HMS Hood (1920 – 1941) Slagkruiser

Geschiedenis

HMS Hood was een slagkruiser van de Royal Navy. Het was een van de vier Admiral klasse slagkruisers die tijdens de Eerste wereldoorlog waren besteld naar aanleiding van het Emergency War Programme.  Hoewel het ontwerp drastisch werd herzien na de Zeeslag bij Jutland, was het bekend dat er ook aan het aangepaste ontwerp grote beperkingen zaten. Om deze reden – en omdat de Duitse slagkruisers in aanbouw waarschijnlijk niet afgebouwd zouden worden – werd de bouw aan de zusterschepen stilgelegd. Hierdoor was de Hood de laatste Britse slagkruiser die voltooid werd tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Bouw

De bouw bij John Brown & Company in Clydebank, Schotland begon op 1 september 1916. Na het verlies van drie slagkruisers in de Slag bij Jutland werd 5000 ton extra bepantsering toegevoegd aan het ontwerp. De bedoeling was om het bescherming te geven tegen 15 inch (381 mm) kanons, zoals de eigen kanons. In theorie werd het hierdoor het eerste snelle slagschip, aangezien de Hood verbeteringen had ten aanzien van de revolutionaire Queen Elizabeth slagschepen.Extra verwarrend was het dat Royal Navy documenten uit die tijd, het schik classificeerd als slagkruisers vanwege de snelheid van meer dan 24 knopen (44 km/h). Met andere karakteristieken werd geen rekening gehouden. Het was het grootste schip van de Britse vloot toen het in de vaart kwam. De Hood was veel langer dan enig ander Brits oorlogsschip.

De veranderingen werden echter gehaast en incompleet uitgevoerd. Alleen de voorste cordiet magazijnen werden onder de granaatkamers verplaatst, omdat cordietexplosies de oorzaak waren van het verlies van de Royal Navy slagkruisers bij Jutland. De combinatie van de dek- en zijbepantsering gaf geen volledige bescherming tegen granaten uit alle hoeken. Het belangrijkste probleem was dat de dekbepanstering niet in orde was; verdeeld over drie dekken was het ontworpen om een inkomende granaat te laten exploderen bij inslag op het bovenste dek, waarbij veel energie werd geabsorbeerd door de twee andere dekken.

De ontwikkeling van ontstekingen met tijdsvertraging tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog maakte deze bepanseringstechniek veel minder effectief, doordat de intacte granaat door zwakkere dekken kon penetreren en diep in het schip zou kunnen exploderen. Daarbij was de bepantsering veel zwaarder dan het oorspronkelijke ontwerp, wat HMS Hood een diepstekend schip maakte met een te grote buigspanning als gevolg. Er werd serieus overwogen het schip te slopen voor de tewaterlating; de naoorlogse economische situatie maakte het echter onbetaalbaar om opnieuw te beginnen.

Tussen 17 mei 1929 en 16 juni 1930 werd het schip gemoderniseerd. De volgende modernisering stond gepland voor 1941 om het op een vergelijkbaar niveau te brengen met de andere gemoderniseerde schepen uit de Eerste Wereldoorlog. Juist de status van vlaggenschip zorgde ervoor dat het onderhoud achterliep en tegen het einde van de jaren 30 was het schip in slechte staat. De benodigde dokbeurt werd onmogelijk gemaakt door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Eén van de gevolgen was dat de topsnelheid niet meer gehaald werd.

Technische gegevens

Besteld: 7 april 1916

Kiellegging: 1 september 1916
Tewaterlating: 22 augustus 1918
In dienst: 15 mei 1920 – 24 mei 1941
Status: Tot zinken gebracht tijdens de Slag in Straat Denemarken op 24 mei 1941 door KMS Bismarck

Algemene kenmerken

Tonnage:

1918: 45.200 ton;
1940: 48.360 lon
Lengte: 262,3 meter
Breedte: 31,7 meter
Diepgang: 10.1 meter
Voortstuwing en vermogen: 24 Yarrow oliegestookte ketels; 4 Brown-Curtiss stoomturbines, 4 driebladige schroeven – 4,6 m diameter;
vermogen: 151.200 pk

Snelheid:
1920: 31 knopen (57 km/h)
1940: 29 knopen (54 km/h)
Operationeel Bereik:
1931: 5332 mijl (10.000 km) met een snelheid van 20 knopen (37 km/h)            

Bemanning:
1921: 1169
1940: 1418

Bewapening:

8 × 15 in (381 mm) (4×2)
12 × 5.5 in (140 mm) (12×1)
8 × 4 in (102 mm) dual purpose guns (4×2)
24 × 2-pdr (40 mm) pom-pom (3×8)
20 x 0.5 in (12.7 mm) (5×4) Vickers machinegeweren
4 × 21 in (533 mm) torpedobuizen, boven water

Vliegtuigen 1
1 x catapult

Slag in Straat Denemarken

Tijdens de Slag in Straat Denemarken op 24 mei 1941 was de Hood slachtoffer van een aantal gebeurtenissen die het schip fataal zouden worden. De HMS Hood viel eerst de KMS Prinz Eugen? aan in plaats van de KMS Bismarck?. Toen de Duitse schepen achter de afstand van de HMS Hood kwamen, werd deze eerst geraakt door een 8 inch (204 mm) granaat van de KMS Prinz Eugen op het botendek. Dit ontstak 4 inch (102 mm) ammunitie en UP raketten, wat een brand veroorzaakte die het schip in gevaar bracht. Kort daarna verlegde de KMS Prinz Eugen het vuur naar de HMS HMS Prince of Wales, in opdracht van een semafoorbericht van de KMS Bismarck. Om ongeveer 06:00, op het moment dat de Hood aan het draaien was om al zijn kanons in stelling te brengen, ontstak er een enorme vlam vanuit de buurt van de hoofdmast. Dit werd direct gevolgd door een explosie die het achterschip vernielde. Het achterschip zonk snel, terwijl het voorschip omhoog stak tijdens het zinken. Van de 1418 bemanningsleden overleefden er slechts drie.

Slag voor het Engelse Moreel

Tijdens het interbellum was de HMS Hood het grootste oorlogsschip ter wereld in een tijd dat het Britse publiek een grote affiniteit had met de Royal Navy. De naam en kenmerken waren bekend bij het grote publiek en stond bekend als Mighty Hood. Vanwege deze faam voer het veel voor vlagvertoon naar andere landen.
Het dramatische verlies van het symbool van de Britse macht op zee was een grote schok voor veel Britten. Daarna werd alles gegooid op de vernietiging van de KMS Bismarck en de KMS Prinz Eugen. De KMS Prinz Eugen ontsnapte, maar de KMS Bismarck werd uiteindelijk tot zinken gebracht op 27 mei 1941.