Zuikaku: Japanse vliegdekschip in de Stille Oceaan-oorlog

Japanse vliegdekschip Zuikaku in Kobe op 25 september 1941, de dag dat zij werd voltooid. Foto door Kazutoshi Hando, 1970. U.S. Naval Historical Center.
Zuikaku in Kobe, Japan, op de voltooiingsdag, 25 september 1941. Foto door Kazutoshi Hando, 1970, U.S. Naval Historical Center.

Zuikaku (Japans: 瑞鶴, “Geluksbrenger Kraanvogel”) was het tweede en laatste vliegdekschip van de Shōkaku-klasse, gebouwd voor de Keizerlijke Japanse Marine kort voor het begin van de Stille Oceaan-oorlog. Zuikaku was een van de meest geavanceerde vliegdekschepen van Japan gedurende de oorlog en speelde een cruciale rol in verschillende belangrijke veldslagen.

Algemene kenmerken van Zuikaku

KenmerkSpecificatie
Klasse en typeShōkaku-klasse vliegdekschip
Waterverplaatsing32.105 ton (vol beladen)
Lengte257,5 meter
Breedte29 meter
Diepgang9,32 meter
Vermogen160.000 pk, geleverd door 8 waterpijpketels
Voortstuwing4 assen met 4 stoomturbines
Maximale snelheid34,5 knopen
Actieradius9.700 zeemijl bij 18 knopen
Bemanning1.660 bemanningsleden
Bewapening8x 127 mm kanonnen, 12x drievoudige 25 mm luchtafweerkanonnen
Pantsering46-165 mm zijpantser, 65-132 mm dekpantser
Vliegtuigen72 vliegtuigen (+12 reserve)

Sensoren

De Zuikaku was uitgerust met zowel radar als sonar om vijanden op zee te detecteren en aanvallen te coördineren. Eind 1942 kreeg het schip de 21-go Radar voor luchtwaarschuwing.

In juli 1944 kreeg het schip de Type 21 en Type 13 radar, die vijandelijke vliegtuigen en schepen konden detecteren op grote afstand. De Type 21-radar was effectief voor oppervlaktebewaking, terwijl de Type 13 voornamelijk luchtbedreigingen opspoorde.

Voor onderzeebootbestrijding beschikte de Zuikaku over de Type 93 hydrofoon en later de verbeterde Type 93 sonar.

De brug van het Japanse vliegdekschip Zuikaku, met de kenmerkende 21-go radar bovenop, gebruikt voor luchtverdediging tijdens WO2.
De 21-go radar op de brug van vliegdekschip Zuikaku (1942), een essentieel onderdeel van de Japanse luchtafweer in WO2.

Geschiedenis en bouw

Zuikaku werd op 25 mei 1938 op de werf van Kawasaki Heavy Industries te Kobe op stapel gezet. De tewaterlating vond plaats op 27 november 1939, en op 25 september 1941 werd het schip officieel in dienst genomen onder het commando van kapitein ter zee Yokokawa Ichibei. Samen met het zusterschip Shōkaku vormde het de Vliegdekschipdivisie 5 van de Japanse marine.

Aanval op Pearl Harbor

Op 26 november 1941 vertrok Zuikaku vanuit Hitokappu Bay, als onderdeel van de Kido Butai (“Mobiele Eenheid”) voor de aanval op Pearl Harbor. Het schip had een luchtvloot van 18 Mitsubishi A6M “Zero” jachtvliegtuigen, 27 Aichi D3A “Val” duikbommenwerpers en 27 Nakajima B5N “Kate” torpedobommenwerpers aan boord. Op 7 december 1941 lanceerde Zuikaku twee golven van aanvallen op de Amerikaanse militaire installaties op het eiland Oahu. Deze aanval bracht de Verenigde Staten formeel in de oorlog.

Indische Oceaan-operaties

In april 1942 speelde Zuikaku een centrale rol in de aanval op Britse posities in de Indische Oceaan, een operatie die bekendstaat als de Paaszondag-aanval. Het schip lanceerde luchtaanvallen op Colombo in Ceylon, waarbij de torpedobommenwerpers van Zuikaku de Britse torpedobootjager HMS Tenedos tot zinken brachten. Tijdens dezelfde campagne werden de Britse kruisers HMS Cornwall en HMS Dorsetshire ook tot zinken gebracht door de vliegtuigen van Zuikaku en Shōkaku.

Later in de aanvalslinie raakte een Japanse verkenningsvliegtuig de Britse lichte vliegdekschip HMS Hermes, dat vervolgens door de bommenwerpers van Zuikaku en Shōkaku tot een brandend wrak werd getransformeerd. Dit succes maakte van de Shōkaku-klasse schepen de eerste vliegdekschepen in de geschiedenis die een vijandelijk vliegdekschip tot zinken brachten.

Slag in de Koraalzee

In mei 1942 werd Zuikaku ingezet om Operatie Mo te ondersteunen, een Japanse invasie van Port Moresby in Nieuw-Guinea. Tijdens deze strijd, de Slag in de Koraalzee, speelde Zuikaku een cruciale rol. Ondanks dat de luchtgroepen van zowel Zuikaku als Shōkaku zware verliezen leden, wisten ze de Amerikaanse vliegdekschepen USS Lexington en USS Yorktown zwaar te beschadigen. Lexington werd uiteindelijk door een kettingreactie van explosies vernietigd. Deze slag markeerde de eerste grote marineconfrontatie tussen Amerikaanse en Japanse vliegdekschepen en had een enorme strategische impact.

Slag om de Oostelijke Salomonseilanden

In augustus 1942 werd Zuikaku wederom ingezet, nu als onderdeel van de Eerste Vliegdekschipdivisie, samen met een gerepareerde Shōkaku. Tijdens de Slag om de Oostelijke Salomonseilanden lanceerde Zuikaku luchtaanvallen tegen een Amerikaanse vloot die bestond uit de vliegdekschepen USS Enterprise en USS Saratoga. Hoewel Zuikaku en Shōkaku aanzienlijke schade toebrachten aan de USS Enterprise, leden ze opnieuw zware verliezen onder hun luchtgroepen en werden gedwongen zich terug te trekken.

Slag bij de Santa Cruz-eilanden

In oktober 1942 kreeg Zuikaku het bevel om zich met andere vliegdekschepen, waaronder Shōkaku, Junyō en Zuihō, te richten op de resterende Amerikaanse vliegdekschepen in de regio, namelijk de USS Hornet en een gerepareerde USS Enterprise. Tijdens de Slag bij de Santa Cruz-eilanden voerde Zuikaku succesvolle aanvallen uit op de USS Hornet, waarbij de bommenwerpers zware schade aanrichtten. Deze slag resulteerde uiteindelijk in de vernietiging van de Hornet, terwijl Enterprise zodanig beschadigd raakte dat de Amerikanen werden gedwongen zich terug te trekken.

Slag in de Filipijnenzee

In juni 1944 nam Zuikaku deel aan Operatie A-Go, een poging om de geallieerde invasie van de Marianen af te slaan. Tijdens de Slag in de Filipijnenzee werd Zuikaku echter het enige overgebleven vliegdekschip van de Kido Butai, aangezien zowel Shōkaku als Taihō tot zinken werden gebracht door Amerikaanse onderzeeërs. Zuikaku wist zelf te ontkomen, maar de Japanse marine leed een verpletterende nederlaag en verloor een groot deel van haar luchtvloot in wat de “Great Marianas Turkey Shoot” werd genoemd.

Laatste gevechten en zinken

Tijdens de Slag om Leyte, op 24 oktober 1944, diende Zuikaku als vlaggenschip van admiraal Jisaburo Ozawa’s afleidingsmacht in een wanhopige poging om de Amerikaanse vloot weg te lokken van de invasiegebieden. De volgende dag kwam Zuikaku onder zware luchtaanvallen te liggen van Amerikaanse vliegtuigen en werd getroffen door zeven torpedo’s en negen bommen. Ondanks haar ervaren bemanning en succesvolle schadebeheersingsacties, zonk Zuikaku uiteindelijk op 25 oktober 1944 na het bevel tot verlaten van het schip. Met haar ondergang eindigde het laatste Japanse vliegdekschip dat had deelgenomen aan de aanval op Pearl Harbor.

Conclusie

Het vliegdekschip Zuikaku speelde een prominente rol in verschillende sleutelmomenten van de Tweede Wereldoorlog en was getuige van de opkomst en val van de Japanse zeemacht. Vanaf de aanval op Pearl Harbor tot aan haar zinken tijdens de Slag om Leyte, stond Zuikaku symbool voor de krachtige maar uiteindelijk niet duurzame strijd van de Keizerlijke Japanse Marine in de Stille Oceaan. Zuikaku was het laatste overgebleven Japanse vliegdekschip dat de Kido Butai aanvallen had gelanceerd en markeerde het einde van een tijdperk voor de Japanse marine.

Bronnen en meer informatie

  1. Parshall, J. & Tully, A. (2005). “Shattered Sword: The Untold Story of the Battle of Midway.”
  2. Afbeelding: Japanese Aircraft Carrier Zuikaku in 1941 Public Domain via Wiki commens
  3. Bronnen Mei1940