De HMS Hero, een torpedobootjager van de H-klasse, werd in de jaren 1930 gebouwd voor de Britse Koninklijke Marine. Deze klasse schepen stond bekend om hun snelheid en veelzijdigheid, geschikt voor zowel escortetaken als offensieve operaties. Het schip werd op 13 december 1934 besteld bij Parsons Marine Steam Turbine Company en gebouwd door Vickers-Armstrongs in Newcastle-on-Tyne. De bouw begon op 28 februari 1935, de te waterlating vond plaats op 10 maart 1936, en het schip werd op 21 oktober 1936 in gebruik genomen. De kosten, exclusief bewapening, bedroegen £249,858.
Inhouds opgave
Ontwerp en specificaties
De HMS Hero had een standaard waterverplaatsing van 1.350 lange ton (1.370 ton) en een maximale belasting van 1.883 lange ton (1.913 ton). Haar lengte was 98,5 meter, de breedte 10,1 meter, en de diepgang 3,8 meter. Het schip werd aangedreven door twee Parsons-stoomturbines die samen 34.000 shp (25.000 kW) genereerden, wat een topsnelheid van 36 knopen (67 km/u) mogelijk maakte. Met een maximum brandstofcapaciteit van 470 lange ton (480 ton) kon de Hero 5.530 zeemijlen (10.240 km) afleggen bij een kruissnelheid van 15 knopen (28 km/u). De bemanning bestond uit 137 personen in vredestijd, uitgebreid tot 146 tijdens oorlogsomstandigheden.
De bewapening omvatte vier 4,7-inch (120 mm) Mk IX-kanonnen, twee vierlingtorpedobuizen van 21 inch (533 mm), en luchtafweerwapens, waaronder twee vierling .50-caliber Vickers Mk III-machinegeweren. De dieptebommenuitrusting bestond uit een lanceerrail, twee werpers, en oorspronkelijk 20 dieptebommen, later uitgebreid tot 44 tegen het midden van 1940.
HMS Hero werd in de loop van haar carrière uitgerust met radar. Tijdens haar conversie tot escorttorpedobootjager in 1943 kreeg het schip moderne radarapparatuur, waaronder:
- Type 271 Radar: Een doelindicatieradar, die werd geplaatst op de brug na het verwijderen van de oorspronkelijke richtinstrumenten.
- Type 286 Radar: Een korteafstandsradar voor oppervlakteverkenning. Deze werd in een later stadium vervangen door de verbeterde Type 291 Radar.
Vroege Carrière: Spaanse Burgeroorlog en Voorbereidingen op de Tweede Wereldoorlog
Bij haar indiensttreding werd de HMS Hero toegewezen aan de 2e Torpedobootjager Flottielje van de Middellandse Zeevloot. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936–1939) patrouilleerde het schip Spaanse wateren om het wapenembargo van de Non-Interventiecommissie te handhaven. Deze taak vereiste intensieve operaties in een politiek beladen situatie waarbij de spanningen tussen internationale machten toenamen.
In 1939 keerde de Hero terug naar Groot-Brittannië voor een refit in juni en juli. Kort daarna, in oktober 1939, werd ze overgeplaatst naar Freetown, Sierra Leone, om Duitse handelsaanvallers op te sporen in de Atlantische Oceaan. Begin 1940 ontving de Hero een uitgebreide modernisering in Portsmouth en sloot zich aan bij de Home Fleet.
Operaties in Noorwegen: Tweede Slag bij Narvik
In april 1940 nam de HMS Hero deel aan Operatie Wilfred, een poging om Zweedse ijzerertsleveringen aan nazi-Duitsland te verstoren. Het schip escorteerde de slagkruiser HMS Renown tijdens het leggen van mijnen in de Vestfjord. Op 13 april voerde de Hero, samen met andere schepen, een mijnenveegoperatie uit voorafgaand aan een Britse aanval op Duitse torpedobootjagers in de Ofotfjord nabij Narvik. De Hero achtervolgde Duitse schepen in de Rombaksfjord, waar ze de beschadigde Z18 Hans Lüdemann trof. De Hero plaatste een torpedo om verdere Duitse reddingspogingen te verhinderen.
De Middellandse Zee: Malta-Konvooien en Slag bij Kaap Spada
In mei 1940 werd de Hero opnieuw toegewezen aan de Middellandse Zeevloot, waar ze betrokken raakte bij cruciale operaties in een strategisch belangrijke regio. Het schip escorteerde meerdere konvooien naar Malta, een sleutelpositie in de geallieerde verdediging. Op 19 juli 1940 nam de Hero deel aan de Slag bij Kaap Spada, waarin zij de Australische kruiser HMAS Sydney assisteerde bij het tot zinken brengen van de Italiaanse kruiser Bartolomeo Colleoni. Dit was een belangrijke overwinning die de asmogendheden aanzienlijke verliezen toebracht.
Later dat jaar, op 23 augustus, begeleidde de Hero andere schepen richting Gibraltar toen de HMS Hostile op een mijn liep en zwaar beschadigd raakte. De Hero evacueerde overlevenden en torpedeerde het wrak om te voorkomen dat vijandelijke troepen het schip zouden gebruiken. In de daaropvolgende maanden bleef de Hero belangrijke rollen vervullen in escortetaken en gevechtsoperaties, waaronder Operatie Hats in september en acties tegen de Duitse kruiser Admiral Hipper in december.
HMS Hero in 1941: Operaties in Griekenland, Kreta en Noord-Afrika
Operatie Abstention en de Evacuatie van Griekenland
Begin 1941 was de HMS Hero betrokken bij Operatie Abstention, een mislukte poging om het Italiaanse eiland Kastelorizo in de Dodekanesos-archipel te veroveren. Op 27 februari evacueerde de Hero een handvol overlevende commando’s na zware tegenaanvallen door Italiaanse troepen. Deze operatie toonde de uitdagingen van gecombineerde landingsoperaties onder vijandelijke druk.
In april 1941 speelde de Hero een cruciale rol in de evacuatie van geallieerde troepen uit Griekenland na de Duitse invasie. Tijdens Operatie Demon sleepte ze op 27 april het beschadigde Nederlandse troepenschip Costa Rica, dat zwaar onder vuur lag door Duitse luchtaanvallen. Hoewel de Costa Rica niet gered kon worden, slaagden de Hero en andere schepen erin alle 2.600 troepen en bemanningsleden in veiligheid te brengen voordat het schip zonk.
De Slag om Kreta en Konvooi-operaties
De maand mei 1941 bracht de Hero naar Kreta, waar ze betrokken was bij de evacuatie van troepen tijdens de Duitse luchtaanvallen op het eiland. Op 22/23 mei evacueerde ze Koning George II van Griekenland en zijn entourage naar Egypte. De gevechten rond Kreta onderstreepten het gevaar van Duitse luchtoverwicht, en de Hero kreeg verschillende schades door nabijgelegen explosies.
Na Kreta keerde de Hero terug naar konvooitaken in de Middellandse Zee, met name naar het belegerde Tobruk. Op 25 oktober begeleidde ze de snelle transport Latona, die troepen en voorraden naar Tobruk bracht. Tijdens een luchtaanval door Junkers Ju 87 Stuka’s werd de Latona geraakt en in brand gezet. De Hero evacueerde overlevenden en bleef operationeel ondanks schade door nabijgelegen bominslagen.
1942: De Tweede Slag bij Sirte en Jacht op U-boten
In 1942 voerde de HMS Hero diverse risicovolle operaties uit, waaronder deelname aan de Tweede Slag bij Sirte op 22 maart. Dit gevecht vond plaats terwijl ze een konvooi naar Malta escorteerde, waarbij de Hero haar best deed om vijandelijke aanvallen te ontwijken en het konvooi te beschermen.
Het schip behaalde ook successen in de strijd tegen Duitse onderzeeërs. Op 29 mei werkte de Hero samen met de Hunt-klasse torpedobootjagers HMS Eridge en HMS Hurworth om de Duitse U-568 tot zinken te brengen. In oktober 1942 voerde de Hero een vergelijkbare operatie uit, waarbij U-559 tot zinken werd gebracht in samenwerking met Britse luchtmacht bombardementen en andere schepen. De inlichtingen die werden verkregen uit U-559 droegen bij aan het breken van de Enigma-codes.
Operationele Uitputting en Overplaatsing
Naarmate de intensiteit van de gevechten toenam, raakte de HMS Hero steeds meer versleten door zware dienst en voortdurende reparaties. Na de aanval op de troepenschip Princess Marguerite in augustus 1942, waarbij de Hero meer dan 1.000 overlevenden redde, was duidelijk dat het schip aan een grote herziening toe was. Tegen het einde van 1942 werd besloten haar over te dragen aan de Royal Canadian Navy, waar ze zou worden omgebouwd tot een escortetorpedobootjager.
Overdracht aan de Royal Canadian Navy en Escortediensten
Conversie tot Escorttorpedobootjager
In april 1943 begon de HMS Hero aan een uitgebreide conversie in Portsmouth om haar geschikt te maken als escorttorpedobootjager. Dit type schip was bedoeld voor bescherming tegen onderzeeërs en luchtaanvallen, essentieel voor konvooibegeleiding in de Noord-Atlantische Oceaan. Tijdens de verbouwing werden significante wijzigingen doorgevoerd:
- De achterste torpedobuizen werden vervangen door een Hedgehog-mortier, een anti-onderzeeërsysteem.
- Oerlikon 20 mm-kanonnen vervingen de oudere Vickers-machinegeweren voor betere luchtafweer.
- Radaruitrusting werd toegevoegd, waaronder de Type 271 radar voor doelindicatiedoelen en de Type 286 voor oppervlakteverkenning.
- Het aantal dieptebommen werd verhoogd, en de opslagcapaciteit werd uitgebreid door het verwijderen van de achterste kanonkoepel (‘Y’ positie).
Na voltooiing werd de HMS Hero op 15 november 1943 als geschenk overgedragen aan de Royal Canadian Navy en hernoemd tot HMCS Chaudière.
Escortediensten in de Atlantische Oceaan
Vanaf februari 1944 werd de HMCS Chaudière toegewezen aan Escortgroep C2, gestationeerd in Derry, Noord-Ierland. Haar belangrijkste taak was de bescherming van konvooien tegen de voortdurende dreiging van Duitse U-boten. Een van haar opmerkelijke successen vond plaats op 6 maart 1944, tijdens de verdediging van Convoy HX 228. Na een 32 uur durende achtervolging werd de U-744 gedwongen tot overgave. Hoewel de U-boot niet naar een haven kon worden gesleept, leverde deze operatie waardevolle ervaring op voor de bemanning.
In mei 1944 werd de Chaudière verplaatst naar de 11e Escortgroep ter voorbereiding op Operatie Overlord, de invasie van Normandië. Gedurende deze periode beschermde het schip geallieerde scheepvaart in het Kanaal en de Golf van Biskaje. Haar acties waren cruciaal voor de logistieke ondersteuning van de geallieerde troepen aan het front.
U-boot Successen in de Golf van Biskaje
De HMCS Chaudière boekte verdere successen in augustus 1944. Samen met de Canadese torpedobootjagers Ottawa en Kootenay vernietigde ze twee Duitse U-boten binnen een tijdsbestek van enkele dagen.
- U-621 werd op 18 augustus 1944 tot zinken gebracht nabij La Rochelle.
- U-984 volgde twee dagen later, westelijk van Brest.
Deze acties benadrukten de effectiviteit van de Canadese marine en haar bijdragen aan de Atlantische Oorlog.
Laatste Dienstjaren en Uitdienststelling
In november 1944 keerde de Chaudière terug naar Sydney, Nova Scotia, voor een broodnodige refit. De reparaties begonnen echter pas laat in januari 1945 en werden nooit volledig voltooid vanwege het einde van de oorlog in mei 1945. Inspecties toonden aan dat het schip in slechte staat verkeerde, waardoor het overbodig werd verklaard. Op 17 augustus 1945 werd de Chaudière uit dienst genomen.
Conclusie: De Erfenis van de HMS Hero
De HMS Hero, later hernoemd tot HMCS Chaudière, speelde een veelzijdige rol in zowel de Tweede Wereldoorlog als de nasleep ervan. Als torpedobootjager van de H-klasse toonde ze haar waarde in uiteenlopende theaters, van de Noorse fjorden tot de hete wateren van de Middellandse Zee en de verraderlijke Atlantische Oceaan. Haar overgangen tussen verschillende marines, aanpassingen aan haar bewapening en technische uitrusting, en haar deelname aan cruciale gevechten weerspiegelen de constante evolutie van maritieme strategie tijdens de oorlog.
Van haar vroege patrouilles tijdens de Spaanse Burgeroorlog tot haar cruciale bijdragen aan Operatie Overlord en de strijd tegen Duitse U-boten, belichaamde de Hero de flexibiliteit en robuustheid die nodig waren in een veranderend oorlogslandschap. Haar uiteindelijke overplaatsing naar de Royal Canadian Navy en latere uitdienststelling symboliseren de kosten en complexiteit van oorlogvoering op zee.
Hoewel de HMS Hero in 1945 van de sterkte werd afgevoerd en later gesloopt, blijft haar geschiedenis een voorbeeld van toewijding, innovatie en samenwerking binnen de geallieerde strijdkrachten.
Bronnen en meer informatie
- English, John (1993). Amazon to Ivanhoe: British Standard Destroyers of the 1930s. Kendal: World Ship Society. ISBN 0-905617-64-9.
- Friedman, Norman (2009). British Destroyers From Earliest Days to the Second World War. Annapolis, MD: Naval Institute Press. ISBN 978-1-59114-081-8.
- Afbeelding: Royal Navy official photographer, Public domain, via Wikimedia Commons
- Bronnen Mei 1940
- Haarr, Geirr H. (2009). The German Invasion of Norway, April 1940. Annapolis, MD: Naval Institute Press. ISBN 978-1-59114-310-9.
- Howse, Derek (1993). Radar at Sea: The Royal Navy in World War 2. Annapolis, MD: Naval Institute Press. ISBN 1-55750-704-X.
- MacPherson, Ken; Barrie, Ron (2002). The Ships of Canada’s Naval Forces 1910–2002. St. Catharines, ON: Vanwell. ISBN 1-55125-072-1.
- Osborne, Richard (2011). “Ration: Royal Navy Operations Against the Vichy French Merchant Fleet 1940–1942, Part One.” Warships, (165), 21–34. London: World Ship Society. ISSN 0966-6958.
- Rohwer, Jürgen (2005). Chronology of the War at Sea 1939–1945: The Naval History of World War Two (Third Revised Edition). Annapolis, MD: Naval Institute Press. ISBN 1-59114-119-2.
- United Kingdom, Admiralty Historical Section (2002). The Royal Navy and the Mediterranean. Whitehall Histories, Naval Staff Histories, Vol. 2, November 1940 – December 1941. London: Whitehall History in association with Frank Cass. ISBN 0-7146-5205-9.
- Whitley, M.J. (1988). Destroyers of World War 2. Annapolis, MD: Naval Institute Press. ISBN 0-87021-326-1.