USS Enterprise (CV-6): iconisch vliegdekschip WOII

Het vliegdekschip USS Enterprise (CV-6) maakt 20 knopen tijdens proefvaarten na een revisie in Puget Sound, 13 september 1945.
USS Enterprise (CV-6) onderweg met 20 knopen tijdens proefvaarten na revisie in Puget Sound, Washington, 13 september 1945.

USS Enterprise (CV-6), bijgenaamd “The Big E”, was een van de meest succesvolle en onderscheiden vliegdekschepen van de Verenigde Staten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit Yorktown-klasse schip, dat in 1936 te water werd gelaten, speelde een cruciale rol in meerdere belangrijke veldslagen in de Stille Oceaan.

Bouw en technische kenmerken van USS Enterprise

De USS Enterprise was de zesde van een reeks vliegdekschepen die de Amerikaanse marine bouwde en het tweede schip van de Yorktown-klasse. Het schip werd op 3 oktober 1936 te water gelaten bij de Newport News Shipbuilding Company in Virginia. Haar ontwerp en bewapening weerspiegelden de technologische vooruitgang van de jaren 1930, gericht op mobiliteit en veelzijdigheid in oorlogsvoering.

Technische specificaties

  • Klasse en type: Yorktown-klasse vliegdekschip
  • Waterverplaatsing:
    • Standaard: 19.800 ton
    • Volgeladen: 25.500 ton (later verhoogd tot 32.060 ton in 1943)
  • Afmetingen:
    • Lengte: 246,7 meter (toegenomen tot 252,2 meter in 1943)
    • Breedte: 33,2 meter (uitgebreid tot 34,8 meter in 1943)
    • Diepgang: 7,9 meter
  • Aandrijving: 4 Parsons-stoomturbines, 9 Babcock & Wilcox-ketels
    • Snelheid: 32,5 knopen (60,2 km/u)
    • Bereik: 12.500 zeemijlen bij 15 knopen
  • Bemanning: 2.217 officieren en manschappen (in 1941)

Bewapening

USS Enterprise was uitgerust met een krachtig arsenaal dat tijdens de oorlog werd aangepast om beter bestand te zijn tegen luchtaanvallen:

  • Aanvankelijke bewapening (1941):
    • 8 × 5-inch (127 mm) kanonnen
    • 4 × vierdubbele 1,1-inch luchtafweerkanonnen
    • 24 × .50 caliber machinegeweren
  • Latere upgrades:
    • 40 × 40 mm Bofors-luchtafweerkanonnen
    • 50 × 20 mm Oerlikon-kanonnen

Het schip was uitgerust met de nieuwste radar van die tijd, waaronder de CXAM-1 luchtzoekradar, wat een cruciaal voordeel bood in detectie en verdediging.

Radar op USS Enterprise

Radar (Radio Detection and Ranging) was een baanbrekende technologie die radiogolven gebruikte om vijandelijke schepen, vliegtuigen of onderzeeërs te detecteren. Het stelde schepen in staat om vijanden op grote afstand te lokaliseren, zelfs in slechte zichtomstandigheden zoals ‘s nachts of bij slecht weer.

Belangrijkste radarsystemen aan boord:

  1. CXAM-1 Radar:
    • USS Enterprise was een van de eerste Amerikaanse schepen die in 1941 werd uitgerust met dit vroege radarsysteem.
    • Het CXAM-1-systeem detecteerde vijandelijke vliegtuigen op een afstand van maximaal 100 mijl (160 km).
  2. SK-luchtzoekradar:
    • Werd geïnstalleerd in latere fasen van de oorlog.
    • Gebruikt voor het vroegtijdig waarschuwen van luchtaanvallen.
  3. SM-fire control radar:
    • Zorgde voor nauwkeurige geleiding van luchtafweerbatterijen.

De invoering van radar op schepen zoals de USS Enterprise betekende een strategisch voordeel. Tijdens veldslagen zoals die om de Filipijnenzee en Leyte Golf, was radar cruciaal om Japanse luchtaanvallen op tijd te ontdekken en af te slaan.

CIC (Combat Information Center)

Het Combat Information Center (CIC) was het zenuwcentrum van moderne oorlogsschepen. Dit coördinerende centrum verzamelde en analyseerde tactische informatie afkomstig van radar, sonar en andere bronnen. Het doel was om commandanten snel en accuraat te informeren, zodat ze strategische beslissingen konden nemen.

De CIC aan boord van de USS Enterprise:

  1. Functie:
    • Het monitoren van vijandelijke bewegingen op zee en in de lucht.
    • Coördineren van luchtoperaties, inclusief het leiden van Amerikaanse gevechtsvliegtuigen naar vijandelijke doelen.
  2. Samenwerking met radar:
    • De radarsystemen stuurden realtime gegevens naar de CIC.
    • Officieren in de CIC gebruikten kaarten, diagrammen en communicatie-apparatuur om tactische plannen uit te voeren.
  3. Resultaten:
    • Tijdens de Slag bij Midway gaf de CIC cruciale informatie over de positie van de Japanse vloot, wat leidde tot een beslissende Amerikaanse aanval.
    • In latere operaties, zoals de Slag om de Santa Cruz-eilanden, hielp de CIC bij het coördineren van verdedigingen tegen vijandelijke kamikaze-aanvallen.

De rol van radar en CIC in de oorlogsvoering van de USS Enterprise

De combinatie van geavanceerde radar en een goed uitgeruste CIC maakte USS Enterprise een van de meest effectieve vliegdekschepen van de Amerikaanse marine. Deze systemen hielpen haar om:

  • Luchtoverwicht te behouden door vijandelijke vliegtuigen vroegtijdig te detecteren.
  • Aanvallen te coördineren tijdens beslissende zeeslagen zoals Midway, Guadalcanal en Leyte Golf.
  • Vijandelijke onderzeeërs en schepen te lokaliseren voordat ze een bedreiging konden vormen.

De USS Enterprise toonde aan hoe moderne technologieën en goed opgeleide bemanningen een doorslaggevende impact konden hebben op de uitkomst van de oorlog.

Vroege dienst en voorbereiding op oorlog

Na de ingebruikname op 12 mei 1938 onder bevel van kapitein ter zee Newton H. White Jr., onderging de USS Enterprise een serie intensieve tests en oefenmissies. Ze voer langs de oostkust van de VS en in de Caraïben voordat ze in april 1939 werd overgeplaatst naar de Stille Oceaan. Hier zou ze deel gaan uitmaken van de groeiende Amerikaanse aanwezigheid in deze regio, een strategie die cruciaal bleek in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog.

Radarinnovatie en Pacific-operaties

De USS Enterprise was een van de eerste schepen die werden uitgerust met de geavanceerde RCA CXAM-1 radar. Dit systeem verbeterde de detectie van vijandelijke vliegtuigen en schepen aanzienlijk, wat haar een strategisch voordeel gaf tijdens operaties.

Vanaf 1941 opereerde de USS Enterprise voornamelijk vanuit Pearl Harbor, waar ze diende onder de leiding van kapitein George D. Murray. Ze voerde transportmissies uit naar Amerikaanse bases in de Stille Oceaan, waaronder Wake Island. Op 28 november 1941 vertrok ze met Task Force 8, onder bevel van viceadmiraal William Halsey Jr., om vliegtuigen naar Wake Island te brengen. Dit bracht haar op slechts enkele honderden kilometers van Pearl Harbor toen de Japanse aanval plaatsvond.

Rol in de aanval op Pearl Harbor

Op de ochtend van 7 december 1941 lanceerde USS Enterprise 18 SBD Dauntless duikbommenwerpers als verkenningsmissie. Toen de vliegtuigen Pearl Harbor bereikten, raakten ze betrokken bij de chaos van de Japanse aanval. Zeven vliegtuigen werden neergeschoten, en acht bemanningsleden kwamen om.

Het schip zelf ontving radio-berichten over de aanval en begon onmiddellijk voorbereidingen voor een tegenaanval. Later die dag lanceerde Enterprise een luchtaanval op basis van foutieve meldingen van een nabijgelegen Japanse vloot, maar deze missie keerde zonder vijandcontact terug.

De volgende dag, op 8 december, voer USS Enterprise de haven van Pearl Harbor binnen om te herbevoorraden. Viceadmiraal Halsey gaf bevel om de operaties zo snel mogelijk voort te zetten. Binnen zeven uur werd het schip opnieuw operationeel, en het voerde patrouilles uit om mogelijke Japanse aanvallen op Hawaï af te weren.

Eerste successen in de Stille Oceaan

Op 10 december 1941 behaalden vliegtuigen van de USS Enterprise hun eerste overwinning toen ze de Japanse onderzeeër I-70 tot zinken brachten. Dit was de eerste Japanse oorlogseenheid die verloren ging na de Amerikaanse oorlogsverklaring.

Tijdens de daaropvolgende weken voerde de USS Enterprise konvooibescherming uit en ondersteunde ze operaties in de buurt van Samoa. Deze vroege acties markeerden het begin van een reeks belangrijke bijdragen aan de oorlogsinspanning van de Verenigde Staten.

USS Enterprise en haar rol in de grote zeeslagen van de Tweede Wereldoorlog

Na de aanval op Pearl Harbor speelde USS Enterprise een centrale rol in een reeks cruciale zeeslagen in de Stille Oceaan. Als een van de weinige vliegdekschepen die vóór de oorlog waren gebouwd en het conflict overleefden, was ze betrokken bij enkele van de meest beslissende Amerikaanse operaties.

De Slag om Midway: juni 1942

De Slag om Midway, gevochten van 4 tot 7 juni 1942, wordt algemeen beschouwd als een keerpunt in de Stille Oceaanoorlog. USS Enterprise maakte deel uit van Task Force 16, onder bevel van admiraal Raymond Spruance. Het schip vertrok op 28 mei 1942 uit Pearl Harbor, samen met haar zusterschip Hornet en andere eenheden van de Amerikaanse vloot.

Amerikaanse strategie en de rol van USS Enterprise

De Amerikaanse marine beschikte over cruciale informatie dankzij de codebrekers van Station Hypo, die de Japanse plannen hadden ontcijferd. De vliegdekschepen werden strategisch gepositioneerd om een hinderlaag te leggen voor de Japanse strijdkrachten.

Op 4 juni lanceerden vliegtuigen van USS Enterprise een reeks aanvallen op de Japanse vliegdekschepen. Terwijl torpedobommenwerpers zware verliezen leden zonder succes, wisten de duikbommenwerpers onder leiding van luitenant-commandant Clarence McClusky beslissende treffers te plaatsen op de Japanse vliegdekschepen Akagi en Kaga. De Japanse schepen werden in brand gezet en later tot zinken gebracht.

Resultaten van de slag

De Japanse marine verloor vier vliegdekschepen (Akagi, Kaga, Sōryū en Hiryū), een zware klap voor hun slagkracht. Aan Amerikaanse zijde verloor USS Yorktown haar strijd tegen Japanse tegenaanvallen, maar USS Enterprise keerde ongeschonden terug naar Pearl Harbor. De slag markeerde het begin van de Amerikaanse dominantie in de Stille Oceaan.

Campagne op Guadalcanal: augustus 1942 – februari 1943

In augustus 1942 ondersteunde USS Enterprise de eerste grote Amerikaanse amfibische aanval van de oorlog, de invasie van Guadalcanal. Deze campagne werd een langdurige en uitputtende strijd om luchtoverwicht en controle over de zeevaartlijnen in de Stille Oceaan. Vliegdekschepen speelden een sleutelrol in deze operatie, en USS Enterprise was hierbij van cruciaal belang.

De Slag bij de Oostelijke Salomonseilanden

Op 24 augustus 1942 nam USS Enterprise deel aan de Slag bij de Oostelijke Salomonseilanden. Haar vliegtuigen vielen Japanse schepen aan en droegen bij aan het tot zinken brengen van het lichte vliegdekschip Ryūjō. Hoewel deze slag een Amerikaanse tactische overwinning opleverde, leed Enterprise zware schade door meerdere Japanse bomtreffers. Bij de aanval kwamen 74 bemanningsleden om en raakten 95 anderen gewond. Dankzij effectieve schadebeheersing kon het schip veilig terugkeren naar Pearl Harbor voor uitgebreide reparaties.

De Slag bij de Santa Cruz-eilanden

In oktober 1942 vocht USS Enterprise opnieuw in de Slag bij de Santa Cruz-eilanden. Tijdens dit gevecht kreeg ze zware schade van Japanse luchtaanvallen, maar bleef operationeel. Terwijl de Amerikanen het verlies van het vliegdekschip USS Hornet leden, werd Enterprise de enige werkende Amerikaanse carrier in de Stille Oceaan. Haar bemanning plaatste een bord op het dek met de tekst: “Enterprise vs Japan”, wat haar status als symbool van weerstand onderstreepte.

De Slag in de Filipijnenzee: juni 1944

De Slag in de Filipijnenzee, vaak aangeduid als de “Grote Marianas-kalkoenjacht,” was een beslissende Amerikaanse overwinning. Deze slag vond plaats in juni 1944 en was bedoeld om de Amerikaanse invasie van de Marianen te ondersteunen, waaronder de landingen op Saipan.

Een verpletterende luchtoverwinning

Tijdens deze grootschalige luchtcampagne, de grootste luchtslag uit de geschiedenis, schoten Amerikaanse piloten meer dan 400 Japanse vliegtuigen neer. USS Enterprise speelde een cruciale rol bij het bieden van luchtdekking en aanvallen op vijandelijke schepen en luchtmachtbases. Japan verloor hierdoor een groot deel van zijn getrainde piloten en zou zich hiervan nooit volledig herstellen.

De Slag om Leyte Golf: oktober 1944

De Slag om Leyte Golf, gevochten van 23 tot 26 oktober 1944, markeerde een definitieve strategische overwinning voor de Verenigde Staten. Dit was de grootste zeeslag in de geschiedenis en vond plaats tijdens de Amerikaanse invasie van de Filipijnen.

Bijdragen van USS Enterprise

Vliegtuigen van USS Enterprise speelden een belangrijke rol bij het aanvallen van Japanse slagschepen, waaronder de Musashi. Ze voerden aanvallen uit op meerdere vijandelijke schepen en droegen bij aan de Amerikaanse overwinning. Deze slag was een keerpunt dat de Japanse marine effectief uitschakelde als strategische macht.

Operaties rond Iwo Jima en Okinawa: 1945

Ondersteuning van de invasie van Iwo Jima

In februari 1945 ondersteunde USS Enterprise de Amerikaanse mariniers tijdens de Slag om Iwo Jima. Haar vliegtuigen voerden luchtaanvallen en verkenningsmissies uit en boden luchtdekking voor de grondtroepen. Deze inzet was cruciaal voor het succes van de operatie.

Kamikaze-aanvallen bij Okinawa

Tijdens de Slag om Okinawa in april 1945 werd USS Enterprise meerdere keren getroffen door kamikaze-aanvallen. Op 14 mei veroorzaakte een kamikaze een explosie in de voorste lift, waarbij 14 bemanningsleden omkwamen en 68 gewond raakten. Het schip keerde terug naar de Puget Sound Navy Yard voor reparaties.

Het einde van de oorlog en Operatie Magic Carpet

Reparaties en laatste missies

USS Enterprise werd in juni 1945 gerepareerd en hervatte haar operaties. Na de Japanse overgave op 2 september 1945 werd ze ingezet voor Operatie Magic Carpet, waarbij ze Amerikaanse krijgsgevangenen en gewonden terug naar huis bracht. Tijdens drie reizen bracht ze meer dan 10.000 veteranen terug naar de Verenigde Staten.

Ontmanteling en nalatenschap

Decommissiering en sloop

Op 17 februari 1947 werd USS Enterprise officieel uit dienst gesteld. Pogingen om haar als museumschip te behouden mislukten door een gebrek aan fondsen, en in 1958 werd ze verkocht voor sloop. Dit proces werd voltooid in 1960.

Behouden artefacten

Hoewel het schip zelf verloren ging, zijn enkele belangrijke artefacten bewaard gebleven, waaronder:

  • De scheepsbel: Gehuisvest in de U.S. Naval Academy.
  • De achternaamplaat: Geplaatst in een park in River Vale, New Jersey.
  • De commissieplaquette: Tentoongesteld in het Washington Navy Yard.

Conclusie: een blijvende erfenis

USS Enterprise (CV-6) was een van de meest onderscheiden schepen in de Amerikaanse geschiedenis. Haar bijdragen aan de Tweede Wereldoorlog, inclusief haar inzet in de Slag om Midway, Guadalcanal en Leyte Golf, maakten haar tot een icoon van Amerikaanse militaire kracht. Hoewel het schip niet bewaard bleef, leeft haar nalatenschap voort in de Amerikaanse marine en haar opvolgers, zoals de kernenergie-aangedreven USS Enterprise (CVN-65) en de toekomstige USS Enterprise (CVN-80).

Bronnen en verdere informatie

  1. Afbeelding: Naval History & Heritage Command , Public domain, via Wikimedia Commons
  2. Coté, Larry; Wright, Christopher C. (december 2020). “Question 14/57: Concerning Reduction in Armament in Enterprise (CV-6) Following the End of World War II”. Warship International, LVII (4): 274–280. ISSN 0043-0374.
  3. Evans, Mark L. (26 april 2017). “Enterprise VII (CV-6)”. Dictionary of American Naval Fighting Ships. Navy Department, Naval History and Heritage Command. Gearchiveerd op 7 november 2020. Geraadpleegd op 15 november 2020.
  4. Lundstrom, John B. (1994). The First Team and the Guadalcanal Campaign: Naval Fighter Combat from August to November 1942 (2005 ed.). Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 978-1-59114-472-4.
  5. Rohwer, J. (2005). Chronology of the War at Sea 1939–1945. Naval Institute Press. ISBN 978-1-59114-119-8.
  6. Shepherd, Joel. (2003). “USS Enterprise CV-6: The Most Decorated Ship of the Second World War”. CV6.org. Geraadpleegd op 15 november 2020.
  7. Stafford, Edward P. (2002) [Eerste uitgave 1962]. The Big E: The Story of the USS Enterprise. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 978-1-55750-998-7. OCLC 48493709.
  8. Tillman, Barrett. (2012). Enterprise: America’s Fightingest Ship and the Men Who Helped Win World War II. New York: Simon & Schuster. ISBN 978-1-4391-9087-6.
  9. Bronnen Mei1940