De KMS Scharnhorst was een Duits slagschip, gebouwd tijdens het interbellum en ingezet door de Kriegsmarine tijdens de Tweede Wereldoorlog. Als het eerste schip van haar klasse, samen met zusterschip KMS Gneisenau, vertegenwoordigde zij een mix van innovatie en traditie. De Scharnhorst werd ontworpen om een combinatie van snelheid, bewapening en bescherming te bieden die haar geschikt maakte voor veelzijdige operaties.
Inhouds opgave
Ontwerp en Constructie
Achtergrond
De bouw van de Scharnhorst begon op 15 juni 1935 op de Kriegsmarinewerft in Wilhelmshaven. Het schip werd te water gelaten op 3 oktober 1936 en voltooid in januari 1939. Ze werd ontworpen als een antwoord op de beperkingen van het Verdrag van Versailles en combineerde snelheid met krachtige artillerie, ondanks een relatief bescheiden waterverplaatsing.
Technische Specificaties
- Lengte: 234,9 meter
- Breedte: 30 meter
- Diepgang: 9,9 meter
- Waterverplaatsing:
- Standaard: 32.100 ton
- Vol beladen: 38.100 ton
- Snelheid: Maximaal 31 knopen (57 km/u)
- Actieradius: 7.100 nautische mijlen bij een snelheid van 19 knopen
Bewapening
Hoofd- en Secundaire Artillerie
De Scharnhorst was uitgerust met negen 28 cm (11 inch) kanonnen in drie drievoudige torens, aangevuld met twaalf 15 cm (5,9 inch) kanonnen als secundaire bewapening. De luchtafweer bestond uit veertien 10,5 cm, zestien 3,7 cm en aanvankelijk tien 2 cm kanonnen, later uitgebreid tot 38.
Innovaties in Bewapening
Het schip was voorbereid voor een upgrade naar zes 38 cm (15 inch) kanonnen in tweelingtorens, maar deze wijziging werd nooit doorgevoerd vanwege de focus op andere marineschepen zoals de Bismarck. Daarnaast waren er in 1941 torpedobuizen van 53,3 cm geïnstalleerd, afkomstig van de lichte kruiser KMS Nürnberg.
Pantsering
De pantsering van de Scharnhorst weerspiegelde haar rol als slagschip:
- Pantsergordel: 350 mm dik.
- Dekpantser: 50 tot 105 mm dik.
- Hoofdtorens: Tot 360 mm dik op de frontplaat.
- Conning Tower: Beschermd met 350 mm dik pantser.
Deze zware bescherming bood een hoge mate van overlevingskans tegen vijandelijk vuur, hoewel kwetsbaarheden bestonden tegen luchtaanvallen en torpedo’s.
Radar en Technologische Innovaties
De Scharnhorst was een van de eerste slagschepen die gebruikmaakte van radar.
- Seetakt-radarsysteem: Dit systeem, geïnstalleerd in de jaren dertig, verbeterde het vermogen om vijandelijke schepen en vliegtuigen te detecteren, zelfs bij slecht zicht. Het had een golflengte van 80 cm en een bereik tot ongeveer 25 kilometer.
- Verbeteringen tijdens de oorlog: Later werden krachtigere radars toegevoegd, zoals een FuMO 27 radar voor vuurleiding en detectie. Deze verbeteringen weerspiegelden de groeiende afhankelijkheid van technologie in maritieme oorlogsvoering.
Hoewel deze systemen geavanceerd waren voor hun tijd, waren ze minder nauwkeurig en betrouwbaar dan de radarsystemen van de geallieerden, wat tijdens nachtelijke operaties een nadeel bleek te zijn.
Operationele Geschiedenis van de Scharnhorst
Vroege Operaties (1939-1940)
De Scharnhorst werd op 9 januari 1939 in dienst genomen en voerde haar eerste missie uit in november van dat jaar. Samen met zusterschip Gneisenau patrouilleerde ze in de Noordzee om Britse konvooien te verstoren. Tijdens deze missie bracht ze de Britse hulpkruiser HMS Rawalpindi tot zinken, een relatief eenvoudig gevecht waarin haar superieure bewapening en snelheid duidelijk naar voren kwamen.
Deze actie trok echter de aandacht van de Britse Royal Navy, die versterkingen naar het gebied stuurde. De Scharnhorst en Gneisenau wisten dankzij slechte weersomstandigheden en hun hoge snelheid te ontsnappen.
Operation Weserübung (Invasie van Noorwegen)
In april 1940 speelde de Scharnhorst een sleutelrol in de Duitse invasie van Noorwegen. Samen met de Gneisenau bood ze dekking aan de invasievloten die troepen landden in Narvik en Trondheim.
Tijdens de operatie kwam de Scharnhorst in gevecht met het Britse slagschip HMS Renown. Hoewel ze erin slaagde te ontsnappen dankzij haar snelheid, leed ze aanzienlijke schade aan haar boeg door zware zeeën en vijandelijke beschietingen.
Een van de opmerkelijkste prestaties van de Scharnhorst tijdens deze campagne was het tot zinken brengen van de Britse vliegdekschip HMS Glorious en haar escorterende torpedobootjagers HMS Ardent en HMS Acasta. Tijdens dit gevecht scoorde de Scharnhorst een van de langste afstandstreffers in de geschiedenis, met een schot van meer dan 24 kilometer. Het gevecht was echter niet zonder verliezen: een torpedo van de Acasta beschadigde de Scharnhorst ernstig, waardoor ze terug moest keren naar Trondheim voor reparaties.
Evaluatie van de Scharnhorst en Beperkingen
De Scharnhorst combineerde snelheid, vuurkracht en bescherming op een manier die haar aanvankelijk een van de meest formidabele schepen van de Kriegsmarine maakte.
Snelheid en Mobiliteit
Met een topsnelheid van meer dan 31 knopen (ongeveer 57 km/u) was de Scharnhorst uitzonderlijk snel voor een slagschip. Dit stelde haar in staat om gevechten te vermijden met zwaardere vijandelijke eenheden, zoals de Britse HMS Renown en HMS Duke of York, en maakte haar uitermate geschikt voor operaties gericht op het verstoren van geallieerde konvooien.
Radar en Detectiesystemen
De Seetakt-radar aan boord van de Scharnhorst was in 1940 een geavanceerd systeem dat de bemanning in staat stelde vijandelijke schepen te detecteren, zelfs bij slechte weersomstandigheden of tijdens nachtelijke operaties. Dit gaf de Scharnhorst een tactisch voordeel in verschillende operaties. Echter, tegen 1943 waren de geallieerde radarsystemen verder ontwikkeld en boden zij superieure detectie- en vuurleidingsmogelijkheden. Dit technologische verschil speelde een belangrijke rol in gevechten zoals de Slag om de Noordkaap, waar de Scharnhorst werd geconfronteerd met Britse schepen die beschikten over geavanceerdere radarcapaciteiten.
Operationele Beperkingen
Onvoldoende Vuurkracht
De hoofdbewapening van negen 28 cm kanonnen, hoewel krachtig, bleek ontoereikend tegen zwaarbewapende en gepantserde vijandelijke slagschepen, zoals de Britse HMS Duke of York tijdens de Slag om de Noordkaap. Het plan om deze kanonnen te vervangen door 38 cm geschut werd nooit gerealiseerd, waardoor de Scharnhorst op een tactisch nadeel stond in confrontaties met geallieerde slagschepen.
Kwetsbaarheden in Pantsering en Schadebeheersing
Hoewel de Scharnhorst een zware pantsergordel had, bleek haar dekpantser kwetsbaar voor luchtaanvallen en torpedotreffers. Tijdens de Kanaaloperatie operatie Cerberus en de Slag om de Noordkaap veroorzaakten mijnen en torpedo’s aanzienlijke schade, wat de operationele inzetbaarheid beperkte.
De torpedo-aanval door de Britse torpedojager HMS Acasta tijdens de actie tegen de HMS Glorious benadrukte deze kwetsbaarheid. De torpedotreffer leidde tot zware overstromingen en verlaagde haar snelheid, waardoor ze gemakkelijk een doelwit werd.
Strategische Beperkingen
De strategische rol van de Scharnhorst werd beperkt door een gebrek aan ondersteuning van de Duitse marine en de groeiende superioriteit van de geallieerde luchtmacht en radar.
Afwezigheid van Luchtondersteuning
Het ontbreken van een adequate luchtmacht om de Duitse vloot te ondersteunen, vooral tijdens operaties in de Atlantische Oceaan en Noord-Noorwegen, beperkte de slagkracht van de Scharnhorst. Geallieerde luchtaanvallen, zoals die in Brest, veroorzaakten aanzienlijke schade en verhinderden haar actieve inzet.
Beperkt Strategisch Nut
Hoewel de Scharnhorst aanzienlijke schade aan geallieerde konvooien toebracht, was haar impact op de uitkomst van de oorlog relatief klein. De noodzaak om gevechten met vijandelijke slagschepen te vermijden en haar afhankelijkheid van tankers en ondersteuning beperkte haar effectiviteit als zelfstandig opererend schip.
De Laatste Missie de Slag om de Noordkaap (1943)
De Scharnhorst kreeg haar laatste opdracht tijdens de Slag om de Noordkaap, een gevecht dat plaatsvond op 26 december 1943. De missie was het onderscheppen en vernietigen van geallieerde konvooien (JW 55B) die voorraden naar de Sovjet-Unie vervoerden.
Het Begin van de Missie
Onder bevel van Konteradmiral Erich Bey vertrok de Scharnhorst samen met vijf torpedobootjagers vanuit Altafjord in Noorwegen. Het slechte weer beperkte het zicht en maakte communicatie moeilijk, maar Bey besloot de missie voort te zetten zonder uitgebreide verkenning.
De Gevechten met de Britse Vloot
De Scharnhorst kwam in contact met een Britse kruiserformatie onder leiding van admiraal Robert Burnett. De gevechten begonnen in de ochtend en resulteerden in een aantal treffers op de Scharnhorst, waaronder schade aan haar radar. Dit verlies bemoeilijkte de nauwkeurige lokalisatie van doelen.
Later die dag werd de Scharnhorst onderschept door een zwaardere Britse vloot onder leiding van admiraal Bruce Fraser, die beschikte over het slagschip HMS Duke of York en meerdere kruisers en torpedobootjagers. Tijdens de daaropvolgende uren werd het schip zwaar beschadigd door granaten en torpedo’s, wat leidde tot grote schade aan haar aandrijfsystemen en bewapening.
Het Zinken van de Scharnhorst
De Scharnhorst zonk uiteindelijk om 19:45, ongeveer 70 mijl ten noorden van Noordkaap. Van de 1.968 bemanningsleden overleefden slechts 36 het gevecht. Het verlies van de Scharnhorst betekende het einde van de inzet van grote Duitse oppervlakteschepen als offensieve eenheden tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Verouderde radar in 1943
Tijdens de Slag om de Noordkaap in 1943 bleek dit technologische verschil doorslaggevend. De Britse schepen konden met hun superieure radar de Scharnhorst detecteren en volgen, zelfs toen de zichtbaarheid door het slechte weer was beperkt. Daarentegen werd de Scharnhorst gehinderd door het verlies van haar belangrijkste radarantenne vroeg in de strijd, waardoor ze grotendeels afhankelijk werd van visuele waarnemingen en de beperkte capaciteit van haar achterste radarinstallatie. Deze technische achterstand droeg bij aan haar uiteindelijke verlies.
De Duitse radar aan boord van de Scharnhorst was gebaseerd op oudere technologie, zoals de Seetakt-radarsystemen die al vóór de Tweede Wereldoorlog waren ontwikkeld. Hoewel effectief in de vroege oorlogsjaren, liepen deze systemen tegen het einde van de oorlog achter op de snellere technologische ontwikkelingen van de geallieerden.
De Britse Royal Navy daarentegen beschikte over modernere radarsystemen, waaronder de Type 284 en Type 285 vuurleidingsradars, en later de Type 273 en Type 277 radar, die verbeterde detectiecapaciteiten en nauwkeurigheid boden. Deze geavanceerde technologie gaf de Britse marine een aanzienlijk voordeel, vooral tijdens nachtelijke gevechten en onder slechte weersomstandigheden.
Conclusie
De Scharnhorst vertegenwoordigde zowel de mogelijkheden als de beperkingen van de Duitse Kriegsmarine tijdens de Tweede Wereldoorlog. Haar ontwerp en prestaties toonden technische vooruitgang, maar mechanische problemen, beperkte ondersteuning en de geallieerde overmacht beperkten haar strategische effectiviteit. Het verlies tijdens de Slag om de Noordkaap markeerde een einde aan de actieve inzet van grote oppervlakteschepen van de Kriegsmarine en benadrukte de verschuivende machtsverhoudingen op zee.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: Bundesarchiv, DVM 10 Bild-23-63-12 / CC-BY-SA 3.0, CC BY-SA 3.0 DE, via Wikimedia Commons
- Garzke, William H.; Dulin, Robert O. Battleships: Axis and Neutral Battleships in World War II. Annapolis: Naval Institute Press, 1985. ISBN 978-0-87021-101-0.
- Gröner, Erich. German Warships: 1815–1945, Vol. 1: Major Surface Vessels. Annapolis: Naval Institute Press, 1990. ISBN 978-0-87021-790-6.
- Whitley, M. J. Battleships of World War II. London: Cassell, 1998. ISBN 1-85409-386-X.
- Rohwer, Jürgen. Chronology of the War at Sea, 1939–1945. Annapolis: Naval Institute Press, 2005. ISBN 978-1-59114-119-8.
- Williamson, Gordon. German Battleships 1939–45. Oxford: Osprey Publishing, 2003. ISBN 978-1-84176-498-6.
- Middlebrook, Martin; Everitt, Chris. The Bomber Command War Diaries. Midland Publishing, 1996. ISBN 1-85780-033-8.
- Bredemeier, Heinrich. Schlachtschiff Scharnhorst. Hamburg: Koehler, 1997. ISBN 3-7822-0592-8.
- Bronnen Mei1940