HMS Centurion, een slagschip van de Royal Navy, behoorde tot de King George V-klasse dreadnoughts die begin jaren 1910 werden gebouwd. Dit type slagschip symboliseerde de technische vooruitgang van de Britse marine aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Centurion diende voornamelijk in de Home Fleet en de Grand Fleet, en haar carrière omvatte zowel hoogtepunten zoals de Slag bij Jutland als minder belangrijke operaties zoals routinepatrouilles in de Noordzee.
Inhouds opgave
Ontwerp en Technische Specificaties
De King George V-klasse was een verbeterde versie van de eerdere Orion-klasse slagschepen. De schepen in deze klasse werden ontworpen om de marine-overmacht van Groot-Brittannië te waarborgen in een tijd van snel toenemende spanningen tussen de grote mogendheden.
Algemene Afmetingen
HMS Centurion had een totale lengte van 182,2 meter, een breedte van 27,2 meter en een diepgang van 8,7 meter. Haar waterverplaatsing bedroeg 25.420 ton bij normale belasting en 27.120 ton bij volle belasting. Bij de voltooiing in 1913 telde haar bemanning 862 officieren en manschappen.
Voortstuwing en Snelheid
De aandrijving bestond uit twee sets Parsons-stoomturbines, elk gekoppeld aan twee schroefassen. De turbines werden gevoed door 18 Yarrow-ketels, wat resulteerde in een geïnstalleerd vermogen van 27.000 pk. Dit gaf de Centurion een topsnelheid van 21 knopen (ongeveer 39 km/u). Tijdens proeftochten in februari 1913 werd zelfs een snelheid van 22,9 knopen bereikt.
De actieradius van het schip bedroeg 6.310 zeemijlen (11.690 km) bij een kruissnelheid van 10 knopen. Dit maakte het schip geschikt voor langdurige operaties in de Noordzee en daarbuiten.
Bewapening
De primaire bewapening bestond uit tien 13,5-inch (343 mm) kanonnen, gemonteerd in vijf dubbel opgestelde geschuttorens. Deze torens waren strategisch geplaatst langs de middenlijn van het schip, wat optimale vuurkracht in alle richtingen mogelijk maakte.
Daarnaast was Centurion uitgerust met zestien 4-inch (102 mm) kanonnen voor secundaire verdediging en drie 21-inch (533 mm) onderwater-torpedobuizen.
Pantser en Bescherming
De King George V-klasse schepen waren uitgerust met een pantsergordel van 12 inch (305 mm) dikte langs de waterlijn. Het dek had een dikte die varieerde tussen 1 en 4 inch (25–102 mm), terwijl de geschuttorens werden beschermd door 11 inch (280 mm) pantser. Dit beschermde het schip bestand tegen artillerie inslagen, al toonden latere conflicten aan dat het ontwerp kwetsbaar was tegen nieuwe aanvalsmethoden zoals luchtaanvallen.
Rol in de Eerste Wereldoorlog
Na haar indienststelling in mei 1913 werd HMS Centurion toegewezen aan het 2e Slagschip Eskader van de Home Fleet. Dit eskader speelde een rol in de verdediging van Groot-Brittannië tijdens de vroege stadia van de Eerste Wereldoorlog.
Patrouilles en Operaties in de Noordzee
Bij het uitbreken van de oorlog in 1914 werd de Home Fleet gereorganiseerd tot de Grand Fleet, onder leiding van admiraal Sir John Jellicoe. De primaire taak van de Centurion en haar zusterschepen was het beschermen van de Britse kustwateren tegen de Duitse Keizerlijke Marine.
In december 1914 nam Centurion deel aan een poging om Duitse schepen te onderscheppen na hun bombardement op Scarborough, Hartlepool en Whitby. Hoewel deze operatie uiteindelijk mislukte, onderstreepte het de belangrijke rol van slagschepen in defensieve strategieën.
De Slag bij Jutland (1916)
HMS Centurion had een beperkte rol in de Slag bij Jutland, de grootste zeeslag van de Eerste Wereldoorlog. Het schip vuurde enkele salvo’s af op de Duitse slagkruiser SMS Lützow, maar slecht zicht en de positionering van andere Britse schepen beperkten haar effectiviteit. Als onderdeel van de Britse slaglinie leverde ze echter een bijdrage aan de gezamenlijke inspanning van de Grand Fleet tijdens het gevecht.
Aanpassingen en Innovaties na de Eerste Wereldoorlog
Na de Eerste Wereldoorlog onderging HMS Centurion diverse aanpassingen om haar functionaliteit in een veranderende militaire context te waarborgen. Deze modificaties weerspiegelden de verschuiving in maritieme oorlogsvoering en het belang van het testen van nieuwe technologieën.
Omvorming tot Doelschip (1926)
In 1926 werd Centurion omgebouwd tot een radio gestuurd doelschip. Dit was een van de eerste toepassingen van radio-technologie in de maritieme sector. Het schip werd specifiek aangepast om te dienen als testplatform voor het kalibreren van scheepswapens en het evalueren van de effectiviteit van verschillende aanvalsmethoden.
Bij de ombouw werden haar kanonnen verwijderd en werden enkele voormalige kolenruimen gevuld met ballast om het gewicht van de geschuttorens te compenseren. Dit maakte het schip een ideaal doelwit voor schepen met geschut tot 8 inch (203 mm) kaliber.
Verdediging tegen Luchtaanvallen
In de jaren 1930 diende HMS Centurion als testplatform voor luchtbombardementen. Tijdens deze proeven bleek dat bombardementen vanuit een duikvlucht een veel hogere trefkans hadden dan traditionele bombardementen vanuit grotere hoogtes. Deze bevindingen beïnvloedden de tactische ontwikkeling van luchtmacht strategieën in de daaropvolgende decennia.
Om de resultaten van bombardementen te simuleren, werden delen van het schip versterkt. Haar bovenbouw werd gedeeltelijk verwijderd, en de schoorstenen werden verkort om haar profiel te verkleinen. Dit stelde de luchtmacht in staat om realistische trainingsomstandigheden te creëren.
HMS Centurion in de Tweede Wereldoorlog
Met de opkomst van de Tweede Wereldoorlog kreeg HMS Centurion opnieuw een operationele rol, ondanks haar status als verouderd slagschip. De beperkte middelen aan het begin van de oorlog dwongen de Britse marine om oudere schepen te hergebruiken voor alternatieve doeleinden.
Gebruik als Blokschip (1941)
In 1941 werd HMS Centurion omgebouwd tot een blokschip, een schip dat bedoeld is om te worden afgezonken in strategische waterwegen om vijandelijke bewegingen te belemmeren. Haar oorspronkelijke pantsering werd benut om vijandelijk vuur te weerstaan terwijl ze naar haar geplande locatie werd geleid.
Hoewel de missie om de haven van Tripoli te blokkeren werd overwogen, besloot de Britse marine uiteindelijk af te zien van deze riskante operatie. In plaats daarvan werd het schip omgebouwd om te dienen als afleidingsmanoeuvre.
Een Decoy met Nepbewapening
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Centurion aangepast om te lijken op het nieuwe slagschip HMS Anson. Deze aanpassing omvatte de installatie van dummy-torens en masten, waarmee de geallieerden de vijand probeerden te misleiden.
In 1942 werd ze ingezet tijdens Operatie Vigorous, een geallieerde poging om een konvooi naar Malta te escorteren. Hoewel de Italiaanse marine door de misleiding heen zag, wist Centurion de aandacht van vijandelijke vliegtuigen en schepen tijdelijk af te leiden van de andere geallieerde schepen.
Operatie Overlord: De Invasie van Normandië (1944)
HMS Centurion werd in 1944 definitief omgebouwd tot een blokschip, met als doel haar te zinken tijdens de invasie van Normandië. Haar rol was om een kunstmatige golfbreker te vormen ter bescherming van de tijdelijke Mulberry-havens die door de geallieerden waren gebouwd om troepen en materieel aan land te brengen.
Op 9 juni 1944, slechts drie dagen na D-Day, werd Centurion opzettelijk tot zinken gebracht voor de kust van Omaha Beach. Samen met andere schepen vormde ze een golfbrekers die bescherming bood tegen de sterke stromingen en vijandelijke aanvallen, zodat bevoorradingsschepen veilig konden opereren.
Conclusie
HMS Centurion heeft een opmerkelijke geschiedenis die de evolutie van de maritieme oorlogsvoering weerspiegelt. Van haar vroege jaren als modern slagschip in de Grand Fleet tijdens de Eerste Wereldoorlog tot haar omvorming als testplatform en haar uiteindelijke rol als blokschip tijdens de Tweede Wereldoorlog, heeft dit schip gediend in enkele WOI en WOII.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding 1: HMS Centurion. Public domain, via Wikimedia Commons
- Afbeelding 2: Royal Navy official photographer, Tomlin, H W (Lt), Public domain, via Wikimedia Commons
- Bennett, Geoffrey (2005). Naval Battles of the First World War. Barnsley: Pen & Sword Military Classics. ISBN 978-1-84415-300-8.
- Burt, R. A. (2012). British Battleships, 1919–1939 (2nd ed.). Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 978-1-59114-052-8.
- Friedman, Norman (2015). The British Battleship 1906–1946. Barnsley, UK: Seaforth Publishing. ISBN 978-1-84832-225-7.
- Massie, Robert K. (2003). Castles of Steel: Britain, Germany, and the Winning of the Great War at Sea. New York: Random House. ISBN 978-0-679-45671-1.
- Halpern, Paul G. (1995). A Naval History of World War I. Annapolis, Maryland: Naval Institute Press. ISBN 978-1-55750-352-7.
- Tarrant, V. E. (1999) [1995]. Jutland: The German Perspective: A New View of the Great Battle, 31 May 1916. London: Brockhampton Press. ISBN 978-1-86019-917-3.
- Bronnen Mei1940