Hans von Funck: Duitse generaal en pantsercommandant

Zwart-wit afbeelding met de tekst "Geen foto beschikbaar van Hans von Funck" op een neutrale achtergrond in een eenvoudig lettertype.
Zwart-wit afbeelding met de tekst "Geen foto beschikbaar van Hans von Funck", ter vervanging van ontbrekende historische beelden.

Hans von Funck (23 december 1891 – 14 februari 1979) was een Duitse generaal die tijdens de Tweede Wereldoorlog leiding gaf aan onder meer de 7e Pantserdivisie en het XXXXVII Pantserkorps. Zijn militaire loopbaan begon in de Eerste Wereldoorlog en hij bleef actief binnen de Duitse strijdkrachten tot zijn ontslag in 1944. In dit artikel wordt zijn militaire carrière geanalyseerd, met aandacht voor zijn betrokkenheid bij verschillende veldslagen en strategische beslissingen.

Vroege militaire loopbaan en Eerste Wereldoorlog

Hans von Funck trad in augustus 1914 toe tot het Duitse leger, kort na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Tijdens de oorlog werd hij onderscheiden met het IJzeren Kruis, 1e en 2e Klasse, voor zijn prestaties aan het front. Na de oorlog bleef hij actief in de Reichswehr, het sterk gereduceerde leger van de Weimarrepubliek, dat onder het Verdrag van Versailles beperkt was tot 100.000 man.

Zijn bekwaamheid en loyaliteit zorgden ervoor dat hij binnen het leger kon blijven werken en geleidelijk in rang steeg. In juli 1933 werd hij benoemd tot lid van de Generale Staf, een positie die hem voorbereidde op hogere commandoposten binnen de Wehrmacht, de militaire organisatie van nazi-Duitsland.

Interbellum en Spaanse Burgeroorlog

Von Funck werd in 1936 naar Spanje gestuurd om deel te nemen aan de Spaanse Burgeroorlog, waar hij diende als een van de Duitse militaire adviseurs die de nationalistische troepen onder leiding van Francisco Franco ondersteunden. Duitsland verleende steun aan de nationalisten via de Condorlegioen, een eenheid die bekend werd door haar betrokkenheid bij de bombardementen op Guernica. Hoewel zijn precieze rol in Spanje niet uitgebreid is gedocumenteerd, versterkte zijn deelname aan deze oorlog zijn ervaring met pantsertactieken en moderne oorlogsvoering.

Tweede Wereldoorlog

Opmars in het Duitse leger en het Westfront (1940)

In 1940 kreeg von Funck het bevel over de 3e Pantserbrigade, waarmee hij deelnam aan de Duitse aanval op West-Europa. De snelle en gecoördineerde inzet van pantserdivisies speelde een belangrijke rol in de Duitse overwinning in Frankrijk.

Commandant van de 7e Pantserdivisie (1941)

In 1941 werd von Funck benoemd tot commandant van de 7e Pantserdivisie als opvolger van Erwin Rommel, die eerder leiding had gegeven aan deze eenheid tijdens de Franse veldtocht. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat von Funck een rol zou spelen in Noord-Afrika, maar zijn eerdere banden met generaal Werner von Fritsch, die in 1938 was afgezet, maakten hem impopulair bij Adolf Hitler.

Onder zijn bevel opereerde de 7e Pantserdivisie aan het Oostfront, met name in de centrale en zuidelijke sectoren van de Sovjet-Unie. Op 15 juli 1941 werd hij onderscheiden met het Ridderkruis van het IJzeren Kruis voor zijn leidinggevende prestaties.

Bevelhebber van het XXXXVII Pantserkorps (1944)

Op 1 februari 1944 werd von Funck gepromoveerd tot Generaal der Pantsertroepen en benoemd tot commandant van het XXXXVII Pantserkorps. Dit korps werd ingezet aan zowel het Oost- als het Westfront. Tijdens de geallieerde landing in Normandië in juni 1944 was von Funck betrokken bij de Duitse verdedigingsstrategie.

Conflict binnen de Duitse leiding

Von Funck stond bekend om zijn moeilijke samenwerking met andere generaals. Tijdens de Slag om Normandië kreeg hij een conflict met Gerhard von Schwerin, die hij beschuldigde van passieve weerstand, lafheid en incompetentie na de mislukte tegenaanval bij Vire op 28 juli 1944. Dit leidde tot spanningen binnen de Duitse bevelvoering.

Op 6 augustus 1944 begon Operatie Lüttich, een tegenoffensief bij Mortain dat bedoeld was om de geallieerden terug te dringen. Hoewel von Funck aanvankelijk als commandant was aangewezen, gaf Hitler op het laatste moment de voorkeur aan generaal Heinrich Eberbach. Uiteindelijk wist Günther von Kluge een volledige wisseling van het bevel te voorkomen, maar het verlies van vertrouwen in von Funck werd hiermee duidelijk.

Op 4 september 1944 werd hij overgeplaatst naar de reserve van het Oberkommando des Heeres (OKH) en kreeg geen verdere actieve commando’s meer.

Gevangenschap en naoorlogse jaren

Na de Duitse capitulatie in mei 1945 werd von Funck in augustus 1945 gevangengenomen door de Sovjetautoriteiten. Hij werd als krijgsgevangene vastgehouden in de Sovjet-Unie, waar veel Duitse officieren na de oorlog werden geïnterneerd. Pas in 1955, tien jaar na het einde van de oorlog, werd hij vrijgelaten.

Na zijn terugkeer naar Duitsland trok hij zich terug uit het publieke leven. In tegenstelling tot sommige andere voormalige Wehrmacht-generaals speelde hij geen actieve rol in de wederopbouw van de Bundeswehr of in historische debatten over de Duitse militaire strategie tijdens de oorlog. Hans von Funck overleed op 14 februari 1979 op 87-jarige leeftijd.

Onderscheidingen

Hans von Funck ontving meerdere militaire onderscheidingen gedurende zijn loopbaan, waaronder:

  • IJzeren Kruis (1914)
    • 2e Klasse (12 juni 1915)
    • 1e Klasse (2 december 1917)
  • Herhalingsgesp bij het IJzeren Kruis (1939)
    • 2e Klasse en 1e Klasse (mei 1940)
  • Duits Kruis in Goud (14 maart 1943) – als Generalleutnant en commandant van de 7e Pantserdivisie
  • Ridderkruis van het IJzeren Kruis met Eikenloof
    • Ridderkruis (15 juli 1941) – als Generalmajor en commandant van de 7e Pantserdivisie
    • Eikenloof (22 augustus 1943) – als Generalmajor en commandant van de 7e Pantserdivisie

Conclusie

Hans von Funck had een lange militaire carrière die zich uitstrekte over beide wereldoorlogen. Hoewel hij door zijn strategische inzet aan het Oost- en Westfront belangrijke functies bekleedde, stond hij bekend als een controversieel figuur binnen de Duitse militaire leiding. Zijn conflict met andere generaals, met name tijdens de Slag om Normandië, droeg bij aan zijn uiteindelijke verwijdering uit actieve dienst. Zijn gevangenschap in de Sovjet-Unie en terugkeer in 1955 markeerden het einde van zijn militaire loopbaan.

Bronnen en meer informatie

  1. Beevor, Antony (2009). D-Day: The Battle for Normandy. London: Viking. ISBN 978-0-670-88703-3.

  2. Patzwall, Klaus D.; Scherzer, Veit (2001). Das Deutsche Kreuz 1941 – 1945 Geschichte und Inhaber Band II. Norderstedt, Germany: Verlag Klaus D. Patzwall. ISBN 978-3-931533-45-8.

  3. Scherzer, Veit (2007). Die Ritterkreuzträger 1939–1945 Die Inhaber des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939 von Heer, Luftwaffe, Kriegsmarine, Waffen-SS, Volkssturm sowie mit Deutschland verbündeter Streitkräfte nach den Unterlagen des Bundesarchives. Jena, Germany: Scherzers Militaer-Verlag. ISBN 978-3-938845-17-2.

  4. Thomas, Franz (1997). Die Eichenlaubträger 1939–1945 Band 1: A–K. Osnabrück, Germany: Biblio-Verlag. ISBN 978-3-7648-2299-6.

  5. Bronnen Mei1940