De Mikuma (三隈) was een zware kruiser van de Japanse Keizerlijke Marine en behoorde tot de Mogami-klasse. Deze klasse stond bekend om haar innovatieve ontwerp, dat binnen de beperkingen van het Verdrag van Washington uit 1922 werd ontwikkeld. Mikuma werd in 1931 gebouwd en in 1935 in dienst genomen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde het schip een rol in enkele van de belangrijkste zeeslagen in de Stille Oceaan, waaronder de Slag in de Straat van Sunda en de Slag bij Midway. Mikuma ging verloren op de laatste dag van de slag bij Midway, op 6 juni 1942. Het schip was vernoemd naar de Mikuma-rivier in de prefectuur Ōita, Japan.
Inhouds opgave
Bouw en technische kenmerken van de Mikuma
Ontwerp en ontwikkeling
De Mikuma maakte deel uit van de Mogami-klasse, ontworpen onder het vlootvernieuwingsprogramma van 1931. Deze klasse werd ontworpen om te voldoen aan de strikte limieten van het Verdrag van Washington, dat het tonnage en de bewapening van oorlogsschepen beperkte. Om gewicht te besparen, maakten de ontwerpers gebruik van geavanceerde technologieën zoals elektrisch lassen, aluminium in de bovenbouw en een enkele schoorsteen. De schepen waren uitgerust met krachtige turbine-installaties en kregen een hoge snelheid van 37 knopen (69 km/u). Ondanks hun innovatieve ontwerp hadden de schepen last van stabiliteitsproblemen door de overvolle uitrusting op een relatief kleine romp.
Specificaties van de Mikuma
De oorspronkelijke waterverplaatsing van de Mikuma bedroeg 8.500 ton, maar door latere aanpassingen steeg dit naar 13.668 ton. Het schip was 197 meter lang bij de tewaterlating, maar dit werd uitgebreid tot 198 meter na een reconstructie in 1939. De oorspronkelijke bewapening bestond uit vijftien 155 mm-kanonnen, maar na een verbouwing werden deze vervangen door tien 203 mm-kanonnen. Mikuma was ook uitgerust met krachtige torpedobuizen en luchtafweergeschut, waaronder wapens van 127 mm en later kleinere kalibers van 25 mm en 13,2 mm. Het schip kon drie watervliegtuigen meenemen voor verkenningsmissies.
Een bijzonder aspect van de Mogami-klasse was de combinatie van snelheid, bewapening en pantsering. De riempantsering varieerde van 100 tot 125 mm, terwijl het dek een pantsering van 35 tot 60 mm had. Ondanks deze beschermende maatregelen bleek de stabiliteit een groot probleem, vooral na het toevoegen van extra wapens en structuren tijdens verbouwingen.
Dienstcarrière van de Mikuma
Vroege carrière
De Mikuma werd op 29 augustus 1935 voltooid op de scheepswerf van Mitsubishi in Nagasaki. Kort na de ingebruikname werd het schip geconfronteerd met aanzienlijke technische uitdagingen. Tussen 1939 en 1940 werd de Mikuma grondig verbouwd. De belangrijkste aanpassingen waren de vervanging van de vijftien 155 mm-kanonnen door tien 203 mm-kanonnen, afkomstig van de kruiser Yamato, en het toevoegen van torpedobulges om de stabiliteit te verbeteren. Deze modificaties leidden echter tot een aanzienlijke toename van het gewicht, waardoor de topsnelheid van het schip afnam.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd de Mikuma toegewezen aan het zevende kruiserdivisie onder bevel van viceadmiraal Jisaburō Ozawa. Aanvankelijk ondersteunde het schip Japanse operaties in Zuidoost-Azië, waaronder de invasies van Malaya en Borneo. In december 1941 speelde de Mikuma een ondersteunende rol bij de landingen van Japanse troepen in Miri en Kuching, strategisch belangrijke locaties in Brits Borneo.
Slag in de straat van Sunda
In februari 1942 nam de Mikuma deel aan de invasie van Java en Sumatra. Tijdens de nacht van 28 februari kwam het schip in actie tijdens de slag in de straat van Sunda, waar het betrokken was bij de vernietiging van de geallieerde kruisers USS Houston en HMAS Perth. De Mikuma leed tijdens dit gevecht beperkte schade, waaronder een tijdelijke uitval van de elektrische systemen door artillerievuur van de Houston. Japanse verliezen waren klein: zes bemanningsleden kwamen om, en elf anderen raakten gewond.
Deze overwinning werd echter overschaduwd door het verlies van de Japanse transport Ryujo Maru, die tot zinken werd gebracht tijdens de gevechten. Hoewel de Mikuma relatief onbeschadigd uit de slag kwam, bevestigde het incident de kwetsbaarheid van Japanse schepen bij nachtelijke confrontaties.
Operaties in de Indische Oceaan
In april 1942 voegde de Mikuma zich bij een Japanse operatie in de Indische Oceaan. Samen met de kruiser Mogami en de torpedobootjager Amagiri vormde zij de zuidelijke groep, die geallieerde koopvaardijschepen op de route naar Mauritius moest onderscheppen. Tijdens deze operatie bracht de groep verschillende schepen tot zinken, waaronder de Britse vrachtschepen Dardanus, Ganara, en Indora. Deze aanvallen beperkten de geallieerde aanvoerlijnen, maar de Mikuma keerde kort daarna terug naar Japan voor onderhoud en herbewapening in Kure.
De Mikuma tijdens de slag bij Midway
Voorbereidingen en aanloop
In mei 1942 werd de Mikuma toegewezen aan de invasiegroep voor de slag bij Midway, een grootschalige Japanse operatie gericht op de verovering van het atol Midway. Mikuma en de andere schepen van de zevende kruiserdivisie kregen de opdracht om ondersteuning te bieden aan de landingstroepen. Kort voor de geplande landing kreeg de divisie echter het bevel om het eiland met zware artillerie te beschieten.
Tijdens de nachtelijke manoeuvres op 5 juni ging het mis. Door een verkeerde interpretatie van bevelen botste de Mikuma met haar zusterschip Mogami. Deze aanvaring beschadigde de boeg van de Mogami ernstig en veroorzaakte een lekkage in de brandstoftanks van de Mikuma. Het schip lekte olie en verloor snelheid, wat de formatie kwetsbaar maakte voor vijandelijke aanvallen.
De ondergang van de Mikuma
De volgende ochtend werd de Mikuma gespot door een Amerikaanse verkenningsvliegtuig. Ondanks inspanningen van de bemanning om het schip te verdedigen, was de Mikuma niet opgewassen tegen de golf van luchtaanvallen die volgden. Tussen 5 en 6 juni werd het schip getroffen door meerdere bommen, waardoor branden ontstonden in de torpedoruimen. Deze branden leidden tot catastrofale explosies die het schip onherstelbaar beschadigden.
Tijdens de laatste uren van de Mikuma gaf de executive officer bevel om het schip te verlaten. Veel bemanningsleden wisten Mogami en torpedobootjagers te bereiken, maar slechts 240 van de ongeveer 850 bemanningsleden werden gered. Het schip kapseisde en zonk uiteindelijk op 6 juni 1942.
Analyse van de slag bij Midway en de rol van de Mikuma
Strategische context van de slag bij Midway
De slag bij Midway vond plaats van 4 tot 7 juni 1942 en markeerde een keerpunt in de oorlog in de Stille Oceaan. De Japanse Keizerlijke Marine, onder leiding van admiraal Isoroku Yamamoto, wilde Midway veroveren om een strategische voorsprong te behalen en de Amerikaanse marinevloot uit te schakelen. De Amerikaanse marine, onder leiding van admiraal Chester W. Nimitz, was echter voorbereid dankzij onderschepte Japanse communicatie.
De Mikuma was onderdeel van de ondersteuningsgroep die moest bijdragen aan de geplande invasie van Midway. Hoewel de directe bijdrage van de Mikuma aan de slag werd beperkt door het ongeluk met de Mogami, illustreert haar lot de kwetsbaarheid van Japanse schepen voor Amerikaanse luchtaanvallen.
Het ongeluk en de nasleep
Het noodlottige ongeluk tussen de Mikuma en de Mogami op 5 juni 1942 was een directe consequentie van een gebrekkige communicatie en nachtelijke operaties. Mikuma’s beschadigde brandstoftanks lekten olie, wat het schip kwetsbaar maakte voor Amerikaanse verkenningsvliegtuigen. De langzaam voortbewegende schepen werden opgemerkt door patrouillevliegtuigen, wat een reeks Amerikaanse luchtaanvallen op gang bracht.
De volgende dag werd de Mikuma onder vuur genomen door Amerikaanse Dauntless-duikbommenwerpers. Hoewel de aanvallen aanvankelijk gericht waren op beide schepen, kreeg de Mikuma de zwaarste klappen. Het schip werd getroffen door bommen die zware schade aanrichtten aan de motoren en een brand veroorzaakten in de torpedoruimen. De daaropvolgende explosies maakten de Mikuma onbestuurbaar en leidde uiteindelijk tot haar ondergang.
De lessen van de Mikuma’s ondergang
De vernietiging van de Mikuma en de verliezen van andere Japanse schepen tijdens de slag bij Midway onthulden belangrijke zwakheden in de strategie van de Japanse marine. De keuze om grote scheepsformaties te splitsen, het gebrek aan effectieve luchtafweer en de onvoldoende bescherming van beschadigde schepen droegen bij aan het verlies. Bovendien benadrukte het incident de cruciale rol van luchtmacht in de moderne zeeslag, een les die de Verenigde Staten effectief toepasten tijdens de rest van de oorlog.
Conclusie
De Mikuma vertegenwoordigt een van de vele schepen die verloren gingen tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar haar lot biedt waardevolle inzichten in de strategie, tactiek en technologische beperkingen van de Japanse marine. Haar betrokkenheid bij cruciale gevechten zoals de slag in de straat van Sunda en Midway illustreert de complexiteit en intensiteit van de oorlog op zee.
De catastrofale gevolgen van de slag bij Midway, waaronder de vernietiging van de Mikuma, markeerden het einde van Japanse offensieve operaties in de Stille Oceaan. Deze nederlaag legde de basis voor de Amerikaanse tegenaanval die uiteindelijk leidde tot de nederlaag van Japan in 1945.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding 1: Imperial Japanese Navy, Public domain, via Wikimedia Commons
- Afbeelding 2: Naval History & Heritage Command , Public domain, via Wikimedia Commons
- Parshall, J., & Tully, A. Shattered Sword: The Untold Story of the Battle of Midway. Naval Institute Press, 2005.
- Brown, David. (1990). Warship Losses of World War Two. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 1-55750-914-X.
- Dull, Paul S. (1978). A Battle History of the Imperial Japanese Navy, 1941–1945. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 0-87021-097-1.
- Jentschura, Hansgeorg; Jung, Dieter; Mickel, Peter. (1977). Warships of the Imperial Japanese Navy, 1869–1945. Annapolis, Maryland: United States Naval Institute. ISBN 0-87021-893-X.
- Whitley, M. J. (1995). Cruisers of World War Two: An International Encyclopedia. London: Cassell. ISBN 1-86019-874-0.
- Bronnen Mei1940