HMS Furious was een aangepast oorlogsschip uit de Courageous-klasse, gebouwd voor de Royal Navy tijdens de Eerste Wereldoorlog. Aanvankelijk ontworpen als een licht bepantserde slagkruiser, maakte HMS Furious deel uit van een ambitieus project onder leiding van de First Sea Lord, Lord Fisher. Dit project, bekend als het Baltische Plan, had tot doel om door middel van snelle, ondiepvarende schepen de Duitse kust via de Baltische Zee te bereiken en te ondersteunen bij offensieve operaties. Hoewel het schip oorspronkelijk een conventioneel slagkruiserontwerp had, werd HMS Furious later tijdens de bouw omgebouwd tot een experimenteel vliegdekschip.
Inhouds opgave
Ontwerp en bewapening
HMS Furious had een opvallend ontwerp dat significant afweek van andere schepen uit haar klasse. Met een lengte van 239,8 meter en een breedte van 26,8 meter had het schip een diepgang van 7,6 meter bij volle belading. De totale waterverplaatsing bedroeg 22.890 lange tonnen bij volledige belading. HMS Furious was uitgerust met vier Brown-Curtis turbines die een gecombineerde kracht van 90.000 pk (67.000 kW) leverden, waarmee een snelheid van 31,5 knopen (58,3 km/u) werd verwacht.
Aanvankelijk had het schip een hoofdbewapening van twee 18-inch (457 mm) kanonnen, een kaliber dat destijds het grootste ter wereld was. Dit maakte van HMS Furious een krachtig wapen voor haar beoogde rol als kustbombardeerschip. Naast de hoofdbewapening beschikte het schip over 11 secundaire kanonnen van 5,5 inch (140 mm), twee 3-inch (76 mm) luchtafweergeschut en twee torpedobuizen van 21 inch (533 mm).
Aanpassingen tijdens de bouw
De bouw van HMS Furious begon op 8 juni 1915 in de scheepswerf van Armstrong Whitworth in Newcastle upon Tyne. Ze werd te water gelaten op 18 augustus 1916 en officieel in dienst genomen op 26 juni 1917. Al tijdens de constructie werden er echter aanzienlijke wijzigingen aangebracht. De voorste geschutstoren werd verwijderd om plaats te maken voor een vliegdek van 49 meter. Deze ingreep was bedoeld om het mogelijk te maken vliegtuigen te lanceren. In latere stadia van de oorlog werd ook de achterste toren vervangen door een tweede vliegdek van 91 meter om landingen te vergemakkelijken. Dit ontwerp was echter problematisch door de sterke luchtwervelingen die het landingstraject bemoeilijkten.
Het experimentele karakter van deze wijzigingen weerspiegelde de zoektocht van de Royal Navy naar een effectieve manier om luchtsteun vanaf zee te integreren. HMS Furious was een van de eerste grote oorlogsschepen die het concept van luchtvaart op zee verder verkende, wat cruciaal bleek voor toekomstige vliegdekschipontwerpen.
Problemen met het ontwerp
Het omgebouwde ontwerp van HMS Furious had zijn gebreken. De plaatsing van de hangars en de vliegendekken vereiste dat vliegtuigen rondom de schoorsteen en de superstructuur moesten manoeuvreren om te landen, wat resulteerde in gevaarlijke situaties. Dit ontwerp zorgde voor aanzienlijke luchtwervelingen die landingsoperaties verstoorden. Tijdens vroege experimenten bleek dit zo problematisch dat er al snel een verbod kwam op reguliere landingspogingen op het schip.
De vroege luchtvaartexperimenten en deelname aan de Eerste Wereldoorlog
HMS Furious speelde een baanbrekende rol in de ontwikkeling van luchtvaart vanaf schepen. Op 2 augustus 1917 werd Squadron Commander Edwin Dunning de eerste piloot die succesvol een landing uitvoerde op een bewegend schip, een prestatie die het potentieel van vliegdekschepen aantoonde. Echter, bij een derde poging op 7 augustus ging het mis: Dunning’s motor haperde en zijn Sopwith Pup stortte in zee, waarbij hij omkwam. Dit tragische incident markeerde het einde van de initiële experimentele fase van het gebruik van vliegdekken op Furious.
Deelname aan de Noordzeeoperaties
In oktober 1917 werd HMS Furious toegewezen aan het 1e Kruisereskader van de Grand Fleet. Tijdens een missie op 17 oktober om Duitse schepen te onderscheppen, bleek de slagkracht van de Britse patrouilles echter onvoldoende om de snelle Duitse lichte kruisers van de Brummer-klasse te achterhalen. Ondanks het gebrek aan succes toonde deze actie de flexibiliteit van de Royal Navy om innovatieve schepen zoals Furious in te zetten voor strategische verkenningen.
In november 1917 keerde HMS Furious terug naar de werf voor verdere aanpassingen. De achterste toren werd definitief vervangen door een vliegdek dat diende voor het landen van vliegtuigen. Het vernieuwde ontwerp introduceerde twee hangars en liften om de vliegtuigen tussen de dekken te vervoeren.
In juli 1918 zette HMS Furious zeven Sopwith Camels in voor de Tondern-aanval, waarbij de luchtschepenhangars van de Duitse marine werden bestookt. Dit was de eerste succesvolle aanval vanaf een vliegdekschip en liet zien dat luchtoperaties vanaf zee haalbaar waren.
Interbellum en herstructurering van HMS Furious
Na het einde van de Eerste Wereldoorlog werd HMS Furious voor een korte periode uit de actieve dienst genomen en in reserve geplaatst. Het schip keerde echter al snel terug naar de scheepswerf voor een uitgebreide herbouw, waarin ze werd omgebouwd tot een volwaardige vliegdekschip met een doorlopend vliegdek. Deze ombouw begon in juni 1921 en duurde tot september 1925. De herstructurering was gebaseerd op de ervaringen die de Royal Navy had opgedaan met eerdere vliegdekschepen zoals HMS Argus en HMS Eagle.
Aanpassingen tijdens de herstructurering
Tijdens de verbouwing werden de oorspronkelijke schoorsteen, superstructuur en het landingsdek verwijderd om plaats te maken voor een volledig vliegdek van 175,6 bij 28,0 meter. Dit dek besloeg driekwart van de scheepslengte en had een lichte helling naar het midden toe, bedoeld om de landing van vliegtuigen te helpen vertragen. Arrestor-kabels over de lengte van 97,5 meter waren geïnstalleerd om te voorkomen dat vliegtuigen van het dek af schoten, een noodzakelijke maatregel gezien de beperkte landingsmogelijkheden in die tijd.
Het schip kreeg een tweelaags hangar die vliegtuigen kon herbergen en elektrisch bediende stalen roldeuren om de secties van elkaar te scheiden. Deze nieuwe opzet vergrootte de operationele capaciteit aanzienlijk en bood ruimte aan ongeveer 36 vliegtuigen, wat aanzienlijk meer was dan de initiële aanpassingen van het schip tijdens de Eerste Wereldoorlog. Furious werd uitgerust met twee liften van 14,3 bij 14,0 meter om de vliegtuigen tussen de hangars en het vliegdek te verplaatsen. De schoorsteengassen werden via roosters aan de achterkant van het vliegdek of via de zijkant van de onderste hangar naar buiten geleid, een oplossing die ruimte bespaarde maar operationele nadelen had.
Bewapening en bescherming
De bewapening van HMS Furious onderging aanzienlijke veranderingen. Het schip behield aanvankelijk een deel van de originele 5,5-inch kanonnen als zelfverdediging tegen vijandelijke oorlogsschepen, en het aantal luchtafweerkanonnen werd uitgebreid om tegemoet te komen aan de toenemende dreiging vanuit de lucht. Vier enkele QF 4-inch Mark V kanonnen werden geïnstalleerd, gevolgd door de toevoeging van vier enkele 2-ponds “pom-poms” ter versterking van de luchtafweer in 1927.
Tijdens een latere refit in 1939 werden de 5,5-inch kanonnen vervangen door twaalf QF 4-inch Mk XVI kanonnen in zes dubbele opstellingen. Tegelijkertijd werden extra pom-pom mounts geplaatst om de verdediging verder te versterken. In de jaren dertig werden er ook 20 mm Oerlikon-kanonnen toegevoegd voor korteafstandsverdediging tegen luchtaanvallen.
Operationele dienst na de ombouw
Na haar ombouw werd HMS Furious opnieuw ingezet bij de Atlantic Fleet en diende ze als een proef- en trainingsschip voor marineluchtvaart. Ze voerde tests uit met diverse vliegtuigen, waaronder de Fairey IIID en de Fairey Flycatcher, om verschillende vliegtuigontwerpen en landingsmethoden te evalueren. Deze proeven droegen bij aan de verfijning van luchtvaartoperaties en het gebruik van vliegdekschepen. Tijdens de jaren 1920 voerde Furious ook de eerste nachtlandingen uit, wat een belangrijke stap was in de ontwikkeling van vliegoperaties bij beperkte zichtomstandigheden.
In 1930 werd het schip voor een uitgebreide refit naar Devonport gestuurd, die tot februari 1932 duurde. Hierbij werden de boilers vernieuwd en werd het achterschip met een dek verhoogd om de zeewaardigheid te verbeteren. Dit verbeterde ontwerp maakte haar beter geschikt voor trainingsdoeleinden en operationele inzet, hoewel ze vooral in een ondersteunende rol bleef. Het schip werd in 1937 omgebouwd tot een trainingsschip voor deklandingen en voerde gedurende de rest van de jaren dertig voornamelijk opleidingsactiviteiten uit.
Aanpassingen voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog
In 1939, net voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, onderging HMS Furious nog een laatste ingrijpende refit. De oorspronkelijke kanonnen werden vervangen en er werd een klein eiland gebouwd aan stuurboordzijde, een innovatie die de controle over vliegoperaties verbeterde zonder het vliegdek te belemmeren. Dit was een belangrijke verbetering, omdat het ervoor zorgde dat de operaties efficiënter en veiliger konden worden uitgevoerd.
De aanwezigheid van 4-inch luchtafweerkanonnen en de toevoeging van moderne wapensystemen zoals Oerlikon-kanonnen zorgden ervoor dat het schip beter beschermd was tegen luchtaanvallen, een essentiële vereiste gezien de steeds groter wordende dreiging van luchtaanvallen door de Luftwaffe.
Haar rol tijdens de Tweede Wereldoorlog
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was HMS Furious gereed om haar rol in de conflictvoering op zich te nemen. Aanvankelijk werd ze ingezet voor trainingsdoeleinden en anti-onderzeebootoperaties voor de kust van Schotland. In oktober 1939 werd ze echter toegewezen aan de Home Fleet als vervanging voor de gezonken HMS Courageous. HMS Furious voerde patrouilles uit in de Noord-Atlantische Oceaan en nam deel aan de jacht op Duitse schepen, waaronder de slagkruiser Gneisenau.
De Noorse campagne en vroege operaties
In april 1940 werd HMS Furious ingezet tijdens de Noorse campagne. Ze vervoerde twee eskaders van Swordfish-vliegtuigen van de Fleet Air Arm, die werden gebruikt voor torpedoaanvallen en verkenningstaken. Op 11 april 1940 voerden de Swordfish-vliegtuigen een aanval uit op Duitse schepen in de haven van Trondheim, maar deze aanvallen waren weinig succesvol vanwege sterke luchtverdediging. Bij Narvik ondersteunden de vliegtuigen van Furious Britse troepen door Duitse schepen en bevoorradingslijnen aan te vallen. Hoewel enkele vliegtuigen verloren gingen, speelden de luchtaanvallen een cruciale rol in het vertragen van Duitse operaties.
Het schip zelf liep tijdens de campagne schade op door een bombardement van een Heinkel He 111, waarbij haar propellerassen uit lijn werden geslagen. Desondanks bleef Furious actief en voerde ze in mei 1940 nog missies uit om Britse troepen te ondersteunen. Deze vroege operaties toonden aan dat vliegdekschepen een sleutelrol konden spelen in gecombineerde operaties en het verstoren van vijandelijke bevoorradingslijnen.
Vervoermissies en ondersteuning van Malta
Vanaf eind 1940 tot 1941 specialiseerde HMS Furious zich in het vervoeren van vliegtuigen voor de Royal Air Force en Fleet Air Arm. Ze maakte meerdere reizen naar West-Afrika om gevechtsvliegtuigen te leveren die uiteindelijk hun weg naar de gevechten in Noord-Afrika vonden. In 1941 werden deze missies uitgebreid naar Gibraltar en later naar Malta, een cruciale locatie voor de Britse operaties in de Middellandse Zee.
De bevoorrading van Malta was van strategisch belang om het eiland als militaire basis te behouden in de strijd tegen de asmogendheden. Furious vervoerde tientallen Hawker Hurricanes en later Supermarine Spitfires die van vitaal belang waren voor de luchtverdediging van het eiland. Deze operaties werden vaak uitgevoerd onder vijandige dreiging van onderzeeboten en luchtaanvallen, wat het risico voor de bemanning verhoogde. Een belangrijke missie vond plaats in 1942 tijdens Operatie Pedestal, waarbij Furious een konvooi begeleidde en vliegtuigen afzette om Malta te versterken, net op tijd om te helpen bij de verdediging van het eiland.
Deelname aan Operation Torch
In november 1942 nam HMS Furious deel aan Operatie Torch, de geallieerde invasie van Frans Noord-Afrika. Ze was onderdeel van Force H en leverde luchtdekking voor de amfibische landingen bij Oran en andere strategische locaties. Aan boord bevonden zich 801 en 807 squadrons met Seafire-jagers en Albacore-torpedobommenwerpers. De vliegtuigen van Furious voerden luchtpatrouilles uit en bestookten Vichy-Franse luchtbases om de landingstroepen te ondersteunen.
Een opmerkelijk succes tijdens deze operatie was de vernietiging van Franse vliegtuigen op de grond en het neerschieten van vijandelijke gevechtsvliegtuigen. Dit toonde de veelzijdigheid van het schip aan, dat zowel offensieve als defensieve luchtoperaties kon uitvoeren.
Laatste operaties en uitdienststelling
In 1943 werd HMS Furious toegewezen aan de Home Fleet en voerde ze voornamelijk trainingsmissies uit. In de eerste helft van 1944 werd het schip ingezet voor aanvallen op de Duitse slagschip Tirpitz in Noorwegen. Tijdens Operatie Tungsten op 3 april 1944 waren de aanvallen gedeeltelijk succesvol, met verschillende treffers op het vijandelijke schip die het tijdelijk buiten gevecht stelden. Dit was een van de laatste grote operaties waarbij Furious betrokken was.
Later in 1944 werd duidelijk dat het schip verouderd raakte in vergelijking met de modernere vliegdekschepen die inmiddels in dienst waren. Op 15 september 1944 werd HMS Furious uit actieve dienst genomen en in reserve geplaatst. Uiteindelijk werd ze in april 1945 uit de vaart genomen en in 1948 voor sloop verkocht.
In haar lange en gevarieerde carrière speelde HMS Furious een pioniersrol in de ontwikkeling van vliegdekschepen en luchtoperaties vanaf zee. Haar betrokkenheid bij zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog toonde het belang aan van deze nieuwe klasse van schepen in de moderne oorlogsvoering.
Conclusie
HMS Furious belichaamde de evolutie van zeemacht in de 20e eeuw, van de vroege experimenten met vliegdekken tot haar actieve bijdrage in twee wereldoorlogen. Haar innovatieve ontwerp en aanpassingen waren cruciaal voor de ontwikkeling van toekomstige vliegdekschepen en vestigden haar naam als een belangrijk schip in de maritieme geschiedenis.
Bronnen
- Chesneau, R., Aircraft Carriers of the World, 1914 to the Present. Arms and Armour Press, 1998.
- Stille, M., US Navy Aircraft Carriers 1922–45: Prewar Classes. Osprey Publishing, 2012.
- Friedman, N., British Carrier Aviation: The Evolution of the Ships and Their Aircraft. Naval Institute Press, 1988.
- Afbeelding: See page for author, Public domain, via Wikimedia Commons
- Bronnen Mei1940