KMS Admiral Hipper: Duitse Zware kruiser in WOII

De zware kruiser Admiral Hipper op zee, gezien vanaf stuurboordzijde. Het schip toont de hoofdbewapening en het ontwerp van haar klasse.
De Duitse zware kruiser KMS Admiral Hipper, gefotografeerd vanaf stuurboordzijde tijdens een patrouille op volle zee.

De KMS Admiral Hipper was het eerste schip van de Admiral Hipper-klasse, een reeks zware kruisers die een prominente rol speelden in de Kriegsmarine tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het schip werd in 1935 neergelegd bij de scheepswerf Blohm & Voss in Hamburg, te water gelaten in 1937 en in april 1939 in dienst genomen. Vernoemd naar admiraal Franz von Hipper, een belangrijke commandant tijdens de Eerste Wereldoorlog, stond de kruiser symbool voor de Duitse ambities om een krachtige marinevloot op te bouwen.

Duits-Britse Marineverdrag

Ondanks dat het schip officieel binnen de limiet van 10.000 lange tonnen viel, zoals vastgelegd in het Duits-Britse Marineverdrag van 1935, bedroeg haar werkelijke waterverplaatsing meer dan 16.000 ton. Dit maakte de Admiral Hipper niet alleen een van de grootste zware kruisers van haar tijd, maar ook een van de meest veelzijdige dankzij haar geavanceerde bewapening, snelheid en bepantsering.

Ontwerp en Constructie

Algemeen Ontwerp

De Admiral Hipper-klasse werd ontworpen om te voldoen aan de maritieme strategie van Duitsland, waarin zowel kustverdediging als offensieve operaties op volle zee centraal stonden. Het ontwerp combineerde snelheid en gevechtskracht met een focus op bewapening en bescherming. De schepen van deze klasse waren uitgerust om zowel tegen andere schepen als tegen lucht- en landdoelen te opereren.

  • Lengte en Afmetingen
    Het schip had een lengte van 202,8 meter, die na de installatie van een klipperboeg toenam tot 205,9 meter. De breedte bedroeg 21,3 meter en de diepgang bij volle belading was 7,2 meter.
  • Waterverplaatsing
    Het ontwerp voorzag in een normale waterverplaatsing van 16.170 ton, terwijl dit bij volle belading opliep tot 18.500 ton. Dit maakte de Admiral Hipper aanzienlijk zwaarder dan de officiële limieten van het Duits-Britse Marineverdrag, maar deze overschrijding werd door de Duitse marine verborgen gehouden.

Voorststuwing en Snelheid

De Admiral Hipper werd aangedreven door drie Blohm & Voss-stoomturbines, die elk een schroef aandreven. Deze turbines werden gevoed door twaalf ultra-hogedrukketels, waarmee een vermogen van 132.000 pk (98 MW) werd bereikt. Dit zorgde voor een topsnelheid van 32 knopen (ongeveer 59 km/u). De combinatie van snelheid en kracht stelde de kruiser in staat om zowel offensieve aanvallen uit te voeren als te ontsnappen aan vijandelijke achtervolgingen.

Bewapening

De primaire bewapening van de Admiral Hipper bestond uit acht 20,3 cm (8 inch) SK L/60-kanonnen, opgesteld in vier dubbelopstellingen. Deze waren geplaatst in superfiring-configuratie (twee voor en twee achter), wat een breed schootsveld bood. De secundaire en luchtafweerbatterij omvatte:

  • Twaalf 10,5 cm (4,1 inch) SK C/33-kanonnen.
  • Twaalf 3,7 cm (1,5 inch) SK C/30-kanonnen.
  • Acht 2 cm (0,79 inch) C/30-kanonnen.

Daarnaast was het schip uitgerust met twaalf 53,3 cm (21 inch) torpedobuizen, verdeeld over vier drievoudige opstellingen op het hoofddek.

Bepantsering

De bepantsering van de Admiral Hipper was ontworpen om essentiële delen van het schip te beschermen tegen vijandelijk vuur:

  • Gordelbepantsering: Variërend van 70 tot 80 mm dikte.
  • Dekbepantsering: 20 tot 50 mm dik.
  • Torenbepantsering: 105 mm dik aan de voorkant en 70 mm aan de zijkanten.
  • Commandotoren: Verticale oppervlakken tot 150 mm dik.

Radar

De Admiral Hipper ontving in de loop van haar carrière verschillende radarupgrades om haar detectiecapaciteiten te vergroten:

  1. Installatie van de FuMo-22-radar
    Begin 1940 werd een FuMo-22-radar toegevoegd aan de Admiral Hipper op de draaistand van de afstandsmeter op de voormars. Dit systeem gebruikte hoogfrequente golven om zowel oppervlakteschepen als vliegtuigen te detecteren. De installatie van de FuMo-22 markeerde een belangrijke technologische vooruitgang voor de Kriegsmarine. Met deze radar kreeg de Admiral Hipper verbeterde capaciteiten voor langeafstandsbewaking en situational awareness, wat haar tactische effectiviteit in gevechten aanzienlijk verhoogde.
  2. Vervanging door de FuMo-26-radar
    In 1941 werd de FuMo-22 vervangen door een meer geavanceerd FuMo-26-radarsysteem. De FuMo-26 bood een groter detectiebereik en hogere precisie. Daarnaast werd een tweede FuMo-26-radar geïnstalleerd op de achterste afstandsmeter. Deze toevoeging stelde het schip in staat om bedreigingen effectiever te lokaliseren en te volgen vanuit verschillende hoeken.

Luchtvaartfaciliteiten

De Admiral Hipper was uitgerust met een hangar en een katapult voor het lanceren van verkenningsvliegtuigen. Aanvankelijk bood het schip faciliteiten voor twee Arado Ar 196-watervliegtuigen, maar later werd dit teruggebracht tot één operationeel vliegtuig.

Bemanning

De standaardbemanning van de Admiral Hipper bestond uit 42 officieren en 1.340 manschappen. Tijdens specifieke missies, zoals transportoperaties of invasies, kon dit aantal worden uitgebreid om extra troepen en personeel te herbergen.

De Duitse zware kruiser Admiral Hipper in Noorse wateren, circa 1942, tijdens operaties in de Arctische en Atlantische regio's.

De Duitse zware kruiser Admiral Hipper in Noorse wateren rond 1942, ingezet voor missies tegen geallieerde Arctic-convooien.

Vroege Dienst en Trainingsperiode

De Admiral Hipper werd op 6 februari 1937 te water gelaten en officieel in dienst gesteld op 29 april 1939. Kort daarna begon het schip met uitgebreide trainingsoefeningen in de Oostzee, waar zij haar bemanning vertrouwd maakte met de systemen en wapens aan boord. Gedurende deze periode voerde de kruiser schietoefeningen en manoeuvres uit en bezocht zij verschillende havens in de Baltische regio, waaronder steden in Estland en Zweden.

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in september 1939 bevond de Admiral Hipper zich nog in de laatste fasen van haar trainingsprogramma. Het schip patrouilleerde kortstondig in de Oostzee, maar keerde snel terug naar de scheepswerf van Blohm & Voss in Hamburg voor aanpassingen. Tijdens deze refit werd onder meer de rechte boeg vervangen door een klipperboeg, die de zeewaardigheid verbeterde.

Eerste Operaties en Operation Weserübung

Operatie Nordmark

In februari 1940 voltooide de Admiral Hipper haar eerste grote missie tijdens Operatie Nordmark. Dit was een verkenningsoperatie in de Noordzee samen met de slagschepen KMS Scharnhorst en KMS Gneisenau, en verschillende torpedobootjagers. Het doel was om geallieerd koopvaardijverkeer te onderscheppen. Hoewel de missie geen schepen opleverde, fungeerde het als een belangrijke test van de samenwerking tussen de Duitse oppervlakteschepen.

Operatie Weserübung

In april 1940 speelde de Admiral Hipper een cruciale rol in Operatie Weserübung, de invasie van Noorwegen en Denemarken. Het schip diende als vlaggenschip van Groep 2, onder bevel van Kapitän zur See Hellmuth Heye. De taak van Groep 2 was om de stad Trondheim te veroveren, met aan boord 1.700 Wehrmacht-bergtroepen.

Tijdens de reis naar Trondheim kwam de Admiral Hipper in actie tegen het Britse destroyerschip HMS Glowworm. Aanvankelijk identificeerde de Glowworm de Duitse kruiser verkeerd als een geallieerd schip, waardoor de Admiral Hipper het eerste schot kon lossen. Na een hevig gevecht ramde de Glowworm de Admiral Hipper, waarbij aanzienlijke schade aan de kruiser werd veroorzaakt, waaronder het verlies van een deel van haar gepantserde riem en een torpedolanceerder. Desondanks kon de Admiral Hipper haar missie voortzetten en arriveerde zij op 9 april 1940 in Trondheim, waar de bergtroepen werden ontscheept.

Operatie Juno

In juni 1940 nam de Admiral Hipper deel aan Operatie Juno, een missie gericht op het onderscheppen van geallieerde evacuatiekonvooien uit Noord-Noorwegen. Samen met de slagschepen KMS Scharnhorst en KMS Gneisenau en vier torpedobootjagers, vertrok de kruiser vanuit Kiel.

Tijdens deze operatie vernietigde de Admiral Hipper meerdere schepen, waaronder de trawler HMT Juniper en de lege troepentransport Orama. Hoewel de geallieerde evacuatie succesvol bleef, toonde de operatie de kracht van de Duitse oppervlakteschepen in de Noord-Atlantische wateren.

Operatie Nordseetour

In de herfst van 1940 werd de Admiral Hipper ingezet voor Operatie Nordseetour, een poging om door te breken naar de Atlantische Oceaan en geallieerd koopvaardijverkeer aan te vallen. Hoewel het schip tijdens de eerste uitbraakpoging technische problemen ondervond, was de tweede poging, die in december 1940 begon, succesvoller.

Gedurende deze operatie patrouilleerde de Admiral Hipper in de Noord-Atlantische wateren. Op 24 december 1940 kwam de kruiser in contact met Convoy WS 5A, een zwaar beveiligd troepentransport. Hoewel ze enkele schepen van het konvooi beschadigde, werd de Admiral Hipper gedwongen zich terug te trekken na confrontatie met de Britse zware kruiser HMS Berwick. Dit markeerde het einde van de missie, waarna het schip naar Brest in Frankrijk voer voor reparaties.

Latere Operaties van de Admiral Hipper

In dit derde deel wordt ingegaan op de latere operaties van de Admiral Hipper, waaronder haar inzet in Noorwegen, deelname aan de Slag om de Barentszzee, en de uitdagingen waarmee het schip te maken kreeg tijdens haar dienstperiode.

Operaties in Noorwegen

In 1942 werd de Admiral Hipper verplaatst naar Noorwegen als onderdeel van de Duitse strategie om de geallieerde Arctic-convooien naar de Sovjet-Unie aan te vallen. Noorwegen diende als strategische uitvalsbasis vanwege de nabijheid van de konvooiroutes. Het schip opereerde samen met andere Duitse oppervlakteschepen, waaronder de zware kruisers KMS Admiral Scheer en KMS Lützow en het slagschip KMS Tirpitz.

Op 1 juli 1942 werd de Admiral Hipper ingezet voor Operatie Rösselsprung, een grootschalige poging om het geallieerde konvooi PQ-17 te onderscheppen. Hoewel de Duitse vloot uiteindelijk geen directe aanval uitvoerde vanwege slechte weersomstandigheden en geallieerde luchtverkenning, werden veel schepen van het konvooi vernietigd door U-boten en de Luftwaffe.

Operatie Doppelschlag

In september 1942 nam de Admiral Hipper deel aan Operatie Doppelschlag, een poging om geallieerde schepen dichter bij Duitse marinebases te lokken door mijnenvelden aan te leggen nabij Nova Zembla. Deze operaties, gecombineerd met lucht- en U-bootaanvallen, hadden tot doel de geallieerde scheepvaart in het noordpoolgebied te verstoren.

De Slag om de Barentszzee

De Slag om de Barentszzee op 31 december 1942 markeerde een van de laatste grote gevechten waaraan de Admiral Hipper deelnam. De kruiser maakte deel uit van een Duitse eskader onder leiding van Vizeadmiral Oskar Kummetz, dat was belast met de aanval op het geallieerde konvooi JW 51B.

Het Gevecht

De Admiral Hipper diende als vlaggenschip en voerde een frontale aanval uit op het konvooi, terwijl de zware kruiser KMS Lützow het van de zuidflank zou aanvallen. Het geallieerde konvooi werd begeleid door een sterke escorte, waaronder de lichte kruisers HMS Sheffield en HMS Jamaica. Tijdens de strijd slaagde de Admiral Hipper erin de Britse torpedojager HMS Achates en de mijnenveger Bramble te vernietigen, maar ze liep aanzienlijke schade op door vuur van de geallieerde kruisers.

Gevolgen van de Slag

De Duitse aanval op het konvooi werd uiteindelijk afgeslagen, en de meeste geallieerde schepen bereikten hun bestemming. Het falen van de operatie leidde tot frustratie bij Adolf Hitler, die de waarde van de Duitse oppervlakteschepen in twijfel trok. Hij overwoog de ontmanteling van de vloot, maar dit werd voorkomen door admiraal Karl Dönitz, die het belang van oppervlakteschepen bleef benadrukken.

Beschadiging en Terugtrekking

Na de Slag om de Barentszzee keerde de Admiral Hipper terug naar Duitsland voor reparaties. Ze werd gedeactiveerd en in 1943 omgebouwd tot een training- en ondersteuningsschip. Tijdens deze periode voerde ze beperkte operaties uit, voornamelijk in de Oostzee.

In 1944 werd het schip opnieuw beschadigd tijdens een luchtaanval op Kiel, wat haar verdere inzet aanzienlijk beperkte. Tegen het einde van de oorlog was de Admiral Hipper grotendeels uit actieve dienst teruggetrokken.

De Laatste Jaren: 1944–1945

Terugtrekking naar de Oostzee

In 1944, na zware schade tijdens een luchtaanval in Kiel, werd de Admiral Hipper teruggetrokken naar de Oostzee. Ze werd herbestemd als trainingsschip en ondersteunde cadetten bij hun opleiding. Hoewel het schip beperkt operationeel was, voerde ze sporadische oefeningen en schietoefeningen uit in de Baltische wateren.

De verslechterende situatie aan het Oostfront, met de opmars van het Rode Leger, maakte het noodzakelijk om het schip verder terug te trekken. In januari 1945 werd ze ingezet om vluchtelingen te evacueren uit de oostelijke provincies van Duitsland. Tijdens deze operaties vervoerde ze meer dan 1.300 vluchtelingen naar veiliger gebieden.

De Duitse kruiser Admiral Hipper in droogdok in Kiel, Duitsland, met camouflagenetten en schade door geallieerde bombardementen.
De beschadigde Duitse kruiser Admiral Hipper in een droogdok in Kiel, Duitsland, kort na geallieerde bombardementen in 1945.

Vernietiging in Kiel

In februari 1945 keerde de Admiral Hipper terug naar Kiel voor reparaties. Echter, op 3 april 1945 werd de stad getroffen door zware bombardementen van de Royal Air Force. Tijdens deze aanvallen werd de Admiral Hipper geraakt door drie bommen. Hoewel de bepantsering ernstige schade aan het schip voorkwam, was de interne schade aanzienlijk en leidde dit tot het besluit om haar niet te herstellen.

Op 9 april 1945, tijdens een volgende aanval, werd het schip opnieuw beschadigd. De Kriegsmarine besloot de Admiral Hipper als drijvende batterij in te zetten, maar voordat deze plannen werden uitgevoerd, werd het schip op 3 mei 1945 door haar eigen bemanning tot zinken gebracht in de haven van Kiel om te voorkomen dat het in vijandelijke handen zou vallen.

Na de Oorlog: Sloop en Erfgoed

In juli 1945, enkele maanden na het einde van de oorlog, werd de wrak van de Admiral Hipper gelicht en naar Heikendorfer Baai gesleept. Het schip werd tussen 1948 en 1952 gesloopt, en onderdelen werden verkocht als schroot. Hoewel het schip fysiek verdween, bleef haar erfgoed bestaan.

Een belangrijk overblijfsel van de Admiral Hipper is haar scheepsbel, die oorspronkelijk werd tentoongesteld in het National Maritime Museum in Greenwich, Verenigd Koninkrijk. De bel is later teruggebracht naar Duitsland en bevindt zich nu in het Laboe Naval Memorial, waar het dient als herinnering aan de rol van de Duitse marine tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Conclusie

De Admiral Hipper vertegenwoordigde de ambitie van de Kriegsmarine om een krachtige oppervlaktevloot te bouwen. Als eerste schip van haar klasse speelde ze een actieve rol in enkele van de belangrijkste operaties van de oorlog, waaronder de invasie van Noorwegen en de Slag om de Barentszzee. Ondanks haar geavanceerde ontwerp en bewapening, werd haar effectiviteit vaak beperkt door strategische en technische beperkingen.

Haar geschiedenis weerspiegelt de uitdagingen waarmee de Duitse oppervlakteschepen werden geconfronteerd in een oorlog die steeds meer werd gedomineerd door luchtoverwicht en onderzeese oorlogsvoering. De Admiral Hipper eindigde haar loopbaan als een van de vele symbolen van een marine die uiteindelijk niet kon voldoen aan de verwachtingen van haar leiderschap.

Bronnen en meer informatie

  1. Afbeelding 1:Bundesarchiv, DVM 10 Bild-23-63-24 / CC-BY-SA 3.0CC BY-SA 3.0 DE, via Wikimedia Commons
  2. Afbeelding 2: British official photographer, Public domain, via Wikimedia Commons
  3. Afbeelding 3: USN, Public domain, via Wikimedia Commons
  4. Bekker, Cajus (1971). Verdammte See. Oldenburg: Gerhard Stalling Verlag. ISBN 3-548-03057-2.
  5. Breyer, Siegfried (1991). Die Schweren kreuzer der ADMIRAL HIPPER-Klasse. Friedberg: Podzun-Pallas-Verlag. ISBN 3-7909-0429-5.
  6. Garzke, William H., & Dulin, Robert O. (1985). Battleships: Axis and Neutral Battleships in World War II. Annapolis: Naval Institute Press. ISBN 978-0-87021-101-0.
  7. Koop, Gerhard & Schmolke, Klaus-Peter (1992). Die Schweren Kreuzer der Admiral Hipper-Klasse. Bonn: Bernard & Graefe Verlag. ISBN 978-3-7637-5896-8.
  8. Williamson, Gordon (2003). German Heavy Cruisers 1939–1945. Oxford: Osprey Publishing. ISBN 978-1-84176-502-0.
  9. Bronnen Mei1940