Generaal Douglas Haig: Controversieel leider WOI

Veldmaarschalk Douglas Haig
Veldmaarschalk Douglas Haig leidde Britse troepen tijdens de Eerste Wereldoorlog en blijft controversieel vanwege zijn hoge slachtoffers en militaire strategieën.

Douglas Haig, was een van de meest invloedrijke militaire leiders van de Eerste Wereldoorlog. Als commandant van het Britse Expeditieleger (BEF) op het westelijke front, speelde hij een cruciale rol in enkele van de meest significante campagnes van de oorlog. Ondanks zijn sleutelpositie in de overwinning van de geallieerden, blijft Haig een controversiële figuur. Hij wordt zowel geprezen als bekritiseerd vanwege zijn militaire strategieën, vooral tijdens de Slag aan de Somme en Passendale, die bekend staan om de hoge verliezen aan mensenlevens. Zijn nalatenschap wordt daarom vaak gedomineerd door vragen over de noodzaak van de offers die zijn troepen brachten.

Vroege leven en militaire carrière

Douglas Haig werd geboren op 19 juni 1861 in Edinburgh, Schotland, in een welgestelde familie die bekend stond om hun whiskyproductie. Hij studeerde aan de prestigieuze Clifton College en later aan de Universiteit van Oxford, waar hij zich onderscheidde in sport en academische disciplines. Ondanks zijn academische prestaties koos Haig voor een militaire carrière en meldde zich aan bij de Koninklijke Militaire Academie Sandhurst in 1884. Hij blonk uit in zijn opleiding en begon zijn loopbaan in het 7e regiment van de Queen’s Own Hussars, een cavalerie-eenheid.

In de vroege jaren van zijn carrière diende Haig in India, waar hij een reputatie opbouwde als een strikte disciplinair en kundige militaire planner. Hij klom snel op in rang en verwierf waardevolle ervaring tijdens campagnes in Soedan en later in de Tweede Boerenoorlog in Zuid-Afrika (1899-1902). Deze veldtochten vormden Haig’s eerste kennismaking met de harde realiteit van moderne oorlogsvoering, inclusief het gebruik van guerrilla-tactieken en de noodzaak van gedisciplineerde legerstructuren.

Eerste Wereldoorlog: Opkomst als legerleider

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 werd Haig benoemd tot commandant van het I Corps, een onderdeel van het Britse Expeditieleger. Zijn eerste grote optreden vond plaats tijdens de Slag bij Mons in augustus 1914, waar de Britten zich moesten terugtrekken na een aanval van de numeriek sterkere Duitse troepen. Hoewel het Britse leger relatief klein was in vergelijking met zijn Franse en Duitse tegenhangers, won Haig respect voor de ordelijke terugtocht van zijn troepen en hun vastberadenheid onder druk.

In december 1915 volgde Haig veldmaarschalk Sir John French op als commandant van het Britse Expeditieleger. Op dat moment bevond het conflict zich in een patstelling, met loopgravenoorlog die zich over honderden kilometers uitstrekte langs het westfront. Haig stond voor de enorme uitdaging om deze impasse te doorbreken en de geallieerde legers dichter bij de overwinning te brengen.

Slag aan de Somme: Succes of ramp?

De Slag aan de Somme, die begon op 1 juli 1916, is misschien wel de bekendste veldslag uit Haig’s carrière. Het doel van de aanval was om druk te verlichten op de Franse troepen, die in Verdun zwaar werden belegerd door Duitse aanvallen. Haig geloofde dat een massale aanval op Duitse stellingen, voorafgegaan door een intensief artilleriebombardement, een doorbraak zou forceren.

Het artilleriebombardement voorafgaand aan de aanval was echter niet zo effectief als verwacht, waardoor veel Duitse verdedigingsposities intact bleven. Op de eerste dag van de slag verloren de Britten 57.000 man, waarvan 19.000 doden. Dit maakte de eerste dag van de Slag aan de Somme tot de bloedigste dag in de Britse militaire geschiedenis. Ondanks deze zware verliezen, zette Haig de aanval nog enkele maanden voort. Tegen de tijd dat de slag in november 1916 eindigde, hadden de geallieerden slechts enkele kilometers terreinwinst geboekt tegen een enorme prijs: de Britse troepen leden ongeveer 420.000 slachtoffers, terwijl de Duitsers naar schatting 500.000 man verloren.

Controverse en latere beoordeling

Haig’s leiderschap tijdens de Slag aan de Somme heeft zijn nalatenschap zwaar belast. Critici noemden hem de “Slager van de Somme”, verwijzend naar het hoge aantal slachtoffers onder zijn bevel. Het falen om een beslissende doorbraak te bereiken wordt door velen toegeschreven aan Haig’s vasthoudendheid aan traditionele oorlogsvoeringstactieken, zoals het inzetten van massale infanterie-aanvallen, ondanks de opkomst van nieuwe technologieën zoals tanks en machinegeweren.

In latere jaren zijn sommige historici echter milder geworden in hun beoordeling van Haig’s strategieën. Zij benadrukken dat Haig, ondanks de verliezen, te maken had met de beperkingen van zijn tijd, waaronder onbetrouwbare artillerie, een gebrek aan adequate verkenning en de beperkte effectiviteit van nieuwe militaire technologieën. Haig wordt ook geprezen voor zijn rol in de uiteindelijke overwinning van de geallieerden in 1918, toen zijn leger tijdens het Honderddagenoffensief beslissend bijdroeg aan de ineenstorting van de Duitse strijdkrachten.

Slag bij Passendale: De doorweekte hel van Vlaanderen

De Slag bij Passendale, ook bekend als de Derde Slag bij Ieper, begon op 31 juli 1917 en werd een van de meest beruchte veldslagen van de Eerste Wereldoorlog. Haig was vastbesloten om door te breken naar de Vlaamse kust, een strategische zet die de Duitse onderzeebootactiviteiten zou verstoren en een belangrijke overwinning voor de geallieerden zou betekenen. De omstandigheden waarin deze slag plaatsvond, maakten het echter tot een van de meest tragische episodes van de oorlog.

De gevechten werden gekenmerkt door zware regenval, waardoor het slagveld veranderde in een modderige hel. De modder beperkte de mobiliteit van troepen, artillerie en tanks, en veel soldaten kwamen om doordat ze in kraters en modderpoelen verdronken. Haig’s beslissing om door te gaan met de aanval ondanks de slechte omstandigheden zorgde voor verdere kritiek op zijn leiderschap. De Britse troepen slaagden er uiteindelijk in om het dorp Passendale in te nemen op 6 november 1917, maar dit ging gepaard met een verlies van ongeveer 275.000 Britse en 220.000 Duitse soldaten.

Veel historici hebben Haig verweten dat hij een te optimistische kijk had op de mogelijkheden van de Britse troepen, vooral gezien de moeilijke terrein- en weersomstandigheden. Zijn aanhoudende focus op de doorbraakstrategie, ondanks het falen van eerdere aanvallen, wordt vaak gezien als een teken van zijn starheid. Toch moet worden erkend dat Haig met de middelen werkte die hij had, en dat de geallieerde opperbevelhebbers hem bleven steunen ondanks de verliezen.

Nieuwe tactieken en technologische ontwikkelingen

Ondanks de hoge verliezen tijdens de veldslagen bij de Somme en Passendale, speelde Haig een belangrijke rol in de introductie van nieuwe militaire tactieken en technologieën die uiteindelijk bijdroegen aan de overwinning van de geallieerden. Onder zijn bevel nam het Britse leger tanks in gebruik, hoewel hun effectiviteit aanvankelijk beperkt was door technische beperkingen en tactische onervarenheid.

Tijdens de Slag bij Cambrai in november 1917, werd het gebruik van tanks op grotere schaal getest. De inzet van meer dan 400 tanks zorgde voor een doorbraak in de Duitse linies, wat bewees dat tanks een beslissende rol konden spelen in de moderne oorlogsvoering. Hoewel het succes van Cambrai niet volledig werd uitgebuit en de Duitsers snel terugsloegen, toonde de slag het potentieel van gemotoriseerde eenheden aan.

Daarnaast bevorderde Haig het gebruik van luchtverkenning en verbeterde communicatie binnen het leger. Het gebruik van vliegtuigen voor luchtfotografie hielp bij het nauwkeuriger in kaart brengen van vijandelijke stellingen en het verbeteren van de effectiviteit van artilleriebeschietingen. Deze technologische vooruitgang, gecombineerd met nieuwe strategieën zoals infiltratietactieken en verbeterde samenwerking tussen infanterie en artillerie, droegen bij aan het succes van de Britse troepen in de latere stadia van de oorlog.

Het Honderddagenoffensief: Haig’s laatste offensief

Het Honderddagenoffensief, dat begon in augustus 1918, markeerde het begin van het einde voor het Duitse leger. Dit offensief, dat in samenwerking met Franse en Amerikaanse troepen werd uitgevoerd, bestond uit een reeks aanvallen die de Duitse linies steeds verder terugdrongen. Haig speelde een cruciale rol in deze campagne, waarbij hij profiteerde van de eerdere lessen uit de veldslagen van de Somme en Passendale.

Een van de belangrijkste successen van het Honderddagenoffensief was de Slag bij Amiens, die begon op 8 augustus 1918. Deze slag wordt vaak beschreven als de “Zwarte Dag van het Duitse Leger”, omdat het moreel van de Duitse troepen een dieptepunt bereikte na de Britse en geallieerde doorbraak. Haig’s leger maakte gebruik van een gecombineerde aanval van tanks, infanterie, artillerie en luchtmacht om de Duitse stellingen te doorbreken en grote aantallen troepen gevangen te nemen. Dit was een duidelijk bewijs van de effectiviteit van de tactische en technologische innovaties die Haig tijdens de oorlog had bevorderd.

Het Honderddagenoffensief resulteerde uiteindelijk in de ondertekening van de wapenstilstand op 11 november 1918. Hoewel Haig’s tactieken gedurende de oorlog vaak bekritiseerd werden, kan niet worden ontkend dat zijn leger een cruciale rol speelde in de uiteindelijke overwinning van de geallieerden.

Kritiek en verdediging van Haig’s leiderschap

Hoewel Haig na de oorlog aanvankelijk werd geprezen als een held, begon de publieke perceptie van zijn leiderschap in de jaren daarna te verschuiven. In de jaren zestig en zeventig, toen er een kritischer blik op de Eerste Wereldoorlog ontstond, werd Haig vaak afgeschilderd als een commandant die onnodig veel levens opofferde. Zijn bijnaam “Butcher Haig” (de slager Haig) werd in deze periode gangbaarder, verwijzend naar het grote aantal slachtoffers onder zijn bevel.

Sommige historici beweren echter dat deze kritiek Haig onrecht doet. Ze wijzen erop dat de hoge slachtoffers onvermijdelijk waren gezien de tactische en strategische beperkingen van de tijd. Bovendien benadrukken ze dat Haig een cruciale rol speelde in de uiteindelijke overwinning en dat hij bleef leren en zich aanpaste tijdens de oorlog. Zijn inzet van tanks, luchtmacht en verbeterde artilleriecoördinatie waren belangrijke factoren in de geallieerde successen in 1918.

Na de oorlog: Haig’s inzet voor veteranen

Na de wapenstilstand van 1918 keerde Douglas Haig terug naar Groot-Brittannië als een van de meest prominente militaire figuren van zijn tijd. Ondanks de kritiek op zijn oorlogstactieken, genoot hij veel aanzien bij het Britse volk en de Britse regering. Toch voelde Haig een diepe verantwoordelijkheid voor de mannen die onder zijn bevel hadden gediend. Velen van hen keerden getraumatiseerd, gewond of werkloos terug van het front, en Haig besloot zijn status te gebruiken om hun welzijn te verbeteren.

In 1921 was Haig een van de oprichters van de British Legion, een organisatie die zich inzette voor de belangen van Britse veteranen. Hij was de eerste president van de organisatie en bleef een belangrijke woordvoerder voor de rechten van oud-militairen tot aan zijn dood in 1928. Zijn inspanningen leidden tot de oprichting van het “Haig Fund”, dat financiële ondersteuning bood aan gewonde en hulpbehoevende veteranen, en tot het bouwen van huizen voor voormalige soldaten. De jaarlijkse Poppy Appeal, waarbij papieren klaprozen worden verkocht om geld in te zamelen voor veteranen, was een initiatief van het Haig Fund en blijft tot op de dag van vandaag een belangrijk symbool van herdenking in het Verenigd Koninkrijk.

Haig’s inzet voor veteranenzorg werd alom gewaardeerd. Hoewel hij nooit een formele politieke rol op zich nam na de oorlog, was zijn invloed in de veteranengemeenschap groot. Hij werd vaak gezien als een beschermheer van de soldaten die hij tijdens de oorlog had geleid, en zijn werk leverde belangrijke bijdragen aan de ondersteuning van hen die in de Eerste Wereldoorlog hadden gevochten.

Haig’s nalatenschap: controverse en eerbetoon

Douglas Haig overleed op 29 januari 1928 aan de gevolgen van een hartaanval. Zijn dood leidde tot een grootschalige nationale rouw en zijn begrafenis werd bijgewoond door hooggeplaatste figuren, waaronder leden van de koninklijke familie en prominente buitenlandse leiders. Haig werd begraven in Dryburgh Abbey in Schotland, dicht bij zijn geboorteplaats Edinburgh.

Hoewel Haig aanvankelijk werd geëerd als een van de architecten van de geallieerde overwinning, blijft zijn nalatenschap tot op de dag van vandaag omstreden. De belangrijkste kritiek op Haig richt zich op de manier waarop hij vasthield aan grootschalige offensieven, zoals bij de Somme en Passendale, ondanks de enorme aantallen slachtoffers. Critici stellen dat Haig niet voldoende rekening hield met de veranderende aard van moderne oorlogsvoering en te afhankelijk was van traditionele infanterietactieken, wat leidde tot onnodige verliezen.

Aan de andere kant wijzen verdedigers van Haig erop dat de omstandigheden waarin hij opereerde buitengewoon moeilijk waren. De loopgravenoorlog was ongekend in de militaire geschiedenis, en veel van de hoge verliezen waren onvermijdelijk gezien de stand van de technologie en tactieken van die tijd. Bovendien erkennen moderne historici dat Haig een cruciale rol speelde in de uiteindelijke overwinning van de geallieerden. Zijn leiderschap tijdens het Honderddagenoffensief, dat leidde tot de wapenstilstand van 1918, wordt vaak gezien als een van de meest succesvolle militaire campagnes van de oorlog.

Historische beoordeling van Douglas Haig

De historiografische discussie over Douglas Haig is vaak gepolariseerd. In de decennia na de oorlog werd hij door veel historici bekritiseerd, vooral in de context van de groeiende pacifistische beweging en de hernieuwde aandacht voor de menselijke kosten van de oorlog. De kritische biografieën uit de jaren zestig en zeventig benadrukten Haig’s rol in de slachtpartijen aan het westfront en zijn ogenschijnlijke onvermogen om nieuwe tactieken snel genoeg te omarmen.

Toch is er sinds de jaren tachtig een herwaardering van Haig’s rol in de oorlog geweest. Sommige militaire historici, zoals John Terraine en Gary Sheffield, hebben betoogd dat de kritiek op Haig overdreven is en dat hij juist blijk gaf van flexibiliteit en strategisch inzicht in de latere stadia van de oorlog. Zij wijzen op het succes van het Honderddagenoffensief als bewijs dat Haig in staat was zijn methoden aan te passen aan de eisen van het slagveld. Bovendien stellen deze historici dat de technologische en tactische beperkingen van de tijd vaak worden onderschat door latere critici, en dat Haig’s acties gezien moeten worden in de context van de bredere geallieerde strategie.

Anderen, zoals Alan Clark en John Laffin, blijven echter kritisch en beschouwen Haig als een generaal die verantwoordelijk was voor onnodige verliezen. In hun ogen was zijn hardnekkige vasthouden aan doorbraakstrategieën een strategische fout die veel soldatenlevens heeft gekost.

Conclusie

Douglas Haig blijft een van de meest omstreden militaire figuren uit de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog. Zijn leiderschap leidde tot enkele van de bloedigste veldslagen in de Britse militaire geschiedenis, maar het is ook onmiskenbaar dat hij een cruciale rol speelde in de uiteindelijke overwinning van de geallieerden in 1918. Hoewel zijn nalatenschap wordt gevormd door zowel lof als kritiek, is het duidelijk dat Haig een man was die opereerde in een tijd van ongekende uitdagingen. Zijn bijdragen aan de ontwikkeling van moderne oorlogsvoering, zijn inzet voor veteranenzorg en zijn betrokkenheid bij de militaire en sociale geschiedenis van Groot-Brittannië maken hem tot een figuur die zowel gerespecteerd als kritisch moet worden bestudeerd.

Bronnen en meer informatie

  1. Sheffield, Gary. Douglas Haig: War Diaries and Letters 1914-1918. Weidenfeld & Nicolson, 2005.
  2. Terraine, John. Haig: The Educated Soldier. Cassell, 2005.
  3. Doughty, Robert A. Pyrrhic Victory: French Strategy and Operations in the Great War. Harvard University Press, 2008.
  4. Keegan, John. The First World War. Vintage Books, 2000.
  5. Clark, Alan. The Donkeys: A History of the British Expeditionary Force in 1915. Pimlico, 2002.
  6. Prior, Robin & Wilson, Trevor. Passchendaele: The Untold Story. Yale University Press, 2002.
  7. Bourne, John. Britain and the Great War, 1914-1918: A Subject Bibliography of Modern British Military History. Manchester University Press, 1988.
  8. Laffin, John. British Butchers and Bunglers of World War One. Sutton Publishing, 2003.
  9. Bronnen Mei1940
  10. Afbeelding: Miscellaneous Items in High Demand, PPOC, Library of Congress, Public domain, via Wikimedia Commons