Ferdinand Schörner (12 juni 1892 – 2 juli 1973) was een Duitse militaire commandant die de rang van Generalfeldmarschall bereikte in de Wehrmacht van nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij stond bekend om zijn meedogenloosheid en harde discipline, wat hem zowel bewondering als kritiek opleverde. Dit artikel volgt zijn carrière, van zijn bescheiden begin als soldaat in het Duitse Keizerrijk tot zijn controversiële rol in de laatste dagen van het Derde Rijk.
Inhouds opgave
De beginjaren: opleiding en Eerste Wereldoorlog
Ferdinand Schörner werd geboren op 12 juni 1892 in München, in het toenmalige Koninkrijk Beieren, dat deel uitmaakte van het Duitse Keizerrijk. Hij was de zoon van een politieman, wat wellicht zijn vroege interesse in een militaire carrière verklaart. In oktober 1911 trad hij als eenjarig vrijwilliger toe tot het Infanterie-Leib-Regiment van het Beierse leger in München. Binnen een jaar toonde hij genoeg potentieel om de rang van onderofficier te verkrijgen. Schörner verliet het leger tijdelijk om filosofie en moderne talen te studeren in München, Lausanne en Grenoble, met de intentie om een carrière als leraar na te streven. Deze intellectuele achtergrond zou hem later van pas komen in zijn militaire loopbaan.
Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 werd Schörner echter opnieuw opgeroepen, ditmaal als Vizefeldwebel (sergeant-majoor) en reserveofficier in opleiding. Zijn betrokkenheid bij meerdere fronten, waaronder de Westfront, Tirol, Servië en Roemenië, leverde hem niet alleen waardevolle militaire ervaring op, maar ook de promotie tot Leutnant der Reserve in november 1914. Zijn grootste prestatie tijdens de oorlog was de leiding over een compagnie tijdens de Slag bij Caporetto in 1917, waar hij deelnam aan de succesvolle bestorming van Monte Kolovrat. Voor deze daad van moed ontving hij de Pour le Mérite, de hoogste militaire onderscheiding in het Duitse Keizerrijk.
De rivaliteit die tijdens deze slag ontstond tussen Schörner en Erwin Rommel, die eveneens de Pour le Mérite ontving voor zijn prestaties in dezelfde slag, zou een leven lang duren. Hoewel Schörner door zijn promotie tot Oberleutnant in de zomer van 1918 en zijn overgang van de reservetroepen naar de actieve dienst verdere stappen zette in zijn militaire carrière, bleven de fysieke en emotionele littekens van de oorlog, waaronder twee ernstige verwondingen, hem achtervolgen. Na de oorlog was het duidelijk dat Schörner’s toekomst in het leger lag, ondanks zijn oorspronkelijke academische ambities.
De weimarrepubliek: van Freikorps tot Reichswehr
Na de demobilisatie van zijn regiment keerde Schörner terug naar München, waar hij zich in 1919 aansloot bij het Freikorps Epp. Dit paramilitaire vrijwilligerskorps speelde een sleutelrol in de onderdrukking van de Münchense Radenrepubliek en de Ruhr-opstand, waarbij Schörner diende als compagniescommandant. Zijn ervaring in deze gewelddadige en chaotische periode van de Duitse geschiedenis zou later zijn reputatie als meedogenloze en pragmatische militaire leider versterken.
In 1923 werd Schörner bevorderd tot adjudant van General von Lossow, de commandant van het Wehrkreis VII (militaire district) in München. In deze rol was hij betrokken bij de onderdrukking van de Hitlerputsch, de mislukte staatsgreep van Adolf Hitler en de NSDAP. Dit was een cruciale gebeurtenis die zowel Schörner’s militaire carrière als zijn relatie met de toekomstige nazi-leiders zou beïnvloeden.
Zijn verdere carrière in de Weimarrepubliek kenmerkte zich door een combinatie van militaire en administratieve functies. In 1926 werd hij bevorderd tot Hauptmann (kapitein) en kreeg hij het bevel over een compagnie in Landshut en later in Kempten (Allgäu). Hoewel hij niet slaagde voor de Wehrkreis-examen, waardoor hij geen toegang kreeg tot de Generalstabsdienst (de stafdienst van het leger), bleef hij betrokken bij militaire operaties en training. Zijn vaardigheden in het Italiaans leidden ertoe dat hij enige tijd als tolk diende bij de Alpini, de Italiaanse bergtroepen. Vanaf 1931 was hij werkzaam als tactiekinstructeur aan de infanterieschool in Dresden, een functie die zijn reputatie als een bekwame en strenge officier verder verstevigde.
De politieke en economische instabiliteit van de Weimarrepubliek, gecombineerd met Schörner’s ervaringen in het Freikorps en zijn betrokkenheid bij de onderdrukking van binnenlandse opstanden, vormden de basis voor zijn latere toewijding aan de nazi-ideologie. Zijn vroege aansluiting bij de nazi-partij en zijn bereidheid om meedogenloze methoden toe te passen, zouden hem tijdens de Tweede Wereldoorlog naar de hoogste militaire rangen van het Derde Rijk leiden.
De Tweede Wereldoorlog: opkomst in de Wehrmacht
Met de opkomst van het Derde Rijk en de herbewapening van Duitsland werd Ferdinand Schörner een prominente figuur binnen de Wehrmacht. Zijn vroege betrokkenheid bij de nazi-partij en zijn bewezen militaire bekwaamheden tijdens de Weimarrepubliek maakten hem tot een waardevolle commandant voor de nazi-leiders. Schörner’s carrière kende een snelle opmars tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarbij hij meerdere belangrijke veldslagen leidde en uiteindelijk de rang van Generalfeldmarschall bereikte.
De vroege jaren van de oorlog: Polen en de Balkan
Schörner begon de oorlog als commandant van het 98ste Bergregiment, dat betrokken was bij de invasie van Polen in september 1939. Zijn regiment speelde een belangrijke rol in de snelle verovering van Polen, waarbij het tactisch gebruik van bergtroepen op moeilijk terrein zijn bekwaamheden onderstreepte. De succesvolle campagne tegen Polen legde de basis voor zijn verdere promoties en verantwoordelijkheid binnen de Wehrmacht.
In 1941 leidde Schörner de 6de Bergdivisie tijdens de Balkanveldtocht. Deze divisie was betrokken bij de doorbraak van de Metaxas-linie, een verdedigingslinie in Noord-Griekenland, wat Schörner de Ridderkruis onderscheiding opleverde. Zijn leiding tijdens deze operatie toonde zijn vermogen om complexe en uitdagende militaire situaties te beheersen. Het succes van de operatie benadrukte ook zijn bekwaamheid in bergoorlogvoering, een vaardigheid die hij verder zou inzetten tijdens de invasie van de Sovjet-Unie later dat jaar.
Tijdens Operatie Barbarossa, de invasie van de Sovjet-Unie in juni 1941, werd Schörner’s 6de Bergdivisie toegewezen aan de noordelijke sector van het oostfront, dicht bij de Arctische cirkel. Dit was een van de moeilijkste fronten van de oorlog, waar extreme kou en barre weersomstandigheden een grote invloed hadden op de operaties. Desondanks slaagde Schörner erin om zijn troepen effectief te leiden, hoewel het uiteindelijke doel, de verovering van de havenstad Moermansk, niet werd bereikt.
De oostfront: van Noorwegen tot Roemenië
In 1942, na zijn promotie tot General der Gebirgstruppe, kreeg Schörner het bevel over het XIXe Bergkorps, dat deel uitmaakte van het Duitse leger in Finland. Zijn belangrijkste taak was het behouden van de strategisch belangrijke nikkelmijnen van Petsamo, die essentieel waren voor de Duitse oorlogsindustrie. Ondanks herhaalde aanvallen van het Rode Leger, slaagde Schörner erin om deze positie te behouden, wat zijn reputatie als een effectieve en vastberaden commandant verder versterkte.
De volgende jaren van de oorlog zag Schörner’s betrokkenheid in enkele van de zwaarste en meest cruciale veldslagen aan het oostfront. In november 1943 kreeg hij het bevel over het XXXX Panzerkorps, dat betrokken was bij hevige gevechten in Oekraïne en Wit-Rusland. Zijn harde methoden en strikte discipline zorgden ervoor dat zijn troepen vaak langer standhielden dan verwacht, ondanks de zware verliezen en de overmacht van het Rode Leger.
In maart 1944 werd Schörner benoemd tot bevelhebber van Heeresgruppe A, en in mei van datzelfde jaar van Heeresgruppe Südukraine. Deze posities brachten hem in direct contact met de voortdurende strategische terugtrekking van de Duitse troepen aan het oostfront. Ondanks zijn aanvankelijke optimisme over het kunnen vasthouden van de Krim, veranderde Schörner van gedachte en evacueerde Sevastopol tegen Hitlers bevelen in. Dit besluit kwam te laat, en resulteerde in zware verliezen voor het Duitse 17de Leger, dat vastzat in de Krim zonder adequate evacuatieroutes.
Het incident in Sevastopol markeerde een belangrijk moment in Schörner’s carrière, omdat het zijn bereidheid toonde om tegen Hitlers bevelen in te gaan als de situatie daarom vroeg. Dit werd echter niet zonder gevolgen, omdat het de geloofwaardigheid van de Duitse defensieve capaciteiten verder ondermijnde en leidde tot ernstige verliezen.
De laatste fase van de oorlog: van generaal tot veldmaarschalk
In de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog, terwijl het Derde Rijk steeds verder ineenstortte, klom Ferdinand Schörner verder op in de hiërarchie van de Wehrmacht. Zijn meedogenloze tactieken en onwrikbare loyaliteit aan Adolf Hitler maakten hem een van de meest invloedrijke militaire leiders van nazi-Duitsland. Ondanks de desastreuze situatie aan het oostfront, bleef Schörner trouw aan het regime en voerde hij de bevelen van Hitler met ijzeren hand uit.
Heeresgruppe Nord en Courland: de verdediging van het Baltische front
In juli 1944, te midden van de dramatische terugtrekking van de Duitse troepen aan het oostfront, werd Schörner benoemd tot bevelhebber van Heeresgruppe Nord. Deze eenheid was belast met de verdediging van het Baltische front, een steeds moeilijker te handhaven positie naarmate het Rode Leger dichterbij kwam. Schörner’s harde maatregelen en strikte discipline werden in deze periode nog duidelijker zichtbaar.
Onder zijn bevel werd Heeresgruppe Nord omgedoopt tot Heeresgruppe Kurland, en Schörner werd belast met de verdediging van het Koerland-schiereiland, waar de Duitse troepen ingesloten raakten door de oprukkende Sovjets. Ondanks de hopeloze situatie, bleef Schörner zijn troepen aansporen om stand te houden, waarbij hij zware straffen oplegde aan degenen die werden betrapt op desertie of lafheid. Zijn onverbiddelijke houding zorgde ervoor dat de Duitse troepen zich bleven verdedigen tot in januari 1945, ondanks het feit dat de oorlog voor Duitsland al praktisch verloren was.
Heeresgruppe Mitte en de slag om Praag
In januari 1945, toen de situatie voor het Derde Rijk steeds penibeler werd, werd Schörner benoemd tot bevelhebber van Heeresgruppe Mitte. Deze eenheid was verantwoordelijk voor de verdediging van Tsjechoslowakije en de bovenloop van de rivier de Oder, een cruciaal gebied in de laatste maanden van de oorlog. De situatie was echter vrijwel hopeloos; de Duitse troepen waren uitgeput, onderbemand en slecht uitgerust, terwijl de Sovjets steeds verder oprukten.
Ondanks de bijna zekere nederlaag, bleef Schörner zijn troepen aansporen om tot het uiterste door te vechten. Hij kreeg de bijnaam “Hitler’s favoriete commandant” vanwege zijn onverzettelijke loyaliteit aan het nazi-regime en zijn bereidheid om onmogelijke bevelen uit te voeren. Zijn methoden, waaronder het ophangen van vermeende deserteurs en het afstraffen van soldaten die de strijd probeerden te ontvluchten, maakten hem gevreesd en gehaat onder zijn eigen manschappen.
Op 5 april 1945, slechts een maand voor de definitieve ineenstorting van nazi-Duitsland, werd Schörner gepromoveerd tot Generalfeldmarschall, de hoogste rang in de Wehrmacht. In zijn testament benoemde Adolf Hitler Schörner zelfs tot zijn opvolger als opperbevelhebber van het Duitse leger (OKH). Deze benoeming kwam echter te laat om nog enige invloed te hebben op de uitkomst van de oorlog; Schörner bleef in feite gewoon commandant van Heeresgruppe Mitte, zonder de middelen of de mankracht om een verschil te maken in de laatste dagen van het Derde Rijk.
Toen het Derde Rijk zich op 8 mei 1945 formeel overgaf, bevond Schörner zich nog steeds in Tsjechoslowakije, waar hij tevergeefs probeerde zijn troepen naar het westen te verplaatsen om zich aan de Amerikanen over te geven in plaats van aan de Sovjets. Uiteindelijk werd hij op 18 mei 1945 door de Amerikanen gearresteerd, waarmee zijn militaire carrière ten einde kwam.
Na de oorlog: gevangenschap en veroordelingen
Na zijn arrestatie door de Amerikanen op 18 mei 1945, begon een turbulente periode voor Ferdinand Schörner. Zijn status als een van de hoogste Duitse militaire leiders en zijn rol in het Derde Rijk maakten hem een belangrijke gevangene voor de geallieerden. Schörner’s lot na de oorlog weerspiegelde de complexe en vaak tegenstrijdige politieke realiteiten van de naoorlogse periode.
Sovjet gevangenschap en proces
Enkele weken na zijn arrestatie werd Schörner overgedragen aan de Sovjetautoriteiten, die hem beschuldigden van oorlogsmisdaden. In augustus 1951, na enkele jaren van gevangenschap, werd hij formeel aangeklaagd. Het Sovjetmilitaire tribunaal veroordeelde hem in februari 1952 tot 25 jaar gevangenisstraf voor zijn misdaden tijdens de oorlog. Zijn straf werd echter al snel verlaagd tot 12 en een half jaar, en in 1954 werd hij overgedragen aan de autoriteiten van Oost-Duitsland, waar hij kort daarna werd vrijgelaten.
Schörner’s gevangenschap in de Sovjet-Unie was een zware beproeving, gekenmerkt door de harde omstandigheden van de Sovjetgoelag. Desondanks overleefde hij deze periode, deels dankzij zijn militaire ervaring en wilskracht. Zijn vrijlating in 1955 markeerde het einde van zijn tijd in Sovjetgevangenschap, maar betekende niet het einde van zijn juridische problemen.
Terugkeer naar West-Duitsland en nieuwe veroordelingen
Na zijn vrijlating uit Sovjetgevangenschap keerde Schörner terug naar West-Duitsland. Hier werd hij echter al snel opnieuw gearresteerd, ditmaal door de West-Duitse autoriteiten. Hij werd beschuldigd van de executie van Duitse soldaten die beschuldigd waren van desertie in de laatste dagen van de oorlog, een praktijk die Schörner tijdens zijn commando over Heeresgruppe Mitte strikt had gehandhaafd.
In 1957 werd Schörner schuldig bevonden aan doodslag en poging tot doodslag, en veroordeeld tot vier en een half jaar gevangenisstraf. Deze veroordeling weerspiegelde de toenemende bereidheid van het naoorlogse West-Duitsland om voormalige nazi-leiders en hun handlangers ter verantwoording te roepen voor hun daden. Schörner zat zijn straf uit en werd in 1960 vrijgelaten.
Na zijn vrijlating leefde Schörner in relatieve obscuriteit in München. Hij leidde een teruggetrokken leven en vermeed de publieke aandacht zoveel mogelijk. In de late jaren 1960 gaf hij echter een uitgebreid interview aan de Italiaanse historicus Mario Silvestri, waarin hij zijn rol en acties tijdens de Slag bij Caporetto in de Eerste Wereldoorlog besprak. Over zijn rol in de Tweede Wereldoorlog sprak hij echter zelden.
Conclusie
Ferdinand Schörner blijft een van de meest controversiële figuren uit de militaire geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Zijn meedogenloze tactieken, harde discipline en onwrikbare loyaliteit aan Adolf Hitler maakten hem zowel gevreesd als bewonderd. Voor sommigen belichaamt Schörner de harde realiteit van de oorlog, waarin discipline en gehoorzaamheid boven alles stonden. Voor anderen is hij een symbool van de destructieve gevolgen van blinde loyaliteit aan een regime dat verantwoordelijk was voor enkele van de grootste gruweldaden in de moderne geschiedenis.
Schörner’s nalatenschap is een mix van militair succes en moreel falen. Zijn bekwaamheid als commandant, vooral in de moeilijke omstandigheden van de bergen en het oostfront, wordt door historici erkend. Tegelijkertijd wordt hij bekritiseerd voor zijn harde optreden tegen zijn eigen troepen en zijn bereidheid om bevelen uit te voeren die het leven van duizenden Duitse soldaten hebben gekost.
In de jaren na de oorlog heeft de geschiedschrijving over Schörner zich ontwikkeld. Nieuwe studies, zoals die van de Amerikaanse historicus Howard Davis Grier en de Duitse historicus Karl-Heinz Frieser, hebben een genuanceerder beeld van Schörner geschetst, waarbij zijn organisatorische vaardigheden en militaire talenten worden benadrukt, naast zijn harde disciplinering en loyaliteit aan het nazi-regime.
Schörner stierf op 2 juli 1973 in München, als de laatste overlevende Generalfeldmarschall van het Derde Rijk. Zijn leven en carrière blijven een studie in de complexiteit van militaire en morele keuzes in tijden van oorlog.
Bronnen en meer informatie
- Kershaw, Ian. The End: Hitler’s Germany, 1944-45. Penguin Books, 2012.
- Grier, Howard Davis. Hitler, Dönitz, and the Baltic Sea: The Third Reich’s Last Hope, 1944-1945. Naval Institute Press, 2009.
- Frieser, Karl-Heinz. The Blitzkrieg Legend: The 1940 Campaign in the West. Naval Institute Press, 2005.
- Silvestri, Mario. Caporetto: A Study in Military Defeat. Chatto & Windus, 1965.
- Goebbels, Joseph. Die Tagebücher von Joseph Goebbels. Edited by Elke Fröhlich, K. G. Saur Verlag, 1993.
- Afbeelding: Bundesarchiv, Bild 183-L29176 / CC-BY-SA 3.0, CC BY-SA 3.0 DE, via Wikimedia Commons
- Bronnen Mei1940