Hans Michael Frank werd geboren op 23 mei 1900 in Karlsruhe, Duitsland. Hij groeide op in een middenklassegezin; zijn vader was advocaat en zijn moeder de dochter van een welvarende bakker. Vanaf een jonge leeftijd had Frank de ambitie om in de voetsporen van zijn vader te treden, en hij begon al vroeg aan zijn juridische opleiding. Na de Eerste Wereldoorlog, waaraan hij kort deelnam zonder aan het front te dienen, vervolgde hij zijn studie rechten en economie aan de universiteiten van München en Kiel. In 1923 behaalde hij zijn doctorstitel in de rechten aan de Universiteit van München.
Inhouds opgave
Freikorps en de Thule-Gesellschaft
Tijdens zijn studiejaren raakte Frank betrokken bij nationalistische en paramilitaire bewegingen, waaronder het Freikorps en de Thule-Gesellschaft. Deze groepen speelden een belangrijke rol in het onderdrukken van de communistische opstanden in Beieren in de nasleep van de oorlog. Franks ideologische ontwikkeling werd verder beïnvloed door zijn betrokkenheid bij de Duitse Arbeiderspartij (DAP), de voorloper van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). In 1923 sloot hij zich officieel aan bij de NSDAP en speelde hij een rol in de mislukte Bierkellerputsch, een poging tot staatsgreep door Adolf Hitler en zijn aanhangers.
Opkomst binnen de Nazi-hiërarchie
Frank wist zichzelf te vestigen als een prominente jurist binnen de NSDAP. Zijn juridische vaardigheden en loyaliteit aan de partij trokken de aandacht van Adolf Hitler, die hem al snel benoemde tot zijn persoonlijke advocaat. Gedurende de jaren 1920 en 1930 vertegenwoordigde Frank de NSDAP in talrijke rechtszaken, waarbij hij hielp de partij te verdedigen tegen aanklachten wegens opruiing en andere strafbare feiten. Zijn juridische strategieën werden door veel nazi’s geprezen, en hij werd gezien als een sleutelfiguur in de consolidatie van de partij.
In 1933, na de machtsovername van de nazi’s, werd Frank benoemd tot minister van Justitie in Beieren en later tot Reichsminister zonder portefeuille. Zijn invloed nam verder toe toen hij in 1934 werd benoemd tot Reichsleiter, een van de hoogste politieke rangen binnen de NSDAP. Frank gebruikte zijn positie om de nazi-ideologie binnen het Duitse rechtssysteem te verankeren. Hij was ook de oprichter en leider van de Academie voor Duits Recht, een organisatie die de nazi-interpretatie van het recht bevorderde.
Franks loyaliteit aan de nazi-partij en zijn onwankelbare steun aan Hitler bezorgden hem een plaats in het machtscentrum van de partij. Hij stond bekend om zijn kritiek op buitengerechtelijke executies, zoals die tijdens de Nacht van de Lange Messen in 1934, hoewel hij deze acties nooit openlijk verwierp, wat zijn positie in het regime veiligstelde.
Rol als gouverneur-generaal van bezet Polen
Na de Duitse invasie van Polen in september 1939 werd Hans Frank benoemd tot gouverneur-generaal van het zogenaamde Generalgouvernement, het door Duitsland bezette deel van Polen dat niet rechtstreeks bij het Derde Rijk was ingelijfd. In deze functie was hij verantwoordelijk voor de burgerlijke administratie van een gebied van ongeveer 90.000 vierkante kilometer, met een bevolking van ongeveer 12 miljoen mensen, waaronder miljoenen Joden. Franks heerschappij in Polen werd gekenmerkt door extreem geweld, uitbuiting en systematische onderdrukking van de Poolse bevolking.
Frank voerde al snel een beleid in van dwangarbeid en de gedwongen segregatie van Joden in getto’s, waarvan het getto van Warschau het grootste en meest beruchte was. De leefomstandigheden in de getto’s waren erbarmelijk, met onvoldoende voedsel en medicatie, waardoor tienduizenden mensen stierven door ziekte en ondervoeding. Frank speelde een directe rol in de uitvoering van de Holocaust in Polen. Onder zijn toezicht werden vier van de zes vernietigingskampen in Polen gevestigd, waaronder Treblinka, Bełżec, en Sobibór, waar miljoenen Joden werden vermoord.
Hoewel Frank tijdens zijn proces in Neurenberg beweerde niet volledig op de hoogte te zijn geweest van de vernietigingskampen, zijn er talloze documenten en getuigenissen die dit tegenspreken. In een toespraak tot zijn ambtenaren in december 1941 verklaarde Frank onomwonden dat de Joden in Polen moesten worden “uitgeroeid”, waarbij hij expliciet opriep tot de vernietiging van de Joodse bevolking binnen zijn jurisdictie.
“Wij moeten de Joden overal waar we ze vinden uitroeien”, zei Frank tijdens een vergadering in Krakau. Zijn uitspraken bevestigen zijn actieve deelname aan de Holocaust en zijn diepe ideologische betrokkenheid bij het nazi-beleid van raciale zuivering.
Verantwoordelijkheid voor oorlogsmisdaden in Polen
Onder het bewind van Hans Frank werd het Generalgouvernement de plaats van enkele van de grootste oorlogsmisdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Franks bestuur was niet alleen verantwoordelijk voor de systematische onderdrukking van de Poolse bevolking, maar ook voor het aansturen van de Holocaust in het gebied. De term “Generalgouvernement” verwees naar het centrale deel van Polen dat onder directe Duitse controle stond, maar formeel niet was ingelijfd bij het Derde Rijk. In dit gebied werden vier van de zes belangrijkste vernietigingskampen van het nazi-regime gebouwd: Treblinka, Bełżec, Sobibór en Majdanek. Daarnaast vielen ook Chelmno en Auschwitz, net buiten het Generalgouvernement, onder de invloedssfeer van Frank.
Holocaust en systematische uitroeiing
Frank speelde een cruciale rol in de implementatie van de Holocaust in Polen. Vanaf het begin van zijn gouverneurschap voerde hij een extreem repressief beleid ten aanzien van zowel de Poolse bevolking als de Joodse gemeenschappen. Een van zijn eerste maatregelen was het verplichten van Joden om zich te registreren en gele sterren te dragen, waarmee ze openlijk werden geïdentificeerd en geïsoleerd van de rest van de bevolking. Deze stap was de voorbode van het dwangmatig opsluiten van Joden in getto’s, zoals het getto van Warschau, waar de leefomstandigheden onmenselijk waren. Honderdduizenden mensen stierven door ziekte, ondervoeding en systematische moordpartijen door de nazi’s.
Frank uitte openlijk zijn minachting voor de Joodse bevolking en voerde een beleid dat gericht was op hun vernietiging. In 1941 verklaarde hij:
“Wij kunnen niets beginnen met de Joden in het Oosten of het Reichskommissariaat. Dus moeten jullie ze zelf vernietigen. Dit is een opdracht uit Berlijn.”
Onder zijn bewind werd de vernietiging van de Joodse bevolking in Polen op een industriële schaal georganiseerd. De deportaties naar de vernietigingskampen begonnen in 1942 als onderdeel van de Endlösung, het nazi-plan voor de volledige uitroeiing van het Joodse volk. In de vernietigingskampen in Polen werden miljoenen Joden uit heel Europa vermoord door middel van vergassing, honger en dwangarbeid.
Dwangarbeid en uitbuiting van de Poolse bevolking
Naast de genocide op de Joden was Frank verantwoordelijk voor de gedwongen tewerkstelling van miljoenen Polen. Polen werden ingezet voor dwangarbeid in zowel het Generaal-Gouvernement als in Duitsland zelf. De arbeidsomstandigheden waren erbarmelijk, en veel van de arbeiders stierven door uitputting, ondervoeding en mishandeling. Frank liet duizenden Poolse intellectuelen, priesters en andere elites vermoorden in een poging om de Poolse cultuur te vernietigen en elk verzet tegen de Duitse bezetting te breken. Hij geloofde dat Polen enkel een productieve bron van goedkope arbeidskrachten voor Duitsland moest zijn.
Hoewel Frank tijdens zijn proces in Neurenberg probeerde de schuld voor de genocide volledig bij Heinrich Himmler en de SS te leggen, is het duidelijk dat hij een sleutelrol speelde in het faciliteren en goedkeuren van de verschrikkingen die plaatsvonden in het door hem bestuurde gebied.
Machtstrijd en verlies van invloed
In de loop van de oorlog begon Frank invloed te verliezen binnen de nazi-hiërarchie. Zijn relatie met andere hoge nazi-functionarissen, met name Heinrich Himmler en Friedrich-Wilhelm Krüger (leider van de SS en politie in het Generaal-Gouvernement), verslechterde. Krüger, die de leiding had over de SS-operaties in Polen, botste regelmatig met Frank over de verdeling van macht en invloed. Deze machtsstrijd werd vooral zichtbaar toen Krüger rechtstreeks verantwoordelijk werd voor de uitvoering van de Holocaust in Polen, wat leidde tot een vermindering van Franks eigen gezag. In 1942 werd Frank op de vingers getikt door Hitler zelf, nadat hij in een serie toespraken kritiek had geuit op het nazi-beleid, wat resulteerde in het verlies van zijn belangrijkste partijfuncties buiten het Generaal-Gouvernement.
Tegen het einde van de oorlog werd Franks positie steeds wankeler, vooral naarmate de Sovjet-troepen oprukten richting Polen. In januari 1945, met de Sovjet-invasie in volle gang, vluchtte Frank naar Duitsland, waar hij uiteindelijk werd gearresteerd door Amerikaanse troepen.
Berechting en vonnis tijdens de Neurenbergse processen
Na zijn arrestatie door Amerikaanse troepen in mei 1945 werd Hans Frank gevangengezet en moest hij zich verantwoorden voor zijn rol in de oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Frank werd aangeklaagd tijdens de Neurenbergse processen, die van november 1945 tot oktober 1946 plaatsvonden. Deze processen waren bedoeld om de belangrijkste nazi-leiders ter verantwoording te roepen voor hun misdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Franks functie als gouverneur-generaal van bezet Polen en zijn directe betrokkenheid bij de uitroeiing van de Joodse bevolking maakten hem een van de meest prominente beklaagden.
Aanklachten en verdediging
Tijdens de Neurenbergse processen werd Hans Frank beschuldigd van twee hoofdmisdrijven: oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Onder oorlogsmisdaden vielen de moorden, martelingen en deportaties van de Poolse bevolking, evenals de behandeling van Joden en andere minderheden in het Generaal-Gouvernement. De misdaden tegen de menselijkheid omvatten Franks directe betrokkenheid bij de Holocaust en het faciliteren van de uitroeiing van miljoenen Joden.
Frank probeerde zich tijdens het proces te verdedigen door te beweren dat hij weinig macht had gehad over de acties van de SS en Heinrich Himmler, die verantwoordelijk waren voor de vernietigingskampen. Hij beweerde dat hij zich voornamelijk had gericht op het burgerlijk bestuur en dat hij niet volledig op de hoogte was geweest van de omvang van de genocide die in zijn jurisdictie plaatsvond. Hij verklaarde:
“Ik heb nooit persoonlijk opdracht gegeven tot de oprichting van vernietigingskampen. De verantwoordelijkheid voor de Holocaust ligt bij Hitler en Himmler.”
Ondanks zijn pogingen om zijn betrokkenheid te minimaliseren, leverden de geallieerden overtuigend bewijsmateriaal dat aantoonde dat Frank wel degelijk op de hoogte was van de misdaden die onder zijn bewind werden gepleegd. De geallieerden maakten onder andere gebruik van zijn eigen dagboeken, waarin hij vaak openhartig sprak over de vervolging van Joden en andere bevolkingsgroepen in Polen. Zijn uitspraken tijdens de oorlog, waarin hij opriep tot de “uitroeiing” van de Joden, werden tijdens het proces tegen hem gebruikt. Bovendien gaf Frank in de loop van het proces toe dat hij schuld had aan de misdaden van het Derde Rijk.
Bekering en berouw
Tijdens zijn gevangenschap onderging Hans Frank een opmerkelijke persoonlijke verandering. Hij bekeerde zich tot het rooms-katholicisme en toonde tijdens het proces berouw over zijn daden. Hij was een van de weinige beklaagden die enige vorm van verantwoordelijkheid erkenden voor de gepleegde misdaden. In een emotionele verklaring zei Frank dat de schuld van Duitsland voor de Holocaust nooit zou kunnen worden uitgewist en dat zijn persoonlijke geweten zwaar op hem drukte. Tijdens het proces zei hij:
“Een duizend jaar zal voorbijgaan en nog steeds zal de schuld van Duitsland niet zijn weggenomen.”
Franks uitingen van berouw werden door sommigen gezien als oprecht, terwijl anderen hem beschuldigden van het proberen te manipuleren van de publieke opinie en de rechters in een poging om een milder vonnis te krijgen.
Veroordeling en executie
Op 1 oktober 1946 werd Hans Frank schuldig bevonden aan beide aanklachten – oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid – en veroordeeld tot de doodstraf door ophanging. Hij werd geëxecuteerd op 16 oktober 1946 in de gevangenis van Neurenberg, samen met andere veroordeelde nazi-leiders zoals Joachim von Ribbentrop en Wilhelm Keitel. De executie werd uitgevoerd door de Amerikaanse sergeant John C. Woods. Volgens ooggetuigen toonde Frank, die bekendstond om zijn religieuze bekering in de gevangenis, berusting in zijn lot. Hij sprak zijn laatste woorden met dankbaarheid voor de behandeling tijdens zijn gevangenschap en vroeg om Gods genade.
“Ik ben dankbaar voor de vriendelijke behandeling tijdens mijn gevangenschap en ik vraag God om mij met genade te aanvaarden.”
Na de executie werd Franks lichaam, evenals dat van de andere geëxecuteerde nazi-leiders, gecremeerd en hun as werd verstrooid in de rivier de Isar, om te voorkomen dat hun graven later een verzamelplaats voor sympathisanten zouden worden.
Conclusie: De erfenis van Hans Frank
Hans Frank speelde een centrale rol in de terreur die door het nazi-regime in bezet Polen werd uitgeoefend. Als gouverneur-generaal van het Generaal-Gouvernement was hij direct verantwoordelijk voor de onderdrukking van de Poolse bevolking, de invoering van dwangarbeid en de massale moord op miljoenen Joden in vernietigingskampen. Ondanks zijn pogingen om zijn betrokkenheid bij de Holocaust te minimaliseren tijdens de Neurenbergse processen, kon het overweldigende bewijsmateriaal, waaronder zijn eigen dagboeken, niet worden genegeerd. Franks uitspraken en daden laten geen twijfel bestaan over zijn diepe ideologische toewijding aan het nazi-regime en zijn actieve deelname aan de genocide.
Franks bekering tot het rooms-katholicisme en zijn uitingen van berouw in de aanloop naar zijn executie bieden een complex beeld van een man die zich bewust werd van de omvang van zijn misdaden, maar pas nadat de oorlog was verloren en zijn verantwoordelijkheid onvermijdelijk was. Hoewel sommige historici zijn berouw oprecht vinden, wordt het door velen gezien als een poging om de ernst van zijn straf te verzachten.
Hans Frank blijft een van de meest beruchte nazi-oorlogsmisdadigers, verantwoordelijk voor enkele van de grootste wreedheden van de Tweede Wereldoorlog. Zijn proces en executie in Neurenberg symboliseren de bredere poging om gerechtigheid te brengen voor de miljoenen slachtoffers van de nazi-terreur.
Bronnen en meer informatie
- Nuremberg Trials Project: De documenten van de processen in Neurenberg zijn beschikbaar via de Harvard Law School Library. Dit omvat onder andere de aanklachten, getuigenissen en vonnissen met betrekking tot Hans Frank. Nuremberg Trials Project.
- United States Holocaust Memorial Museum: Het museum biedt gedetailleerde informatie over de Holocaust, de nazi-leiders en hun processen, waaronder die van Hans Frank. United States Holocaust Memorial Museum.
- Yad Vashem: De officiële website van het Israëlische Holocaustmuseum bevat uitgebreide informatie over de Holocaust en de betrokken nazi-leiders, waaronder Hans Frank. Yad Vashem.
- Bronnen Mei1940
- Afbeelding: US Government officialpost work: –Edgar Allan Poe 13:14, 2 June 2007 (UTC), Public domain, via Wikimedia Commons