Slag bij Amiens (1918): Keerpunt in Eerste Wereldoorlog

Britse Mark V tank (B56, 9003) van 2e Bataljon, Tank Corps steekt sloot over bij Lamotte-en-Santerre, 8 augustus 1918.
Een Britse Mark V tank (B56, 9003) van het 2e Bataljon, Tank Corps, steekt een sloot over bij Lamotte-en-Santerre, 8 augustus 1918.

De Slag bij Amiens, ook bekend als de Derde Slag om Picardië, was de openingsfase van het geallieerde offensief dat op 8 augustus 1918 begon en uiteindelijk leidde tot het einde van de Eerste Wereldoorlog. Binnen één dag wisten de geallieerden tot elf kilometer terreinwinst te boeken, een van de grootste doorbraken van de oorlog. De slag werd gekenmerkt door een gecombineerde aanval van infanterie, tanks, artillerie en luchtsteun.

Zwarte dag van het Duitse leger

De Britse Vierde Leger onder leiding van generaal Henry Rawlinson speelde een centrale rol in de aanval, waarbij het Australische Korps van luitenant-generaal John Monash en het Canadese Korps van luitenant-generaal Arthur Currie een doorslaggevende bijdrage leverden. De Franse Eerste Leger, onder leiding van generaal Marie Eugène Debeney, ondersteunde de aanval in het zuiden. De Duitse verdediging stond onder bevel van generaal Georg von der Marwitz, commandant van het Tweede Leger, die geconfronteerd werd met een onverwachte en snelle geallieerde doorbraak.

De slag had grote gevolgen voor de moraal van beide partijen. De Duitse generaal Erich Ludendorff beschreef 8 augustus als ‘de zwarte dag van het Duitse leger’ vanwege het grote aantal overgaven en het morele verval onder de troepen. De geallieerde overwinning bij Amiens markeerde het begin van de Honderd Dagen Offensief, dat uiteindelijk leidde tot de wapenstilstand van 11 november 1918.

Kaart die de geallieerde opmars toont op 8 augustus 1918 tijdens de Slag bij Amiens, onderdeel van de Honderd Dagen Offensief.
Kaart die de geallieerde terreinwinst op 8 augustus 1918 weergeeft tijdens de Slag bij Amiens, een cruciale fase in de Honderd Dagen Offensief.

Achtergrond: De Duitse Lenteoffensieven van 1918

Duitse strategische doelen

Op 21 maart 1918 lanceerde het Duitse leger Operatie Michael, de eerste in een reeks offensieven bedoeld om de geallieerden terug te drijven op het Westfront. Door de vrede met de nieuwe Sovjetregering (Verdrag van Brest-Litovsk) konden de Duitsers tienduizenden soldaten overbrengen van het Oostfront naar het Westfront, wat tijdelijk een numeriek overwicht opleverde.

Het doel van Operatie Michael was om de rechterflank van het Britse Expeditieleger (BEF) te doorbreken en Amiens te veroveren, een cruciaal spoorwegknooppunt voor de geallieerde bevoorrading. Hoewel de Duitsers aanvankelijk grote terreinwinst boekten, werd de aanval op 4 april 1918 gestopt bij Villers-Bretonneux door Britse en Australische troepen.

Het mislukken van de Duitse offensieven

Na het stagneren van Operatie Michael lanceerden de Duitsers een reeks nieuwe aanvallen:

  • Operatie Georgette (9–11 april 1918) richtte zich op het heroveren van terrein in Vlaanderen.
  • Operatie Blücher-Yorck (27 mei 1918) was gericht op het doorbreken van de Franse linies bij de Aisne.
  • Operatie Gneisenau (9 juni 1918) probeerde een doorbraak bij Compiègne te forceren.
  • Operatie Marne-Rheims (15–17 juli 1918) had als doel Parijs te bedreigen.

Hoewel deze aanvallen terreinwinst opleverden, leidden ze niet tot een beslissende doorbraak. Tegen juli 1918 waren de Duitse troepen uitgeput en hun bevoorradingslijnen overbelast. De geallieerden, onder leiding van generaal Ferdinand Foch, zagen hun kans en lanceerden een tegenoffensief. De overwinning in de Tweede Slag bij de Marne dwong de Duitsers zich terug te trekken en versterkte het moreel van de geallieerden.

De geallieerde reactie: Voorbereiding op Amiens

Met de Duitse troepen in het defensief besloot Foch dat de tijd rijp was voor een grootschalig geallieerd offensief. Het doel was om de Duitse linies definitief te doorbreken en hen terug te dringen richting de Belgische grens.

De Britse opperbevelhebber, veldmaarschalk Sir Douglas Haig, had al plannen voor een aanval bij Amiens. Het terrein ten zuiden van de Somme werd als geschikt beschouwd voor een aanval met tanks en infanterie, ondersteund door luchtbombardementen en artilleriebeschietingen. De Australische troepen hadden in de eerdere Slag bij Hamel (4 juli 1918) met succes nieuwe tactieken getest, waarbij tanks en infanterie nauw samenwerkten om verrassingsaanvallen uit te voeren.

Soldaten van de 95e Siege Battery RGA laden een 9.2-inch houwitser bij Bayencourt tijdens de Slag bij Amiens, 8 augustus 1918.
Soldaten van de 95e Siege Battery, Royal Garrison Artillery (RGA), laden een 9.2-inch houwitser nabij Bayencourt tijdens de Slag bij Amiens op 8 augustus 1918.

De Geallieerde Aanvalsplannen

Strategie en commandostructuur

Het aanvalsplan voor de Slag bij Amiens werd grotendeels ontwikkeld door generaal John Monash, die zich al eerder had onderscheiden door zijn innovatieve oorlogsvoering. De geallieerden wilden afzien van een langdurige artilleriebeschieting voorafgaand aan de aanval, wat normaal gesproken de Duitse verdediging zou waarschuwen. In plaats daarvan zou de aanval plaatsvinden onder de dekmantel van de duisternis en mist, met tanks die de infanterie zouden ondersteunen zonder dat de vijand voorbereid was.

Rawlinson’s Vierde Leger, bestaande uit het Britse III Korps, het Australische Korps en het Canadese Korps, zou de hoofdaanval uitvoeren. De Franse Eerste Leger zou aan de zuidflank opereren.

Op 24 juli 1918 bespraken Foch, Haig en Rawlinson de details van de operatie. Er werd besloten om de aanval op 8 augustus uit te voeren, zodat de Duitsers zich niet volledig konden hergroeperen na hun terugtrekking van de Marne.

Geheime voorbereidingen

Om de Duitsers te misleiden, verplaatsten de geallieerden het Canadese Korps in het geheim naar het Amiens-front. Om de vijand te misleiden, werd een klein deel van het korps naar een ander front gestuurd, waar radiosignalen en nepinformatie de indruk wekten dat een aanval elders zou plaatsvinden.

Daarnaast werden orders verspreid met de melding “Keep Your Mouth Shut“, om de kans op informatielekken te minimaliseren.

Gebruik van tanks en artillerie

De slag zou een van de eerste grote gevechten zijn waarin tanks op grote schaal werden ingezet:

  • 580 tanks, waaronder Mark V gevechtstanks en Medium Mark A Whippets, ondersteunden de aanval.
  • 1.386 lichte en 684 zware kanonnen werden ingezet voor een massale artilleriebeschieting, zorgvuldig gecoördineerd om vijandelijke posities te vernietigen.
  • Luchtsteun werd geleverd door de Royal Air Force (RAF), die luchtaanvallen uitvoerde op Duitse stellingen en communicatielijnen.

Om de geluidsproductie van de tanks te maskeren, vlogen zware bommenwerpers van de RAF boven het front, zodat het geluid van de tankmotoren niet opviel.

 

Het Verloop van de Slag bij Amiens

De openingsfase: 8 augustus 1918

De aanval begon op 8 augustus 1918 om 4:20 uur in dichte mist. De geallieerde troepen rukten op langs een front van ongeveer 24 kilometer. De Britse, Australische en Canadese troepen vielen in het midden van de linie aan, terwijl de Franse Eerste Leger in het zuiden aanviel.

Het verrassingselement speelde een grote rol. Omdat de geallieerden geen langdurige artilleriebeschieting hadden uitgevoerd voorafgaand aan de aanval, waren de Duitse troepen niet voorbereid. Toen de aanval begon, werd hun artillerie onmiddellijk onder vuur genomen door geallieerde kanonnen, waardoor ze nauwelijks weerstand konden bieden.

Geallieerde doorbraken

  • Australische en Canadese troepen in het centrum boekten de grootste terreinwinst, waarbij ze op de eerste dag tot 11 kilometer oprukten.
  • Britse III Korps ten noorden van de Somme had meer moeite vanwege ruwer terrein en een sterkere Duitse verdediging.
  • Franse Eerste Leger rukte 8 kilometer op en boekte winst bij Moreuil en Mézières.

Tegen het einde van de dag waren de Duitse linies op meerdere plekken doorbroken en werd de verdediging chaotisch. De Duitse troepen trokken zich terug, en veel soldaten gaven zich over.

Duitse krijgsgevangenen bewaakt door Britse soldaten van de 58e Divisie in Sailly-Laurette tijdens de Slag bij Amiens, 8 augustus 1918.
Duitse krijgsgevangenen onder bewaking van Britse soldaten van de 58e Divisie in Sailly-Laurette tijdens de Slag bij Amiens, 8 augustus 1918.

Duitse reactie en Ludendorffs paniek

Generaal Erich Ludendorff beschreef 8 augustus als ‘de zwarte dag van het Duitse leger’. Niet alleen was het front doorbroken, maar de morele ineenstorting onder de Duitse soldaten was alarmerend. Georg von der Marwitz, de bevelhebber van het Duitse Tweede Leger, probeerde snel versterkingen naar het front te sturen, maar werd geconfronteerd met chaos en een steeds verder terugtrekkend front. Zijn leger was slecht voorbereid op een aanval van deze schaal en werd binnen enkele uren op meerdere fronten doorbroken.

Duitse troepen die zich terugtrokken scholden hun eigen versterkingen uit en weigerden in sommige gevallen orders op te volgen. Dit was een ongekende situatie en toonde aan dat het moreel van het Duitse leger ernstig was aangetast.

Ludendorff besefte dat een doorbraak bij Amiens een ramp zou betekenen en beval versterkingen naar het front. Tegelijkertijd werden Duitse reserves elders op het Westfront verplaatst om de dreiging van verdere geallieerde aanvallen te counteren.

De Voortzetting van de Slag: 9–11 Augustus

De opmars vertraagt

Hoewel de eerste dag een groot succes was, begon de geallieerde opmars op 9 augustus te vertragen. De belangrijkste redenen hiervoor waren:

  • Artillerie en bevoorrading liepen achter op de infanterie. De geallieerde troepen waren sneller opgerukt dan verwacht, waardoor de kanonnen en munitievoorraden niet tijdig konden worden verplaatst.
  • Tanks vielen massaal uit. Van de 580 tanks die op 8 augustus waren ingezet, waren er binnen vier dagen nog slechts zes operationeel. Mechanische problemen en vijandelijk vuur zorgden ervoor dat veel tanks niet langer inzetbaar waren.
  • Duitse tegenaanvallen. Hoewel de Duitse verdediging verzwakt was, voerden ze lokale tegenaanvallen uit om de geallieerde opmars te vertragen.

Op 10 augustus werd duidelijk dat de Duitsers hun troepen aan het hergroeperen waren en zich in versterkte posities terugtrokken. Tegelijkertijd kregen de geallieerden te maken met slechter terrein en sterkere Duitse weerstand.

Gevechten bij Chipilly Ridge

Een van de hevigste gevechten vond plaats bij Chipilly Ridge, een strategisch belangrijke heuvel ten noorden van de Somme.

  • De 33ste Amerikaanse Divisie, die onderdeel uitmaakte van het Britse leger, kreeg de opdracht om de heuvel in te nemen.
  • De aanval vond plaats op de avond van 9 augustus en stuitte op hevig machinegeweervuur.
  • Uiteindelijk wisten de Amerikanen, ondersteund door Britse en Australische troepen, de Duitse posities te veroveren en zo de opmars mogelijk te maken.

Chipilly Ridge was een belangrijk punt, omdat het een goed uitzicht bood over de omgeving. Door deze heuvel in te nemen, konden de geallieerden verdere Duitse tegenaanvallen beter afweren.

Duitse troepen trekken zich terug

Op 11 augustus werd duidelijk dat de Duitse troepen zich over een breed front begonnen terug te trekken. De geallieerden boekten nog steeds terreinwinst, maar de snelle doorbraken van de eerste dag herhaalden zich niet meer.

Generaal Haig overwoog om het offensief te verlengen, maar besefte dat de geallieerde troepen hun limiet hadden bereikt. In plaats daarvan besloot hij zich voor te bereiden op een nieuwe aanval elders op het front.

Een groep Duitse krijgsgevangenen, gevangengenomen door de Britse Vierde Leger nabij Abbeville tijdens de Slag bij Amiens, 27 augustus 1918.
Een grote groep Duitse krijgsgevangenen, gevangengenomen door het Britse Vierde Leger nabij Abbeville op 27 augustus 1918 tijdens de Slag bij Amiens.

Gevolgen van de Slag bij Amiens

Militaire impact: De neergang van het Duitse leger

De Slag bij Amiens had een diepgaand effect op het verdere verloop van de Eerste Wereldoorlog. Hoewel de opmars na de eerste dag vertraagde, was de strategische schade aan het Duitse leger aanzienlijk.

Verlies van manschappen en materieel

De Duitsers leden zware verliezen:

  • Meer dan 30.000 Duitse soldaten werden gedood, gewond of gevangen genomen op de eerste dag van de slag.
  • Tegen 27 augustus hadden de geallieerden in totaal bijna 50.000 Duitse krijgsgevangenen genomen.
  • Meer dan 500 Duitse kanonnen werden buitgemaakt, een enorme klap voor hun artilleriecapaciteit.

Het Duitse leger had niet alleen te maken met verliezen in mankracht, maar ook met een afbrokkelende discipline. Soldaten begonnen massaal over te lopen en weigerden bevelen op te volgen. Dit was een teken dat het moreel binnen het Duitse leger ernstig was aangetast.

Einde van Duitse offensieve kracht

Na de Slag bij Amiens werd het voor de Duitse legerleiding duidelijk dat grootschalige offensieven niet langer mogelijk waren. Het strategische initiatief lag nu bij de geallieerden. Generaal von der Marwitz probeerde de terugtrekking van zijn troepen te coördineren en nieuwe verdedigingslinies op te zetten, maar de verliezen en het dalende moreel maakten een effectieve verdediging steeds moeilijker. De Duitsers werden gedwongen tot een defensieve houding en trokken zich terug naar versterkte posities langs de Hindenburglinie.

Erich Ludendorff, een van de hoogste Duitse bevelhebbers, besefte dat Duitsland de oorlog niet langer kon winnen. Dit besef zou later een rol spelen in de beslissing van de Duitse regering om wapenstilstandsonderhandelingen te starten.

De start van het Honderd Dagen Offensief

De Slag bij Amiens wordt gezien als de opening van het Honderd Dagen Offensief, de reeks geallieerde aanvallen die uiteindelijk leidde tot de wapenstilstand op 11 november 1918.

Na Amiens zetten de geallieerden hun offensief voort met een reeks aanvallen langs het gehele Westfront:

  • Tweede Slag bij de Somme (21 augustus – 3 september 1918): De Britten breidden hun aanval uit en boekten verdere terreinwinst richting de Hindenburglinie.
  • Slag bij Saint-Mihiel (12–15 september 1918): De Amerikanen voerden hun eerste grote offensief onder eigen bevel uit.
  • Meuse-Argonne Offensief (26 september – 11 november 1918): Een van de grootste gevechten van de oorlog, waarin Amerikaanse troepen een doorslaggevende rol speelden.

Deze reeks offensieven verzwakte de Duitse verdediging zodanig dat ze gedwongen werden zich steeds verder terug te trekken.

Tactische Vernieuwingen en Strategische Les

Gebruik van gecombineerde wapens

De Slag bij Amiens was een van de eerste grote veldslagen waarin een geïntegreerde aanval met tanks, infanterie, artillerie en luchtsteun werd uitgevoerd. Dit markeerde een belangrijke stap in de evolutie van moderne oorlogsvoering.

  • Tanks: Hoewel veel tanks uitvielen door mechanische problemen, speelden ze een cruciale rol in de openingsfase van de aanval.
  • Luchtsteun: De Royal Air Force voerde bombardementen uit op Duitse posities en communicatielijnen.
  • Artillerie: Voor het eerst werd een massale artilleriebeschieting uitgevoerd zonder voorafgaande ‘ranging shots’, dankzij verbeterde geluidssignalering en luchtfotografie.

Deze tactieken legden de basis voor toekomstige offensieven en beïnvloedden de oorlogsvoering in de twintigste eeuw.

Het belang van moraal en psychologische oorlogsvoering

De morele impact van de Slag bij Amiens was even belangrijk als de militaire gevolgen. De Duitse troepen verloren hun geloof in een overwinning en het aantal deserteurs nam toe.

Aan de geallieerde kant zorgde de overwinning voor een sterke toename van het zelfvertrouwen. Britse, Canadese, Australische en Franse troepen wisten dat ze in staat waren om de Duitsers terug te drijven, wat een psychologisch voordeel opleverde in de daaropvolgende veldslagen.

Strategische verschuiving: Van loopgravenoorlog naar mobiele oorlogvoering

De Eerste Wereldoorlog werd lange tijd gekenmerkt door statische loopgravenoorlogsvoering, waarbij offensieven maanden duurden en nauwelijks terreinwinst opleverden. De Slag bij Amiens toonde aan dat mobiele oorlogvoering de nieuwe sleutel tot succes was.

  • In plaats van langdurige artilleriebeschietingen te gebruiken, werd snelheid en verrassing de prioriteit.
  • Tanks maakten snelle doorbraken mogelijk, waardoor de traditionele loopgravenoorlogsvoering steeds minder effectief werd.
  • De samenwerking tussen infanterie, cavalerie en luchtsteun werd verder geoptimaliseerd in latere offensieven.

Deze veranderingen waren een voorbode van hoe oorlogen in de twintigste eeuw gevoerd zouden worden.

Twee verpleegsters inspecteren een 21 cm Mörser 16 bij een depot van buitgemaakte Duitse artillerie, Slag bij Amiens, 27 augustus 1918.
Twee verpleegsters controleren een buitgemaakte Duitse 21 cm Mörser 16 bij een artilleriedepot van het Britse Vierde Leger, 27 augustus 1918.

Nasleep en Historische Betekenis van de Slag bij Amiens

De gevolgen voor Duitsland

De nederlaag bij Amiens had ingrijpende gevolgen voor het Duitse leger en de Duitse politiek. Hoewel de slag op zichzelf geen totale ineenstorting betekende, was het wel het begin van een onafwendbare terugtocht.

  • Militair: De Duitsers verloren niet alleen terrein, maar ook het vermogen om grootschalige offensieven uit te voeren. De strategische reserves raakten uitgeput en de bevoorrading werd steeds problematischer.
  • Moreel: Het moreel binnen het Duitse leger bereikte een dieptepunt. De toegenomen desertie, massale overgaven en het verzet tegen bevelen waren tekenen van een militaire organisatie in crisis.
  • Politiek: In Berlijn groeide de druk op de regering om een uitweg uit de oorlog te zoeken. Keizer Wilhelm II en de Duitse legerleiding beseften dat een overwinning niet langer realistisch was. Dit besef leidde uiteindelijk tot de onderhandelingen die op 11 november 1918 leidden tot de wapenstilstand.

De invloed op de geallieerden

Voor de geallieerden was de Slag bij Amiens een keerpunt. De succesvolle samenwerking tussen de Britse, Australische, Canadese en Franse troepen toonde aan dat een gecoördineerd offensief de Duitse linies kon doorbreken.

  • Britse troepen speelden een leidende rol in de operatie en toonden hun vermogen om grootschalige offensieven te coördineren.
  • Australiërs en Canadezen bewezen hun waarde als elite-eenheden binnen het Britse leger, met snelle en doeltreffende aanvallen.
  • Franse troepen hielden de zuidflank van de aanval stabiel en droegen bij aan de Duitse terugtocht.
  • Amerikaanse troepen speelden een ondersteunende rol, maar zouden in de daaropvolgende maanden een steeds belangrijkere bijdrage leveren.

De Slag bij Amiens in de bredere context

De overwinning bij Amiens was geen op zichzelf staand succes, maar onderdeel van een bredere strategische verschuiving in de oorlog.

  • Einde van de statische oorlog: De snelle opmars toonde aan dat de geallieerden in staat waren om de vastgelopen frontlinies te doorbreken.
  • Verandering in oorlogsvoering: De gecombineerde inzet van tanks, artillerie, infanterie en luchtsteun werd een blauwdruk voor toekomstige conflicten.
  • Aanzet tot de wapenstilstand: Het verlies bij Amiens en de daaropvolgende veldslagen dwongen Duitsland tot onderhandelingen, wat leidde tot het einde van de oorlog.

Conclusie

De Slag bij Amiens op 8 augustus 1918 was een van de meest bepalende gevechten van de Eerste Wereldoorlog. Door een gecoördineerde aanval en innovatieve tactieken slaagden de geallieerden erin om de Duitse linies te doorbreken en een begin te maken aan het Honderd Dagen Offensief.

Voor de Duitse troepen betekende de slag niet alleen een militair verlies, maar ook een morele klap. De daling van het moreel, de massale overgaven en de strategische terugtocht waren een voorbode van de naderende nederlaag.

Voor de geallieerden was Amiens het bewijs dat een goed geplande en gecoördineerde aanval beslissend kon zijn. De lessen die uit deze slag werden getrokken, beïnvloedden niet alleen het verdere verloop van de Eerste Wereldoorlog, maar ook de militaire strategieën van de twintigste eeuw.

De Slag bij Amiens was het begin van het einde van de oorlog. Binnen drie maanden zou Duitsland zich overgeven en zou een wapenstilstand de Eerste Wereldoorlog officieel beëindigen.

Bronnen en meer informatie

  1. Afbeelding 1: Marcel Lorée , Public domain, via Wikimedia Commons
  2. Afbeelding 2: The Department of History, United States Military Academy, Public domain, via Wikimedia Commons
  3. Afbeelding 3: David McLellan , Public domain, via Wikimedia Commons
  4. Afbeelding 4: John Warwick Brooke , Public domain, via Wikimedia Commons
  5. Afbeelding 5: David McLellan , Public domain, via Wikimedia Commons
  6. Afbeelding 6: 21 cm Mörser 16 heavy howitzer , Public domain, via Wikimedia Commons
  7. Blaxland, Gregory (1981). Amiens 1918. London: W.H. Allen & Co. ISBN 978-0-352-30833-7.
  8. Christie, Norm (1999). For King & Empire: The Canadians at Amiens, August 1918. Ottawa: CEF Books. ISBN 978-1-896979-20-5.
  9. Clodfelter, M. (2017). Warfare and Armed Conflicts: A Statistical Encyclopedia of Casualty and Other Figures, 1492–2015. Jefferson, NC: McFarland. ISBN 978-0-7864-7470-7.
  10. Hart, Peter (2008). 1918: A Very British Victory. London: Weidenfeld & Nicolson. ISBN 978-0-297-84652-9.
  11. Kearsey, A. (2004) [1950]. The Battle of Amiens 1918. Uckfield, East Sussex: Naval & Military Press. ISBN 978-1-84574-097-9.
  12. McCluskey, Alistar (2008). Amiens 1918: The Black Day of the German Army. Oxford: Osprey Publishing. ISBN 978-1-84603-304-8.
  13. McWilliams, James; Steel, R. James (2001). Amiens: Dawn of Victory. Toronto: Dundurn Press. ISBN 978-1-55002-342-8.
  14. Riley, Jonathan (2010). Decisive Battles: From Yorktown to Operation Desert Storm. London: Continuum. ISBN 978-1-84725-250-0.
  15. Bronnen Mei1940