
Marie-Eugène Debeney (5 mei 1864 – 6 november 1943) was een Franse generaal die een belangrijke rol speelde tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij voerde het bevel over diverse legerkorpsen en was betrokken bij beslissende veldslagen zoals de Slag aan de Somme en de Slag bij Amiens. Later bekleedde hij de functie van Chef van de Generale Staf van het Franse leger in de jaren 1920.
Inhouds opgave
Vroege Levensloop en Militaire Carrière
Debeney werd geboren in Bourg-en-Bresse, in het departement Ain. Hij volgde een militaire opleiding aan de prestigieuze École Spéciale Militaire de Saint-Cyr en werd in 1886 benoemd tot luitenant van de chasseurs (lichte infanterie). Zijn expertise werd snel erkend, en hij werd professor in de infanterietactieken aan de École de Guerre.
Debeney stond bekend als voorstander van moderne vuurkracht, een benadering die hij deelde met generaals als Philippe Pétain en Marie Émile Fayolle. Dit onderscheidde hem van andere militaire denkers die zich richtten op traditionele aanvallende strategieën.
Eerste Wereldoorlog: De Beginjaren
Bij het uitbreken van de oorlog in 1914 was Debeney stafchef van het Eerste Leger. Hij diende vervolgens als commandant van verschillende divisies en speelde een rol in de vroege veldslagen aan het Westfront. In 1916 voerde hij het bevel over het XXXIIe Korps tijdens de slag om Verdun en later aan de Somme.
De Slag aan de Somme (1916)
Het XXXIIe Korps, onder leiding van Debeney, nam in oktober 1916 een strategische positie in nabij Sailly-Saillisel. Zijn troepen, waaronder de elite-eenheid de “Rode Duivels” (152e Infanterieregiment), wisten na zware gevechten en straatgevechten belangrijke terreinwinst te boeken. Generaal Fayolle prees het korps voor zijn effectieve verdediging tegen Duitse tegenaanvallen in oktober 1916. Deze verdedigingsstrategieën werden later als voorbeeld gebruikt in militaire handleidingen.
De strijdomstandigheden werden echter verergerd door de slechte weersomstandigheden, waardoor verdere opmars werd bemoeilijkt tot in november 1916.
Hoofd van de Generale Staf en Samenwerking met Pétain
In mei 1917 werd Debeney benoemd tot stafchef van generaal Philippe Pétain, die destijds opperbevelhebber van het Franse leger was. Debeney speelde een sleutelrol in de herstructurering van het Franse leger na de Franse muiterijen in 1917. Hij was verantwoordelijk voor het verbeteren van de morele toestand van de troepen en het opstellen van verdedigingsplannen tegen de verwachte Duitse offensieven.
In deze periode werd ook gewerkt aan nauwere samenwerking met de Britse troepen onder leiding van veldmaarschalk Sir Douglas Haig. Deze samenwerking werd belangrijker naarmate de dreiging van versterkingen vanuit het oostfront door de ineenstorting van Rusland toenam.
De Duitse Lenteoffensieven (1918)
In december 1917 keerde Debeney terug als commandant van het Eerste Leger. Tijdens de Duitse Lenteoffensieven van 1918 had hij de taak om het gat tussen de Britse en Franse linies te dichten. Zijn leger speelde een belangrijke rol bij het tegenhouden van de Duitse opmars in de richting van Amiens, een belangrijk knooppunt voor de geallieerde bevoorrading.
Op 26 maart 1918 kreeg Debeney versterking van diverse Franse divisies, waaronder eenheden die eerder in Italië waren gestationeerd. Zijn leger nam samen met Australische troepen stelling bij Villers-Bretonneux en wist de Duitse opmars daar tot stilstand te brengen.
Planning voor de Slag bij Amiens (1918)
Na het afslaan van de Duitse opmars in het voorjaar van 1918, bereidde Debeney’s Eerste Leger zich voor op de grote geallieerde tegenaanval: de Slag bij Amiens. Debeney werkte nauw samen met generaal Henry Rawlinson van het Britse Vierde Leger. Op 24 juli 1918 ontmoetten zij elkaar om de strategie te bespreken. Hoewel Rawlinson zich zorgen maakte over Debeney’s aanpak, was het duidelijk dat zijn troepen belangrijke vorderingen maakten ondanks de zware gevechten eerder dat jaar.
Het Eerste Leger kreeg versterking van verschillende korpsen en beschikte over tienduizenden soldaten, honderden artilleriestukken en luchtsteun van meer dan duizend vliegtuigen. De samenwerking tussen de Franse en Britse troepen was een sleutelelement voor het succes van de aanval.
De Slag bij Amiens
Op 8 augustus 1918 begon de gezamenlijke aanval, waarbij het Franse Eerste Leger de linkerflank van het Britse offensief ondersteunde. Debeney’s troepen rukten snel op en boekten aanzienlijke terreinwinst. Aan het eind van de dag hadden ze acht kilometer gewonnen en duizenden Duitse krijgsgevangenen gemaakt.
De volgende dagen zetten de Franse troepen hun opmars voort en op 10 augustus werd de stad Montdidier veroverd. Deze overwinning dwong de Duitse troepen zich terug te trekken en markeerde het begin van de ineenstorting van hun defensieve linies. De Slag bij Amiens wordt vaak gezien als een keerpunt, omdat het de Duitse militaire positie ernstig verzwakte.
Het Aanvallen van de Hindenburglinie
In september 1918 werd het Franse Eerste Leger ingezet tijdens het geallieerde offensief tegen de Hindenburglinie. Debeney’s leger voerde aanvallen uit op Duitse bolwerken ten zuiden van Saint-Quentin en slaagde erin de stad op 3 oktober in te nemen. Dit succes maakte verdere geallieerde opmars mogelijk, waarbij de Duitse verdediging langs de hele linie begon te desintegreren.
Foch gaf Debeney opdracht om zijn aanvallen verder naar het noorden uit te breiden en de rivier de Serre over te steken, zodat Britse troepen zich konden concentreren op de bevrijding van steden zoals Lille. Tegen het einde van oktober waren Debeney’s troepen doorgebroken en hadden ze aanzienlijke Duitse posities veroverd.
Wapenstilstand en Eervolle Ontvangst
Op 11 november 1918, de dag van de wapenstilstand, ontving Debeney persoonlijk de Duitse afgezanten die de overgave kwamen bespreken. Dit onderstreepte de belangrijke rol die hij en zijn leger hadden gespeeld bij de geallieerde overwinning.
Na de Oorlog
Na de oorlog werd Debeney benoemd tot directeur van de École de Guerre, waar hij een nieuwe generatie Franse officieren opleidde. Hij stond bekend om zijn nadruk op de tactieken die hij had ontwikkeld tijdens de campagne van 1918, waaronder de nadruk op zorgvuldige voorbereiding en de gecoördineerde inzet van artillerie, infanterie en luchtmacht.
In de jaren 1920 werd Debeney Chef van de Generale Staf van het Franse leger. Tijdens zijn ambtsperiode hielp hij bij de implementatie van belangrijke hervormingen, zoals de invoering van een kortere dienstplicht en de modernisering van de legerstructuur. Hij speelde ook een rol bij het opstellen van de Franse verdedigingsstrategie tegen een mogelijke Duitse inval, waarbij hij pleitte voor een combinatie van defensieve linies, zoals de Maginotlinie, en samenwerking met bondgenoten.
Erfenis en Onderscheidingen
Debeney ontving diverse onderscheidingen voor zijn bijdragen tijdens de oorlog, waaronder de Médaille Militaire en de rang van grootkruis in het Legioen van Eer. Hij werd meerdere keren genoemd in militaire verslagen vanwege zijn succesvolle leiding van troepen tijdens cruciale campagnes.
Een herdenkingsplaquette in de kathedraal van Amiens eert zijn rol tijdens de oorlog, en verschillende straten in zijn geboortestad Bourg-en-Bresse zijn naar hem genoemd. Hij wordt herinnerd als een leider die zich aanpaste aan de moderne oorlogsvoering en die Frankrijk hielp tijdens een van de zwaarste conflicten in zijn geschiedenis.
Conclusie
Marie-Eugène Debeney speelde een centrale rol in de geallieerde overwinning tijdens de Eerste Wereldoorlog door effectieve strategieën, samenwerking met bondgenoten en vernieuwende tactieken. Zijn werk tijdens en na de oorlog had een blijvende invloed op de Franse militaire doctrine. Hoewel hij niet altijd onomstreden was in de samenwerking met Britse bevelhebbers, toonde hij aan dat succesvolle oorlogvoering niet alleen afhankelijk is van directe gevechtskracht, maar ook van goede voorbereiding en strategisch inzicht.
Bronnen en meer informatie
- Afbeelding: Agence Rol , Public domain, via Wikimedia Commons
- Clayton, Anthony (2003). Paths of Glory. Cassell, London. ISBN 0-304-35949-1.
- Doughty, Robert A. (2005). Pyrrhic Victory: French Strategy and Operations in the Great War. Harvard University Press. ISBN 978-0-674-02726-8.
- Greenhalgh, Elizabeth (2014). The French Army and the First World War. Cambridge University Press. ISBN 978-1-107-60568-8.
- Philpott, William (2009). Bloody Victory: The Sacrifice on the Somme and the Making of the Twentieth Century. Little, Brown. ISBN 978-1-4087-0108-9.
- Bronnen Mei1940