De USS Tuscaloosa (CA-37) was een zware kruiser van de New Orleans-klasse, ontworpen volgens de beperkingen van het Washington Naval Treaty van 1922. Ze werd in gebruik genomen door de Amerikaanse marine in 1934 en was actief tijdens zowel vredestijd als de Tweede Wereldoorlog. Gedurende haar carrière nam ze deel aan operaties in de Atlantische Oceaan, de Caribische Zee en de Stille Oceaan.
Het schip kreeg zeven battle stars toegekend voor haar dienst tijdens de Tweede Wereldoorlog. Anders dan enkele van haar zusterschepen, bleef de Tuscaloosa onbeschadigd in gevechten. Het schip werd in 1946 uit dienst genomen en in 1959 gesloopt.
Inhouds opgave
De New Orleans-klasse: Ontwerp en kenmerken
De New Orleans-klasse, waartoe de Tuscaloosa behoorde, was de laatste klasse Amerikaanse zware kruisers die gebouwd werden onder de voorwaarden van het Washington Naval Treaty. Dit verdrag beperkte de standaard waterverplaatsing van oorlogsschepen tot 10.000 ton en de hoofdkanonnen tot een kaliber van 8 inch (203 mm). De Tuscaloosa had een standaard waterverplaatsing van 9.975 ton en was uitgerust met negen 8-inch kanonnen in drie geschuttorens.
Belangrijkste specificaties (origineel ontwerp):
- Lengte: 179 meter.
- Breedte: 18,82 meter.
- Diepgang: Maximaal 7,16 meter.
- Snelheid: 32,7 knopen.
- Bewapening:
- 9 × 8-inch (203 mm) kanonnen.
- 8 × 5-inch (127 mm) luchtafweerkanonnen.
- 8 × 0,50 inch (13 mm) machinegeweren.
- Pantser:
- Romp: 76–127 mm.
- Geschuttorens: 38–203 mm.
- Dek: 32–57 mm.
In 1945 werden extra luchtafweerwapens toegevoegd, waaronder 40 mm Bofors-kanonnen en 20 mm Oerlikon-kanonnen, om te voldoen aan de veranderende eisen van moderne oorlogsvoering.
Constructie en Indienststelling
De kiel van de Tuscaloosa werd gelegd op 3 september 1931 bij de New York Shipbuilding Corporation in Camden, New Jersey. Het schip werd te water gelaten op 15 november 1933, gesponsord door mevrouw Jeanette McCann. De officiële indienststelling vond plaats op 17 augustus 1934, onder het bevel van kapitein ter zee John N. Ferguson.
De Tuscaloosa begon haar loopbaan met een proefvaart naar Zuid-Amerika, waarbij ze onder andere Rio de Janeiro en Buenos Aires aandeed. Na terugkomst in New York in december 1934 onderging het schip aanpassingen op basis van de opgedane ervaringen. Vanaf 1935 begon ze haar operationele inzet, waaronder oefeningen en vlootoperaties langs de Amerikaanse westkust.
Vroege carrière en operaties tijdens het interbellum (1935–1939)
Oefeningen en operaties aan de westkust
Na de voltooiing van haar aanpassingen in het begin van 1935 vertrok de USS Tuscaloosa naar de Amerikaanse westkust. Ze arriveerde in San Diego en werd toegewezen aan Cruiser Division 6 (CruDiv 6). Het schip nam deel aan verschillende oefeningen, waaronder Fleet Problem XVI in mei 1935. Deze grootschalige marineoefening vond plaats in de noordelijke Stille Oceaan, nabij Alaska en Hawaï. Tijdens deze oefeningen werden tactieken getest voor toekomstige offensieve campagnes.
In de daaropvolgende jaren bleef de USS Tuscaloosa gestationeerd in San Pedro, Californië. Hier nam het schip deel aan routinematige oefeningen en lokale operaties, waaronder Fleet Problem XVII in 1936 en Fleet Problem XIX in 1938. Deze oefeningen waren gericht op antisubmarine-operaties, verbetering van communicatie en training voor amfibische oorlogsvoering.
Goede wil-missies en patrouilles in de Caribische Zee
In januari 1939 verliet de Tuscaloosa de westkust en reisde via het Panamakanaal naar de Caribische Zee. Hier nam ze deel aan Fleet Problem XX, een grote oefening in de wateren ten oosten van de Kleine Antillen. Na een korte revisie in Norfolk sloot het schip zich aan bij de kruisers USS San Francisco en USS Quincy voor een goodwilltour langs verschillende Zuid-Amerikaanse havens. Tijdens deze reis bezocht ze steden zoals Caracas, Rio de Janeiro, Montevideo en Buenos Aires.
De goodwillmissie versterkte de diplomatieke banden met Zuid-Amerikaanse landen en bood de bemanning waardevolle ervaring in het navigeren onder uitdagende omstandigheden, zoals de zware stormen in de Straat van Magellaan. Na de rondreis keerde de Tuscaloosa terug naar Norfolk in juni 1939.
Bezoek van president Roosevelt
In augustus 1939 diende de USS Tuscaloosa als presidentieel schip voor Franklin Delano Roosevelt. Ze bracht de president naar Campobello Island in New Brunswick, Canada, en bezocht verschillende havens in Newfoundland. Tijdens deze reis observeerde Roosevelt de bergingsoperaties van de gezonken USS Squalus, een duikboot die eerder dat jaar was vergaan tijdens een testduik. Na het bezoek zette de president zijn reis voort naar andere locaties aan de Amerikaanse oostkust.
De rol van de USS Tuscaloosa in de Neutraliteitspatrouille
Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in september 1939 verklaarde de Verenigde Staten hun neutraliteit. President Franklin D. Roosevelt kondigde op 5 september 1939 de oprichting aan van de Neutraliteitspatrouille, bedoeld om de westelijke hemisfeer te beschermen tegen potentiële agressie. De USS Tuscaloosa werd ingezet als onderdeel van deze operaties en voerde haar eerste patrouille uit op 6 september 1939.
Tijdens deze periode opereerde de Tuscaloosa voornamelijk langs de Amerikaanse oostkust en in het Caribisch gebied. Ze voerde gunnery-oefeningen uit in de wateren bij Guantánamo Bay en San Juan, Puerto Rico, en voerde neutraliteitspatrouilles uit om Duitse schepen in de gaten te houden die zich mogelijk in Amerikaanse wateren bevonden.
Incident met de Columbus
Eind 1939 was de USS Tuscaloosa betrokken bij een opvallend incident met het Duitse passagiersschip Columbus. De Columbus, een groot stoomschip van de Norddeutsche Lloyd-lijn, probeerde van Veracruz, Mexico, terug te keren naar Duitsland via de Atlantische Oceaan. Op 16 december 1939 verliet de Tuscaloosa Norfolk en nam ze deel aan de operatie om toezicht te houden op de Columbus.
Op 19 december onderschepte het Britse marineschip HMS Hyperion het Duitse passagiersschip Columbus. Om gevangenneming te voorkomen, gaf de kapitein van de Columbus opdracht het schip tot zinken te brengen. De USS Tuscaloosa evacueerde 576 bemanningsleden en bracht hen naar New York, waar ze werden overgedragen aan de autoriteiten op Ellis Island. Dit incident weerspiegelde de neutraliteitspositie van de Verenigde Staten in de periode voorafgaand aan hun deelname aan de oorlog.
Diplomatieke missies en voorbereiding op oorlog
In januari 1940 werd de Tuscaloosa opnieuw aangepast om te dienen als vlaggenschip voor diplomatieke missies. Op 15 februari 1940 vervoerde het schip president Roosevelt tijdens een inspectiereis naar Panama en de westkust van Centraal-Amerika, waarbij hij militaire installaties controleerde en besprekingen voerde over continentale defensie. Dit benadrukte de toenemende focus van de Verenigde Staten op de versterking van defensie in het westelijk halfrond.
Later in 1940 inspecteerde de Tuscaloosa samen met president Roosevelt verschillende maritieme basislocaties die waren verworven in de “destroyers-for-bases” deal met het Verenigd Koninkrijk. Hierbij verwierf de Verenigde Staten lange termijn lease-overeenkomsten voor strategische marinebases in ruil voor 50 oude torpedobootjagers. Deze missies weerspiegelden de strategische verschuiving van een strikte neutraliteit naar actieve ondersteuning van de geallieerden.
Toename van spanningen in de Atlantische Oceaan
Gedurende 1941 nam de USS Tuscaloosa deel aan uitgebreide patrouilles in de Noord-Atlantische Oceaan, terwijl de spanningen tussen de Verenigde Staten en Duitsland toenamen. De gevechten tussen Duitse onderzeeërs en Amerikaanse schepen, zoals het torpederen van de USS Reuben James in oktober 1941, illustreerden de toenemende dreiging. Hoewel de Verenigde Staten officieel neutraal bleven, intensifieerden deze gebeurtenissen de voorbereidingen op directe betrokkenheid bij het conflict.
In augustus 1941 vervoerde de Tuscaloosa hooggeplaatste militaire functionarissen naar Newfoundland, waar de Atlantische Conferentie werd gehouden tussen president Roosevelt en de Britse premier Winston Churchill. Dit overleg resulteerde in het Atlantisch Handvest, een gezamenlijke verklaring van oorlogsmatige en politieke doelen.
De Tweede Wereldoorlog en de Pacific-campagne (1941–1945)
Begin van de Amerikaanse deelname aan de oorlog
Na de aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941 en de formele oorlogsverklaringen door Duitsland en Italië tegen de Verenigde Staten, nam de USS Tuscaloosa direct deel aan oorlogstaken. Begin 1942 werd het schip ingezet voor Noord-Atlantische konvooidiensten en werkte zij nauw samen met de Britse Home Fleet vanuit Scapa Flow, Schotland. Hier speelde de Tuscaloosa een rol bij de bescherming van geallieerde konvooien en deelneming aan operaties tegen Duitse marine-eenheden in Noord-Europa.
In 1943 werd de Tuscaloosa ingezet tijdens de geallieerde invasie van Noord-Afrika, bekend als Operatie Torch. Als onderdeel van de Task Force die bij Casablanca opereerde, bood het schip vuursteun aan Amerikaanse troepen en leverde het tegenstand aan de Franse kustbatterijen en vlooteenheden die loyaal waren aan het Vichy-regime.
Radarsystemen
In 1944 was de USS Tuscaloosa (CA-37) uitgerust met radarsystemen die haar operationele capaciteiten ondersteunden. Ze had een SG-radar, een oppervlaktezoekradar met een bereik tot ongeveer 30 mijl, die werd gebruikt voor het detecteren van schepen en kustlijnen. Daarnaast beschikte het schip over een SC-2-radar, een luchtzoekradar met een bereik tot 100 mijl, waarmee inkomende vliegtuigen werden gedetecteerd. Voor vuurgeleiding was de Mk 8-radar aanwezig, die werd ingezet om de nauwkeurigheid van haar 8-inch geschut te verbeteren. Deze radarsystemen werden veelvuldig gebruikt tijdens kustbombardementen en andere gevechtsoperaties.
Operaties in Europa en deelname aan D-Day
De Tuscaloosa speelde een ondersteunende rol bij de planning en uitvoering van D-Day op 6 juni 1944. Tijdens de geallieerde landingen in Normandië bombardeerde ze Duitse stellingen om de vooruitgang van de geallieerde grondtroepen te ondersteunen. Ze bleef actief in het Kanaalgebied en bood tot eind juni vuursteun. Later in 1944 ondersteunde de Tuscaloosa de invasie van Zuid-Frankrijk tijdens Operatie Anvil-Dragoon, waarbij ze opnieuw artillerieondersteuning verleende aan troepen die aan land gingen.
Overplaatsing naar de Stille Oceaan
In januari 1945 werd de Tuscaloosa overgeplaatst naar de Pacific Fleet. Ze nam deel aan de bombardementen voorafgaand aan de invasie van Iwo Jima in februari 1945. Haar zware kanonnen ondersteunden de Amerikaanse mariniers tijdens de veldslag, en ze bleef in de buurt tot het eiland was veiliggesteld.
Na Iwo Jima voegde de Tuscaloosa zich bij de Task Force voor de invasie van Okinawa, de laatste grote amfibische operatie van de oorlog. Gedurende deze periode ondersteunde ze landoperaties en bood ze verdediging tegen Japanse kamikaze-aanvallen. Hoewel ze doelwit was van vijandelijke luchtaanvallen, wist de Tuscaloosa onbeschadigd te blijven.
Na de oorlog en ontmanteling
Na de Japanse overgave in augustus 1945 assisteerde de Tuscaloosa bij de bezetting van Korea en China. Ze ondersteunde landingen in verschillende havens en nam deel aan de herinrichting van maritieme controle in de regio. In november 1945 begon het schip met het vervoeren van Amerikaanse troepen naar huis als onderdeel van de “Operation Magic Carpet”.
In februari 1946 werd de Tuscaloosa buiten dienst gesteld en overgebracht naar de reservevloot in Philadelphia. Ze bleef daar tot ze in 1959 werd verkocht voor sloop.
Conclusie
De USS Tuscaloosa (CA-37) diende gedurende haar carrière als een veelzijdig oorlogsschip en nam deel aan enkele van de belangrijkste campagnes van de Tweede Wereldoorlog. Als lid van de New Orleans-klasse zware kruisers onderscheidde ze zich door haar aanpassingsvermogen en het vermogen om gevarieerde missies uit te voeren. Met zeven battle stars vertegenwoordigde ze de effectiviteit en veerkracht van de Amerikaanse marine in een tijdperk van wereldwijde conflicten.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding 1: Harley Flowers from Mobile, USA, CC BY-SA 2.0, via Wikimedia Commons
- Afbeelding 2: Naval History & Heritage Command , Public domain, via Wikimedia Commons
- Fahey, James C. (1941). The Ships and Aircraft of the U.S. Fleet, Two-Ocean Fleet Edition. Ships and Aircraft. ISBN 978-1-85170-194-6.
- Giese, O. (1994). Shooting the War. Annapolis: United States Naval Institute. ISBN 978-1-55750-307-0.
- Jane’s Fighting Ships of World War II. (1989). Studio Editions. ISBN 978-1-85170-194-6.
- Bronnen Mei1940