Slag bij de Somme 1916: Bloedige en Onbesliste Strijd

De Slag bij de Somme, , ook wel bekend als het Somme-offensief, gevoerd tussen 1 juli en 18 november 1916, was een van de meest gruwelijke en beslissende veldslagen van de Eerste Wereldoorlog. Gelegen in het hart van Picardië, Frankrijk, werd deze slag gevochten door de legers van het Britse Rijk en de Franse Derde Republiek tegen het Duitse Keizerrijk. Ondanks de enorme inspanningen en verliezen aan beide zijden, bleef het strategische doel van de geallieerden, een beslissende doorbraak tegen de Duitsers, onbereikt. De slag resulteerde in meer dan een miljoen slachtoffers, waardoor het een van de dodelijkste veldslagen in de geschiedenis is.

Britse Propaganda Film Slag bij de Somme

De bijgevoegde film is een Britse propagandafilm over de Slag bij de Somme. Deze film toont de voorbereiding van Britse troepen, de hevige gevechten tijdens de slag en uiteindelijk de terugtrekking van de Duitse troepen tot aan de Hindenburglinie. Gemaakt in 1916, diende deze film zowel om het thuisfront te informeren als om de moraal te versterken. De beelden zijn deels geënsceneerd, maar geven een indringende indruk van de gruwelen en schaal van de oorlog. De film blijft een historisch document en illustratie van de eerste grote moderne oorlog, ondanks het propagandistische karakter.

Achtergrond: de aanloop naar de slag

De Eerste Wereldoorlog was in een patstelling terechtgekomen na de snelle opmars van het Duitse leger in 1914. Na deze initiële successen veranderde de oorlog in een statische loopgravenoorlog, waarbij beide zijden zich diep hadden ingegraven. Het Westelijk Front, dat zich uitstrekte van de Noordzee tot de Zwitserse grens, werd het toneel van langdurige en bloedige veldslagen, waarbij geen van beide zijden een beslissende overwinning kon behalen.

De geallieerden, met name de Britten en de Fransen, besloten in 1916 een offensief te lanceren om een doorbraak te forceren en de patstelling te doorbreken. De locatie voor dit offensief werd bepaald door de strategische ligging van de rivier de Somme, een gebied met glooiende heuvels dat relatief dicht bij Parijs lag. De keuze voor de Somme was deels ingegeven door de noodzaak om de Fransen te ontlasten, die zwaar in de verdediging waren bij Verdun, waar de Duitsers een verwoestend offensief hadden ingezet.

Voorbereidingen: Kitchener’s army en geallieerde strategie

In het Verenigd Koninkrijk werd, voorafgaand aan het offensief, een nieuw leger van vrijwilligers gevormd, bekend als Kitchener’s Army. Deze rekruten werden getraind en voorbereid op wat een van de meest ingrijpende veldslagen van hun leven zou worden. Onder leiding van generaal Sir Douglas Haig en generaal Henry Rawlinson, moesten de Britse troepen het merendeel van de aanvallen op zich nemen, terwijl de Franse troepen onder leiding van generaals zoals Joseph Joffre en Ferdinand Foch een ondersteunende rol zouden spelen.

De Duitse verdediging aan de Somme was sterk en goed voorbereid. Onder bevel van generaal Erich von Falkenhayn hadden de Duitsers diepe en complexe loopgraafsystemen aangelegd, versterkt met prikkeldraad en ondergrondse bunkers. Hun strategie was erop gericht om de geallieerden zware verliezen toe te brengen in wat een verwoestende oorlog van uitputting zou worden.

Stafkaart van de omgeving van de rivier de Somme in 1916 toont loopgraven, frontlinies en militaire posities tijdens de veldslag.
Stafkaart van de omgeving van de rivier de Somme in 1916 toont loopgraven, frontlinies en militaire posities tijdens de veldslag.

Het begin van de slag: 1 juli 1916

De Slag bij de Somme begon op 1 juli 1916, voorafgegaan door een week lang artilleriebeschietingen door de geallieerden. Deze beschietingen, bedoeld om de Duitse loopgraven te vernietigen en het prikkeldraad in het niemandsland te vernielen, waren echter minder effectief dan gehoopt. Vele granaten misten hun doel, waren blindgangers of slaagden er niet in om de diep ingegraven Duitse posities te vernietigen.

Op de eerste dag van de aanval, om precies 07:30 uur, verlieten 140.000 Britse en Franse soldaten hun loopgraven en marcheerden zij het niemandsland in richting de Duitse linies. De verwachting was dat de artilleriebombardementen de Duitse verdediging zodanig hadden verzwakt dat de infanterie slechts minimale weerstand zou ondervinden. Deze verwachting bleek echter tragisch verkeerd.

De rampzalige eerste dag: een ongekend bloedbad

De mislukte aanval op 1 juli 1916

De eerste dag van de Slag bij de Somme zou later bekend worden als een van de bloedigste dagen in de militaire geschiedenis. De Britse troepen, bestaande uit veertien divisies van het Vierde Leger onder generaal Henry Rawlinson en twee divisies van het Derde Leger, bevonden zich tegenover slechts drie Duitse divisies. Ondanks dit numerieke voordeel, leidde de aanval tot een ongekende slachting.

Het artilleriebombardement, dat zeven dagen voorafgaand aan de aanval had plaatsgevonden, was bedoeld om de Duitse linies te vernietigen en het prikkeldraad in het niemandsland te vernielen. Echter, het bombardement was om verschillende redenen inefficiënt. De Duitsers hadden zich diep ingegraven, vaak in bunkers die vele meters onder de grond lagen. Daarnaast hadden de Britten slechts een beperkt aantal zware houwitsers, die niet in staat waren om de harde kalkgrond effectief te doorboren.

Verschillende factoren droegen bij aan de rampzalige uitkomst van deze eerste dag:

  1. Onvoldoende vernietiging van het prikkeldraad: Ondanks de enorme hoeveelheid granaten die werden afgevuurd, bleef het prikkeldraad grotendeels intact. Dit maakte het voor de aanvallende troepen bijna onmogelijk om snel en effectief door het niemandsland te bewegen.
  2. Slechte timing van het bombardement: Het bombardement stopte enkele minuten voor de infanterieaanval begon, in de hoop dat de Duitsers nog in dekking zouden blijven. In werkelijkheid waren de Duitse troepen onmiddellijk na het stoppen van het bombardement weer op hun posities, klaar om de aanvallende geallieerde troepen onder vuur te nemen.
  3. Zware bepakking en tactische fouten: De Britse soldaten droegen elk zo’n 30 kilo aan wapens en bepakking, wat hun mobiliteit ernstig beperkte. Bovendien marcheerden zij in gesloten formaties naar voren, wat hen een gemakkelijk doelwit maakte voor de Duitse mitrailleurs en artillerie. Deze tactische keuze werd later sterk bekritiseerd, vooral omdat generaal Haig had geadviseerd tegen het gebruik van zulke formaties.

Verliezen en gevolgen

De gevolgen van deze fouten waren catastrofaal. Op de eerste dag verloren de geallieerden meer dan 60.000 soldaten, waarvan 19.240 stierven. Dit was het hoogste aantal slachtoffers dat het Britse leger ooit in één dag had geleden. De Duitsers, hoewel in de minderheid, leden veel minder verliezen: ongeveer 8.000 man.

Deze schokkende verliezen hadden een diepe impact op de moraal van de troepen en het thuisfront. De hoop op een snelle doorbraak was verpletterd, en de realiteit van een langdurige en bloedige veldslag werd duidelijk. Ondanks de enorme verliezen bleef de geallieerde legerleiding vasthouden aan hun plan. De gevechten gingen door, waarbij elke kleine terreinwinst werd betaald met duizenden mensenlevens.

Het verlies aan mensenlevens tijdens de Slag om de Somme was enorm, met honderdduizenden doden en gewonden aan beide zijden.
Het verlies aan mensenlevens tijdens de Slag om de Somme was enorm, met honderdduizenden doden en gewonden aan beide zijden.

De escalatie van het conflict: juli tot november 1916

De voortdurende slag en nieuwe tactieken

Na de desastreuze eerste dag werd de Slag bij de Somme een symbool van de wrede en nutteloze uitputtingsoorlog die de Eerste Wereldoorlog kenmerkte. Gedurende de zomer en herfst van 1916, vochten de geallieerden en Duitsers een reeks van bloedige gevechten uit, waarbij beide zijden nieuwe tactieken en technologieën probeerden te gebruiken om een beslissend voordeel te behalen.

Een van de opmerkelijke ontwikkelingen tijdens de slag was de introductie van tanks door de Britten op 15 september 1916. Deze zware, gepantserde voertuigen werden ingezet tijdens de Slag bij Flers-Courcelette. Hoewel de eerste inzet van tanks een psychologisch effect had en aanvankelijk enkele successen opleverde, bleek de technologie nog in de kinderschoenen te staan. Veel tanks braken mechanisch of raakten vast in de modder, waardoor hun impact op de slag beperkt bleef.

De gevechten verschoof zich ook naar strategisch belangrijke locaties zoals de Bazentin Ridge, Delville Wood, en Pozières. Deze plekken werden het toneel van hevige gevechten, waarbij het landschap veranderde in een desolate woestenij door het voortdurende artillerievuur en de intense infanterieaanvallen. Vooral de Slag om Delville Wood, waarin de Zuid-Afrikaanse Brigade een prominente rol speelde, werd berucht om zijn hevigheid en de zware verliezen die beide zijden leden.

Slag om Guillemont en Ginchy

In augustus en september 1916 vonden twee belangrijke gevechten plaats: de Slag om Guillemont en de Slag om Ginchy. Deze dorpen, strategisch gelegen op hoge grond, waren van groot belang voor de controle over het slagveld. De gevechten om deze posities waren extreem zwaar, met de Britten die herhaaldelijk aanvielen om de Duitsers uit hun goed versterkte posities te verdrijven.

De Slag om Guillemont, die plaatsvond van 3 tot 6 september 1916, was een bijzonder bloedige episode, waarbij de Britten uiteindelijk het dorp wisten in te nemen tegen een hoge prijs. Kort daarna volgde de Slag om Ginchy op 9 september 1916, waar de 16e (Ierse) Divisie een moedige en succesvolle aanval uitvoerde om het dorp te veroveren. Beide gevechten benadrukten de vasthoudendheid van de geallieerde troepen, ondanks de zware verliezen en de enorme moeilijkheden waarmee ze werden geconfronteerd.

De nalatenschap van de slag

De Slag bij de Somme zou uiteindelijk meer dan vier maanden duren, met de strijd die zich uitstrekte tot in de herfst en de vroege winter van 1916. Ondanks de enorme inspanningen van de geallieerde troepen, bleef het eindresultaat van de slag onbeslist. De geallieerden hadden ongeveer 10 kilometer terrein gewonnen, maar tegen een verschrikkelijke prijs: meer dan een miljoen soldaten waren gedood, gewond of vermist aan beide zijden.

Het onvermogen om een beslissende doorbraak te forceren leidde tot hernieuwde introspectie binnen de geallieerde legerleiding. De strategieën en tactieken die werden gebruikt tijdens de Slag bij de Somme zouden later worden herzien en aangepast voor latere campagnes in de oorlog. De slag werd een symbool van de brute realiteit van de loopgravenoorlog en het immense menselijke lijden dat de Eerste Wereldoorlog kenmerkte.

De intensivering van de slag: september tot november 1916

Innovaties en tactische veranderingen

Naarmate de Slag bij de Somme zich verder ontwikkelde, werd het voor de geallieerden duidelijk dat een doorbraak in de Duitse linies niet alleen afhankelijk was van brute kracht, maar ook van technologische innovatie en tactische verfijning. Het gebruik van tanks, hoewel nog in de kinderschoenen, markeerde een belangrijke verschuiving in oorlogsvoering. Deze gepantserde voertuigen, die voor het eerst in september 1916 werden ingezet, hadden het potentieel om loopgraven, prikkeldraad en machinegeweernesten te doorbreken. Hoewel de technische beperkingen en kinderziektes van de eerste tanks hun algehele effectiviteit beperkten, brachten ze een nieuw element van onvoorspelbaarheid in de strijd.

Naast tanks begon de Britse artillerie meer gecoördineerde en gerichte bombardementen uit te voeren, waarbij gebruik werd gemaakt van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van communicatie en observatie, zoals luchtfotografie. Deze verbeterde artillerieaanvallen, vaak in combinatie met zogenaamde “kruipende barrages” waarbij het vuur langzaam opschoof naar voren om de infanterie te dekken, zorgden ervoor dat de aanvallen nauwkeuriger werden en het slagveld enigszins kon worden gemanipuleerd ten gunste van de geallieerden.

De Duitsers pasten op hun beurt hun defensieve strategieën aan door te investeren in dieper gelegen verdedigingslinies en het creëren van flexibele verdedigingsposities. Dit omvatte het bouwen van zogenaamde “weerstandsnesten” en het herpositioneren van artillerie om snel te kunnen reageren op geallieerde doorbraken. Ook introduceerden ze een meer mobiele verdedigingstactiek, waarbij infanterie-eenheden zich terugtrokken naar secundaire en tertiaire verdedigingslinies om zo de geallieerden in een val te lokken.

De Slag om Flers-Courcelette en het einde van de zomer

De Slag om Flers-Courcelette, die begon op 15 september 1916, was een belangrijke episode in de Slag bij de Somme. Deze slag zag de eerste grootschalige inzet van tanks door de Britten, gecombineerd met een massale infanterieaanval. De geallieerden hadden zich tot doel gesteld om de Duitse derde verdedigingslinie te doorbreken en belangrijke dorpen zoals Flers, Courcelette, Morval en Lesboeufs in te nemen. Hoewel de tanks in veel gevallen mechanische problemen ondervonden, was hun inzet toch een belangrijke psychologische overwinning. De aanwezigheid van deze nieuwe machines op het slagveld veroorzaakte paniek onder de Duitse troepen en bood de geallieerden tijdelijk een tactisch voordeel.

De Slag om Flers-Courcelette resulteerde in een beperkte geallieerde doorbraak, waarbij enkele strategisch belangrijke gebieden werden veroverd. Toch was de prijs hoog: de gevechten waren intens en beide zijden leden zware verliezen. De Duitsers, die hun reserves hadden uitgeput door constante tegenaanvallen, zagen hun positie verder verzwakken. De geallieerden waren erin geslaagd enkele kilometers terrein te winnen, maar de algehele strategische situatie bleef grotendeels ongewijzigd.

In de weken die volgden, voerden de geallieerden herhaalde aanvallen uit om hun grip op het veroverde terrein te verstevigen en om de Duitsers verder terug te dringen. De gevechten verplaatsten zich naar de dorpen Morval, Lesboeufs en Gueudecourt, die uiteindelijk door de Britten werden ingenomen na hevige gevechten. Tegelijkertijd voerde de Franse Zesde Leger aanvallen uit ten zuiden van de Somme, waarbij ze erin slaagden om het dorp Combles te omsingelen, een belangrijke Duitse bevoorradingsbasis.

De Slag om Thiepval Ridge en Le Transloy

Naarmate de herfst voortschreed, richtten de geallieerden hun aandacht op Thiepval Ridge, een strategisch gelegen gebied dat een uitstekende observatiepositie bood over het omliggende terrein. De Slag om Thiepval Ridge, die plaatsvond van 26 tot 28 september 1916, was een cruciale operatie voor de Britse Reserve Army onder leiding van luitenant-generaal Hubert Gough. Ondanks de zware Duitse verdediging slaagden de Britten erin om Thiepval Ridge te veroveren, wat hen een belangrijke tactische positie verschafte voor toekomstige operaties.

Na de verovering van Thiepval Ridge, concentreerden de geallieerden zich op het verder consolideren van hun positie door middel van aanvallen op Le Transloy en de Ancre Heights. Deze operaties waren bedoeld om de Duitse verdediging verder uit te putten en hun controle over de resterende strategische posities in het gebied te verminderen. De strijd om Le Transloy, die plaatsvond van 1 oktober tot 11 november 1916, markeerde het laatste grote offensief van de Britten in de Slag bij de Somme. Ondanks enkele beperkte successen, begonnen de geallieerde aanvallen tegen het einde van de herfst hun momentum te verliezen door het slechte weer en de uitgeputte toestand van hun troepen.

De gevolgen en nalatenschap van de Slag bij de Somme

Strategische en politieke implicaties

De Slag bij de Somme had diepgaande gevolgen voor alle betrokkenen. Hoewel de geallieerden erin waren geslaagd om enig terreinwinst te boeken, bleef de strategische situatie aan het Westfront grotendeels ongewijzigd. De Duitsers waren erin geslaagd hun linies te behouden en hadden ondanks zware verliezen hun greep op Noord-Frankrijk niet verloren. Tegelijkertijd had de slag de Duitse strijdkrachten ernstig verzwakt, wat hen dwong om in 1917 een meer defensieve strategie aan te nemen, inclusief de terugtrekking naar de Hindenburglinie (Siegfriedstellung).

De slag had ook belangrijke politieke implicaties. In het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk leidde de enorme tol aan mensenlevens tot een groeiende publieke onvrede en kritiek op de militaire leiding. De slag toonde de beperkingen aan van de bestaande tactieken en benadrukte de noodzaak van verdere militaire innovaties. Voor de Duitse leiding, met name generaal Erich von Falkenhayn, betekende de Slag bij de Somme het einde van hun vertrouwen in een offensieve strategie. Falkenhayn werd in augustus 1916 vervangen door Paul von Hindenburg en Erich Ludendorff, die een meer defensieve aanpak begonnen te ontwikkelen.

Invloed op het slagveld en de legers

De Slag bij de Somme veranderde de aard van de oorlogsvoering op verschillende manieren. Ten eerste bracht het de beperkingen van grootschalige infanterieaanvallen tegen goed verdedigde posities aan het licht. Dit dwong militaire strategen om nieuwe methoden te ontwikkelen voor gecombineerde operaties met artillerie, tanks en luchtmacht. Bovendien had de slag een verwoestend effect op het moreel van de troepen en de thuisfronten van alle betrokken naties.

De slag beïnvloedde ook de structuur van de legers. De Britten, die zwaar hadden geleden, werden gedwongen om hun bevelstructuur en training te herzien, wat leidde tot veranderingen in hun aanpak van toekomstige campagnes. De introductie van tanks, hoewel beperkt in effectiviteit tijdens de Somme, werd een belangrijk element in latere gevechten, vooral tijdens de Slag bij Cambrai in 1917. Voor de Duitsers benadrukte de slag het belang van diepteverdediging en mobiele reserves, die later zouden worden geperfectioneerd in hun tactieken tijdens het laatste oorlogsjaar.

De nasleep en conclusie: de Slag bij de Somme in retrospectief

De Slag bij de Somme: een catastrofe en een leermoment

De Slag bij de Somme eindigde formeel op 18 november 1916, na 141 dagen van hevige strijd. De slag had geen duidelijke winnaar, maar de verwoestende gevolgen ervan waren voelbaar aan beide zijden. De geallieerden hadden slechts een beperkt terreinwinst geboekt, ongeveer 10 kilometer in de breedte, maar tegen een verschrikkelijke prijs. De gecombineerde verliezen van de Britten, Fransen en Duitsers overstegen de één miljoen, wat de Somme een van de bloedigste slagen in de geschiedenis maakte.

Voor de Britten was de slag een pijnlijk ontwaken. Het optimisme waarmee de campagne was begonnen, was snel verdampt na de rampzalige eerste dag. De enorme verliezen hadden een diepe impact op de Britse samenleving, waar hele gemeenschappen rouwden om de verloren generatie jonge mannen. De Fransen, hoewel minder betrokken in aantal, voelden ook de druk van een langdurige oorlog die hun moreel en middelen had uitgeput, vooral na de zware verliezen bij Verdun.

De Duitsers, aan de andere kant, voelden de zware tol van een uitputtingsoorlog waarin ze steeds meer terrein en manschappen verloren. Hoewel ze erin slaagden hun linies te behouden, was het duidelijk dat hun militaire capaciteit ernstig was aangetast. De terugtrekking naar de Hindenburglinie in het begin van 1917 was een directe reactie op de zware verliezen die ze hadden geleden en een erkenning van de noodzaak om een meer defensieve strategie aan te nemen.

Historische beoordelingen en controverses

Historici hebben de Slag bij de Somme op verschillende manieren beoordeeld. Sommigen beschouwen de slag als een nutteloze verspilling van levens, een voorbeeld van de zinloosheid en wreedheid van de loopgravenoorlog. De zware verliezen, in combinatie met de minimale terreinwinst, hebben geleid tot kritiek op de geallieerde legerleiding, met name op generaal Sir Douglas Haig, wiens strategieën en bevelvoering vaak als inflexibel en verouderd werden beschouwd.

Anderen echter, wijzen op de lessen die uit de slag werden getrokken. De ervaring opgedaan tijdens de Somme dwong militaire leiders om hun aanpak te herzien, wat uiteindelijk leidde tot verbeterde tactieken en technologieën die later in de oorlog werden toegepast. De introductie van tanks, hoewel in 1916 nog in een vroeg stadium van ontwikkeling, zou later een cruciale rol spelen in het doorbreken van vijandelijke linies. De noodzaak van een betere coördinatie tussen artillerie en infanterie, evenals de integratie van luchtverkenning, waren andere belangrijke lessen die uit de Somme werden geleerd.

Daarnaast had de slag een belangrijke impact op de Duitse oorlogsinspanningen. De uitputtingsslag bij de Somme, gecombineerd met de verliezen bij Verdun, dwong de Duitsers om hun strategie te heroverwegen en bij te stellen. Het bracht de Duitse defensieve doctrine op het Westelijk Front in een kritieke fase, wat uiteindelijk bijdroeg aan hun uiteindelijke nederlaag in 1918.

De erfenis van de Slag bij de Somme

Culturele en sociale impact

De Slag bij de Somme heeft diepe littekens nagelaten, niet alleen op de slagvelden van Noord-Frankrijk, maar ook in de harten en geesten van de mensen die de oorlog hadden overleefd. De impact van de slag op het culturele geheugen van de betrokken landen is enorm. In het Verenigd Koninkrijk werd de slag een symbool van de offers die de natie had gebracht, maar ook van de incompetentie en het falen van de militaire leiding. Gedichten, literatuur en films uit de jaren na de oorlog, zoals “Oh What a Lovely War!” en de gedichten van Wilfred Owen, weerspiegelden de verbittering en het gevoel van verlies dat de slag had achtergelaten.

In Frankrijk en Duitsland werd de slag eveneens een symbool van de ontberingen en de offers van de oorlog. In Frankrijk werd de slag gezien als een noodzakelijke, zij het kostbare, bijdrage aan de uiteindelijke overwinning. In Duitsland werd de slag gezien als een bewijs van de taaiheid en het uithoudingsvermogen van het Duitse leger, ondanks de overweldigende geallieerde overmacht.

Op het slagveld zelf zijn talloze begraafplaatsen, monumenten en musea opgericht ter nagedachtenis aan de gesneuvelden. Plaatsen zoals de Thiepval Memorial, gewijd aan de vermiste soldaten van de Commonwealth, en het Franse Ossuarium van Douaumont bij Verdun, herinneren aan de gruwelen van de oorlog en de offers die werden gebracht. Elk jaar bezoeken duizenden mensen deze gedenkplaatsen om de gevallen soldaten te herdenken en om de lessen van de geschiedenis levend te houden.

Conclusie: de Slag bij de Somme als leerervaring

De Slag bij de Somme was, ondanks de enorme menselijke kosten, een keerpunt in de Eerste Wereldoorlog. Het vertegenwoordigt een periode waarin de traditionele oorlogsvoering werd uitgedaagd door de realiteiten van de moderne, industriële oorlog. Hoewel de onmiddellijke militaire resultaten van de slag beperkt waren, droegen de lessen en ervaringen die tijdens deze maanden werden opgedaan bij aan de uiteindelijke strategieën die de geallieerden in 1918 naar de overwinning zouden leiden.

De slag benadrukt de wreedheid van de oorlog en de noodzaak van innovatie en aanpassing in het licht van vastberaden vijandige weerstand. Het blijft een krachtig symbool van de offers die tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn gebracht, en het dient als een herinnering aan de complexe aard van oorlogsvoering en de hoge kosten van menselijk conflict.

Bronnen en meer informatie

  1. Keegan, John. The First World War. Vintage Books, 1998.
  2. Sheffield, Gary. The Somme: The Darkest Hour on the Western Front. Cassell Military, 2003.
  3. Duffy, Michael. “The Battle of the Somme.” First World War.com, 2009.
  4. Hart, Peter. The Somme. Weidenfeld & Nicolson, 2005.
  5. Prior, Robin, and Trevor Wilson. The Somme. Yale University Press, 2005.
  6. Simkins, Peter. Kitchener’s Army: The Raising of the New Armies 1914-1916. Pen & Sword Military, 2007.
  7. Terraine, John. The Smoke and the Fire: Myths and Anti-Myths of War 1861-1945. Leo Cooper, 1992.
  8. Bronnen Mei1940
  9. Afbeelding 1: Christopher Williams , Public domain, via Wikimedia Commons
  10. Afbeelding 2: Giro720, Public domain, via Wikimedia Commons
  11. Afbeelding 3: BLOODY PICNIC https://greatwar.nl/