HMS Anson was een slagschip van de King George V-klasse in de Royal Navy. Dit schip, vernoemd naar Admiraal George Anson, speelde een rol tijdens de Tweede Wereldoorlog en in de naoorlogse periode. Het slagschip werd gebouwd volgens de beperkingen die waren opgelegd door internationale verdragen en maakte deel uit van een nieuwe generatie Britse slagschepen.
Inhouds opgave
Bouw en Technische Specificaties
De bouw van HMS Anson begon in een periode waarin maritieme macht sterk gereguleerd werd door internationale verdragen. Het Washington Naval Treaty van 1922 en het daaropvolgende London Naval Treaty van 1930 beperkten het aantal slagschepen en stelden een maximum vast voor hun waterverplaatsing (35.000 long tons) en bewapening (14-inch kanonnen). Hoewel sommige landen de verdragen later negeerden, bleef Groot-Brittannië vasthouden aan deze beperkingen bij het ontwerpen van de King George V-klasse.
HMS Anson werd oorspronkelijk gepland als Jellicoe, genoemd naar Admiraal Sir John Jellicoe. In 1940 werd ze hernoemd tot Anson. Het schip werd op 20 juli 1937 te water gelaten in de Swan Hunter en Wigham Richardson Shipyard aan de rivier de Tyne. De voltooiing van het schip in juni 1942 werd vertraagd vanwege de installatie van geavanceerde vuurleidingsradar en extra luchtafweerbewapening.
Technische Kenmerken
HMS Anson was een imposant schip met een waterverplaatsing van 42.600 long tons tijdens proeven en 45.360 long tons volledig geladen. Haar totale lengte bedroeg 227,1 meter, met een breedte van 31,4 meter en een diepgang van 10,4 meter.
Het slagschip werd aangedreven door vier Parsons-stoomturbines, gevoed door acht Admiralty 3-drum waterbuisketels. Deze configuratie leverde een vermogen van 110.000 shp, wat een topsnelheid van 29,25 knopen mogelijk maakte. Het schip had een bereik van 6.100 nautische mijlen bij een snelheid van 10 knopen.
Bewapening
De hoofdbewapening van HMS Anson bestond uit tien BL 14-inch Mk VII-kanonnen, verdeeld over drie geschuttorens (twee vierdubbele torens en één dubbele toren). Deze kanonnen hadden een bereik van meer dan 35 kilometer en konden elke 40 seconden een salvo afvuren.
Aanvullende bewapening omvatte:
- 16 QF 5,25-inch Mk I-kanonnen voor secundaire doelen en luchtafweer.
- 6 achtloopse 2-ponders (“pom-poms”) en 18 20mm Oerlikon-kanonnen als luchtafweer.
De bepantsering van het schip was ontworpen om bescherming te bieden tegen zware granaten en torpedo’s:
- Main belt: 14,7 inch (370 mm)
- Dek: 5-6 inch (127-152 mm)
- Geschuttorens en barbettes: 12,75 inch (324 mm)
Technologische Aanpassingen
HMS Anson was uitgerust met diverse soorten radarapparatuur om zowel vuurleiding als detectie van vijandelijke schepen en vliegtuigen te verbeteren. Tijdens haar operationele carrière onderging het schip meerdere refits waarbij de radaruitrusting werd geüpgraded. Hieronder een overzicht van de radarsystemen die op verschillende momenten op Anson werden geïnstalleerd:
- Type 273 radar: Een oppervlaktesearch radar die werd gebruikt voor het detecteren van schepen en obstakels op korte afstand.
- Type 281 en Type 281B radar: Voor luchtsurveillance en langeafstandsdetectie van vliegtuigen.
- Type 284 radar: Een vuurleidingsradar die specifiek was ontworpen voor de hoofdbatterijen van de 14-inch kanonnen, vervangen door Type 274 tijdens een latere refit.
- Type 285 radar: Gebruikt voor het richten van luchtafweerkanonnen, later vervangen door de meer geavanceerde Type 275.
- Type 277 radar: Een hoogtesearch radar die werd toegevoegd tijdens een refit in 1944.
- Type 293 radar: Geïnstalleerd voor lucht- en oppervlaktebewaking.
Deze radarsystemen werden gedurende de oorlog continu verbeterd om gelijke tred te houden met de technologische ontwikkelingen en tactische eisen.
Operationele Geschiedenis tijdens de Tweede Wereldoorlog
HMS Anson werd na haar indienststelling in juni 1942 snel ingezet bij operaties van de Royal Navy in de Noord-Atlantische en Arctische wateren. Haar primaire taken omvatten het escorteren van konvooien, het bieden van ondersteuning bij luchtoperaties, en deelname aan afleidingsmanoeuvres om vijandelijke aandacht af te leiden van geallieerde invasies. Hoewel HMS Anson geen directe gevechten met vijandelijke schepen uitvoerde, was het betrokken bij diverse operaties die ondersteunend waren aan geallieerde oorlogsinspanningen.
Arctic Convoys: Begeleiding van Russische Konvooien
Een van de belangrijkste bijdragen van HMS Anson was haar betrokkenheid bij de bescherming van Arctische konvooien die voorraden naar de Sovjet-Unie vervoerden. Deze konvooien waren van vitaal belang voor het handhaven van de geallieerde oorlogsinspanningen aan het oostfront.
- September 1942: HMS Anson diende als onderdeel van de dekking van Convoy QP 14, samen met HMS Duke of York, HMS Jamaica en verschillende torpedobootjagers.
- December 1942: Het slagschip bood dekking voor Convoy JW 51B, dat werd bedreigd door Duitse schepen en onderzeeërs.
- Januari 1943: HMS Anson leverde wederom bescherming aan Convoys JW 52 en RA 52, samen met andere schepen van de Home Fleet, waaronder HMS Sheffield en de Poolse torpedobootjager Orkan.
De barre weersomstandigheden en de dreiging van vijandelijke aanvallen maakten deze missies tot een zware beproeving voor de bemanning.
Operatie Leader
In oktober 1943 nam HMS Anson deel aan Operatie Leader, een luchtoperatie tegen Duitse schepen en installaties langs de Noorse kust. Deze operatie werd uitgevoerd door de Amerikaanse vliegdekschipgroep onder leiding van USS Ranger, waarbij HMS Anson en HMS Duke of York bescherming boden tegen mogelijke Duitse tegenaanvallen.
Operatie Tungsten
Een van de belangrijkste operaties waarbij HMS Anson betrokken was, vond plaats in april 1944. Tijdens Operatie Tungsten bood het schip ondersteuning aan de succesvolle luchtaanval op de Duitse slagschip KMS Tirpitz, dat was verankerd in een Noorse fjord. HMS Anson fungeerde als vlaggenschip voor vice-admiraal Sir Henry Moore. De aanval resulteerde in aanzienlijke schade aan de Tirpitz, waardoor deze tijdelijk uitgeschakeld werd als bedreiging voor geallieerde konvooien.
Afleidingsmanoeuvres en Andere Operaties
Naast haar deelname aan grootschalige operaties, speelde HMS Anson ook een rol in afleidingsmanoeuvres zoals in Operatie Husky (de invasie van Sicilië in juli 1943). Het schip voerde oefeningen en bewegingen uit om de vijandelijke focus af te leiden van de daadwerkelijke invasie locatie. Deze tactieken waren een essentieel onderdeel van de geallieerde strategie om succes te verzekeren in de Middellandse Zee.
De Naoorlogse Periode en Ontmanteling
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog werd HMS Anson ingezet in de Britse Pacific Fleet. Het schip speelde een rol bij de bevrijding van Hongkong en voerde verschillende taken uit in de naoorlogse jaren voordat het werd teruggetrokken en uiteindelijk ontmanteld.
Rol in de Pacific en de Bevrijding van Hongkong
In augustus 1945 voer HMS Anson, samen met andere schepen van de Britse Pacific Fleet, naar Hongkong. Hier accepteerde vice-admiraal Cecil Harcourt aan boord van het schip de formele overgave van de Japanse troepen die de regio bezet hielden. Deze ceremonie markeerde een belangrijke mijlpaal in het herstel van de Britse invloed in Azië na de oorlog.
Het slagschip voer later naar Tokyo Bay, waar het aanwezig was bij de officiële Japanse overgave aan boord van het Amerikaanse slagschip USS Missouri op 2 september 1945. HMS Anson was een van de vele geallieerde schepen die deze historische gebeurtenis bijwoonden.
Post-oorlogse Activiteiten
Na de oorlog diende HMS Anson als vlaggenschip van het 1st Battle Squadron in de Pacific. Het schip bleef actief in de regio en voer in februari 1946 naar Hobart, Australië, waar het de hertog en hertogin van Gloucester (de toenmalige gouverneur-generaal van Australië) ophaalde en terugbracht naar Sydney.
In juli 1946 keerde HMS Anson terug naar Britse wateren. Het schip werd onderworpen aan een korte refit en hervatte daarna haar vredestijdstaken. Het bleef in actieve dienst tot 1949 en nam deel aan verschillende oefeningen, waaronder Exercise Verity in juli 1949.
Reserve en Ontmanteling
In november 1949 werd HMS Anson officieel in reserve geplaatst en overgebracht naar Gare Loch, Schotland. Het schip werd “gemothballed”, een proces waarbij het inactief werd gemaakt en beschermd tegen slijtage terwijl het niet in gebruik was. HMS Anson verbleef acht jaar in deze toestand.
Op 17 december 1957 werd het slagschip verkocht om te worden gesloopt aan Shipbreaking Industries in Faslane, Schotland. .
Conclusie
HMS Anson was een belangrijk onderdeel van de King George V-klasse slagschepen en diende met onderscheid in de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende jaren. Hoewel het schip niet betrokken was bij directe gevechten, leverde het een essentiële bijdrage aan geallieerde operaties, waaronder de bescherming van Arctische konvooien en het ondersteunen van aanvallen op Duitse marineschepen zoals de Tirpitz. In de naoorlogse periode vervulde HMS Anson ceremoniële en strategische rollen binnen de Britse Pacific Fleet, voordat het uiteindelijk in reserve werd geplaatst en ontmanteld.
Bronnen en meer informatie
De onderstaande bronnen zijn gebruikt om de tekst te ondersteunen en te verrijken met feiten:
- Afbeelding: Photographer: Royal Navy official photographer, Public domain, via Wikimedia Commons
- Konstam, Angus (2009). British Battleships 1939–45 (2) Nelson and King George V Classes. Osprey Publishing. ISBN 978-1-84603-389-6.
- Chesneau, Roger (2004). King George V Battleships. Chatham Publishing. ISBN 1-86176-211-9.
- Garzke, William H. Jr.; Dulin, Robert O. Jr. (1980). British, Soviet, French, and Dutch Battleships of World War II. Jane’s Publishing. ISBN 0-7106-0078-X.
- Raven, Alan & Roberts, John (1976). British Battleships of World War Two. Naval Institute Press. ISBN 0-87021-817-4.
- Rohwer, Jürgen (2005). Chronology of the War at Sea 1939–1945. Naval Institute Press. ISBN 1-59114-119-2.
- Tarrant, V. E. (1991). King George V Class Battleships. Arms and Armour. ISBN 1-85409-026-7.
- Bronnen Mei1940