Het Londens Vlootverdrag (1930) en de herzieningen daarvan

Het Londens Vlootverdrag (1930)
Het Londens Vlootverdrag (1930) en de herzieningen beperkten maritieme bewapening, maar faalden uiteindelijk door groeiende internationale spanningen en wapenwedloop.

Het Londens Vlootverdrag, ondertekend op 22 april 1930, was een belangrijke internationale overeenkomst die probeerde de wapenwedloop op zee te reguleren en te beperken. Het verdrag werd gesloten tussen vijf grote maritieme machten: het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Japan, Frankrijk en Italië. Het doel was om de opbouw van zeemachten in toom te houden door limieten op te leggen aan de bouw van oorlogsschepen, zoals slagschepen en kruisers, en zo te voorkomen dat de spanningen die hadden geleid tot de Eerste Wereldoorlog opnieuw zouden escaleren.

Dit verdrag was een voortzetting van het Washington Naval Treaty van 1922 en probeerde de tekortkomingen van dat verdrag aan te pakken. In dit eerste deel van de biografie bespreken we de achtergrond van het Londens Vlootverdrag en de oorzaken die leidden tot de behoefte aan internationale maritieme beperkingen.

Achtergrond: De gevolgen van de Eerste Wereldoorlog

Na de Eerste Wereldoorlog heerste er grote bezorgdheid over de enorme wapenwedloop die had bijgedragen aan het uitbreken van de oorlog. Vooral de grote uitgaven aan marineschepen, zoals slagschepen en kruisers, zorgden voor toenemende spanningen tussen de grote mogendheden. Om dit tegen te gaan, werd in 1922 het Washington Naval Treaty ondertekend, dat limieten oplegde aan de tonnage van oorlogsschepen en de bewapening van nieuwe marineschepen.

Dit verdrag was een stap in de goede richting, maar de beperkingen waren niet voldoende om een nieuwe opbouw van de zeemachten te voorkomen. De snelle technologische ontwikkelingen in de scheepsbouw en wapenproductie creëerden nieuwe uitdagingen, met name op het gebied van zware kruisers en torpedobootjagers, die in het Washington-verdrag niet voldoende waren gereguleerd.

De onderhandelingen en ondertekening van het Londens Vlootverdrag

Om deze problemen aan te pakken, werd in 1930 het Londens Vlootverdrag opgesteld. De belangrijkste onderhandelingspartijen waren het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Japan, die al in het Washington-verdrag hadden meegedaan. Frankrijk en Italië, die tijdens de onderhandelingen van het Washington-verdrag minder betrokken waren geweest, sloten zich aan bij de besprekingen, maar weigerden zich uiteindelijk te binden aan de belangrijkste bepalingen van het verdrag.

Het Londens Vlootverdrag breidde de beperkingen van het Washington-verdrag uit door een limiet te stellen aan de bouw van nieuwe kruisers, torpedobootjagers en onderzeeërs. Het verdrag introduceerde ook een maximumtonnage voor deze schepen en beperkte het aantal kanonnen dat deze schepen konden dragen. Het doel was om de destabiliserende effecten van een nieuwe wapenwedloop te verminderen, terwijl tegelijkertijd de maritieme dominantie van de grote mogendheden werd gegarandeerd.

De bepalingen van het Londens Vlootverdrag van 1930

Classificatie en beperkingen op slagschepen

Het Londens Vlootverdrag bouwde voort op de beperkingen van het Washington Naval Treaty door verdere beperkingen op te leggen aan de bouw van slagschepen, de grootste en meest geavanceerde oorlogsschepen van die tijd. Er werd een tonnageplafond vastgesteld voor de totale vloot aan slagschepen die elk van de ondertekenaars mocht bezitten. Voor de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk was dit maximum 525.000 ton, terwijl Japan een limiet van 315.000 ton kreeg, een verhouding van 5:5:3. Deze beperking was bedoeld om ervoor te zorgen dat geen enkele natie een overweldigende maritieme macht kon opbouwen die een bedreiging zou vormen voor de anderen.

Bovendien mochten er geen nieuwe slagschepen worden gebouwd tot 1937, en de tonnage van individuele slagschepen werd beperkt tot 35.000 ton. Dit was een poging om niet alleen de omvang van de vloten te beperken, maar ook om de kosten van maritieme bewapening te beheersen, gezien de economische moeilijkheden van de Grote Depressie.

Beperkingen op kruisers en torpedobootjagers

Een belangrijke toevoeging van het Londens Vlootverdrag was de regulering van zware kruisers, die in het Washington-verdrag grotendeels buiten beschouwing waren gelaten. Kruisers werden in twee klassen ingedeeld: zware kruisers, uitgerust met kanonnen van maximaal 8-inch (203 mm) kaliber, en lichte kruisers, die een kleinere bewapening hadden.

Voor zware kruisers werd de maximale tonnage per schip vastgesteld op 10.000 ton, en elk land mocht een beperkte totale tonnage aan zware kruisers bezitten. Voor de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk was dit 339.000 ton, terwijl Japan werd beperkt tot 192.200 ton. Frankrijk en Italië bleven ongebonden door deze specifieke bepalingen, wat tot spanningen leidde binnen de internationale maritieme verhoudingen.

Torpedobootjagers, die steeds belangrijker werden in de moderne oorlogsvoering, werden ook aan beperkingen onderworpen. De tonnage van individuele torpedobootjagers werd beperkt tot 1.850 ton, met limieten op het totale aantal torpedobootjagers dat elk land mocht bezitten.

Onderzeeboten

Onderzeeërs, een dreigende nieuwe kracht op zee na hun succes in de Eerste Wereldoorlog, werden eveneens aan beperkingen onderworpen. Het verdrag stelde een limiet van 52.700 ton aan onderzeeërs voor zowel de Verenigde Staten als het Verenigd Koninkrijk, terwijl Japan een limiet van 52.700 ton kreeg. Deze beperkingen waren bedoeld om de dreiging van een onbeperkte onderzeebootoorlogvoering, zoals die door Duitsland tijdens de Eerste Wereldoorlog was uitgevoerd, in te dammen.

Internationale reacties en naleving van het Londens Vlootverdrag

Reacties van de ondertekenaars

De ondertekening van het Londens Vlootverdrag van 1930 werd door verschillende ondertekenaars anders ontvangen. Voor de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk was het verdrag grotendeels positief. Beide landen zagen het als een manier om hun maritieme dominantie te behouden zonder de hoge kosten van voortdurende wapenuitbreidingen. Vooral in het Verenigd Koninkrijk, dat na de Eerste Wereldoorlog worstelde met economische problemen, werd het verdrag gezien als een broodnodige financiële verlichting.

Japan had echter gemengde gevoelens over het verdrag. Hoewel het deelnam en de voorwaarden aanvaardde, was er in Japanse politieke en militaire kringen wrok over de beperking van hun maritieme tonnage tot 60% van die van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Dit leidde tot een groeiend gevoel van onrechtvaardigheid en uiteindelijk tot een grotere maritieme expansie in de jaren die volgden.

Frankrijk en Italië ondertekenden het verdrag, maar weigerden gebonden te zijn aan de limieten voor kruisers, torpedobootjagers en onderzeeërs. Beide landen zagen deze beperkingen als een bedreiging voor hun nationale veiligheid en wilden de flexibiliteit behouden om hun zeemachten naar eigen inzicht uit te breiden. Dit leidde tot spanningen binnen de internationale betrekkingen, vooral tussen Italië en de andere Europese mogendheden.

Naleving van het verdrag

Hoewel de ondertekenaars zich aanvankelijk aan het Londens Vlootverdrag hielden, begon de naleving halverwege de jaren dertig af te nemen. Japan, dat al ontevreden was over de limieten, trok zich in 1936 officieel terug uit het verdrag na onenigheid over de herziening ervan. Dit was een belangrijk teken van de toenemende spanningen in de regio en de afbrokkeling van het internationale vertrouwen in wapenbeperkingen.

Met het vertrek van Japan en de opkomst van fascistische regimes in Italië en Duitsland, werd de effectiviteit van het verdrag steeds verder uitgehold. De Tweede Londense Vlootconferentie van 1936, die het verdrag probeerde te herzien, mislukte grotendeels, omdat de belangrijkste maritieme machten geen overeenstemming konden bereiken over nieuwe beperkingen. Dit leidde uiteindelijk tot een hernieuwde wapenwedloop in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog.

De weg naar de Tweede Wereldoorlog

De falende naleving van het Londens Vlootverdrag en de toenemende maritieme herbewapening maakten duidelijk dat de internationale inspanningen om de wapenwedloop op zee te beteugelen niet succesvol waren geweest. In de late jaren dertig begon Japan met de bouw van grotere slagschepen en zware kruisers, zoals de Yamato-klasse, wat de spanningen in de Stille Oceaan verder verhoogde.

Gevolgen van het Londens Vlootverdrag en de herzieningen

Effect op de marine van de ondertekenaars

Het Londens Vlootverdrag had grote gevolgen voor de marines van de ondertekenende landen. Voor de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk betekende het dat ze gedurende de vroege jaren dertig in staat waren hun zeemacht te moderniseren zonder de torenhoge kosten van voortdurende uitbreiding. Beide landen richtten zich op het verbeteren van de bestaande schepen en het in lijn brengen van hun vloot met de vastgestelde tonnagelimieten. Voor Japan was het verdrag echter een bron van ontevredenheid. De beperking tot 60% van de tonnage van de Amerikaanse en Britse vloten werd gezien als een beperking van hun ambities in de regio, wat leidde tot een verharde positie in de daaropvolgende jaren.

Na 1936, toen Japan zich terugtrok uit het verdrag, was er een duidelijke verschuiving in de internationale maritieme politiek. De focus verschoof van samenwerking naar concurrentie, waarbij de bouw van nieuwe en grotere oorlogsschepen, zoals slagschepen van de Yamato-klasse door Japan, en een herbewapening door Duitsland en Italië leidde tot een nieuwe wapenwedloop.

Het Tweede Londens Vlootverdrag (1936)

Na de mislukking van het oorspronkelijke Londens Vlootverdrag om langdurige internationale samenwerking te waarborgen, werd in 1936 een tweede conferentie georganiseerd om het verdrag te herzien en aan te passen aan de veranderende wereldpolitiek. Dit Tweede Londens Vlootverdrag werd opnieuw ondertekend door het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Frankrijk, maar het ontbrak aan een brede internationale steun. Italië en Japan namen geen deel, en Duitsland, dat in 1935 de beperkingen van het Verdrag van Versailles had afgewezen, was al bezig met het herbewapenen van zijn marine.

Het Tweede Londens Vlootverdrag handhaafde veel van de beperkingen op oorlogsschepen uit het oorspronkelijke verdrag, maar zonder de medewerking van Japan en Italië had het beperkte invloed. Terwijl de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk zich bleven houden aan de vastgestelde tonnagelimieten, werd het duidelijk dat de maritieme krachtsverhoudingen aan het verschuiven waren. In de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog negeerden steeds meer landen de bepalingen van het verdrag, wat leidde tot een toenemende militarisering.

Apart verdrag Anglo-Duitse vlootverdrag

Duitsland sloot in 1935 een apart verdrag af met het Verenigd Koninkrijk, bekend als het Anglo-Duitse vlootverdrag (Anglo-German Naval Agreement). Dit verdrag stond Duitsland toe om zijn marine opnieuw op te bouwen, ondanks de beperkingen die waren opgelegd door het Verdrag van Versailles na de Eerste Wereldoorlog.

Conclusie

Het Londens Vlootverdrag van 1930 was een ambitieus internationaal initiatief dat probeerde de wapenwedloop op zee in de jaren na de Eerste Wereldoorlog te beheersen. Hoewel het aanvankelijk succes had in het beperken van de maritieme opbouw en het stabiliseren van internationale relaties, bleek het uiteindelijk niet bestand tegen de groeiende politieke spanningen en de ambities van landen zoals Japan en Italië. Het falen van het verdrag en de daaropvolgende herzieningen droegen bij aan de herbewapening in de late jaren dertig, wat uiteindelijk leidde tot de Tweede Wereldoorlog. Hoewel de internationale verdragen uit de jaren dertig niet succesvol waren in het voorkomen van oorlog, legden ze wel de basis voor latere pogingen om wapenbeheersing via diplomatie en internationale samenwerking te bereiken.

Bronnen en meer informatie

  1. Marder, Arthur J. The Anatomy of British Sea Power. Naval Institute Press, 1940.
  2. Spector, Ronald. Eagle Against the Sun: The American War with Japan. Vintage Books, 1985.
  3. US Naval War College. London Naval Treaty 1930: Documents on International Maritime Law.
  4. Naval History and Heritage Command.
  5. Treaty for the Limitation and Reduction of Naval Armament, Londen, 1930.
  6. Afbeelding: U.S. Navy, Public domain, via Wikimedia Commons
  7. Bronnen Mei1940