De Fairey Swordfish was een Britse torpedobommenwerper die voornamelijk werd gebruikt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ontwikkeld door de Fairey Aviation Company in de jaren 1930, werd het toestel vooral beroemd door zijn inzet door de Fleet Air Arm van de Royal Navy. Ondanks dat het toestel tegen het einde van de jaren dertig verouderd leek, speelde het een cruciale rol in enkele van de belangrijkste zeeslagen van de oorlog.
Inhouds opgave
Ontwikkeling van de Fairey Swordfish
De ontwikkeling van de Swordfish begon in 1933, toen Fairey Aviation werkte aan een nieuw, driezits maritiem vliegtuig dat zowel als torpedobommenwerper als voor verkenning moest dienen. Het ontwerp, dat de interne aanduiding T.S.R. I (Torpedo-Spotter-Reconnaissance I) kreeg, was een privé-initiatief van het bedrijf, met de verwachting dat het zou voldoen aan toekomstige specificaties van de Britse marine. Het toestel had een klassieke tweedekker-configuratie en werd aangedreven door een Bristol Pegasus IIM radiale motor met 645 pk.
Verschillende specificaties van het Britse Air Ministry, zoals de S.9/30 en later de S.15/33, gaven vorm aan de verdere ontwikkeling van het toestel. Een belangrijk moment in het ontwikkelingsproces was de eerste vlucht van het prototype, T.S.R. I, op 21 maart 1933. Ondanks een tragisch ongeluk waarbij dit eerste prototype verloren ging, bleef Fairey doorontwikkelen aan een verbeterd model, de T.S.R. II, die in april 1934 zijn eerste vlucht maakte.
In productie: van prototype naar operationeel toestel
In 1935 besloot het Air Ministry om drie pre-productie-exemplaren van de Swordfish te bestellen. Deze toestellen werden aangedreven door een verbeterde versie van de Pegasus-motor en waren uitgerust met een driebladige propeller. De officiële naam “Swordfish” werd in deze periode aan het toestel gegeven. De eerste productietoestellen werden in juli 1936 geleverd aan de Fleet Air Arm. Het eerste gebruik van de Swordfish in operationele eenheden volgde kort daarna.
In de daaropvolgende jaren werd de productie overgenomen door de firma Blackburn Aircraft om aan de toenemende vraag van de marine te voldoen. Tijdens de oorlog werden bijna 2.400 Swordfish-toestellen gebouwd, waarvan het merendeel in de Blackburn-fabriek in Sherburn-in-Elmet. Verbeterde versies zoals de Swordfish II en III, die respectievelijk met radar en versterkte vleugels voor raketten waren uitgerust, werden ook geproduceerd.
Het ontwerp en de bewapening van de Swordfish
Structuur en wendbaarheid
De Fairey Swordfish was een middelgrote tweedekker met een metalen frame dat was bedekt met doek. Het toestel had inklapbare vleugels, een belangrijke eigenschap voor gebruik op vliegdekschepen. De robuuste en toch flexibele constructie van de Swordfish leverde hem de bijnaam “Stringbag” op. Dit was een verwijzing naar de veelzijdigheid van het toestel, dat in staat was een breed scala aan wapens en apparatuur te vervoeren, afhankelijk van de missie.
Ondanks zijn lage snelheid en ogenschijnlijk verouderde ontwerp, had de Swordfish enkele belangrijke voordelen. Zijn lage stall-snelheid maakte het geschikt voor operaties vanaf kleine vliegdekschepen, zoals de escortcarriers die vaak werden ingezet voor het beschermen van konvooien. Bovendien was de Swordfish in staat tot het uitvoeren van torpedo-aanvallen op vijandelijke schepen, hoewel dit een risicovolle operatie was vanwege de lange, rechte aanvliegroute die nodig was om een torpedo succesvol te lanceren.
Bewapening en torpedo-aanvallen
De primaire bewapening van de Swordfish was de Mark XII-torpedo, die werd gelanceerd vanaf een hoogte van 5,5 meter en een bereik had van ongeveer 1.400 meter bij een snelheid van 40 knopen. Daarnaast kon het toestel worden ingezet als duikbommenwerper. In tests toonden Swordfish-vliegtuigen een gemiddelde nauwkeurigheid van 45 meter bij een duikbomaanval vanuit een hoogte van 400 meter.
In de latere jaren van de oorlog werd de Swordfish voornamelijk ingezet als anti-onderzeeërvliegtuig, uitgerust met dieptebommen en ongeleide raketten. Dankzij het gebruik van radar konden Swordfish-vliegtuigen vijandelijke onderzeeërs opsporen en aanvallen, zelfs in slecht weer of tijdens nachtelijke operaties. Deze flexibiliteit maakte het toestel onmisbaar in de strijd tegen Duitse onderzeebootvloten, vooral tijdens de slag om de Atlantische Oceaan.
Operationele geschiedenis van de Fairey Swordfish
De introductie van de Swordfish in de Royal Navy
In juli 1936 werd de Fairey Swordfish officieel in dienst genomen door de Fleet Air Arm van de Royal Navy. Het eerste squadron dat het toestel ontving, was 825 Naval Air Squadron. In de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog was de Swordfish de belangrijkste torpedobommenwerper van de Britse vloot, en tegen 1939 waren er 13 operationele squadrons uitgerust met dit vliegtuig. Na het uitbreken van de oorlog groeide dit aantal uit tot 26 squadrons.
De eerste maanden van de oorlog waren relatief rustig voor de Swordfish-eenheden, die voornamelijk betrokken waren bij konvooibegeleiding en vlootbeschermingsmissies. Echter, de eerste gevechtsactie kwam al snel tijdens de Noorse Campagne in april 1940, waarin de Swordfish zijn gevechtscapaciteiten begon te tonen.
Noorse Campagne en de eerste succeservaringen
De Swordfish zag voor het eerst actie op 11 april 1940 toen vliegtuigen vanaf het vliegdekschip HMS Furious werden gelanceerd om Duitse schepen in de haven van Trondheim aan te vallen. Hoewel slechts twee vijandelijke torpedobootjagers werden aangetroffen, scoorde één Swordfish een treffende torpedohit. Slechts twee dagen later, op 13 april 1940, voerde een Swordfish-vliegtuig dat was uitgerust met drijvers, een historische aanval uit op de Duitse onderzeeër U-64 tijdens de Tweede Slag om Narvik. De onderzeeër werd tot zinken gebracht, wat de eerste onderzeebootkill door de Fleet Air Arm tijdens de oorlog was.
Tijdens de Slag om Narvik speelden de Swordfish-vliegtuigen een belangrijke rol bij het bombarderen van vijandelijke schepen en landinstallaties. Ondanks uitdagende weersomstandigheden en moeilijk terrein, voerden de Swordfish patrouilles uit en voerden ze verkenningsmissies en anti-onderzeebootoperaties uit.
Slag om Taranto en de zeemacht van Italië
Een van de meest gedenkwaardige wapenfeiten van de Swordfish vond plaats op 11 november 1940 tijdens de Slag om Taranto. De Royal Navy lanceerde een verrassingsaanval op de Italiaanse vloot, die voor anker lag in de haven van Taranto, Zuid-Italië. Vanuit het vliegdekschip HMS Illustrious vlogen 21 Swordfish-vliegtuigen in de nacht naar de haven om de Italiaanse slagschepen en kruisers aan te vallen. Ondanks sterke verdediging wisten de Swordfish-vliegtuigen drie Italiaanse slagschepen te beschadigen, waaronder de Conte di Cavour, die zodanig beschadigd was dat het schip niet meer in actie kwam tijdens de oorlog.
De Slag om Taranto was een keerpunt in de maritieme oorlogsvoering, omdat het aantoonde dat luchtaanvallen vanaf vliegdekschepen aanzienlijke schade konden toebrengen aan een vijandelijke vloot in een goed beschermde haven. De aanval inspireerde later de Japanse marine tijdens hun planning voor de aanval op Pearl Harbor in 1941.
De aanval op de Bismarck
Een ander belangrijk succes voor de Swordfish vond plaats in mei 1941, tijdens de jacht op het beruchte Duitse slagschip Bismarck. Een van de meest bekende operationele successen van de ASV Mk. II was de detectie van de Bismarck. Een van de meest bekende operationele successen van de Swordfish met een ASV Mk. II radar was de detectie van het Duitse slagschip Bismarck tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ondanks slechte weersomstandigheden en beperkte zichtbaarheid, slaagde een Fairey Swordfish, uitgerust met deze geavanceerde radar, erin om de Bismarck te lokaliseren op 24 mei 1941.
Op 24 mei 1941 voerden negen Swordfish-vliegtuigen vanaf het vliegdekschip HMS Victorious een torpedoaanval uit op de Bismarck. Hoewel de schade beperkt was, zorgden de manoeuvres van de Bismarck ervoor dat het schip zijn positie prijsgaf aan de Britse vloot.
Op 26 mei 1941 voerden Swordfish-vliegtuigen vanaf het vliegdekschip HMS Ark Royal een cruciale aanval uit. Tijdens deze aanval wisten ze de Bismarck te raken met twee torpedo’s, waarvan één de stuurinrichting van het schip verlamde. Dit maakte het Duitse slagschip onbestuurbaar en leidde uiteindelijk tot de vernietiging van de Bismarck door Britse slagschepen en kruisers de volgende dag.
Anti-onderzeeër operaties en de slag om de Atlantische Oceaan
Een nieuwe rol: anti-onderzeeër oorlogsvoering
Naarmate de oorlog vorderde, werden meer geavanceerde vliegtuigen zoals de Fairey Albacore en Barracuda ingezet om de rol van de Swordfish als torpedobommenwerper over te nemen. Dit betekende echter niet het einde van de Swordfish. Het vliegtuig werd nu ingezet in een nieuwe rol: anti-onderzeeër oorlogsvoering. Dit bleek een cruciale verandering, vooral in de strijd tegen de Duitse onderzeeërvloten tijdens de Slag om de Atlantische Oceaan.
De Swordfish werd uitgerust met dieptebommen en ASV-radar, waarmee ze Duitse onderzeeërs konden opsporen en aanvallen, zelfs in het donker of tijdens slecht weer. Het vermogen van de Swordfish om langzaam te vliegen, maakte het zeer geschikt voor het aanvallen van onderzeeërs die aan de oppervlakte opereerden. De lage snelheid van het vliegtuig, die in andere situaties een nadeel was, bleek in dit geval een voordeel omdat het nauwkeuriger aanvallen mogelijk maakte.
MAC-schepen en begeleiding van konvooien
Een innovatieve inzet van de Swordfish was hun gebruik aan boord van merchant aircraft carriers (MAC-schepen), die konvooien begeleidden tijdens de trans-Atlantische reizen. Deze schepen, die normaal gesproken als vrachtschepen of tankers dienden, werden uitgerust met een klein vliegdek waarop Swordfish-vliegtuigen konden opstijgen en landen. MAC-schepen speelden een cruciale rol in het beschermen van geallieerde konvooien tegen aanvallen van Duitse U-boten.
Swordfish-vliegtuigen die vanaf deze MAC-schepen opereerden, patrouilleerden boven de konvooien en vielen vijandelijke onderzeeërs aan wanneer deze werden gedetecteerd. Dit bleek een effectieve tactiek en droeg bij aan het beveiligen van de aanvoerlijnen tussen Noord-Amerika en Groot-Brittannië.
Operaties in de Middellandse Zee en Indische Oceaan
De rol van de Swordfish in de Middellandse Zee
De Middellandse Zee werd een belangrijke theater voor de Fairey Swordfish tijdens de Tweede Wereldoorlog, vooral na de Italiaanse toetreding tot de Asmogendheden in 1940. Na de succesvolle aanval op de Italiaanse vloot in Taranto, bleven Swordfish een sleutelrol spelen in de strijd tegen de Italiaanse en Duitse zeemachten in deze regio.
De vliegtuigen opereerden vaak vanaf vliegdekschepen zoals de HMS Ark Royal, die betrokken was bij talloze operaties in de Middellandse Zee. Een opmerkelijk voorbeeld was de betrokkenheid van de Swordfish bij de aanval op Mers-el-Kébir in juli 1940, waarbij de Britse marine de Franse vloot aanviel om te voorkomen dat deze in Duitse handen zou vallen. Swordfish-vliegtuigen voerden verschillende aanvallen uit, wat resulteerde in zware schade aan de Franse slagschepen.
Naast het aanvallen van vijandelijke schepen, voerden Swordfish ook aanvallen op konvooien uit die voorraden vervoerden naar de asmogendheden. Malta, dat onder constante belegering stond door de asmogendheden, speelde een cruciale rol in het huisvesten van Swordfish-squadrons. Ondanks de zware luchtverdediging van de vijandelijke konvooien, wisten de Swordfish aanzienlijke hoeveelheden vijandelijke schepen tot zinken te brengen. In een periode van negen maanden vernietigden deze vliegtuigen ongeveer 50.000 ton aan vijandelijke scheepvaart per maand, met een piek van 98.000 ton in één maand.
Operaties in de Indische Oceaan
Hoewel de meeste operaties van de Swordfish zich in de Atlantische Oceaan en Middellandse Zee afspeelden, werden ze ook ingezet in de Indische Oceaan. In 1942 namen Swordfish-vliegtuigen deel aan Operatie Ironclad, de invasie van de Franse kolonie Madagascar, die door de Vichy-regering werd gecontroleerd. Dit was een belangrijke operatie om te voorkomen dat de Japanners strategische controle over de regio zouden krijgen. De Swordfish voerden zowel luchtbombardementen uit als aanvallen op vijandelijke schepen in de omgeving van Diego Suarez.
Tijdens deze operaties werden Swordfish ingezet om duikbommen te droppen en anti-onderzeeërpatrouilles te vliegen. De flexibele inzetbaarheid van de Swordfish zorgde ervoor dat ze in zowel lucht- als zeeslagen een rol konden spelen.
De latere jaren van de Swordfish en het einde van de oorlog
De terugtrekking van de Swordfish uit de frontlinie
In de latere jaren van de Tweede Wereldoorlog begon de Fairey Swordfish geleidelijk aan vervangen te worden door meer geavanceerde vliegtuigen zoals de Fairey Barracuda. De Barracuda, een eendekker met een krachtigere motor en modernere bewapening, nam de rol van torpedobommenwerper over. Toch bleven Swordfish tot het einde van de oorlog in actieve dienst, vooral in hun rol als anti-onderzeeërvliegtuig.
De Swordfish-squadrons, met name die op MAC-schepen en escortcarriers, waren betrokken bij de slag om de Atlantische Oceaan tot aan het einde van de oorlog. Deze squadrons waren bijzonder effectief in het beveiligen van geallieerde konvooien tegen aanvallen van Duitse U-boten. In totaal zouden Swordfish-vliegtuigen tijdens de oorlog 14 Duitse onderzeeërs tot zinken brengen, een opmerkelijke prestatie voor een vliegtuig dat technisch gezien al verouderd was bij het uitbreken van de oorlog.
De laatste missies en het einde van een tijdperk
De laatste operationele vluchten van de Swordfish vonden plaats in januari 1945 tijdens anti-scheepsoperaties voor de kust van Noorwegen. De Swordfish bleef in gebruik tot V-E Day (Victory in Europe Day), en enkele squadrons bleven daarna in dienst voor training en secundaire taken. Het laatste operationele squadron dat de Swordfish gebruikte, was 836 Naval Air Squadron, dat op 21 mei 1945 werd ontbonden, kort na het einde van de oorlog in Europa.
In 1946 werden de laatste Swordfish uit dienst genomen. Daarmee kwam een einde aan de carrière van een van de meest iconische vliegtuigen van de Royal Navy. Ondanks zijn verouderde ontwerp had de Swordfish een cruciale rol gespeeld in enkele van de belangrijkste zeeslagen van de Tweede Wereldoorlog en had het vliegtuig zich bewezen als een veelzijdige en effectieve strijdkracht.
Conclusie
De Fairey Swordfish begon zijn leven als een verkenningsvliegtuig en torpedobommenwerper, maar zijn grootste bijdrage aan de Tweede Wereldoorlog kwam pas nadat modernere vliegtuigen het op papier hadden ingehaald. Ondanks zijn langzame snelheid en ouderwetse tweedekkerontwerp, overtrof de Swordfish alle verwachtingen. Het speelde een sleutelrol in enkele van de grootste zeeslagen van de oorlog, waaronder de Slag om Taranto en de vernietiging van de Bismarck.
De veelzijdigheid van de Swordfish bleek doorslaggevend. Het vliegtuig kon niet alleen torpedo’s afvuren, maar werd ook ingezet als anti-onderzeebootvliegtuig, uitgerust met dieptebommen en raketten. Het gebruik van radar maakte het mogelijk om in alle weersomstandigheden vijandelijke schepen en onderzeeërs op te sporen en aan te vallen. Het succes van de Swordfish in de strijd tegen de Duitse U-boten tijdens de Slag om de Atlantische Oceaan was van vitaal belang voor de geallieerden.
Hoewel het aanvankelijk was ontworpen als een tijdelijke oplossing, overleefde de Swordfish zelfs zijn geplande opvolger, de Fairey Albacore, en bleef het vliegtuig in dienst tot het einde van de oorlog. Zijn vermogen om vanaf kleine vliegdekschepen en zelfs MAC-schepen te opereren, maakte het een onmisbaar onderdeel van de Britse oorlogsvoering op zee.
Met bijna 2.400 gebouwde toestellen en een gevarieerde operationele geschiedenis, wordt de Fairey Swordfish beschouwd als een van de meest succesvolle en geliefde vliegtuigen van de Royal Navy. Zijn bijdrage aan de overwinning in de Atlantische en Mediterrane campagnes blijft een belangrijk hoofdstuk in de luchtvaartgeschiedenis.
Bronnen en meer informatie
- Mason, Francis K. The Fairey Swordfish. London: Macdonald and Jane’s, 1971. ISBN 978-0356027687.
- Sturtivant, Ray The Swordfish Story. London: Arms and Armour Press, 1984. ISBN 978-0853686175.
- Wragg, David Stringbag: The Fairey Swordfish at War. Barnsley: Pen & Sword Books, 2004. ISBN 978-1844150626.
- Brown, Eric Wings of the Navy. London: Airlife Publishing, 1980. ISBN 978-1840372060.