Neuer Kaiser Verlag. ISBN 3-7043-2146-X.
- Kennedy, Ludovic. Versenkt die Bismarck!. Molden Verlag. ISBN 3-453-87101-4.
- Blair, Clay (1998). U-Boot-Krieg. Band 1. Die Jäger: 1939–1942. Bechtermünz Verlag. ISBN 3-453-12345-X.
- Brennecke, Jochen (2003). Schlachtschiff Bismarck. 6. überarbeitete Auflage. Hamburg: Koehlers Verlagsgesellschaft. ISBN 3-7822-0877-3.
- Dönitz, Karl (1991). Zehn Jahre und zwanzig Tage, Erinnerungen 1935–1945. Bonn: Bernard & Graefe Verlag. ISBN 3-7637-5186-6.
- Ballard, Robert D. (1997). Die Entdeckung der Bismarck. Bechtermünz Verlag. ISBN 3-550-06443-8.
- Garzke, William H.; Dulin, Robert O.; Jurens, William; Cameron, James (2019). Battleship Bismarck: A Design and Operational History. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 978-1-59114-569-1.
- Bronnen Mei1940